Regeling vervallen per 01-01-2022

Handhaving- en sanctiebeleid betreffende kwaliteit en handhaving Wet kinderopvang

Geldend van 22-01-2009 t/m 31-12-2021

Intitulé

Handhaving- en sanctiebeleid betreffende kwaliteit en handhaving Wet kinderopvang

Artikel 1

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANGLand van Cuijk, december 2008Handhaving- en sanctiebeleid betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang

  • 1.

    Dagopvang

  • 2.

    Buitenschoolse opvang (BSO)

  • 3.

    Gastouderopvang (GOO)

ToelichtingDe gemeenten in het Land van Cuijk hanteren het Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang bij het uitvoeren van de handhavingacties die nodig zijn als een houder van een kindercentrum of een gastouderbureau niet voldoet aan een of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang van de staatssecretaris van OCW. In het model worden de algemene geldende regels opgenomen die de gemeenten kunnen hanteren bij het overtreden van de kwaliteitseisen.Het gemeentelijke handhavingtraject begint direct na ontvangst van het inspectierapport van de GGD. De GGD geeft in het rapport een handhavingadvies aan de gemeente. In het rapport is het ‘Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein’ de basis voor het afwegen van de te ondernemen handhavingactie. In dit overzicht beschrijft de toezichthouder per domein de context van de voorwaarden waar de houder niet aan voldoet. De gemeente kan de aangegeven verzwarende of verzachtende omstandigheden, de inspanning van de houder etc. mee laten wegen bij het beoordelen van de te nemen handhavingactie.De gemeente kan in bijzondere gevallen, voordat de eerste juridische stap van aanwijzing wordt gezet, overwegen eerst een schriftelijke waarschuwing te geven. Ook kan overwogen worden eerst op basis van mondelinge overreding de houder te bewegen de overtreding te herstellen. Zowel de waarschuwing als de overreding hebben geen juridische status en betekenen daarom een uitstel van het handhavingtraject.De eerste (juridische) stap zal meestal het opleggen van een aanwijzing zijn. Ingeval de GGD al een bevel heeft gegeven, kan dit worden beschouwd als fase 1. De gemeente kan dan direct overgaan naar fase 2: het opleggen van andere sancties. Het opleggen van een aanwijzing is dan niet nodig. De GGD geeft alleen een bevel indien hij van mening is dat de kwaliteit bij een kindercentrum zodanig tekortschiet dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden. Ingeval van overtredingen met een lage of gemiddelde prioritering zal hier niet snel sprake van zijn.De zwaarte van de prioritering komt tot uiting in de hersteltermijn van de aanwijzing. De hersteltermijn in dit model wordt aangegeven in een bandbreedte. De handhaver dient per geval de exacte hersteltermijn aan te geven. Na het verstrijken van een hersteltermijn dient de overtreding beëindigd te zijn. Ter controle hiervan kan de handhaver schriftelijke bewijsstukken opvragen dan wel de GGD de opdracht geven voor een herinspectie. Hiervoor moeten afspraken worden gemaakt met de GGD.NB De Kolom ‘Boetes’ in het Afweginsmodel wordt in een later stadium ingevuld. De VNG laat zich over de hoogte van de richtbedragen nader adviseren door externe deskundigen.

Kwaliteit (handhaving van-) KinderopvangAfspraken tussen GGD’s en gemeenten in het land van Cuijk (St. Anthonis, Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill e.o.) m.b.t. toezicht op kwaliteit kinderopvang.

  • 1.

    Onderzoek na melding: Afspraken hoe gemeente geïnformeerd wordt of exploitatie al dan niet kan startenDe gemeenten sturen na melding van de houder een schriftelijk bericht naar de GGD (t.a.v.: afdeling Infectieziekten Hygiëne en Milieu)met de registergegevens en de vraag om een meldingsonderzoek. De GGD gaat zo spoedig mogelijk, maar altijd binnen 8 (acht) weken op bezoek bij de houder en meldt ook binnen die 8 weken schriftelijk aan de betreffende gemeente wel /niet akkoord te zijn met de exploitatie.Indien (dreiging van) “niet akkoord” wordt door de inspecteur mondeling overleg gevoerd (uiteraard binnen die 8 weken) met de gemeente hoe verder. Bij “niet akkoord” wordt een volledige rapportage opgesteld.

  • 2.

