Regeling vervallen per 07-02-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent de aanwijzing van toezichthouders

Geldend van 02-06-2005 t/m 06-02-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent de aanwijzing van toezichthouders

Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 1 juni 2005 in de Goudse Post geplaatst.

burgemeester en wethouders van gouda

Gelezen het advies d.d. 9 mei 2005;

Gelet op artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

besluiten

het volgende vast te stellen:

dat met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de

zijn belast:

Parkeerverordening 2001

de medewerkers van de afdeling Stadstoezicht*

Afvalstoffenverordening Gouda 2004

de medewerkers van de afdeling Stadstoezicht*

Bomenverordening

de medewerkers van de afdeling Stadstoezicht*

Marktverordening Gouda 2004

de medewerkers van de afdeling Stadstoezicht*

Monumentenverordening 1998

de medewerkers van de afdeling BWT* en de gemeentelijke archeoloog

Bouwverordening 2003

de medewerkers van de afdeling BWT*

Verordening speelautomaten

de ambtenaren van politie**

Vaartuigenverordening 1999

de havenmeester

* voor zover belast met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.

** als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a en c van de Politiewet van het regionale politiekorps Hollands Midden.

De hierboven met het toezicht belaste personen zijn tevens belast met de opsporing van het bepaalde bij of krachtens de vermelde verordening voorzover hen daartoe opsporingsbevoegdheid is verleend op grond van artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 24 mei 2005.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

, de burgemeester

, de secretaris

Toelichting :

Op basis van artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder een toezichthouder verstaan: “een persoon, bij of krachtens wettelijke voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift”. Een toezichthouder heeft een aantal omschreven wettelijke bevoegdheden (artikel 5:15 Awb e.v.), bijvoorbeeld het betreden van plaatsen, het vorderen van inlichtingen, inzage in gegevens en bescheiden. Tevens kan hij gebruik maken van de medewerkingsplicht.

Op basis van het voorgaande is het wenselijk voor de Goudse verordeningen, waar niet reeds in de verordening zelf één of meer toezichthouders zijn aangewezen, de toezichthouders aan te wijzen. Voor iedere verordening kan in principe een apart aanwijzingsbesluit worden vastgesteld. In verband met het overzicht en het beheer is het echter wenselijk om deze aanwijzingen zoveel mogelijk in één besluit te bundelen. Daarbij is het wenselijk aanwijzing niet op naam te laten plaatsvinden maar op functie (bijvoorbeeld de havenmeester) en/of organisatorisch verband (afdeling, dienst en dergelijke). Bij aanwijzing op naam zal het besluit immers steeds gewijzigd moeten worden bij vertrek van aangewezen medewerkers en indiensttreding van nieuwe.

Van belang is te vermelden dat in de Algemene plaatselijke verordening (APV) reeds in de verordening zelf diverse toezichthouders zijn aangewezen. Hierbij is ook nog de mogelijkheid opgenomen andere personen aan te wijzen. In de APV aangewezen toezichthouders zijn onder andere de medewerkers van de afdelingen Stadstoezicht, Bouw- en woningtoezicht, Wijkbeheer en de ambtenaren van de politie van het regionale politiekorps Hollands Midden.

Alleen de medewerkers worden aangewezen voor zover zij belast zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Hiermee wordt voorkomen dat ook bij een afdeling werkzame medewerkers in algemene ondersteunende functies, zoals baliemedewerkers, telefonistes en dergelijke, als toezichthouder worden aangewezen. Naast een aanwijzing zal een toezichthouder tevens moeten beschikken over een, door of namens het college, ondertekend bewijs waarmee hij zich als toezichthouder kan legitimeren.