Regeling vervallen per 01-01-2024

Beleidsregels sandwichborden

Geldend van 12-09-2000 t/m 31-12-2023

Intitulé

Beleidsregels sandwichborden

Het college van burgemeester en wethouders, overwegende dat het wenselijk is om met het oog op de openbare orde en veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de verkeersveiligheid en bruikbaarheid van de wegen en het uiterlijk aanzien van de gemeente, regels vast te stellen met betrekking tot het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare wegen, voor zover deze voorwerpen bestaan uit borden, in welke vorm dan ook, bestemd voor de aankondiging van evenementen, dan wel het maken van propaganda;gelet op het bepaalde in artikel 2.1.5.1 van de Algemene plaatselijke verordening;gelet op het bepaalde in artikel 1.4 van de Algemene plaatselijke verordening;gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrechtB E S L U I T :vast te stellen de navolgende beleidsregels ten aanzien van het plaatsen van borden, in welke vorm dan ook, op of aan de openbare wegen:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    weg: de weg als bedoeld in artikel 1.1 sub A van de Algemene plaatselijke verordening;

  • b.

    borden: enkelzijdige borden, sandwichborden, driehoeksborden of borden in welke vorm dan ook, die het doel of het kennelijke doel hebben het aankondigen van evenementen of het maken van propaganda, in welke vorm en met welk doel dan ook;

  • c.

    binnenstad: het als zodanig ingevolge de Monumentenwet aangewezen Beschermd Stadsgezicht van Grave

Artikel 1.2 Handelsreclame

Dit besluit is niet van toepassing op borden die het doel, dan wel het kennelijke doel hebben het maken van handelsreclame als bedoeld in artikel 4.7.2 van de Algemene plaatselijke verordening.

Artikel 1.3 Aanblik borden

De geplaatste borden dienen te allen tijde een verzorgde aanblik te leveren en in deugdelijke staat van onderhoud te verkeren.

Artikel 1.4 Aansprakelijkheid

De gemeente Grave kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit het plaatsen of geplaatst houden, dan wel verwijderen van de borden. Elke schade die voortvloeit uit het plaatsen, geplaatst houden of verwijderen van de borden komt ten laste van de rechthebbende van de borden.

Artikel 1.5 Aanbrengen borden

Wanneer borden worden aangebracht aan lantaarnpalen of verkeersborden dient dit op zodanige wijze te geschieden dat daardoor de functie of zichtbaarheid van de lantaarns of verkeersborden op geen enkele wijze beperkt of belemmerd wordt. Aldus aangebrachte borden dienen bevestigd te worden met touw of een ander bevestigingsmiddel dat geen schade kan toebrengen aan de lak of verflaag van de lantaarnpalen of verkeersborden.

Hoofdstuk 2 Beperking plaatsingsmogelijkheden

Artikel 2.1 Binnenstad

Er wordt geen toestemming verleend voor het plaatsen van borden in de binnenstad van Grave.

Artikel 2.2 Bochten, kruisingen en splitsingen

Er wordt geen toestemming verleend voor het plaatsen van borden binnen 5 meter van bochten, kruisingen en splitsingen, alsmede overige plaatsen die verkeersgevaarlijke situaties kunnen opleveren. Wij kunnen zodanige plaatsen aanwijzen.

Artikel 2.3 Doel plaatsing

Er wordt geen toestemming verleend voor het plaatsen van borden indien plaatsing niet in het belang van de bevolking van de gemeente Grave is of wanneer het eventueel aan te kondigen evenement niet plaatsvindt binnen de gemeentegrenzen van Grave; borden met propaganda voor een ideëel doel en propaganda/meningsuitingen uitgezonderd.

Artikel 2.4 Tijdsduur plaatsing

Er wordt geen toestemming verleend voor plaatsing van borden langer dan twee weken.

Artikel 2.5 Maximum aantal te plaatsen borden

Het totale aantal in de gemeente Grave te plaatsen borden mag niet groter zijn dan vijftig stuks

Artikel 2.6 Afwijking beleidsregels

In zeer bijzondere omstandigheden kan het college naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek afwijken van deze beleidsregels. Van deze mogelijkheid wordt slechts gebruik gemaakt indien in het voorkomende geval het vasthouden aan deze beleidsregels absoluut onredelijk zou zijn en indien het beoogde effect van de plaatsing van de borden niet gerealiseerd kan worden binnen de mogelijkheden die de regels, genoemd in dit besluit, bieden.

Hoofdstuk 3 Handhaving

Artikel 3.1 Aanschrijving

Wij kunnen de rechthebbende van de geplaatste borden aanschrijven de borden te verwijderen, te herstellen of te verplaatsen indien naar ons oordeel tijdens het geplaatst houden situaties ontstaan op grond waarvan de vergunning conform het bepaalde in artikel 2.1.5.1, lid 3 juncto lid 5 APV had moeten worden geweigerd. Indien zulks mogelijk is, zal de rechthebbende, voorafgaande aan het verzenden van de aanschrijving, telefonisch, dan wel mondeling worden gehoord.

Artikel 3.2 Verwijdering borden

Indien een aanschrijving als bedoeld in artikel 3.1 wordt gedaan, dient de rechthebbende binnen drie dagen na de verzenddatum van de aanschrijving, gehoor te geven aan de aanschrijving.

Artikel 3.3 Spoedheidshalve verwijdering

Ingeval het geplaatst houden van een of meerdere borden naar ons oordeel een acuut gevaar oplevert, dan wel kan opleveren voor de verkeersveiligheid, de veiligheid en bruikbaarheid van de weg of het doelmatig onderhoud daarvan, voor de openbare orde en veiligheid, dan wel overlast veroorzaakt voor de omgeving, kan het betreffende bord of de borden direct worden verwijderd. Indien bekend is wie de rechthebbende is, stelt het college van burgemeester en wethouders de rechthebbende van het verwijderen van het bord, dan wel de borden onverwijld in kennis onder mededeling op welke plaats het bord voor de rechthebbende ter beschikking wordt gehouden.

Artikel 3.4 Onbekende rechthebbende

Indien geconstateerd wordt dat borden zijn aangebracht zonder dat daarvoor een geldige vergunning op grond van artikel 2.1.5.1 van de Algemene plaatselijke verordening is verleend en de borden niet te rekenen zijn tot voorwerpen als bedoeld in artikel 2.1.5.1, lid 2, sub e, van de Algemene plaatselijke verordening, worden de borden van gemeentewege verwijderd. De aldus verwijderde borden worden gedurende twee weken ter beschikking gehouden van een eventuele rechthebbende. De borden worden aan de rechthebbende afgestaan tegen betaling van de gemaakte kosten voor verwijdering en de gemaakte kosten voor de opslag van de borden. Indien zich binnen twee weken na het verwijderen van de borden geen rechthebbende heeft gemeld, worden de borden beschouwd als voorwerpen waaraan de rechthebbende kennelijk geen waarde hecht. Deze borden worden alsdan afgevoerd naar een vuilstortplaats.

Ondertekening

Grave, 12 september 2000Burgemeester en wethouders van Grave,De secretaris,                                    De burgemeester,mr. J.H. Roelofs                                dr. P.G.J. Zelissen