    Rapportage: Afspraken over openbaarmaking rapportDe GGD stelt het rapport vast en stuurt het binnen 3 weken naar de ambtenaar kinderopvang van de gemeente. Vanaf dat moment is het rapport openbaar en kan ieder een exemplaar opvragen bij de GGD. Dat is formeel voldoende. Landelijk wordt echter een actievere manier van openbaarmaking voorgestaan. Besloten is op de website van de gemeente alleen bekend te maken dat het rapport voor een ieder beschikbaar is op de website van de GGD. Er zal een link naar de GGD-site op de website van de gemeente geplaatst worden.

  • 3.

    Rapportage: Afspraken over openbaarheid rapportIn principe is het eindrapport volledig openbaar. Alleen bij informatie die, als deze openbaar wordt gemaakt, meer openbare onrust veroorzaakt dan gewenst, zal de betreffende inspecteur van de GGD dit vooraf met de ambtenaar kinderopvang van de gemeente eerst mondeling doorspreken. Uitgangspunt dient te blijven dat het rapport volledig openbaar is. Bij de afweging of bepaalde passages uit het rapport zullen worden verwijderd zal de Wet openbaarheid van bestuur leidend zijn.

  • 4.

    Schriftelijk bevel: Afspreken hoe gemeente betrokken wordt.Indien zich een situatie voordoet waarbij de inspecteur van de GGD het noodzakelijk vindt om een bevel uit te vaardigen, zal deze voorafgaand een uitgebreid mondeling overleg voeren met de ambtenaar kinderopvang en de ambtenaar handhaving van de gemeente, waarbij alle (ook juridische) kanten worden besproken. De GGD geeft uiteindelijk binnen zo kort mogelijke tijd een bevel Binnen 7 dagen zal de gemeente dit zelf dan bevestigen, als het probleem dan nog niet is opgelost.

  • 5.

    Nader onderzoek: Afspreken wanneer dit onderzoek plaats vindt en wie initiatief neemt.In principe wordt elk onderzoek geëntameerd door de gemeente (gemeente is verantwoordelijk voor toetsing en moet o.a. financiële budgetten in de gaten houden).M.b.t. een signaal/klacht onderzoek:- Als de GGD een signaal of een klacht ontvangt zal dit signaal of deze klacht eerst mondeling gemeld worden aan de ambtenaar kinderopvang van gemeente. De ontvangst van deze mondelinge melding wordt altijd per email door de gemeente bevestigd. Vanuit de gemeente komt dan een schriftelijke opdracht.- Wordt het signaal/de klacht gemeld bij de gemeente dan besluit de gemeente om (al of niet in vooroverleg met GGD) een schriftelijke opdracht tot een onderzoek aan de GGD te verstrekken.M.b.t. herinspecties:- Herinspecties worden in eerste instantie geadviseerd in het eindrapport dat door GGD naar de gemeente wordt verstuurd. De Gemeente dient zich intern in de tussenliggende periode te beraden of en hoe ze zal omgaan met het advies. De inspecteur van de GGD zal enkele weken vóór het verstrijken van de datum hierover mondeling overleg voeren met de ambtenaar kinderopvang van de gemeente om de gemeente te attenderen op dat nader onderzoek. De inhoud van dit mondeling overleg wordt altijd per email door de gemeente bevestigd. Vanuit de gemeente komt dan een schriftelijke opdracht. De gemeente zal in dat gesprek aangeven wat zij wil (een volledige inspectie/ een deelinspectie en welk deel). Dit zal de gemeente daarna schriftelijk bevestigen aan de toezichthouder van de GGD.- Na de eerste ronde kunnen opnieuw afspraken gemaakt worden over wie een inspectie entameert. Mogelijk dat dan op jaarbasis volumes kunnen worden afgesproken m.b.t. reguliere bezoeken, herinspecties, thematische onderzoeken, onderzoeken n.a.v. klachten, enz.

  • 6.

    Inspectie (on) aangekondigd: afspraken of en wanneer er (on) aangekondigde inspecties worden uitgevoerd.In principe worden er geen reguliere inspecties onaangekondigd uitgevoerd. De vertrouwensband met de houder is belangrijk. Het kan echter zeker voorkomen dat de GGD of de gemeente middels inspectie of signalen berichten ontvangen over zaken die niet in orde lijken (welke zaken er bijv. bij aangekondigde bezoeken niet echt uitkomen). In dit geval zal, steeds in (per brief of per email) opdracht van de gemeente, door de inspecteur een inspectie onaangekondigd kunnen worden uitgevoerd. Van belang is dat de houders door de gemeente worden geïnformeerd over het feit dat dit ooit kan gebeuren.

  • 7.

