Regeling vervallen per 01-01-2015

Uitvoeringsbesluit parkeerverordening 2012

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Burgemeester en wethouders van gouda

Gelezen het advies van 10 december 2013;

Gelet op artikel 3 en 4 van de Parkeerverordening 2012;

besluiten:

vast te stellen het:

Uitvoeringsbesluit parkeerverordening 2012

Artikel 1

Een bewonersvergunning, bedrijfsvergunning, bedrijfsvoeringsvergunning, parkeervergunning Mantelzorg en parkeervergunning Autodate wordt verleend voor maximaal een kalenderjaar.

Artikel 2

a) Een bewonersvergunning wordt alleen verstrekt aan een bewoner die houder is van een motorvoertuig of brommobiel en die staat ingeschreven in de basisregistratie personen op een adres waar belanghebbendenparkeren geldt.

b) Een mantelzorgvergunning wordt alleen verstrekt aan een bewoner die staat ingeschreven in de basisregistratie personen op een adres waar belanghebbendenparkeren geldt.

Artikel 3

a) Indien het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt gevraagd, wordt geleased of gehuurd bij een beroeps- of bedrijfsmatige lease- of verhuurmaatschappij, wordt een bewonersvergunning slechts afgegeven indien de betreffende bewoner het lease- of huurcontract overlegt en slechts voor de periode dat het motorvoertuig wordt geleased of gehuurd.

b) Indien het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt gevraagd door de werkgever aan de betreffende bewoner ter beschikking is gesteld, wordt een bewonersvergunning slechts afgegeven indien de betreffende bewoner een werkgeversverklaring overlegt, waaruit blijkt dat de betreffende bewoner het gebruik heeft van het motorvoertuig waarvoor de bewonersvergunning wordt gevraagd.

c) Indien een bewonersvergunning wordt aangevraagd door een bewoner die eigenaar is van het motorvoertuig of brommobiel, doch niet als houder van het betreffende motorvoertuig of brommobiel staat ingeschreven in het register van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, dan wordt de gevraagde vergunning slechts afgegeven indien de mate van eigendom van het betreffende motorvoertuig of brommobiel evenredig is aan het aantal personen dat eigenaar is van het betreffende motorvoertuig of brommobiel.

De bewoner die de parkeervergunning aanvraagt moet de mate van eigendom van het betreffende motorvoertuig of brommobiel aantonen.

d) Het vergunningsbewijs van een bewonersvergunning van een bewoner van sector 1 kan op verzoek van de vergunninghouder worden voorzien van een tweede kenteken van een auto die in gebruik is bij een andere bewoner op hetzelfde adres en draagt dan de naam: wisselvergunning. Met een wisselvergunning mag beurtelings met één motorvoertuig of brommobiel, waarvan het kenteken op het vergunningsbewijs is vermeld, in het gebied van de sector die op het vergunningsbewijs staat, worden geparkeerd. Het vergunningsbewijs dient direct achter de voorruit van het motorvoertuig of brommobiel te worden gelegd op een van buiten het motorvoertuig of brommobiel duidelijk zichtbare en leesbare wijze. Een wisselvergunning geeft niet het recht om op basis van deze vergunning beide op het vergunningsbewijs vermelde voertuigen gelijktijdig te parkeren in de sector die op het vergunningsbewijs vermeld staat.

Artikel 4

a) In sector 1, als bedoeld in artikel 1 van het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening en Verordening Parkeerbelastingen, geldt dat per bewoner maximaal 1 bewonersvergunning wordt verstrekt; hierbij geldt tevens een maximum van 1 bewonersvergunning per adres.

Als op een adres in sector 1 meerdere bewoners zijn ingeschreven in de basisregistratie personen en meerdere ingeschreven bewoners hebben de beschikking over een motorvoertuig dan kan voor dat adres maximaal 1 bewonersabonnement voor de parkeerterreinen Klein Amerika, Schouwburg en Vossenburchkade worden verstrekt.

b) In de sectoren 2 en 3, als bedoeld in artikel 1 van het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening en Verordening Parkeerbelastingen, geldt dat per bewoner maximaal 1 bewonersvergunning wordt verstrekt met een maximum van 2 bewonersvergunningen per adres.

