Regeling vervallen per 01-01-2014

Hypotheekregeling ambtenaren gemeente Grave 2003

Geldend van 12-08-2003 t/m 31-12-2013

Intitulé

Hypotheekregeling ambtenaren gemeente Grave 2003

Burgemeester en wethouders van de gemeente Grave;gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;besluiten:vast te stellen de navolgende regeling:Regeling inzake het verstrekken van hypothecaire geldleningen aan ambtenaren in de gemeente Grave;

Hoofdstuk 1 Begripsbepaling

Artikel 1

  • 1. In deze regeling wordt onder "ambtenaar" verstaan, hij/zij die een vast dienstverband met de gemeente Grave is aangegaan en daarbij een volledige betrekking dan wel deeltijdarbeid vervult.

  • 2. Tevens wordt onder "ambtenaar" verstaan hij/zij in tijdelijke dienst op grond van artikel 2:4, lid 4 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst met een proeftijd van maximaal 1 jaar, onder de voorwaarde dat de proeftijd voor 2/3 is verstreken en op grond van de reeds opgemaakte beoordeling duidelijk is dat na ommekomst van de proefperiode een vast dienstverband wordt aangegaan.

  • 3. Onder de in lid 1 bedoelde ambtenaren worden niet verstaan personeelsleden werkzaam bij in de gemeente gevestigde c.q. te vestigen scholen.

Hoofdstuk 1 Verstrekking lening

Artikel 2

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar die een eigen woning wenst te bezitten een hypothecaire geldlening verstrekken voor:

    • a.

      de verkrijging van een eigen woning bestemd voor eigen gebruik;

    • b.

      de verkrijging van een andere eigen woning, mits geen tweede woning;

    • c.

      de verbouwing van de eigen woning, als onder lid 1 en 2 bedoeld.

  • 2. Geldleningen als bedoeld in het eerste lid kunnen eveneens worden verstrekt aan ambtenaren, die voor een door henzelf bewoonde eigen woning elders een geldlening hebben afgesloten en deze, na beëindiging of opzegging, door een nieuwe gemeentelijke lening wensen te vervangen.

Hoofdstuk 1 Omvang lening

Artikel 3

Het bedrag van de geldlening zal ten hoogste bedragen:

  • 1.

    100% van de stichtingskosten vermeerderd met de op de geldlening vallende kosten en verminderd met een eventueel van overheidswege te ontvangen bijdrage ineens van de te bouwen woning. Onder stichtingskosten worden verstaan de grondkosten (inclusief verwervingskosten), de bouwkosten, het architectenhonorarium en het renteverlies tijdens de bouw.

  • 2.

    100% van de koopsom van de woning, vermeerderd met de op aankoop en geldlening vallende kosten.

  • 3.

    Het door burgemeester en wethouders vastgestelde bedrag indien de taxatiewaarde van de woning aanmerkelijk lager is dan de onder lid 2 bedoelde koopsom.

  • 4.

    100% van de verbouwingskosten nadat deze zijn verminderd met een eventueel van overheidswege te ontvangen bijdrage ineens.

Hoofdstuk 1 Hypotheekvormen

Artikel 4

  • 1. Door de gemeente kunnen de volgende hypotheekvormen worden verstrekt:

    • a.

      een annuïteiten hypotheek

    • b.

      een lineaire hypotheek

    • c.

      een spaarhypotheek (een aflossingsvrije geldlening gecombineerd met het Hypotheek Totaal Plan of de Gemeente Leven hypotheek)

    • d.

      een aflossingsvrije hypotheek of combinatie van bovengenoemde hypotheekvormen is mogelijk.

  • 2. Op de onder lid 1, sub c, bedoelde hypotheekvorm is de samenwerkings overeenkomst Hypotheek Totaal Plan van toepassing welke de gemeente Grave heeft gesloten met de verzekeringsmaatschappij Delta Lloyd of de Gemeente Leven Hypotheek van De Bos makelaardij.

  • 3. Op verzoek van de ambtenaar kan een reeds lopende hypotheekvorm als bedoeld onder lid 1, sub a. of b. worden omgezet in een spaarhypotheek als bedoeld onder lid 1, sub c.

  • 4. Op verzoek van de ambtenaar kan een reeds lopende hypotheekvorm als bedoeld onder lid 1, sub a. worden omgezet in een aflossingsvrije hypotheek waarbij de aflossing van de restant hypotheekschuld plaatsvindt aan het eind van de looptijd van de hypotheek.

  • 5. Als voorwaarde voor het verstrekken van een aflossingsvrije hypotheek geldt dat de restant-hypotheekschuld lager is dan 90% van de executiewaarde van de woning.

Hoofdstuk 1 Looptijd en rentepercentage

Artikel 5

  • 1. De lening heeft een looptijd van dertig jaar, tenzij een kortere looptijd wordt overeengekomen en wordt verstrekt tegen een vaste rente gedurende de gehele looptijd.