    Signalen uit inspecties: Afspraken over informeren van gemeente rond signalen uit de gemeente/ regio bij bezochte instellingenSignalen die tijdens de inspectie van een instelling over die instelling gehoord worden zullen in de rapportage meegenomen worden. Signalen die gehoord worden over andere instellingen of mogelijke instellingen en dergelijke zullen door de inspecteur mondeling worden doorgegeven aan de ambtenaar kinderopvang van de gemeente. De ontvangst van deze mondelinge melding wordt altijd per email door de gemeente bevestigd. De gemeente zal dan zelf kunnen besluiten tot eventuele (GGD) actie.

  • 8.

    Jaarrapportage: Werkwijze en inhoud bijdrage aan gemeentelijk jaarverslag.De GGD zal gevraagd worden die vragen op het beschikbare jaarverslagmodel in te vullen die alleen de GGD kan invullen.

  • 9.

    Klachten en signalen: Afspreken hoe er om wordt gegaan met klachten en signalen en wanneer dit tot onderzoek leidt.M.b.t. een signaal/klacht onderzoek:- Worden klachten/signalen door de GGD ontvangen, dan zullen deze eerst mondeling gemeld worden aan de ambtenaar kinderopvang van de gemeente. De ontvangst van deze mondelinge melding wordt altijd per email door de gemeente bevestigd. Vanuit de gemeente kan dan een schriftelijke opdracht worden verstrekt.- Worden de klachten signalen door de gemeente ontvangen, dan besluit de gemeente om (al of niet in vooroverleg met GGD) een schriftelijke opdracht tot een bepaald onderzoek aan de GGD te verstrekken. Zij gebruikt hiervoor het door de GGD ontworpen opdrachtformulier.

  • 10.

    Register: Afspraken over doorgeven nieuwe meldingen en wijzigingen naar GGDDe gemeente ontvangt nieuwe meldingen en beheert het register. Zij zal nieuwe meldingen en wijzigingen altijd zo spoedig mogelijk muteren in het register en schriftelijk doorgeven aan de toezichthouder van de GGD. Wanneer de GGD bij onderzoek constateert dat er andere gegevens gelden voor een instelling dan zal de GGD dit apart doorgeven aan de ambtenaar kinderopvang van de gemeente.

  • 11.

    Aanwijzen toezichthouders: formele positie toezichthouders regelenDe toezichthouders zijn categoriaal aangewezen.

  • 12.

    Opsporing: Beleid opsporing niet gemelde opvangAlle meldingen/ signalen komen bij de ambtenaar kinderopvang van gemeente. De gemeente stippelt beleid uit en kan als zodanig de GGD schriftelijk opdracht geven een inspectie ((on) aangekondigd) uit te voeren

  • 13.

    Financiering: Afspraken over inzet gelden uit gemeentefonds voor toezicht en handhavingAlle kindercentra moeten jaarlijks worden geïnspecteerd (reguliere inspectie). Deze reguliere inspecties zijn vanaf 2007 onderdeel van het basispakket van de GGD en zullen worden meegerekend in de inwonersbijdrage. Daarnaast kan er sprake zijn van herinspecties, inspectie nieuwe kindercentra en inspecties naar aanleiding van klachten. Deze inspecties vinden altijd plaats in schriftelijke opdracht van de gemeenten en worden bij de afzonderlijke gemeenten apart gefactureerd. Tarieven van de inspecties kindercentra 2008:• reguliere inspectie € 1074,30;• onderzoek na melding € 613,90;• nader onderzoek in opdracht van de gemeente worden op uurtarief berekend.De tarieven voor het jaar 2009 zijn nog niet bekend.

  • 14.

    Coördinatie: Afstemming met andere gemeentelijke toezichthouders, invulling coördinatierolBinnen de gemeenten worden juridische/ inhoudelijke etc. zaken gecoördineerd door de gemeente zelf.T.a.v. Brandweer en afd. Bouw en Toezicht worden de volgende afspraken gemaakt: De GGD zal zoveel als mogelijk de Brandweer en afd. Bouw en Woningtoezicht informeren wanneer (datum en tijd) de GGD een inspectie uitvoert.

  • 15.

