Regeling vervallen per 10-06-2016

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Grave 2015

Geldend van 18-06-2015 t/m 09-06-2016

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Grave 2015

Burgemeester en wethouders van Grave;

gelet op artikel 24 van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Grave 2015 waarin wordt bepaald dat het college nadere regels kan stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening;

overwegende dat het gewenst is dat regels gewenst zijn om aanvragen leerlingenvervoer op een eenduidige manier te kunnen beoordelen.

besluiten:

vast te stellen de volgende Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Grave 2015:

1. Algemeen

Artikel uit de verordening :

1.1

De aanvragen worden allereerst beoordeeld op: 1. het soort onderwijs dat de leerling volgt, 2. de richting van onderwijs

de afstand woning-school en

de structurele handicap van een leerling. Het uitgangspunt is: vervoer naar de dichtstbijzijnde school van de soort en richting waarop de leerling is aangewezen.

Voor het leerlingenvervoer is het niet van belang wat de onderwijsmethode of het leerprincipe van een school is.

Artikel 1.s en 3

1.2

De afstand woning-school wordt via de ANWB-routeplanner op www.anwb.nl bepaald volgens de ‘kortste route’. De afstand wordt berekend in kilometers en afgerond op één cijfer achter de komma.

Artikel 1.b

1.3

Vervoersvoorziening: het college gaat uit van de goedkoopste wijze van vervoer die voor de leerling passend is.

Artikel 1.u

1.4

Uitsluitend de eventuele vervoerskosten van de begeleider voor de reis die hij/zij gezamenlijk met de leerling aflegt met de fiets of het openbaar vervoer worden vergoed. Eventueel te maken personeelskosten zijn voor rekening van de ouders.

Artikel 11 en 18

Handicap

1.5

Bij de beoordeling van de aanvraag leerlingenvervoer wordt uitsluitend rekening gehouden met de structurele handicap van de leerling. Een tijdelijke handicap is geen reden voor de toekenning van leerlingenvervoer.

Artikel 11, 12, 18 en 19

1.6

In sommige gevallen kan het college een verklaring van een onafhankelijk deskundige wenselijk vinden. Het college schakelt dan een onafhankelijke adviesorganisatie in. De kosten van dit advies zijn voor rekening van de gemeente.

Artikel 9, 16

Eigen bijdrage

1.7

Als bij de aanvraag leerlingenvervoer inkomensgegevens ingediend moeten worden, dan dienen ouders een IB60 formulier van het peiljaar bij de Belastingdienst op te vragen voor beide partners. Dit geldt ook als de partner van een ouder niet de andere ouder van het kind is of als ouders/verzorgers gescheiden zijn.

Artikel 14 en 15

1.8

De hoogte van het drempelbedrag is voor schooljaar 2015-2016 vastgesteld op een bedrag van € 528,-. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van het consumentenprijsindexcijfer (CPI) vervoersdiensten zoals dat jaarlijks wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 14.3

1.9Als ouders een eigen bijdrage moeten betalen voor het leerlingenvervoer maar niet het hele schooljaar gebruik maken van het vervoer, dan wordt de eigen bijdrage naar rato berekend.

Artikel 14 en 15

Stages

10

Als de leerling dagelijks leerlingenvervoer krijgt en stage is een onderdeel van het onderwijsprogramma dan bestaat aanspraak op leerlingenvervoer naar en van het stageadres.

De stageplek is bij voorkeur langs de route woning-school of in de nabijheid van de woning, zodat de leerling minder hoeft te reizen.

Artikel 1.r en 1.t

11

Ten aanzien van de vergoeding geldt het volgende:

Voor het stageadres geldt hetzelfde afstandscriterium als voor de school. Er is pas recht op vergoeding als de afstand naar het stageadres meer dan zes kilometer is (dus 6,1 kilometer of meer).

Als zelfstandig reizen met (brom)fiets of openbaar vervoer naar het stageadres tot de mogelijkheden van de leerling behoort, dan wordt de tegemoetkoming gebaseerd op de goedkoopst mogelijke wijze van vervoer die passend is.

In het aangepast vervoer sluit het stage-vervoer qua tijd en afstand aan op het reguliere, collectieve schoolvervoer en de reguliere schooltijden, tenzij de branche waarin stage wordt gevolgd deze aansluiting niet mogelijk maakt.

2. Openbaar vervoer (OV)

2.1

Reistijd: de reistijd per openbaar vervoer wordt bepaald via www.9292ov.nl.

Artikel 1.o

2.2

De kosten van het openbaar vervoer worden berekend op basis van de gegevens van www.9292ov.nl. Uitgangspunt is de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer.

Artikel 1.u

2.3

Er wordt alleen een financiële vergoeding verstrekt voor de te maken reiskosten van en naar school en de aanschafkosten van een eventueel benodigde OV-chipkaart.