  • 2. Bij een tweede en volgende hypotheek t.b.v. een verbouwing van de woning kan de ambtenaar zelf de duur van de looptijd kiezen tot een maximale periode van 30 jaar en wordt het rentepercentage op de onder lid 3 aangegeven wijze bepaald.

  • 3. Het percentage van de rente is gelijk aan het rentepercentage dat de gemeente zelf verschuldigd is voor geldlening met een overeenkomstige looptijd, op het tijdstip van binnenkomst van de aanvraag voor het verstrekken van een lening. Het rentepercentage wordt verminderd met:Rente BNG-lening Berekende rentekorting Afgerond op 1/8%tot 4% 0,08% nihilvan 4 tot 6% 0,12% 0,125% = 1/8%van 6 tot 7% 0,18% 0,250% = 2/8%van 7 tot 8% 0,32% 0,375% = 3/8%van 8 tot 9% 0,32% 0,375% = 3/8%van 9 tot 10% 0,40% 0,375% = 3/8%van 10% en hoger 0,50% 0,500% = 4/8%in verband met de maandelijkse betaling van rente en aflossing door de ambtenaar.

  • 4. Dit rentepercentage wordt op het tijdstip van een aanvraag vastgelegd in een offerte met een geldigheid van 3 maanden, welke slechts éénmaal verlengd wordt voor ten hoogste 3 maanden. Ten aanzien van een concreet pand c.q. verbouwing kan maximaal tweemaal een offerte worden opgemaakt.

Hoofdstuk 1 Aflossing en rente

Artikel 6

  • 1. De rente wordt elk jaar berekend over het saldo van de lening per eenendertig december van het voorafgaande jaar.

  • 2. Het eerste jaar vanaf de datum van verstrekking van de lening of gedeelten daarvan.

Artikel 7

  • 1. De aflossing dient bij wijze van annuïteiten of in gelijke jaarlijkse termijnen te geschieden.

  • 2. Op de spaarhypotheek is de samenwerkingsovereenkomst Hypotheek Totaal Plan of het Gemeente Leven hypotheek van toepassing en wordt bij beiden een afkoopwaarde opgebouwd.

  • 3. De bedragen moeten worden voldaan in maandelijkse termijnen door automatische inhouding op het salaris van de ambtenaar. Bij de spaarhypotheek wordt de spaar- en risicopremie aan de maatschappijen voldaan.

  • 4. In afwijking van het bepaalde onder lid 1 is bij nieuwbouw vanaf de datum van verstrekking van de lening of laatste gedeelte van de lening tot en met gereedkomen c.q. betrekken van de woning alleen rente verschuldigd.

Artikel 8

  • 1. De ambtenaar is bevoegd éénmaal per kalenderjaar extra aflossing te doen waaronder wordt verstaan al het geen de ambtenaar in een kalenderjaar meer stort dan de in lid 1. van artikel 7 bedoelde jaarlijkse aflossing.

  • 2. De ambtenaar is bevoegd de restant-hoofdsom ineens af te lossen. Hij kan dan geen nieuwe lening aanvragen voor dezelfde of een andere woning.

  • 3. Het onder lid 2. gestelde is niet van toepassing indien royement plaatsvindt, gekoppeld aan de koop van een andere woning, zie hiervoor artikel 15, lid 3.

  • 4. De in de voorgaande leden bedoelde extra aflossing dient tevoren schriftelijk aan burgemeester en wethouders te worden medegedeeld.

Artikel 9

  • 1. Het jaarlijks te betalen bedrag voor rente en aflossing en de maandelijkse termijnen kunnen op verzoek van de ambtenaar worden herzien, indien deze een bedrag van tenminste vijfhonderd euro extra heeft afgelost en deze aflossing niet een gevolg is van de voorwaarden welke gesteld zijn bij de bepaling van de maximum jaarlijkse last als bedoeld in artikel 15.

  • 2. De verlaging van de maandelijkse termijn en de bepaling van de nieuwe rente en aflossing voor de resterende looptijd van de lening gaan in op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de extra aflossing is ontvangen.

  • 3. In afwijking van het gestelde onder lid 1 en 2 gelden voor de spaarhypotheek afzonderlijke regels.

Artikel 10

Indien het dienstverband van de medewerk(st)er in uren wordt verminderd, dient het restanthypotheekbedrag middels extra aflossing te worden teruggebracht tot een zodanig restbedrag dat rente en aflossing van het deeltijdinkomen kan worden ingehouden.

Artikel 11

  • 1. De geldlening voor een te (ver)bouwen woning wordt in gedeelten uitbetaald en wel tot bedragen die in verband met de aankoop van de grond en de stand van het bouwwerk noodzakelijk zijn.

