Regeling vervallen per 18-06-2015

Beleidsregels “Leerlingenvervoer gemeente Grave”

Geldend van 01-05-2013 t/m 17-06-2015

Intitulé

Beleidsregels “Leerlingenvervoer gemeente Grave”

Burgemeester en wethouders van Grave;

gelet op de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Grave 2013 waarin wordt bepaald dat het college nadere regels stelt betreffende de uitvoering van deze verordening;

gelet op artikel 3, 4e lid en artikel 30 van de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Grave 2013;

overwegende dat deze beleidsregels worden opgesteld om aanvragen voor leerlingenvervoer opeen eenduidige manier te kunnen beoordelen;

besluiten:

vast te stellen de volgende “Beleidsregels Leerlingenvervoer gemeente Grave”:

Artikel 1 sub f: Afstand

Voor het bepalen van de afstand tussen het woonadres en het schooladres wordt gebruik gemaakt van de routeplanner op www.anwb.nl met de optie "kortste en veilige route", waarna het gemiddelde van zowel de heen- als terugreis wordt vastgesteld. Het door deze routeplanner aantal uitgerekende kilometers is te allen tijde uitgangspunt bij de beoordeling van de aanvraag en voor de bekostiging van leerlingenvervoer.

Artikel 1 sub g: Wisselende schooltijden

Het aangepaste vervoer wordt alleen georganiseerd op de vaste schooltijden, genoemd in de schoolgids van de school. Uitzonderingen worden gemaakt voor leerlingen die dit vanwege hun structurele handicap niet kunnen volbrengen of voor wie de algemene schoolgids is aangepast in een individueel schoolplan.

Toelichting:

In de uitvoeringspraktijk komt het regelmatig voor dat kinderen halverwege de dag de school verlaten bijvoorbeeld vanwege ziekte, een doktersbezoek o.i.d. Er zijn ouders die voor het vervoer de gemeente vragen dit te organiseren. Dit vervoer behoort echter niet tot de gemeentelijke taak, maar tot de verantwoordelijkheid van de ouders zelf.

Artikel 1 sub n: Opstapplaatsen

Indien dit de efficiency van de route bevordert wordt gebruik gemaakt van opstapplaatsen. Deze liggen op maximaal een half uur lopen van de woning en zijn bij voorkeur gesitueerd bij bestaande haltes of op locaties die goed bereikbaar zijn. Indien de leerling toezicht nodig heeft bij de halte of hulp bij het oversteken zijn de ouders hiervoor verantwoordelijk.

In de gemeente Grave worden de volgende locaties als opstapplaats aangewezen:

  • 1.

    Tolschestraat Velp – plein bij de kerk

  • 2.

    Lidl, Pastoor Hurkplein 3 te Grave

  • 3.

    Estersveldlaan, Wijkgebouw Esterade

  • 4.

    St. Machutusweg Escharen, tegenover de ingang van de kerk

  • 5.

    Dorpstraat Gassel, Gemeenschapshuis de Viersprong

Toelichting:

De gemeente Grave maakt gebruik van opstapplaatsen. De keuze hiervoor levert een bijdrage aan een efficiëntere uitvoering van het vervoersplan en een verlaging van de vervoerskosten.

Artikel 3, 1e lid: Dichtstbijzijnde toegankelijke school

De basisregel is, dat het door de gemeente georganiseerde vervoer, plaatsvindt van de woning dan wel de opstapplaats naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school en vice versa.

Onder school wordt hierbij ook verstaan de plek waar de leerling stage volgt, mits de opleiding dit vereist en er een stageovereenkomst is afgesloten. Hierin is onder meer beschreven met welk doel de leerling stage volgt, wat de werkzaamheden zijn en voor welke periode de stage is afgesproken.

Een vergoeding voor de vervoerskosten van en naar de stageplek vindt plaats in aansluiting op de schooltijden tenzij de branche waarin stage gevolgd wordt deze aansluiting niet mogelijk maakt.

