Instellingsbesluit van de gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Zuidplas, Krimpenerwaard, Waddinxveen, Gouda en Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent de gemeenschappelijke regeling Streekarchief Midden-Holland (Regeling Streekarchief Midden-Holland)

Geldend van 29-07-2021 t/m heden

Intitulé

Instellingsbesluit van de gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Zuidplas, Krimpenerwaard, Waddinxveen, Gouda en Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent de gemeenschappelijke regeling Streekarchief Midden-Holland (Regeling Streekarchief Midden-Holland)

De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Zuidplas, Krimpenerwaard, Waddinxveen, Gouda en Krimpen aan den IJssel, ieder voor zover zij voor de eigen gemeenten bevoegd zijn.

Kennisnemend van de “Intentieverklaring fusie streekarchieven Hollands Midden en Krimpenerwaard”, zoals aangeboden bij brief van 27 november 2003 door de besturen van genoemde streekarchiefdiensten en van het zgn. fusierapport, zoals aangeboden bij brief van xx juni 2004 door de besturen van deze streekarchiefdiensten.

Overwegende dat hun gemeenten geconfronteerd worden met zodanig veranderende maatschappelijke wensen ten aanzien van toegankelijkheid en gebruik van het archief, naast toenemende wettelijke eisen en professionele ontwikkelingen als gevolg van informatie- en communicatietechnologie (ICT) , dat adequate en betaalbare voorzieningen in het kader van de Archiefwet 1995 slechts door schaalvergroting kunnen worden gerealiseerd.

Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Archiefwet;

BESLUITEN:

de volgende gemeenschappelijke regeling te treffen:

Hoofdstuk I: Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 1.

    In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      de regeling: deze gemeenschappelijke regeling;

    • b.

      het streekarchief : het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam als bedoeld in artikel 2 van de regeling,

    • c.

      een deelnemende gemeente: een aan de regeling deelnemende gemeente;

    • d.

      de raad: de gemeenteraad van een deelnemende gemeente;

    • e.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente;

    • f.

      Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

    • g.

      de Wgr: de Wet gemeenschappelijke regelingen.

    • h.

      de Archiefwet: de Archiefwet 1995;

    • i.

      de archiefbescheiden: de bescheiden die behoren tot de ingevolge artikel 12, eerste lid en artikel 13, eerste lid van de Archiefwet overgedragen of nog over te dragen archieven, alsmede verzamelingen van documenten, welke tot toelichting op de bovengenoemde archieven kunnen dienen.

    • j.

      de streekarchivaris: de functionaris die is belast met de dagelijkse leiding en de bedrijfsvoering van het streekarchief

  • 2.

    In de regeling worden bepaalde artikelen van de Gemeentewet en van enkele andere wetten van toepassing verklaard. Waar in die artikelen wordt gesproken van gemeente, raad, college van burgemeester en wethouders resp. burgemeester, dient daarvoor te worden gelezen: het streekarchief, algemeen bestuur, dagelijks bestuur, resp. voorzitter.

Hoofdstuk II: Het openbaar lichaam

Artikel 2

  • 1.

    Er is een openbaar lichaam, genaamd "Streekarchief Midden-Holland".

  • 2.

    Het openbaar lichaam is gevestigd te Gouda..

Artikel 3

Het bestuur van het streekarchief bestaat uit:

  • a.

    het algemeen bestuur;

  • b.

    het dagelijks bestuur,

  • c.

    de voorzitter.

HOOFDSTUK III: Doelstelling, taken en bevoegdheden

Artikel 4

  • 1.

    Het streekarchief heeft tot doel de uitvoering van de gemeentelijke taken in het kader van de Archiefwet.

  • 2.

    In het kader van deze taakopdracht draagt het Streekarchief zorg voor o.a.:

    • a.

      de aanstelling van een streekarchivaris, die voor de deelnemende gemeenten geldt als de gemeentearchivaris, als bedoeld in art. 32 van de Archiefwet;

    • b.

      het in standhouden van een archiefbewaarplaats als bedoeld in art. 31 van de Archiefwet;

    • c.

      het beheer van naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden;

    • d.

      het toezicht op het beheer van nog niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden, die nog bij de deelnemende gemeente berusten;

    • e.

      integraal digitaal informatiebeheer (duurzaamheid, betrouwbaarheid en veiligheid) i.s.m. de deelnemers;

    • f.

      de inrichting en het beheer van een studiezaal ter raadpleging van archiefbescheiden;

    • g.

      het (interactief) betrekken van diverse publieksgroepen en (werk)gemeenschappen bij de lokale en regionale geschiedbeoefening en archiefbeheer;

    • h.

      de mogelijkheid van hergebruik van informatie (open data) en inbedding van de (digitale) collectie in externe platforms.

