Regeling vervallen per 01-10-2010

Beleidsregel indieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente Grave

Geldend van 22-07-2010 t/m 30-09-2010

Intitulé

Beleidsregel indieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente Grave

BeleidsregelIndieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente GraveInleidingSinds het van kracht worden van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008, zijn de vrijstellingsmogelijkheden die in de oude Wet op de ruimtelijke ordening (WRO) verdeeld waren over artikel 19, lid 1 en artikel 19, lid 2 komen te vervallen. Voor ruimtelijke plannen die op of na 1 juli 2008 zijn of worden ingediend, geldt de wetgeving van de nieuwe Wro. Binnen deze wet zijn o.a. de navolgende afwijkingsmogelijkheden waarbij de gemeenteraad bevoegd gezag is:- een projectbesluit (artikel 3.10)- of een (partiële) herziening van het bestemmingsplan (artikel 3.1).In haar vergadering van 24 juni 2008 heeft de gemeenteraad de bevoegdheid voor het nemen van een projectbesluit in sommige gevallen gedelegeerd aan het college. Hiervan is sprake indien het projectbesluit past binnen de door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplannen danwel het ruimtelijk toetsingskader.Een projectbesluit en een (partiële) herziening dienen vergezeld te gaan van een toelichting. In deze toelichting moeten de effecten van het project op een aantal aspecten worden bezien. In de onderstaande artikelen is de procedureregeling nader uitgewerkt.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze procedureregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    projecten: bouwwerk(en), werk(en) of werkzaamheden en gebruik van gronden die op grond van het geldende bestemmingsplan niet zijn toegestaan en waarvoor een partiële herziening of projectbesluit wordt gevraagd;

  • 2.

    projectbesluit: besluit, inhoudende dat ten behoeve van de verwezenlijking van een project, dat een of meer bouwwerken, werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden of het daarbij behorende gebruik kan omvatten en dat afwijkt van het geldende bestemmingsplan, dit bestemmingsplan buiten toepassing blijft;

  • 3.

    (partiële) herziening: herziening van (een onderdeel van) het geldende bestemmingsplan. Deze herziening kan aangevraagd worden ten behoeve van de verwezenlijking van een of meer bouwwerken of werken, het uitvoeren van werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen.

  • 4.

    de gemeente: de gemeente Grave;

  • 5.

    de gemeenteraad: de raad van de gemeente Grave;

  • 6.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van Grave.

Artikel 2 Gegevens aanvraag

  • 1. Onverminderd artikel 4:2, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht verstrekt de aanvrager bij de aanvraag om toepassing van een (partiële) herziening van het bestemmingsplan of om toepassing van een projectbesluit,de volgende gegevens:

    • a.

      Een beschrijving van de huidige situatie: aard, grootte, ligging (geïllustreerd door een situatietekening op schaal, voorzien van kadastraal nummer en noordpijl);

    • b.

      Een beschrijving van het project en een verantwoording van de gemaakte keuzes;

    • c.

      Motivering van de locatiekeuze voor het project;

    • d.

      Een beschrijving van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding;

    • e.

      De uitkomsten van het in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) (partiële herziening) of artikel 5.1.1. Bro (projectbesluit) bedoelde overleg;

    • f.

      De uitkomsten van het met toepassing van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht verrichte onderzoek;

    • g.

      Een ruimtelijke onderbouwing van het project, inhoudende een beschrijving van de ruimtelijke (waaronder mede te verstaan stedenbouwkundige en landschappelijke) gevolgen die het project op de omgeving zal hebben: inrichting van het plan, ruimtelijke c.q. landschappelijke inpassing, stedenbouwkundige inpassing, parkeerfaciliteiten conform CROW-normering, verkeersontsluiting (een en ander geïllustreerd door middel van een inrichtings- of steden bouwkundige schets).

    • h.

      Een beschrijving van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereidingen van het plan of project zijn betrokken;

    • i.