Tenzij het aantoonbaar niet mogelijk is zal de stage altijd plaatsvinden binnen het reistraject tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school. Bij voorkeur dient een stageplek te worden gezocht in de nabijheid van de woning, waardoor leerlingen minder lang hoeven te reizen.

Er wordt geen vervoerskostenvergoeding voor stage toegekend indien er niet ook recht bestaat op vervoerskostenvergoeding naar de school.

Voor de stageplek geldt hetzelfde afstandscriterium als voor de school en er vindt geen vergoeding plaats als de stageplek binnen de afstandsgrens staat.

Ter voorbereiding op deelname in het maatschappelijk verkeer door de leerling en het vergroten van de zelfredzaamheid wordt voor het stagevervoer gekeken naar de mogelijkheden van het reizen met de (brom-)fiets en/of het openbaar vervoer. Er wordt een zo maximaal mogelijke zelfstandige manier van reizen naar het stageadres nagestreefd. Dit vormt de basis van de verstrekte vergoeding.

Toelichting:

Stage vormt een onderdeel van het onderwijsprogramma van een school en valt daardoor onder het leerlingenvervoer. De stageplekken liggen vrijwel altijd buiten de schoollocaties. Dat leidt tot een verhoging van de kosten. Daarnaast wijken de stagetijden regelmatig af van de schooltijden. Om de kosten te beheersen en willekeur te voorkomen zijn aanvullende beleidsregels gesteld.

Artikel 3, 4e lid: Afwijkend adres / buitenschoolse opvang

De basisregel is, dat het door de gemeente georganiseerde vervoer, plaatsvindt van de woning dan wel de opstapplaats naar de school en vice versa. Op verzoek kan de gemeente de ouders tegemoet komen, door de leerling te laten uitstappen op een ander gewenst adres dan hun woning.

Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

  • -

    het alternatieve uitstapadres dient op de route te liggen;

  • -

    er dient sprake te zijn van een structurele situatie;

  • -

    vervoer naar het alternatieve adres mag niet leiden tot meer kosten dan vervoer naar de woning c.q. het opstapadres;

  • -

    overige leerlingen in betreffend vervoermiddel mogen er geen onevenredig veel nadeel van ondervinden.

Indien er voor het vervoer een opstapplaats wordt gehanteerd kan opstappen of afzetten op een ander adres dan de van toepassing zijnde opstapplaats slechts in uitzonderlijke situaties plaatsvinden waarbij er sprake is van een toepassing van de hardheidsclausule (artikel 29 van de verordening).

Toelichting:

Het leerlingenvervoer is bedoeld voor het vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school en vice versa. Leerlingenvervoer is niet bedoeld om leerlingen na schooltijd te vervoeren naar een sportvereniging, therapeut etc..In het geval dat ouders gebruik maken van buitenschoolse opvang of van opvang door bijvoorbeeld familieleden kan deze ouders tegemoet gekomen worden door hen de mogelijkheid te bieden om binnen de grenzen van hun woonplaats een ander opstap- of uitstapadres te hanteren. Hierbij dient sprake te zijn van een structurele situatie (bijvoorbeeld iedere maandag). Deze mogelijkheid staat in principe niet open voor de in de gemeente aangewezen opstapplaatsen omdat daarmee het effect van het toepassen van opstapplaatsen teniet wordt gedaan

Artikel 6, lid 6: Ontoelaatbaar gedrag in het aangepaste vervoer

Bij leerlingen, die in het aangepaste vervoer ontoelaatbaar gedrag vertonen, vindt er in beginsel een gesprek plaats tussen de ouders en de chauffeur. Het doel van dit gesprek is een verbetering van het gedrag van de leerling. Zo nodig betrekt één van de partijen ook de vervoerder bij het zoeken naar een oplossing.