  • 3.

    De per gemeente te verrichten werkzaamheden worden jaarlijks vastgelegd in een werkprogramma, waarin opgenomen:

    • a.

      een basispakket, bestaande uit algemene collectieve taken en standaardtaken, gekoppeld aan het aantal strekkende meters dat is overgedragen;

    • b.

      taken op verzoek, die uitdrukkelijk niet voor alle gemeenten worden uitgevoerd.

  • 4.

    Ten behoeve van een adequate voorbereiding en uitvoering van de hiervoor bedoelde taken zijn aan het streekarchief bevoegdheden van regeling en bestuur inzake de eigen huishouding, toegekend binnen de grens van artikel 30 van de Wgr.

  • 5.

    Aan het streekarchief is, ten behoeve van de in het eerste lid genoemde doelstelling, de bevoegdheid toegekend een of meer rechtspersonen op te richten en/ of deel te nemen in een of meer bestaande dan wel te vormen rechtspersonen.

  • 6.

    Wanneer het streekarchief overgaat tot het oprichten van een rechtspersoon, zoals bedoeld in het vorige lid, treedt het algemeen bestuur tevens op als algemene vergadering van aandeelhouders, c.q. als stichtingsbestuur.

  • 7.

    Het streekarchief kan taken en opdrachten, anders dan bedoeld in het eerste lid, uitvoeren voor één of meerdere deelnemende gemeenten of derden als deze daarom verzoeken en voor zover:

    • a.

      deze redelijkerwijs aansluiten bij de in het eerste lid genoemde taken en doelstelling en deze de daar genoemde taken en doelstelling niet belemmeren;

    • b.

      deze worden uitgeoefend tegen minimaal kostendekkende tarieven;

    • c.

      van de opdrachtgever een bijdrage wordt verlangd in alle kosten van het aangaan dan wel beëindigen van de taken;

    • d.

      van de opdrachtgever wordt verlangd dat hij zich verbindt de taken af te nemen gedurende een minimumperiode, al dan niet met een nader te bepalen opzegtermijn.

  • 8.

    De taken en opdrachten, bedoeld in het zevende lid, worden slechts op basis van een daaraan ten grondslag liggende tussen het openbaar lichaam en de opdrachtgever gesloten overeenkomst uitgevoerd.

HOOFDSTUK IV: Het algemeen bestuur

Par. 1. De samenstelling

Artikel 5

Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden per deelnemende gemeente. Deze worden aangewezen door de raad.

Artikel 6

  • 1.

    De aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur vindt zo spoedig mogelijk plaats nadat het college is samengesteld na gemeenteraadsverkiezingen.

  • 2.

    Een lid van het algemeen bestuur treedt af wanneer:

    • a.

      hij geen lid meer is van het college;

    • b.

      hij als zodanig ontslag neemt;

    • c.

      de raad die hem heeft aangewezen hem als zodanig ontslag verleent.

    • d.

      de zittingsperiode van de raad eindigt.

  • 3.

    Na het tussentijds ontstaan van een vacature in het algemeen bestuur wijst de betreffende raad in haar eerstvolgende vergadering een nieuw lid van het algemeen bestuur aan.

  • 4.

    Van een aanwijzing tot lid van het algemeen bestuur geeft het college binnen een week kennis aan de voorzitter van het streekarchief

Artikel 7

Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met een aanstelling als medewerker van het streekarchief, resp. als ambtenaar in gewone dienst van een deelnemende gemeente, met uitzondering van onderwijzend personeel.

Par. 2. De bevoegdheden

Artikel 8

  • 1.

    Alle bevoegdheden in het kader van de regeling, die niet aan het dagelijks bestuur, de voorzitter of de streekarchivaris zijn opgedragen, behoren aan het algemeen bestuur.