    Afspraken die de gemeenten in het Land van Cuijk hebben gemaakt ten aanzien van de uitvoering van de handhaving.Indien door de GGD wordt gemeld dat niet aan alle kwaliteitseisen wordt voldaan, treedt de gemeente waar de kinderopvang in het register is opgenomen in contact met de houder. Geprobeerd zal worden om op lokaal niveau tot een oplossing te komen. Pas als blijkt dat dit overleg niet helpt om de gerezen problemen tot een bevredigende oplossing te brengen, wordt de formele handhavingprocedure in gang gezet.Daartoe stuurt de betrokken gemeente de op de zaak betrekking hebbende stukken naar de gemeente Grave. De juridisch beleidsmedewerker handhaving van de gemeente Grave treedt op als juridisch adviseur. Hij beoordeelt aan de hand van de afgesproken beleidskaders of handhaving opportuun is en welk instrument het meest passend is. Hij stelt een collegevoorstel op en stuurt dit naar de beleidsambtenaar kinderopvang van de betrokken gemeente. Die ambtenaar legt het voorstel voor aan het college van zijn gemeente. Of het betreffende college over zal gaan tot handhaving en welke actie het daarvoor wenst aan te wenden, is en blijft uitdrukkelijk de bevoegdheid van het college. Indien een handhavingactie wordt opgestart gebeurt het horen vooraf door de medewerker van de betrokken gemeente en de medewerker van de gemeente Grave. De medewerker van de gemeente Garve stelt een definitief collegevoorstel op dat hij naar de behandelende ambtenaar van de betrokken gemeente stuurt. Deze legt het voorstel voor aan het college, dat hierop een beslissing neemt. Ook nu weer blijft de keuze om tot handhaving over te gaan of niet, de uitdrukkelijke bevoegdheid van het college van de betrokken gemeente. De eventuele vervolgstappen (behandeling bij de commissie voor de bezwaarschriften, het opstellen van een beslissing op bezwaar, de eventuele behandeling van het beroep bij de rechtbank en het eventuele hoger beroep bij de Raad van State) wordt gedaan door de medewerker van de gemeente Grave.

1. Afwegingsmodel handhaving dagopvangDe kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:

  • 1.

    ouders

  • 2.

    personeel

  • 3.

    veiligheid en gezondheid

  • 4.

    accommodatie en inrichting

  • 5.

    groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio

  • 6.

    pedagogisch beleid en praktijk

  • 7.

    klachten

Fase 1

Fase 2 (met toelichting)

Boetes (in €)

Aanwijzing

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.

Last onder dwangsomen/of boete.

2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.

Aanwijzing

Last onder dwangsomen/of boete.

3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.

Last onder dwangsomen/of boete.

4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.

Aanwijzing

Last onder dwangsomen/of boete.

5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.

Last onder dwangsomen/of boete.

Aanwijzing

Last onder dwangsomen/of boete.

1. De houder heeft een oudercommissie ingesteld.

Last onder dwangsomen/of boete.

Aanwijzing

Last onder dwangsomen/of boete.

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder is geen lid.

Aanwijzing

Last onder dwangsomen/of boete.

2 Het personeel is geen lid.

Last onder dwangsomen/of boete.

3 De leden worden gekozen uit en door de ouders.

Aanwijzing

Last onder dwangsomen/of boete.

Werkwijze

Last onder dwangsomen/of boete.

4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.

Aanwijzing

Last onder dwangsomen/of boete.

____________________________1 Dit item geldt niet voor kindercentra waar de opvang uitsluitend en onbezoldigd door ten minste een van de ouders wordt gedaan. 2 Conform art. 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld.

2(Wk artikel 60)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar adviesrecht te gebruiken over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen.3

2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.

3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.

4 De houder stelt de oudercommissie in staat ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen.3

____________________________3 Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.

(Wk artikelen 54 en 63, vierde lid + beleidsregels kwaliteit ko art3, tweede lid)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

Last onder dwangsom ofbestuursdwang (1.3.3)en/of boete.Het toepassen van bestuursdwang is alleen mogelijk ten aanzien van overtreding 1.3.3 (inspectierapport op toegankelijke plaats).

1 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. 4

2 De houder informeert de ouders en de kinderen in welke basisgroep het kind zit en welke beroepskrachten bij deze groep horen. 5,6

3 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

4 De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een goed beeld van de praktijk te geven.

5 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie.

____________________________4 Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie; de groepsgrootte; de opleidingseisen van de beroepskrachten; het beleid met betrekking tot de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid, waaronder de risico-inventarisatie; het te voeren beleid inzake de te gebruiken voertaal, voor zover geen Nederlands.5 Deze beroepskrachten zijn tevens aanspreekpunt voor de ouders van het kind. 6 Deze voorwaarde geldt niet voor kinderen die gebruik maken van een flexibel aanbod, dat er uit bestaat dat de dagen waarop deze kinderen komen per week verschillen. Welke kinderen dat zijn moet blijken uit het contract tussen de houder en de ouders van het kind (Beleidsregels kwaliteit kinderopvang, artikel 3, zesde lid).