  • 2. De uitbetaling van enig gedeelte van de geldlening kan pas geschieden nadat de akte van de hypotheekstelling is verleden en in de openbare registers is ingeschreven.

Artikel 12

Bij uitbetaling van het laatste gedeelte van de geldlening vindt verrekening plaats van de op die dag verschenen rente van vroeger uitbetaalde gedeelten van de lening.

Hoofdstuk 1 Extra zekerheid

Artikel 13

  • 1. Tot zekerheid van de voldoening van alle door de ambtenaar uit hoofde van de hem verstrekte geldleningen verschuldigde bedragen, hierbij naast de rente over het lopende jaar inbegrepen de rente voor de beide daarop volgende jaren, alsmede de kosten, welke op enigerlei wijze verband houden met de geldleningen, verleent de ambtenaar aan de gemeente het recht van eerste hypotheek op de grond en de daarop te bouwen of gebouwde opstallen en het recht van 2e hypotheek bij een verbouwing.

  • 2. In de hypotheekakte zullen behalve de gebruikelijke voorwaarden en bepalingen worden opgenomen de voorwaarden en bepalingen met betrekking tot hypotheek uit deze regeling voortvloeiende.

Artikel 14

  • 1. De netto jaarlijkse last van de aan de ambtenaar te verstrekken geldlening mag een door burgemeester en wethouders te bepalen limiet niet overschrijden. Bij de bepaling van deze limiet hanteren zij de normen en voorwaarden welke door de stichting waarborgfonds eigen woningen bij de regeling Nationale Hypotheek Garantie, in acht worden genomen.

  • 2. Bij de bepaling van de maximum jaarlijkse last kan op verzoek, naast het inkomen van de ambtenaar, ook het inkomen van de partner van de ambtenaar in aanmerking genomen worden. Hierbij dient een werkgeversverklaring van de partner te worden overlegd waaruit het brutojaarinkomen en de aanwezigheid van een vast dienstverband moet blijken. Indien de ambtenaar en zijn/haar partner niet gehuwd zijn, dient tevens een notarieel samenlevingscontract te worden overlegd.

  • 3. Indien het huidige inkomen van de ambtenaar te beperkt is voor de netto jaarlijkse last welke verbonden is aan de gevraagde geldlening kan, indien sprake is van een mee verdienende partner, rekening worden gehouden met de toekomstige salarisopbouw in de rang van de ambtenaar. De grens wordt hierbij gesteld op maximaal 5 salarisanciënniteiten (5 jaar).

  • 4. Ten aanzien van de aan de ambtenaar te verstrekken geldlening is de partner als in lid 2, bedoeld, mede hoofdelijk schuldenaar van de gehele lening.

Hoofdstuk 1 Meenemen lening

Artikel 15

  • 1. Het is de ambtenaar toegestaan onder gelijkblijvende voorwaarden de hypotheek mee te nemen bij het verkrijgen van een andere woning c.q. bij de bouw van een nieuwe woning.

  • 2. Indien een aanvullende hypothecaire geldlening wordt gevraagd kan de ambtenaar zelf de duur van de looptijd kiezen tot een maximale periode van 30 jaar en wordt het rentepercentage vastgesteld zoals in artikel 5, lid 3 en 4.

  • 3. Indien na de verkoop van de oorspronkelijke woning niet direct de aankoop van een andere of nieuw te bouwen woning volgt, wordt een termijn van maximaal 6 maanden in acht genomen waarbinnen men alsnog de oorspronkelijke hypotheek mee kan nemen. Buiten deze termijn wordt geacht artikel 17, lid 3 van toepassing te zijn.

  • 4. Het rentepercentage van de lid 2 bedoelde geldlening is gelijk aan het rentepercentage dat de gemeente zelf verschuldigd is voor geldleningen met een overeenkomstige looptijd als de onder lid 1 bedoelde lening op het tijdstip van binnenkomst van de aanvraag van de lening. Artikel 5, lid 4 is ook hier van toepassing.

  • 5 Burgemeester en wethouders zijn hierbij op het moment dat de hypotheek op de andere woning wordt gevestigd gerechtigd afstand te doen van het recht van hypotheek op de vorige woning zonder daarvoor aflossing van schuld te vorderen.

Hoofdstuk 1 Opeisbaarheid

Artikel 16

  • 1. De lening is met de verschuldigde rente en eventuele andere kosten terstond opeisbaar indien de ambtenaar:

    • a.

      het dienstverband, uit welke hoofde ook, beëindigt en niet opnieuw in een betrekking in deze gemeente als bedoeld in artikel 1 wordt benoemd, anders dan met recht op wachtgeld of onmiddellijk ingaand pensioen;

    • b.

      overlijdt zonder een weduwe of weduwnaar na te laten;

    • c.

      de maandelijkse termijnen van rente en aflossing niet tijdig betaalt;

    • d.

      enig uit hoofde van het verstrekken van de lening rustende verplichting niet nakomt;

    • e.

      van rechtswege het beheer over zijn vermogen verliest, onder curatele wordt gesteld, surséance van betaling aanvraagt, boedelafstand doet of in staat van faillissement wordt verklaard;

    • f.

      de woning niet meer voor eigen bewoning gebruikt.