  • 2.

    Bij de uitoefening van deze bevoegdheden zijn de bij de Gemeentewet voor de raad gestelde bepalingen zoveel mogelijk van toepassing.

  • 3.

    Het algemeen bestuur kan besluiten tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen zoals bedoeld in artikel 4, vijfde lid, dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van deelname daaraan, voor zover dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.

  • 4.

    Het besluit als bedoeld in het derde lid wordt niet genomen dan nadat aan de raden een ontwerpbesluit is toegezonden en deze in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen, overeenkomstig artikel 31a van de Wgr.

Par. 3. De werkwijze

Artikel 9

  • 1.

    Op het houden van de vergaderingen van het algemeen bestuur is artikel 22 van de Wgr van toepassing.

  • 2.

    Het op grond van lid 1 door het algemeen bestuur vast te stellen reglement van orde wordt ter kennis gebracht van Gedeputeerde Staten.

  • 3.

    Halverwege elke bestuursperiode geeft het algemeen bestuur opdracht tot het evalueren van de samenwerking, waarbij – uitgaande van het in artikel 4 lid 1 omschreven doel- getoetst wordt aan nader vast te stellen criteria ten aanzien van de effecten van de samenwerking en de democratische controle.

Artikel 10

  • 1.

    Het aantal stemmen van een lid van het algemeen bestuur staat in relatie tot het aantal inwoners van de gemeente die hij vertegenwoordigt. Een lid uit een gemeenten tot en met 10.000 inwoners heeft twee stemmen. Op grond van iedere volgende 10.000 inwoners, of een gedeelte daarvan, .beschikt het lid van een dergelijke gemeente over één stem extra.

  • 2.

    Voor het vaststellen van de aantallen inwoners worden de laatstelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari gehanteerd.

HOOFDSTUK V: Het dagelijks bestuur

Par. 1. De samenstelling

Artikel 11

Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden, die worden gekozen door en uit het algemeen bestuur.

Artikel 12

  • 1.

    De aanwijzing van de leden van het dagelijks bestuur vindt plaats in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling.

  • 2.

    Een lid van het dagelijks bestuur treedt af wanneer:

    • a.

      hij als zodanig ontslag neemt;

    • b.

      het algemeen bestuur hem als zodanig ontslag verleent.

    • c.

      hij ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn.

  • 3.

    Een lid van het dagelijks bestuur dat ontslag neemt of moet aftreden overeenkomstig het in het tweede lid sub c. bepaalde, blijft zijn functie waarnemen, totdat onherroepelijk in zijn opvolging is voorzien.

  • 4.

    Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur vacant komt en het openvallen van de plaats gaat gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan stelt het algemeen bestuur het kiezen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uit, totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur zal zijn bezet, doch voor niet langer dan drie maanden.

Par. 2. De bevoegdheden

Artikel 13

Aan het dagelijks bestuur van het streekarchief is opgedragen:

  • a.

    het voorbereiden van hetgeen het algemeen bestuur ter overweging en beslissing moet worden voorgelegd;

  • b.

    het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur;

  • c.

    het toezicht op het beheer van de inkomsten en de uitgaven van het streekarchief;

  • d.

    het toezicht op het beheer en het onderhoud van alle werken, inrichtingen en eigendommen van het streekarchief;

  • e.

    het houden van toezicht op al hetgeen het streekarchief aangaat.

Par. 3. De werkwijze

Artikel 14

Het dagelijks bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Het reglement wordt aan het algemeen bestuur medegedeeld.

HOOFDSTUK VI: Voorzitter en secretaris

Par. 1. De voorzitter

Artikel 15

  • 1.

    Het algemeen bestuur wijst in haar eerste vergadering in nieuwe samenstelling een van de drie in artikel 11 bedoelde leden van het dagelijks bestuur aan als voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter treedt af, wanneer

    • a.

      hij als zodanig ontslag neemt;

    • b.

      het algemeen bestuur hem als zodanig ontslag verleent.

    • c.

      hij ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn.

  • 3.

    De voorzitter die ontslag neemt of overeenkomstig het tweede lid sub c. moet aftreden, blijft zijn functie waarnemen, totdat onherroepelijk in zijn opvolging is voorzien.