(Wk artikelen 50, tweede en derde lid en 90, derde lid + beleidsregels kwaliteit ko7 artikel 10)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 – 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. 8

2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd.

3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden.

____________________________

7 Normen ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. De houder mag daar eventueel van afwijken, mits hij daarvoor een goede reden heeft en ten minste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende norm in de beleidsregel beoogt. Is dat het geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepassing.8 Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurder of werknemer met een arbeidsovereenkomst, met uitzondering van werknemers die niet op het kindercentrum werkzaam zijn. Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. De verplichting tot overleggen van een verklaring omtrent het gedrag geldt ook voor uitzendkrachten werkzaam op een kindercentrum. Conform art. 10, lid 3, dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen, een verklaring omtrent het gedrag te overleggen. Voor stagiaires die minimaal drie maanden worden ingezet geldt dat zij in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag of dat bij aanvang van hun eerste stageperiode een VOG voor hen moet zijn aangevraagd.

(Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, eerste lid)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang is opgenomen.9

(Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, tweede lid)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

1 Alle beroepskrachten in opleiding worden altijd ingezet conform de voorwaarden van de CAO kinderopvang

____________________________

9 Het gaat hier om de CAO kinderopvang die voor dit kindercentrum geldend is. Voor personen die vanaf een moment vóór mei 1991 in dienst zijn bij huidige werkgever geldt een overgangsbepaling.

10 (Wk artikel 55)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.11

____________________________

10 De Nederlandse taal is de voertaal. Daar waar naast de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese of de streektaal mede als voertaal worden gebruikt. De in Nederland erkende streektalen zijn het Nedersaksisch en het Limburgs.11 Het gaat hier bijvoorbeeld om een kindercentrum voor kinderen van internationale bedrijven of organisaties waar de voertaal bijvoorbeeld Engels is.

(Wk artikel 51)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud 12.

2 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen.

3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld.

(Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk.

2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn.

3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak.

4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan.

5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak

____________________________

12 De risico-inventarisatie dient gereed te zijn bij aanvang van de opvang.

(Wk artikel 58)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsom ofbestuursdwang (3.2.2-2 en 3.2.2.-3)en/of boete.

1 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. 12

2 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

(Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 )

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen.

(Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 )

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk.

2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn.

3 De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak.

4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan.

5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De houder heeft een protocol kindermishandeling.

____________________________

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005).13

2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden.

3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen evaluatie en nazorg.

4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg.

5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen

6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied14 om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren.

7 Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is.

8 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet op de Privacy15

9 Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK).

10 De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar.

____________________________

13 Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld.14 De ontwikkelingsgebieden die aan bod dienen te komen zijn: psycho-sociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik,signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld.15 In het protocol dienen de volgende punten behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 5)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsom ofbestuursdwang (4.1.4)en/of boete.

1 Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte.

2 Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte.

3 De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.

4 De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 6)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.

2 De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 7, eerste lid)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsom ofbestuursdwang (4.3.4)en/of boete.

1 Er is tenminste 3m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.

2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.

3 De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.

4 De buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

(beleidsregels kwaliteit kinderopvang artikel 3, eerste en negende lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De opvang vindt plaats in stamgroepen. 16

2a De stamgroep bestaat uit maximaal 12 tot 1 jaarOF2b De stamgroep bestaat uit maximaal 16 van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, derde en vierde lid) 17

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 Aan ieder kind worden maximaal drie vaste beroepskrachten toegewezen18.

2 Dagelijks is er minimaal één van de vaste beroepskrachten werkzaam op de groep van het kind.

3 Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes19 gebruik gedurende de week.

____________________________

16 Indien het kindercentrum daarvoor kiest, mogen de kinderen bij (spel)activiteiten de stamgroepruimte verlaten.17 Voorwaarden 1, 2 en 3 gelden niet voor kinderen die gebruik maken van een flexibel aanbod, dat er uit bestaat dat de dagen waarop deze kinderen komen per week verschillen. Welke kinderen dat zijn moet blijken uit het contract tussen de houder en de ouders van het kind.18 Indien in de groep met drie beroepskrachten tegelijk wordt gewerkt, worden er maximaal vier vaste beroepskrachten toegewezen aan ieder kind.19 Een stamgroepruimte is de ruimte waar de kinderen van de dagopvang het grootste deel van de dag aanwezig zijn.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, zevende, achtste en twaalfde lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de stamgroep bedraagt tenminste- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar;Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundig gemiddelde berekend, waarbij naar boven kan worden afgerond. 20,21

2 Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, tiende, elfde en twaalfde lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is.