Artikel 5

a.Per bedrijf worden maximaal 3 bedrijfsvergunningen verstrekt. De eerste vergunning wordt verstrekt onder de voorwaarde, dat het bedrijf bij de Kamer van Koophandel met een hoofd- of nevenvestiging staat ingeschreven op een adres binnen het gebied waar de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2a van de vigerende verordening parkeerbelastingen geheven wordt.

Om in aanmerking te komen voor een 2e en/of 3e vergunning worden nadere eisen gesteld. Deze nadere eisen zijn:

de personele omvang van de vestiging van het bedrijf volgens de inschrijving bij de Kamer van Koophandel: bij meer dan 25 werknemers komt het bedrijf in aanmerking voor een 2e vergunning; bij meer dan 50 werknemers komt het bedrijf in aanmerking voor een 3e vergunning;

OF

gemotiveerd en schriftelijk wordt aangegeven dat meerdere bedrijfsauto's voor het vervoer van zware, kwetsbare, bederfelijke, kostbare dan wel omvangrijke goederen een noodzakelijk onderdeel uitmaken van de dienstverlening van het bedrijf en dat over deze bedrijfsauto's minstens vijf maal per dag moet kunnen worden beschikt.

b.De bedrijfsvergunning die ook op zaterdag geldig is moet aan dezelfde voorwaarden als genoemd onder punt 5a voldoen.

Daarnaast wordt aan de bedrijfsvergunning die ook op zaterdag geldig is in sector 1 nog de volgende nadere eis gesteld:

gemotiveerd en schriftelijk wordt aangegeven dat het motorvoertuig voor het vervoer van zware, kwetsbare, bederfelijke, kostbare dan wel omvangrijke goederen een noodzakelijk onderdeel uitmaakt van de dienstverlening van het bedrijf en dat over dit motorvoertuig ook op de zaterdag minstens vijf maal per dag moet kunnen worden beschikt.

Artikel 6

Per bedrijf worden maximaal 3 bedrijfsvoeringsvergunningen verstrekt.

De 1e vergunning wordt verstrekt, onder de voorwaarden dat:

a) het bedrijf bij de Kamer van Koophandel staat ingeschreven.

b) de aanvraag gemotiveerd wordt ingediend.

c) uit de motivering duidelijk blijkt dat dagelijks of bijna dagelijks ten behoeve van het uitvoeren

van werkzaamheden, in het gebied waar de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2a van

de vigerende verordening parkeerbelastingen geheven wordt, een motorvoertuig geparkeerd

moet kunnen worden.

Om in aanmerking te komen voor een 2e en/of 3e vergunning worden nadere eisen gesteld. Deze nadere eisen zijn:

d) de personele omvang van de vestiging van het bedrijf volgens de inschrijving bij de Kamer van Koophandel: bij meer dan 25 werknemers komt het bedrijf in aanmerking voor een 2e vergunning; bij meer dan 50 werknemers komt het bedrijf in aanmerking voor een 3e vergunning;

OF

gemotiveerd en schriftelijk wordt aangegeven dat meerdere bedrijfsauto's voor het vervoer van zware, kwetsbare, bederfelijke, kostbare dan wel omvangrijke goederen een noodzakelijk onderdeel uitmaken van de dienstverlening van het bedrijf en dat over deze bedrijfsauto's minstens vijf maal per dag moet kunnen worden beschikt;

dat dagelijks of bijna dagelijks ten behoeve van het uitvoeren van werkzaamheden in het

gebied waar het vergunninghoudersparkeren geldt meerdere motorvoertuigen geparkeerd

dienen te worden.

Artikel 7

A Indien men beschikt, zou kunnen beschikken of had kunnen beschikken over een eigen

parkeervoorziening dan wel de rechten op een parkeervergunning zijn vervallen bij het verlenen van een ontheffing van de parkeernorm wordt dit aantal verrekend met het aantal bewonersvergunningen waar men op basis van andere artikelen aanspraak op zou kunnen maken.