  • 4.

    Bij verhindering of ontstentenis wordt de voorzitter vervangen door een ander lid van het dagelijks bestuur, aan te wijzen door het dagelijks bestuur.

Artikel 16

  • 1.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

  • 2.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat de besluiten naar behoren worden uitgevoerd.

  • 3.

    De voorzitter vertegenwoordigt het streekarchief in en buiten rechte. Indien de voorzitter deel uitmaakt van het bestuur van een deelnemende gemeente die partij is in een geding of bij een buitengerechtelijke rechtshandeling, waarbij het streekarchief is betrokken, oefent een ander door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid van dat bestuur deze bevoegdheid uit.

  • 4.

    De voorzitter kan de vertegenwoordiging aan een door hem gemachtigde schriftelijk opdragen.

Par. 2. De secretaris

Artikel 17

  • 1.

    De streekarchivaris wordt door het algemeen bestuur tevens aangewezen als secretaris van het algemeen en het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur benoemt op voordracht van de streekarchivaris een plaatsvervangend secretaris.

  • 3.

    Artikel 103 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18

  • 1.

    Aan de secretaris van het streekarchief is opgedragen:

    • a.

      het administratief voorbereiden en vastleggen van de vergaderingen van het dagelijks en algemeen bestuur;

    • b.

      het rapporteren over de uitvoering van de genomen besluiten.

    • c.

      de uitvoering en bewaking van de procedurele verplichtingen die voortvloeien uit de gemeenschappelijke regeling.

  • 2.

    De secretaris is bevoegd om deel te nemen aan de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur en aan eventuele commissievergaderingen. Hij heeft daarin een adviserende stem.

Artikel 19

Het algemeen bestuur regelt de verantwoordelijkheden en de positie van de secretaris nader in de organisatieverordening, bedoeld in artikel 26 lid 6.

Par. 3. De voorzitter en de secretaris

Artikel 20

De voorzitter en de secretaris ondertekenen de stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan.

HOOFDSTUK VII: Commissies

Artikel 21

  • 1.

    Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter kunnen commissies van advies instellen. In het instellingsbesluit worden de taak, de samenstelling, het voorzitterschap, de werkwijze en de bekostiging geregeld.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt een adviescommissie in van gebruikers van het streekarchief, waarin o.a. vertegenwoordigers van historische verenigingen zitting hebben.

HOOFDSTUK VIII : Informatie en verantwoording

Artikel 22

  • 1.

    Het dagelijks bestuur brengt aan de raden ter kennis de besluiten van het algemeen bestuur betreffende:

    • a.

      de begroting, de rekening en het werkprogramma, zoals bedoeld in artikel 29, artikel 30 en artikel 4 lid 3;

    • b.

      het reglement van orde zoals bedoeld in artikel 9 lid 2 van de regeling, subsidiair artikel 16 van de Gemeentewet;

    • c.

      de aankoop en verkoop van onroerende zaken.

    • d.

      [vervallen]

  • 2.

    Voorzover de besluiten bedoeld in lid 1. de goedkeuring behoeven van Gedeputeerde Staten, brengt het dagelijks bestuur de beslissing van dit college ter kennis van de raden.

Artikel 23

  • 1.

    Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur verstrekken aan de raden alle inlichtingen die door een raad worden gevraagd.

  • 2.

    Een lid van het algemeen bestuur geeft aan de raad die het lid heeft aangewezen alle inlichtingen die door de raad, of een of meer leden daarvan wordt gevraagd.

  • 3.

    Een lid van het algemeen bestuur kan door de raad die het lid heeft aangewezen ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid.

  • 4.

    Het geven van inlichtingen en het afleggen van verantwoording gebeurt op de in de deelnemende gemeente gebruikelijke wijze.

  • 5.

    De raad kan een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur dat zijn vertrouwen niet meer bezit, als zodanig ontslag verlenen. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 24

  • 1.

    Het dagelijks bestuur en een of meer leden daarvan geven aan het algemeen bestuur, of aan een of meer leden daarvan, de gevraagde inlichtingen dan wel leggen verantwoording af, indien daartoe geroepen door het algemeen bestuur.

  • 2.