2 De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze.

3 De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 en maximaal twee uur aaneengesloten tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze.

4 Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio.

5 Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.

____________________________

20 Als bij (spel)activiteiten de kinderen de basisgroep verlaten, kan de beroepskracht-kind-ratio op kindercentrumniveau worden vastgesteld volgens dezelfde sleutel. De op locatie aanwezige beroepskrachten houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben.21 Zie bijlage 1 voor de berekening bij gecombineerde groepen dagopvang met buitenschoolse opvang.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven22.

(Wk artikel 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie, persoonlijke competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

3 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten.

4 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.23

(Wk artikel 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

1 De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan.

2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan.

____________________________

22 Conform art. 2, lid 5 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang wordt het Pedagogisch beleidsplan voor de eerste maal binnen zes maanden na melding door de houder vastgesteld.23 Het betreft volwassenen die ingezet worden als achterwacht in het geval van calamiteiten.

(Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De beroepskracht communiceert met de kinderen.

2 De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen.

3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep.

4 De kinderen worden uitgenodigd tot participatie.

5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen.

6 Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht.

(Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen.

2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen.

3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.

4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk.

(Wk artikelen 49 en 50 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling.

2 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkomen en oplossenvan conflicten.

3 De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren.

(Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

1 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig.

2 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk.

3 Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd.

4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld.

(Wet klachtrecht cliënten zorgsector artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen. 24

2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders.

3 Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement.

4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.25

5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na.

6. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven.26

7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder.

____________________________

24 Door of namens een cliënt kan bij de klachtencommissie een klacht tegen een zorgaanbieder worden ingediend over een gedraging van hem of van voor hem werkzame personen jegens de cliënt.Klachten van cliënten worden behandeld door een klachtencommissie (min. 3 leden, voorzitter klachtencommissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, mag niet in de commissie zitten).Binnen een afgesproken termijn moeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en met redenen omkleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en evt. aanbevelingen). Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden).Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden (schriftelijk of mondeling).Klager en beklaagde mogen zich laten bijstaan.25 De houder deelt de klager en de klachtencommissie, binnen een maand na ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja, welke. Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden) en wordt er een nieuwe termijn afgesproken.26 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.

(Wk artikel 60a)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60a, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.27

2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie.

3 De houder zorgt voor naleving van de regeling.

4 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven.28

5 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder.

____________________________

27 De getroffen regeling waarborgt dat aan de behandeling van een klacht van de oudercommissie niet wordt deelgenomen door de houder of door een persoon die werkzaam is voor of bij de houder op wie die klacht betrekking heeft. De artikelen 2, tweede tot en met vijfde lid, zevende lid, en negende lid, 2a, 3c en 4 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector zijn van overeenkomstige toepassing.28 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.2. Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvangDe kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor buitenschoolse opvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:

  • 1.

    ouders

  • 2.

    personeel

  • 3.

    veiligheid en gezondheid

  • 4.

    accommodatie en inrichting

  • 5.

    groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio

  • 6.

    pedagogisch beleid en praktijk

  • 7.

    klachten

1,2 (Wk artikel 59)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.

2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.

3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.

4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.

5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.

1,2 (Wk artikel 58)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

1. De houder heeft een oudercommissie ingesteld.

2(Wk artikel 58)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

1 De houder is geen lid.

2 Het personeel is geen lid.

3 De leden worden gekozen uit en door de ouders.

4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.

____________________________

1 Dit item geldt niet voor kindercentra waar de opvang uitsluitend en onbezoldigd door ten minste een van de ouders wordt gedaan. 2 Conform art. 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld.

(Wk artikel 60)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar adviesrecht te gebruiken over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen.3

2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.

3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.

4 De houder stelt de oudercommissie in staat ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen. 3

____________________________

3 Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.

(Wk artikelen 54 en 63, vierde lid + beleidsregels kwaliteit ko art3, tweede lid)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

Last onder dwangsomof Bestuursdwang (1.3.3)en/of boete.

1 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. 4

2 De houder informeert de ouders en de kinderen in welke basisgroep het kind zit en welke beroepskrachten bij deze groep horen.

3 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

Relatie tussen de informatie voor ouders en de praktijk

4 De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een goed beeld van de praktijk te geven.

5 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie.