      Een weergave van de economische uitvoerbaarheid van het plan;

    • j.

      Een toetsing aan vigerend ruimtelijk beleid van:- Het rijk (o.a. structuurvisie, Nota Ruimte);- De provincie (interim structuurvisie, paraplunota, verordeningen en inpassingsplan);- De gemeente, zoals vastgelegd in het ter plaatse geldende structuurvisie, bestemmingsplan en overige relevante beleidsdocumenten;

    • k.

      Een onderzoek naar de ruimtelijke relevante milieueffecten van het project, waarbij tenminste wordt ingegaan op de aspecten geluid, bodem, lucht, water en flora en fauna;

    • l.

      Een overzicht van mogelijke belemmeringen voor het project, waarbij minimaal aandacht wordt besteed aan:- Kabels en leidingen tracés;- Privaatrechtelijke belemmeringen;

    • m.

      Een planschaderisicoanalyse (tenzij de gemeente aangeeft dat dit niet hoeft);

    • n.

      Resultaat van het vooroverleg met de waterbeheerder (Rijkswaterstaat, provincie en/of waterschap) in het kader van de provinciale watertoets;

    • o.

      Een onderzoek naar de archeologische, cultuurhistorische en landschappelijke waarden;

    • p.

      Een onderzoek naar de externe veiligheid.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde gegevens en stukken behoeven niet te worden verstrekt indien:- de aanvrager die gegevens of stukken reeds aan het bevoegd gezag heeft verstrekt of het bevoegd gezag reeds over die gegevens of bescheiden beschikt;- de verstrekking van die gegevens of bescheiden naar het oordeel van het bevoegd gezag niet nodig is voor het nemen van een beslissing op de aanvraag. 

  • 3. De gegevens en bescheiden moeten in een zodanige vorm worden aangeleverd dat een effectieve beoordeling mogelijk is. De aanvrager draagt er zorg voor dat de samenhang tussen de verschillende gegevens blijkt uit de aangeleverde gegevens en bescheiden.

  • 4. De bij de aanvraag behorende stukken worden door de aanvrager gekenmerkt als behorende bij de aanvraag.

  • 5. De in lid 1 bedoelde (partiële) herziening of het projectbesluit dient te worden opgesteld door een gecertificeerd stedenbouwkundig bureau, dat is ingeschreven in het Register SBA (stedenbouwkundige en architecten). Inschrijving van een stedenbouwkundig bureau bij een vergelijkbaar register (Register SBA) in het buitenland voldoet ook;

  • 6. De in lid 1 bedoelde (partiële) herziening of het projectbesluit dient op grond van de artikelen 1.2.1. en 1.2.6. van het Besluit ruimtelijke ordening digitaal beschikbaar te zijn. Dit geldt tenminste voor de ontwerpfase en het definitieve, uiteindelijk vast te stellen plan.

  • 7. De in lid 1 onder l, p en q bedoelde onderzoeken dienen door een ter zake deskundige instantie op verantwoorde wijze te worden opgesteld;

  • 8. Het in lid 1 onder n genoemde analyse dient te worden opgesteld door een deskundig extern adviesbureau.

Artikel 3 Ontvankelijkheid

Indien de aanvrager niet tijdig de volledige gegevens en bescheiden heeft overlegd die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag, kunnen wij besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen, maar alleen nadat de aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een door ons gestelde termijn de aanvraag aan te vullen.

Artikel 4 Kosten

Alle kosten die verband houden met de totstandkoming van het bestemmingsplan of projectbesluit, komen voor rekening van de aanvrager.

Artikel 5 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Indieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente Grave”.

Artikel 6 Inwerkingtreding en bekendmaking

Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag volgend op die van bekendmaking.

Ondertekening

Grave, 29 juni 2010,Burgemeester en wethouders van Grave,De secretaris,                              De burgemeester, G.J.A.F. Hubers                            W.J.G. Delissen-van Tongerlo