    Het algemeen bestuur kan de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur dat niet meer het vertrouwen bezit van de andere leden van het algemeen bestuur als zodanig ontslag verlenen. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk IX: Vergoedingen

Artikel 25

Het algemeen bestuur kan voor leden van commissies, die geen bestuurder of ambtenaar zijn van een deelnemende gemeente, een regeling vaststellen tot tegemoetkoming in de kosten, resp. tot vergoeding van hun werkzaamheden

Hoofdstuk X: Streekarchivaris en ambtelijk apparaat

Artikel 26

  • 1.

    Het algemeen bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing of ontslag van de streekarchivaris.

  • 2.

    De streekarchivaris wordt bij verhindering of ontstentenis vervangen op een door het algemeen bestuur te bepalen wijze.

  • 3.

    De streekarchivaris is belast met:

    • a.

      het –binnen de kaders gesteld door algemeen en/of dagelijks bestuur- geven van leiding aan het apparaat en de medewerkers van het streekarchief.

    • b.

      het voorbereiden van hetgeen het dagelijks bestuur ter overweging en beslissing moet worden voorgelegd;

    • c.

      het uitvoeren van de besluiten van het dagelijks bestuur;

    • d.

      het beheer van de inkomsten en uitgaven;

    • e.

      het beheer en het onderhoud van alle werken, inrichtingen en eigendommen.

  • 4.

    De streekarchivaris is bevoegd tot benoeming, schorsing, ontslag, dan wel de tewerkstelling op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, van personeel..

  • 5.

    De streekarchivaris is bevoegd om -binnen de kaders van de begroting- financiële verplichtingen aan te gaan en prioriteiten te stellen bij de uitvoering van bedoelde plannen.

  • 6.

    Het algemeen bestuur regelt de verantwoordelijkheden en de positie van de streekarchivaris nader in een organisatieverordening, zoals bedoeld in artikel 159 van de Gemeentewet.

  • 7.

    De streekarchivaris is verplicht om eenmaal per kwartaal, binnen een maand na afloop van het betreffende kwartaal, het dagelijks bestuur te informeren over de voortgang van de uitvoering van de dienstdoelstellingen die zijn vastgelegd in de begroting.

  • 8.

    De streekarchivaris is verplicht om onvoorziene ontwikkelingen, waarvan de gevolgen buiten het kader van begroting vallen, met spoed voor te leggen aan het dagelijks bestuur.

  • 9.

    De streekarchivaris informeert de voorzitter maandelijks over de voortgang der werkzaamheden.

Artikel 27

  • 1.

    Het ambtelijk apparaat bestaat uit medewerkers die in dienst zijn aangesteld van het streekarchief.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt de formatie van het ambtelijk apparaat vast.

  • 3.

    Het algemeen bestuur bepaalt onder welke voorwaarden arbeidsovereenkomsten worden aangegaan.

  • 4.

    Op het personeel in dienst van het Streekarchief is de CAO Samenwerkende gemeentelijke organisaties (CAO SGO) en zijn de lokale regeling van de Omgevingsdienst Midden-Holland (het Personeelshandboek van de Omgevingsdienst Midden-Holland) van toepassing.

  • 5.

    Waar in deze regelingen wordt gesproken van raad, college van burgemeester en wethouders, burgemeester resp. secretaris dient daarvoor te worden gelezen: algemeen bestuur, dagelijks bestuur, voorzitter, resp. streekarchivaris.

HOOFDSTUK XI: Financiële bepalingen

Artikel 28

  • 1.

    Met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en het kasbeheer van het streekarchief en met betrekking tot de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding van het streekarchief zijn de artikelen 212 tot en met 215, met uitzondering van artikel 213a, van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De deelnemende gemeenten zullen er steeds zorg voor dragen dat het streekarchief over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

  • 3.

    Indien aan het algemeen bestuur blijkt dat een deelnemende gemeente weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.

Artikel 29

  • 1.

    Op het voorbereiden en vaststellen van de begroting is het bepaalde in de artikelen 34, 34b en 35 van de Wgr van toepassing.

  • 2.

    [vervallen]

  • 3.