____________________________

4 Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie; de groepsgrootte; de opleidingseisen van de beroepskrachten; het beleid met betrekking tot de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid, waaronder de risico-inventarisatie; het te voeren beleid inzake de te gebruiken voertaal, voor zover geen Nederlands.

(Wk artikelen 50, tweede en derde lid en 90,derde lid + beleidsregels kwaliteit ko5 artikel 10)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag.6

2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd.

3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden.

____________________________

5 Normen ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. De houder mag daar eventueel van afwijken, mits hij daarvoor een goede reden heeft en ten minste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende norm in de beleidsregel beoogt. Is dat het geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepassing.6 Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurder of werknemer met een arbeidsovereenkomst, met uitzondering van werknemers die niet op het kindercentrum werkzaam zijn. Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. De verplichting tot overleggen van een verklaring omtrent het gedrag geldt ook voor uitzendkrachten werkzaam op een kindercentrum. Conform art. 10, lid 3, dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen, een verklaring omtrent het gedrag te overleggen. Voor stagiaires die minimaal drie maanden worden ingezet geldt dat zij in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag of dat bij aanvang van hun eerste stageperiode een VOG voor hen moet zijn aangevraagd.

(Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, eerste lid)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang is opgenomen.7

(Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, tweede lid)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Alle beroepskrachten in opleiding worden altijd ingezet conform de voorwaarden van de CAO kinderopvang

____________________________

7 Het gaat hier om de CAO kinderopvang die voor dit kindercentrum geldend is. Voor personen die vanaf een moment vóór mei 1991 in dienst zijn bij huidige werkgever geldt een overgangsbepaling.

8 (Wk artikel 55)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.9

____________________________

8 De Nederlandse taal is de voertaal. Daar waar naast de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese of de streektaal mede als voertaal worden gebruikt. De in Nederland erkende streektalen zijn het Nedersaksisch en het Limburgs.9 Het gaat hier bijvoorbeeld om een kindercentrum voor kinderen van internationale bedrijven of organisaties waar de voertaal bijvoorbeeld Engels is.

(Wk artikel 51)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsom ofbestuursdwang (3.1.2 -2 en 3.1.2-3)en/of boete.

1 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud10.

2 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen.

3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld.

(Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk.

2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn.

3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak.

4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan.

5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak

____________________________

10 De risico-inventarisatie dient gereed te zijn bij aanvang van de opvang.

(Wk artikel 58)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/ofboete.

1 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.10

2 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

(Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 )Prioritering overtreding: Hoog

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen.

(Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 )

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk.

2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn.

3 De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak.

4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan.

5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De houder heeft een protocol kindermishandeling.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/ofboete.

1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005).11

2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden.

3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen evaluatie en nazorg.

4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg.

5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen

6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied12 om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren.

7 Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is.

8 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet op de Privacy13.

9 Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK).

10 De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar.

____________________________

11 Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld.12 De ontwikkelingsgebieden die aan bod dienen te komen zijn: psycho-sociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik,signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld.13 In het protocol dienen de volgende punten behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 5)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsom ofbestuursdwang (4.1.3)en/of boete.

1 Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes beschikbaar per kind.

2 De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.

3 De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 7, eerste lid)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsom ofbestuursdwang (4)en/of boete.

1 Er is tenminste 3m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.

2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.

3 De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang.

4 De buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 7, tweede lid)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum.

2 De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar.14

3 De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.15

____________________________

14 Goed bereikbaar betekent dat de buitenspeelruimte in een kort tijdsbestek lopend te bereiken is zonder dat natuurlijke obstakels zoals rivieren of verkeerstechnische obstakels zoals snelwegen of treinrails de route bemoeilijken.15 De risico’s van de route van de bso naar de buitenspeelplaats dienen op verantwoorde wijze te zijn vastgelegd in de risico-inventarisatie veiligheid en het plan van aanpak, zodat ook de veiligheid gewaarborgd wordt.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 4, eerste, tweede, vijfde en zesde lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Ieder kind behoort bij een basisgroep.

2a De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.2b De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

3 Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen, besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 4, derde, vierde en negende lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1a De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de basisgroep bedraagt tenminste16.- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar17.- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar17.1b - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar17.

2 Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld.

____________________________

16 Als bij (spel)activiteiten de kinderen de basisgroep verlaten, kan de beroepskracht-kind-ratio op kindercentrumniveau worden vastgesteld volgens dezelfde sleutel. De op locatie aanwezige beroepskrachten houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben.17 Tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 4, zevende en achtste lid)Prioritering overtreding: Hoog

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen18, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is.

