Regeling vervallen per 01-04-2012

Financiële verordening gemeente Grave 2006

Geldend van 07-11-2006 t/m 31-03-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2006

Intitulé

Financiële verordening gemeente Grave 2006

De raad van de gemeente Grave,gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,b e s l u i t :vast te stellen:de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Grave.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling:Iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • b.

    administratie: Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Grave en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

De raad stelt bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting worden onder elk van de programma’s de lasten en baten weergegeven en bij de jaarstukken worden onder elk van de programma’s de gerealiseerde lasten en baten weergegeven.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3. De ramingen van budgetten voor uitvoering beheerprogramma’s kapitaalgoederen in de begroting worden gebaseerd op de beheerprogramma’s zoals die door de raad zijn vastgesteld.

  • 4. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de lasten en baten per programma.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan voor welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3. Bij de behandeling van de tussenrapportage in de raad doet het college voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten en bijstelling van het beleid.

  • 4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van een tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste zes maanden van het begrotingsjaar.

  • 2. Bij het aanbieden van de tussenrapportage informeert het college de raad over de actuele financiële positie van de begroting, met name over de financiële ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan sedert het opstellen van de begroting.

  • 3. De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en lasten per programma;

    • b.

      het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen; en de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.

  • 4. In de tussenrapportage worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten groter dan € 10.000 toegelicht.

Artikel 6 Informatieplicht

  • 1. Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voor zover het betreft niet in de begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

    • a.

      investeringen groter dan € 25.000,00;

    • b.

      aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 10.000,00;

    • c.

      het verstrekken van subsidies groter dan € 5.000,00;

    • d.

      het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 10.000,00;

  • 2. Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen indien het college nieuwe meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 2.500,00.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 7 Waardering en afschrijving vaste activa

Het college biedt de raad eens in de vier jaar een “Regeling waarderings-, rente- en afschrijvingsbeleid” aan. De raad stelt de nota vast. De nota geeft regels aan voor de waardering en afschrijving van de vaste activa binnen de wettelijke kaders.

Artikel 8 Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor openstaande bedragen betreffende de publiek rechtelijke vorderingen en de privaatrechtelijke vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd ter grootte van het historische percentage van oninbaarheid.

Artikel 9 Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college biedt de raad eens in de 4 jaar een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast.

  • 2. Indien een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.

Artikel 10 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente Grave wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrecht, reinigingsheffing en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

Artikel 11 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor alle belastingen, heffingen, rechten en leges.

  • 2. Het college doet jaarlijks bij de begroting de raad een voorstel over de hoogte van de prijzen voor de verhuur van onroerende goederen en voor de prijzen van de gemeentelijke diensten anders dan genoemd in het eerste lid.

Artikel 12 Financieringsfunctie

  • 1. Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2. Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

    • a.

      het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend bij financiële instellingen met minimaal een A rating afgegeven door tenminste één gezaghebbende rating agency, of bij instellingen voor wiens waardepapieren een solvabiliteitseis geldt van 0%;

    • b.

      overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom ten minste aan het eind van de looptijd in tact is;

    • c.

      derivaten worden uitsluitend gebruikt voor het beperken van financiële risico’s;

    • d.

      voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan 1 jaar worden tenminste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;

    • e.

      overeenkomsten voor het aangaan van geldleningen, het uitzetten van middelen, of het verlenen van garanties luiden in euro.

  • 3. Het college informeert de raad vooraf indien de wettelijke kasgeldlimiet of de wettelijke renterisiconorm dreigen te worden overschreden.

  • 4. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

Hoofdstuk 4 Paragrafen

Artikel 13 Lokale heffingen

In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:- de mate van kostendekkendheid van het rioolrecht en de reinigingsheffingen.

Artikel 14 Weerstandsvermogen

In de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:- de solvabiliteit en de gehanteerde berekeningsformule;- de netto schuld per inwoner.

Artikel 15 Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Het college biedt de raad tenminste eens in de vier jaar de volgende beheerplannen aan voor:- het openbaar groen;- de openbare verlichting;- de wegen;- de riolering;- meubilair openbare ruimte en civiele objecten;- de gebouwen;- de schoolgebouwen;- het materieel van de buitendienst;- het materieel van de brandweer;- de informatie- en communicatie-infrastructuur;- de inventaris van de gemeenschapsaccommodaties.De raad stelt de beheerplannen vast.

  • 2. De plannen bevatten -voor zover van toepassing- de voorstellen voor de te plegen investeringen, de inrichting van het onderhoud en de bijbehorende kosten en het beoogde onderhoudsniveau, de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

Artikel 16 Financiering

In de paragraaf onderhoud financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:- de schulden met een looptijd korter dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;- de schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;- de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende vier jaar;- de rentevisie voor de komende vier jaar.

Artikel 17 Bedrijfsvoering

In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:- de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten;- de huisvestingskosten;- de automatiseringskosten;- de budgetten voor de raad, de griffie, de rekenkamer en de accountant.

Artikel 18 Verbonden partijen

In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval van elke verbonden partij op:- de naam en vestigingsplaats;- het financieel belang van de gemeente;- de zeggenschap van de gemeente;- het publiek belang dat wordt gediend met de deelname.

Artikel 19 Grondbeleid

  • 1. In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 16 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:- de verwerving van gronden;- de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten.

  • 2. Het college biedt de raad eenmaal per jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:a. de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;b. te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;c. de verwerving en uitgifte van gronden.d. de uitgangspunten voor prijsstelling van de verkoop van gronden;e. een actuele prognose van te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie;f. een onderbouwing van de geraamde winstneming;g. de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken.

Hoofdstuk 5 Financieel beheer en interne controle

Artikel 20 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 21 Interne controle

  • 1. Ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties zorgt het college voor en legt vast de regels voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2. Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 4 jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

Artikel 22 Misbruik en oneigenlijk gebruik.

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 6 Financiële organisatie

Artikel 24 Inkoop en aanbesteding

Het college zorg voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Artikel 25 Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2006.

  • 2. Deze verordening treedt in de plaats van de “Financiële verordening gemeente Grave 2004” vastgesteld door de raad op 16 december 2003, nadien gewijzigd.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Grave 2006”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 7 november 2006.De raad voornoemd,de griffier,                                           de voorzitter, J.A.M. Roelofs                                   W.J.G. Delissen-van Tongerlo