Wanneer dit niet leidt tot vermindering van het probleem dan stuurt de opdrachtnemer(vervoerder) een schriftelijke waarschuwing aan de ouders over het ongewenste gedrag. Een afschrift wordt gezonden aan de gemeente. Als het probleem aanhoudt, treedt de vervoerder in overleg met de gemeente en wordt bekeken welke (kostenneutrale) oplossingen mogelijk zijn om de route op een zodanige wijze aan te passen, dat het gedrag van de betreffende leerling positief beïnvloed wordt en deze niet nadelig is voor de andere kinderen in de route. Indien dit niet mogelijk is, worden de ouders schriftelijk gewaarschuwd voor het risico dat het vervoer beëindigd wordt indien het gedrag van het kind niet verbetert. Aan hen wordt de gelegenheid geboden om hun kind in het aangepaste vervoer te (laten) begeleiden. Ouders zijn verantwoordelijk voor het kind en zij dienen de begeleiding te organiseren. De ondernomen acties worden in het dossier van de betreffende leerling vastgelegd.

Mocht het ontoelaatbare gedrag van de leerling niet in positieve zin veranderen, ouders geen begeleiding verzorgen en indien er geen sprake is van gedrag als gevolg van een aandoening/handicap, kan de gemeente besluiten het aangepaste vervoer te beëindigen.

Toelichting:

In het aangepaste vervoer kan er sprake zijn van ontoelaatbaar of onacceptabel gedrag door één of meerdere leerlingen, dat een gevaar kan zijn voor de leerling zelf en/of anderen, bedreigend of onhygiënisch. Door hier aandacht voor te hebben en hier een kader voor te bieden, kunnen escalaties in het aangepast vervoer worden voorkomen.

De beleidsregel treedt in werking op de datum dat de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Grave in werking treedt.

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels Leerlingenvervoer gemeente Grave

Artikel 23: Drempelbedrag

De kosten van het openbaar vervoer als bedoeld in artikel 23, 1e c.q. de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 23 2e lid zijn/is vastgesteld op € 506,30.

Deze bedragen worden jaarlijks geindexeerd aan de hand van het consumentenprijsindexcijfer (CPI) vervoersdiensten zoals dat jaarlijks wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Het drempelbedrag wordt berekend op basis van een heel schooljaar (200 schooldagen). Indien ouders pas in de loop van het schooljaar gebruik gaan maken van het vervoer of het vervoer voor afloop van het schooljaar wordt beëindigd wordt het drempelbedrag berekend naar rato van het aantal resterende schooldagen.

Toelichting

Tot 1 januari 2013 werd het drempelbedrag ( kosten openbaar vervoer c.q. eigen bijdrage) vastgesteld op basis van een landelijk sterabonnement. Vanaf 1 januari 2013 is het landelijk sterabonnement niet meer te koop. Voor bepaalde delen van Nederland geldt een regionaal sterabonnement, voor andere delen geldt een 'product voor een vast reisgebied. Omdat het regionaal sterabonnement in onze regio niet te koop is, is het niet mogelijk het drempelbedrag hierop te baseren.

Als alternatief voor de berekening op basis van het sterabonnement is het tot 1 januari 2013 van toepassing zijnde drempelbedrag als uitgangspunt genomen en is dit geïndexeerd met het consumentenprijsindexcijfer voor 2013.

De genoemde bedragen worden met ingang van 2014 jaarlijks geïndexeerd.

Sommige kinderen maken slechts gedurende een deel van het schooljaar gebruik van het vervoer. Dit kan leiden tot onbillijkheden bij de toepassing van het drempelbedrag. Daarom is er voor gekozen om dit bedrag te hanteren als een bijdrage voor het hele schooljaar en wordt dit bedrag verlaagd indien men slechts een deel van het jaar van het vervoer gebruik maakt.

Inwerkingtreding beleidsregels

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking en vervangen de beleidsregels "Leerlingenvervoer gemeente Grave" vastgesteld d.d. 19 februari 2013.

Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels Leerlingenvervoer Gemeente Grave

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 april 2013 te Grave,
Burgemeester en wethouders van Grave,
R.Bransz S. Haasjes – van den Berg
secretaris burgemeester