    In de begroting wordt aangegeven de naar raming door de deelnemende gemeenten voor het jaar, waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage voor het basispakket, bedoeld in artikel 4 lid 3, waarbij een verdeelsleutel wordt gehanteerd die zowel rekening houdt met het aantal inwoners als met het aantal in beheer gegeven strekkende meters archiefbescheiden.

  • 4.

    De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks vóór 1 februari de in het derde lid bedoelde bijdrage.

  • 5.

    [vervallen]

  • 6.

    Terstond na de vaststelling wordt de begroting in afdruk toegezonden aan de raden die elk het voor de betreffende gemeente als algemene bijdrage geraamde bedrag, in de gemeentebegroting opnemen.

  • 7.

    Met betrekking tot wijziging van de begroting is het bepaalde in lid 2, 3 en 6 van overeenkomstige toepassing.

  • 8.

    Van het bepaalde in het voorgaande lid kan worden afgeweken ten aanzien van begrotingswijzigingen die zowel:

    • a.

      geen wijziging inhouden van de gemeentelijke algemene bijdrage bedoeld in lid 3;

    • b.

      passen binnen het algemeen en financieel beleid, zoals vastgelegd in de (meerjaren-) begroting.

  • 9.

    Af- en overschrijving op posten van de begroting zonder begrotingswijziging is mogelijk, wanneer hiertoe bij een - door Gedeputeerde Staten goedgekeurd- besluit van het algemeen bestuur machtiging is verleend, mits af- en overschrijvingen geen negatief effect hebben op de gemeentelijke algemene bijdrage.

Artikel 30

  • 1.

    Onder overlegging van de conceptjaarrekening met toelichting legt het dagelijks bestuur verantwoording af aan het algemeen bestuur over de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de inkomsten en uitgaven over het verstreken dienstjaar. Het dagelijks bestuur voegt daarbij een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de op grond van artikel 28 van de regeling, subsidiair artikel 213 van de Gemeentewet, aangewezen accountant.

  • 2.

    Op het voorbereiden en vaststellen van de jaarrekening is het bepaalde in de artikelen 34 en 34b van de Wgr van toepassing.

  • 3.

    Artikel 201 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    De vaststelling van de rekening strekt het dagelijks bestuur tot decharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden.

  • 5.

    In de rekening wordt de door de deelnemende gemeenten over het betreffende jaar werkelijk verschuldigde algemene bijdrage opgenomen.

  • 6.

    Het streekarchief kent een egalisatiefonds dat tot doel heeft te voorkomen dat de deelnemende gemeenten elk jaar worden geconfronteerd met een nabetaling of een terugbetaling, omdat de in de rekening vastgestelde bijdrage afwijkt van de raming in de begroting. De maximale vulling van dit fonds bedraagt 10 % van het begrotingstotaal.

    Het saldo van de jaarrekening wordt ten bate of ten laste van het egalisatiefonds gebracht, zolang het hierboven genoemde maximum niet is bereikt, resp. zolang het fonds over voldoende middelen beschikt.

HOOFDSTUK XII: Geschillen

Artikel 31

  • 1.

    Voordat over een geschil conform artikel 28 van de Wgr de beslissing van Gedeputeerde Staten wordt gevraagd, legt het algemeen bestuur of het bestuur van een of meer deelnemende gemeenten het geschil voor aan een commissie van goede diensten.

  • 2.

    De commissie bestaat uit drie personen, waarvan de twee partijen, waartussen het geschil bestaat, er elk een aanwijzen. Deze twee personen kiezen samen een derde persoon.

  • 3.

    De commissie hoort de bij het geschil betrokken besturen.

  • 4.

    De commissie brengt binnen drie maanden advies uit over de mogelijkheden om partijen tot overeenstemming te brengen.

HOOFDSTUK XIII: Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

Artikel 32

Toetreding door andere gemeenten vindt plaats indien:

  • a.

    de bestuursorganen van de betreffende gemeente daartoe strekkende besluiten nemen;

  • b.

    de betreffende gemeente en het streekarchief overeenstemming hebben bereikt over eventuele voorwaarden voor toetreding;

  • c.

    de bestuursorganen van ten minste tweederde deel van de deelnemende gemeenten met de toetreding en de voorwaarden bedoeld onder b instemmen;

  • d.