Artikel 10, 11, 17, 18

3. Aangepast vervoer, oftewel taxivervoer

3.1

Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het vervoer als hun kind vanwege doktersbezoek, behandeling of ziekte later naar school gaat of eerder van school opgehaald moet worden.

Artikel 1.t

Lestijden en examens

3.2

Voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs wordt geen rekening gehouden met het individuele lesrooster of met lesuitval, ook niet als dit het eerste of laatste lesuur is.

De vervoerstijden worden alleen aangepast als de wachttijd op school méér dan 5 lesuren bedraagt.

Artikel 1.t

3.3

Als een leerling in aanmerking komt voor aangepast vervoer en vanwege de examens niet met het reguliere leerlingenvervoer mee gaat, dan dienen de ouders zelf te zorgen voor het vervoer. Zij kunnen hiervoor een kilometervergoeding krijgen.

Artikel 1.t

Afwijkend adres

3.4

Het door de gemeente georganiseerde aangepast vervoer gaat van de woning dan wel de opstapplaats naar de school en terug.

Een leerling kan een tweede adres hebben waar hij/zij wordt opgehaald en/of afgezet. Als er voor het vervoer een opstapplaats wordt gehanteerd, dan is vervoer naar een ander adres alleen in bijzondere situaties mogelijk.

Voorwaarden voor een afwijkend adres:

De leerling heeft maximaal één extra adres;

De leerling verblijft op vaste, structurele dagen op dit adres;

Het adres ligt binnen de gemeente, bij voorkeur langs de route;

Vervoer naar het tweede adres mag niet leiden tot meer kosten dan vervoer naar de woning;

Overige leerlingen in het betreffende vervoermiddel mogen er geen onevenredig veel nadeel van ondervinden.

Artikel 1.t

Problemen in het vervoer

3.5

Ouders zijn altijd verantwoordelijk voor het gedrag van hun kind, ook als dat ongewenst gedrag is.

3.6

Als er sprake is van ontoelaatbaar gedrag dan kunnen de volgende stappen worden ondernomen:

Een gesprek tussen ouders en chauffeur en, indien gewenst, ook met de vervoerder samen. Doel: verbetering van het gedrag van de leerling en zoeken naar een oplossing.

Wanneer dit niet tot verbetering leidt, dan stuurt de vervoerder een schriftelijke waarschuwing aan de ouders over het ongewenste gedrag. De gemeente ontvangt hiervan een afschrift.

Als het probleem aanhoudt, dan overlegt de vervoerder met de gemeente en ouders over mogelijke oplossingen. Dit kan zijn:

een aanpassing in de route die het gedrag van de betreffende leerling positief kan beïnvloeden. Deze oplossing mag niet nadelig zijn voor de andere leerlingen in de route;

een aanbod aan ouders om hun kind te begeleiden. De ouders dienen deze begeleiding zelf te organiseren, zij zijn immers verantwoordelijk voor hun kind;

of een andere oplossing op maat.

De eventuele extra kosten die de gemeente moet maken voor deze oplossingen worden doorberekend aan de ouders.

Als de leerling ontoelaatbaar gedrag blijft vertonen, kan het college besluiten het aangepast vervoer te beëindigen. Ouders blijven altijd verantwoordelijk voor het schoolbezoek van hun kind, ook als deze (tijdelijk) als maatregel tegen ongewenst gedrag niet mee mag in het taxivervoer.

Als er schade wordt veroorzaakt aan de bus of aan de eigendommen van kinderen tijdens het vervoer, dan wordt diegene die de schade heeft veroorzaakt daarvoor aansprakelijk gesteld.

4. Eigen vervoer, ouders rijden zelf

4.1

Als ouders in aanmerking komen voor een kilometervergoeding voor het eigen vervoer, dan wordt de hoogte van de vergoeding gebaseerd op de reis die de leerling maakt, dat wil zeggen ’s ochtends alleen de heenweg en ’s middags alleen de terugweg.

Artikel 13 en 20

Opstapplaatsen

5.1

Indien dit de efficiency van de route bevordert kan gebruik worden gemaakt van opstapplaatsen. Deze liggen op maximaal zes kilometer van de woning en zijn bij voorkeur gesitueerd bij bestaande haltes of op locaties die goed bereikbaar zijn. Indien de leerling toezicht nodig heeft bij de halte of hulp bij het oversteken zijn de ouders hiervoor verantwoordelijk.

5.2

In de gemeente Grave worden de volgende locaties als opstapplaats aangewezen:

Tolschestraat Velp – plein bij de kerk

Lidl, Pastoor Van Den Hurkplein 3 te Grave

Estersveldlaan, Wijkgebouw Esterade

St. Machutusweg Escharen, tegenover de ingang van de kerk

Dorpstraat Gassel, Gemeenschapshuis de Viersprong

6. Slotbepaling

6.1.

Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking

6.2

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Grave 2015.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 26 mei 2015.

Burgemeester en wethouders van Grave,

J.J.L. Heerkens A.M.H. Roolvink

secretaris burgemeester