B Onder een eigen parkeervoorziening wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    Een garage, parkeerplaats, carport of oprit op eigen terrein, welke laatste met een minimale lengte van 5,50 meter en een minimale breedte van 2,50 meter;

  • b.

    Een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op de openbare weg;

  • c.

    Een parkeerplaats in een parkeergarage of garagebox (mede) gebouwd ten behoeve van de woning.

C In ieder geval komen bewoners van de adressen die voorkomen op de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde lijst niet in aanmerking voor een 1e bewonersvergunning. Om eventueel in aanmerking te kunnen komen voor een 2e bewonersvergunning dient een bewoner in ieder geval te verklaren dat er op zijn adres een andere bewoner een auto heeft of gebruikt die geparkeerd wordt op de eigen parkeervoorziening. Tevens moet de bewoner kunnen verklaren dat er geen 2e eigen parkeervoorziening aanwezig is.

Artikel 8

a Een aanvraag om een parkeervergunning Mantelzorg dient te worden ingediend door de

persoon aan wie de mantelzorg wordt verleend.

b Indien door het Centrum Indicatiestelling Zorg voor de aanvrager een (zorg) indicatie is afgegeven, wordt aan het Centrum Indicatiestelling Zorg verzocht een advies uit te brengen aangaande het ingediende verzoek.

c Indien er door het Centrum Indicatiestelling Zorg voor de aanvrager geen (zorg)

indicatie is afgegeven, wordt het verzoek ter advisering voorgelegd aan het Palet Welzijn. Indien het Palet Welzijn dit nodig acht, wordt er ter onderbouwing van het door deze instantie uit te brengen advies een huisbezoek afgelegd.

d In voorkomende gevallen kunnen wij gemotiveerd afwijken van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg of het Palet Welzijn uitgebrachte advies.

e Een aanvraag mantelzorgvergunning wordt geweigerd als de mantelzorgverlener woonachtig is binnen dezelfde sector als de aanvrager.

Artikel 9

Een parkeervergunning Autodate wordt alleen verstrekt voor het motorvoertuig dat voor autodate ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 10

a) Een bewonersvergunning kan door de gemeente voor maximaal vier weken worden voorzien van een ander kenteken indien vergunninghouder tijdelijk over een ander motorvoertuig of brommobiel beschikt.

b) Indien vergunninghouder tijdelijk of definitief over een ander motorvoertuig of brommobiel beschikt en de gemeentebalie is niet open om de bewonersvergunning van een ander kenteken te voorzien is het vergunninghouder toegestaan om voor maximaal 4 dagen te volstaan met de originele vergunning dan wel het originele vignet, aangevuld met een schriftelijke verklaring van telefonische toestemming van een medewerker handhaving van de gemeente. De betreffende schriftelijke stukken dienen te worden aangebracht met inachtneming van artikel 20.

Artikel 11

  • a. Indien een natuurlijk persoon nog niet in de basisregistratie personen is ingeschreven op een adres waar belanghebbendenparkeren geldt, maar wel reeds bij de gemeente Gouda aangifte van verhuizing heeft gedaan naar een adres in voornoemd gebied, kan vooruitlopende op een eerste bewonersvergunning een tijdelijke bewonersvergunning worden afgegeven. Een tijdelijke bewonersvergunning kan worden verstrekt voor maximaal 3 maanden bij een ingangsdatum op de eerste van de verhuismaand en voor maximaal 4 maanden bij een ingangsdatum op de eerste van de maand die voorafgaat aan de verhuismaand.

  • b. Een tijdelijke bewonersvergunning kan ook worden verstrekt wanneer een bewoner staat ingeschreven in de basisregistratie personen op een adres in het voornoemde gebied maar de bewoner nog niet in aanmerking komt voor een reguliere bewonersvergunning omdat er een andere bewoner op het adres in het bezit is van een parkeervergunning terwijl die bewoner in de basisregistratie personen in onderzoek staat.