    Gedeputeerde Staten de toetredingsbesluiten goedkeuren.

Artikel 33

  • 1.

    Een deelnemende gemeente kan uit de regeling treden door toezending aan het algemeen bestuur van de daartoe strekkende besluiten van haar bestuursorganen.

  • 2.

    De uittreding treedt in werking met inachtneming van een termijn van vier jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op het jaar, waarin de uittredingsbesluiten zijn toegezonden.

  • 3.

    De uittredende gemeente is verplicht gedurende vier jaar volgend dat waarin de uittredingsbesluiten zijn toegezonden, de algemene bijdrage als bedoeld in artikel 29 en 30 te blijven voldoen.

  • 4.

    Het algemeen bestuur regelt, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, de overige financiële en andere gevolgen van de uittreding.

Artikel 34

  • 1.

    Zowel het algemeen bestuur, op voorstel van het dagelijks bestuur, als de bestuursorganen der deelnemende gemeenten kunnen voorstellen tot wijziging van de regeling doen.

  • 2.

    De regeling kan worden gewijzigd bij eensluidende besluiten van de bestuursorganen van tenminste tweederde deel van het aantal deelnemende gemeenten.

Artikel 35

  • 1.

    De regeling wordt opgeheven indien de bestuursorganen van tenminste tweederde deel van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten.

  • 2.

    In geval van opheffing van de regeling besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt hij daarvoor de nodige regels.

  • 3.

    Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten gehoord, vastgesteld. Het behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.

  • 4.

    Het liquidatieplan regelt de gevolgen voor het ambtelijk apparaat en voorziet in de verplichtingen van de deelnemende gemeenten tot deelneming in de personele gevolgen van de beëindiging van de regeling.

  • 5.

    In geval van opheffing van het streekarchief wordt een resterend saldo verdeeld over de deelnemende gemeenten naar rato van de stemverhouding bedoeld in artikel 10 lid 1.

  • 6.

    De bestuursorganen van het streekarchief blijven in functie totdat de liquidatie is voltooid.

HOOFDSTUK XIV: Duur van de regeling

Artikel 36

De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

HOOFDSTUK XV: Het archief

Artikel 37

  • 1.

    Voor de uitvoering van de Archiefwet en de daaraan verbonden voorschriften zijn de voorschriften van de gemeente Gouda van overeenkomstige toepassing. Het dagelijks bestuur kan besluiten van de voorschriften van de gemeente Gouda af te wijken als het belang van een goede bedrijfsvoering dit wenselijk maakt.

  • 2.

    Als archiefbewaarplaats bedoeld in artikel 31 van de Archiefwet wordt aangewezen de archiefbewaarplaats van het Streekarchief.

  • 3.

    De streekarchivaris is belast met het beheer van de naar de bewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden en met het beheer van de archiefbescheiden, voorzover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats bedoeld in lid 2.

HOOFDSTUK XVI: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 38

  • 1.

    Alle rechten en plichten, bezittingen en schulden die per 1 januari 2005 zouden berusten bij het Streekarchief Krimpenerwaard en de Streekarchiefdienst Hollands Midden gaan per genoemde datum over op het streekarchief.

  • 2.

    Alle medewerkers per 1 januari 2005 werkzaam zouden zijn bij bovengenoemde streekarchieven, treden per genoemde datum onder dezelfde of vergelijkbare voorwaarden in dienst van het streekarchief.

Artikel 39

  • 1.

    In afwijking van het gestelde in artikel 6, eerste lid, geschiedt de aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur voor de eerste keer binnen een maand na datum van inwerkingtreding.

  • 2.

    Zolang de bestuursorganen van het streekarchief niet voor de eerste keer zijn samengesteld, berusten de bevoegdheden bij het gemeentebestuur van Gouda.

Artikel 40

Als het gemeentebestuur bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wgr wordt het college van de gemeente Gouda aangewezen.

Artikel 41

  • 1.

    De regeling kan worden aangehaald onder de titel: "Regeling Streekarchief Midden-Holland".

  • 2.

    Zij treedt in werking op de dag volgend op de opname in het register, bedoeld in artikel 27, tweede lid van de Wgr, maar uiterlijk en zo nodig met terugwerkende kracht per 1 januari 2005.