  • 2. Voorts is de lening met de verschuldigde rente en eventuele andere kosten terstond opeisbaar indien:

    • a.

      blijkt dat de geldigheid van de verleende hypotheek kan worden bestreden;

    • b.

      het onroerend goed in eigendom overgaat op een derde, geheel of gedeeltelijk teniet gaat, tot onteigening wordt aangewezen;

    • c.

      de weduwe of weduwnaar van de ambtenaar overlijdt;

    • d.

      de weduwe of weduwnaar van de ambtenaar overgaat tot of geraakt in één van de punten c t/m f van lid 1 van dit artikel;

    • e.

      het aan de weduwe of weduwnaar van de ambtenaar ingevolge de algemeen burgerlijk pensioenwet toegekende pensioen eindigt dan wel vervallen wordt verklaard.

  • 3. Ter uitvoering van het gestelde onder lid 1, sub a, wordt een termijn van 6 maanden berekend te tellen vanaf de officiële ontslagdatum. Vanaf de zevende maand na datum beëindiging dienstverband zal, indien volledige aflossing nog niet heeft plaatsgevonden, rente worden berekend naar de feitelijke dagrente van het moment, voorzover deze hoger is dan de contractrente. Wanneer de hypotheek niet vóór of op deze datum afgelost is, wordt er een boetebedrag van € 100,- per dag opgelegd. Daarnaast zal er een bedrag van € 20,- per maand aan administratiekosten in rekening worden gebracht.

Hoofdstuk 1 Brand- en stormschadeverzekering

Artikel 17

  • 1. De ambtenaar moet de woning tegen brand- en stormschade verzekeren en is verplicht aan de gemeente de brandverzekeringspolis of een duplicaat daarvan te overhandigen. Op eerste aanvraag moet de laatste premiekwitantie ter inzage worden verstrekt.

  • 2. De ambtenaar moet bij het verlijden van de hypotheekakte de gemeente machtigen om in geval van schade de verzekeringspenningen te innen.

Hoofdstuk 1 Instandhouding woning

Artikel 18

  • 1. De woning moet ten genoegen van burgemeester en wethouders worden onderhouden.

  • 2. Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders wijziging in de bestemming van de woning te brengen, de woning te verhuren, te veranderen, te bezwaren of er zakelijke rechten op te vestigen. Aan de toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 3. Burgemeester en wethouders of een door of namens hen aangewezen ambtenaar hebben, tussen zonsop- en ondergang te allen tijde toegang tot de verbonden goederen, teneinde te controleren of deze behoorlijk worden onderhouden.

Hoofdstuk 1 Verkoop en executie

Artikel 19

Bij niet dadelijke voldoening van al hetgeen aan de gemeente uit hoofde van de lening verschuldigd is, is de gemeente gemachtigd om, tot verhaal van al het verschuldigde, het verbonden onroerend goed in het openbaar volgens plaatselijk gebruik te verkopen, de koopsom te ontvangen, daarvoor de kwiteren en het verkochte te leveren.

Hoofdstuk 1 Verbod van zuivering

Artikel 20

Bij willige verkoop, anders dan krachtens artikel 268 van het Burgerlijk Wetboek, kan geen aanzuivering van de verleende hypotheek geschieden.

Hoofdstuk 1 Kosten

Artikel 21

  • 1. Alle kosten van vestiging van hypotheek, die van vernieuwing en verbetering der inschrijving, die van royement, alsmede alle andere uit het verstrekken van de geldlening voortvloeiende kosten komen ten laste van de ambtenaar.

  • 2. Bij het afsluiten van een hypotheek is een eenmalige afsluitprovisie van 0,5% van het hypotheekbedrag verschuldigd. Deze wordt verrekend met het te verstrekken hypotheekbedrag.

Hoofdstuk 1 Onvoorziene omstandigheden

Artikel 22

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij de toepassing van deze regeling nadere regels en voorwaarden te stellen.

  • 2. Ten aanzien van de in het kader van deze regeling voorkomende omstandigheden, waarin niet is voorzien beslissen burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 1 Benaming en inwerkingtreding

Artikel 23 Nieuw Artikel

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als "Hypotheekregeling ambtenaren gemeente Grave 2003";

  • 2. De "Hypotheekregeling ambtenaren gemeente Grave" die is vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2001, is vervallen, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op onder haar werking verstrekte leningen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 12 augustus 2003De secretaris,                                    De burgemeester,