Artikel 12

Indien, als gevolg van door of in opdracht van de gemeente uit te voeren werkzaamheden aan de openbare weg, de toegang tot een eigen parkeervoorziening wordt geblokkeerd, waardoor de gebruikers van dit parkeerterrein gedwongen worden hun motorvoertuig of brommobiel te parkeren in het gebied waar belanghebbendenparkeren geldt, kunnen gedurende de periode van de werkzaamheden één of meer kostenloze parkeervergunningen worden afgegeven. Het maximaal aantal uit te geven kostenloze parkeervergunningen is gelijk aan het aantal beschikbare parkeerplaatsen op het betreffende privé-parkeerterrein.

Artikel 13

Een bewonersvergunning is geldig:

  • a)

    voor het motorvoertuig of brommobiel, waarvan het kenteken op de vergunning en het vergunningbewijs staat vermeld;

  • b)

    van maandag tot en met zaterdag;

  • c)

    in de sector, waarbinnen de bewoner woonachtig is, met dien verstande dat op verzoek van een bewoner van een adres uit onderdeel 1B van sector 1 een vergunning kan worden afgegeven voor sector 2;

  • d)

    een wisselvergunning is geldig conform de eerste vergunning binnenstad, maar op hetzelfde tijdstip voor slechts voor één daarop vermelde kentekens.

Artikel 14

Een bedrijfsvergunning is geldig:

  • a)

    voor één motorvoertuig;

  • b)

    van maandag tot en met vrijdag dan wel maandag tot en met zaterdag;

  • c)

    in de sector waar het bedrijf gevestigd is.

Artikel 15

Een bedrijfsvoeringsvergunning is geldig:

  • a)

    voor één motorvoertuig;

  • b)

    van maandag tot en met zaterdag;

  • c)

    in alle sectoren.

Artikel 16

Een parkeervergunning Mantelzorg is geldig:

  • a)

    voor één motorvoertuig;

  • b)

    van maandag tot en met zaterdag;

  • c)

    in de sector waar de aanvrager woont.

Artikel 17

Een parkeervergunning Autodate is geldig :

  • a)

    voor het motorvoertuig waarvan het kenteken op de vergunning en het vergunningsbewijs staat vermeld;

  • b)

    van maandag tot en met zaterdag;

  • c)

    in alle sectoren.

Artikel 18

Een bewonersvergunning, bedrijfsvergunning, bedrijfsvoeringsvergunning, parkeervergunning Mantelzorg en parkeervergunning Autodate is, tenzij middels bebording uitdrukkelijk anders is bepaald, niet geldig bij/op:

  • a)

    parkeermetervakken,

  • b)

    voor de sector waarvoor die nietuitgegeven is,

  • c)

    gehandicaptenparkeerplaatsen,

  • d)

    parkeerplaatsen op parkeerterreinen.

Artikel 19

Een bewonersvergunning kan worden uitgegeven zonder kenteken indien de bewoner, uit hoofde van zijn/haar werk, gedurende een jaar veelvuldig van motorvoertuig wisselt. De benodigdheid van een vergunning zonder kenteken dient door de aanvrager aannemelijk te worden gemaakt.

Artikel 20

Het bij de bewonersvergunning, bedrijfsvergunning, bedrijfsvoeringsvergunning, parkeervergunning Mantelzorg en parkeervergunning Autodate afgegeven vergunningsbewijs dient bevestigd te zijn tegen de binnenzijde van de voorruit van het motorvoertuig of brommobiel op een van buiten het motorvoertuig of brommobiel duidelijk zichtbare en leesbare wijze.

Artikel 21

Bij het niet naleven van het gestelde onder 20 wordt ervan uitgegaan dat een motorvoertuig of brommobiel geparkeerd staat zonder geldige vergunning.

Artikel 22

Dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 23

Het bij besluit van 20 september 2011 vastgestelde Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening 2012 wordt ingetrokken, met dien verstande dat dit met betrekking tot de heffing van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór 1 januari 2014 hebben voorgedaan.

Artikel 24

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.

Artikel 25

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit parkeerverordening 2012.

Aldus besloten in de vergadering van 17 december 2013.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

, burgemeester

, secretaris

Bijlage adressenlijst

adressenlijst