2 Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen19, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze.

3 De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten.

4 Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio.

5 Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.

____________________________

18 Schooldagen: voor en na de dagelijkse schooltijd op korte en lange dagen.19 Vrije dagen: volledig schoolvrije dagen en vakantiedagen waarbij het kindercentrum 10 uur of langer per dag geopend is.

(Wk artikel 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie, persoonlijke competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en leeftijdsopbouw van de basisgroep.

3 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten.

4 Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep.

5 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.21

(Wk artikel 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

1 De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan.

2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan.

____________________________

20 Conform art. 2, lid 5 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang wordt het Pedagogisch beleidsplan voor de eerste maal binnen zes maanden na melding door de houder vastgesteld.21 Het betreft volwassenen die ingezet worden als achterwacht in het geval van calamiteiten en de derde volwassene die ingezet wordt bij een groep 8-12 jarigen.

(Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De beroepskracht communiceert met de kinderen.

2 De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen.

3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep.

4 De kinderen worden uitgenodigd tot participatie.

5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen.

6 Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht.

(Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen.

2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen.

3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.

4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen extra belangrijk.

(Wk artikelen 49 en 50 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling.

2 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkomen en oplossenvan conflicten.

3 De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren.

(Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

1 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig.

2 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk.

3 Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd.

4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld.

(Wet klachtrecht cliënten zorgsector artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De regeling voor de behandeling van klachten voorziet erin dat er wordt voldaan aan de beschreven eisen. 22

2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders.

3 Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement.

4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.23

5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na.

6. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven.24

7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de inspecteur (lees: GGD-inspecteur kinderopvang).

____________________________

22 Door of namens een cliënt kan bij de klachtencommissie een klacht tegen een zorgaanbieder worden ingediend over een gedraging van hem of van voor hem werkzame personen jegens de cliënt.Klachten van cliënten worden behandeld door een klachtencommissie (min. 3 leden, voorzitter klachtencommissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, mag niet in de commissie zitten).Binnen een afgesproken termijn moeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en met redenen omkleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en evt. aanbevelingen). Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden).Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden (schriftelijk of mondeling).Klager en beklaagde mogen zich laten bijstaan.23 De houder deelt de klager en de klachtencommissie, binnen een maand na ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja, welke. Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden) en wordt er een nieuwe termijn afgesproken.24 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.

(Wk artikel 60a)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60a, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.25

2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van de oudercommissie.

3. De houder zorgt voor naleving van de regeling.

____________________________

25 De getroffen regeling waarborgt dat aan de behandeling van een klacht van de oudercommissie niet wordt deelgenomen door de houder of door een persoon die werkzaam is voor of bij de houder op wie die klacht betrekking heeft. De artikelen 2, tweede tot en met vijfde lid, zevende lid, en negende lid, 2a, 3c en 4 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector zijn van overeenkomstige toepassing.

4. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven.26

5. De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder.

____________________________26 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.3. Afwegingsmodel handhaving gastouderopvangDe kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor gastouderopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:

  • 1.

    ouders

  • 2.

    personeel

  • 3.

    veiligheid en gezondheid

  • 4.

    accommodatie en inrichting

  • 5.

    pedagogisch beleid en praktijk

  • 6.

    kwaliteit gastouders en opvangwoning

  • 7.

    kwaliteit gastouderbureau

  • 8.

    klachten

1 (Wk artikel 59)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.

2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.

3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.

4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.

5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.

1(Wk artikel 58)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

De houder heeft een oudercommissie ingesteld.

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

1 (Wk artikel 58)

1 De houder is geen lid.

2 Het personeel is geen lid.

3 De leden worden gekozen uit en door de ouders.

4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.

____________________________

1 Conform art. 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld.

1 (Wk artikel 60)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar adviesrecht te gebruiken over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen.2

2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.

3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.

4 De houder stelt de oudercommissie in staat ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen.2

____________________________

2 Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.

(Wk artikelen 56 en 63, vierde lid+ beleidsregels3 kwaliteit ko art 11, 12, vierde lid)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

Last onder dwangsomof bestuursdwang (1.3.2)en/of boete.

1 De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid. 4

2 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats.

3 De houder draagt zorg dat de risico-inventarisatie inzichtelijk is in de woning waar de opvang plaats vindt.

4 Het gastouderbureau draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en informeert de vraagouder hierover.

5 De informatie is gedetailleerd genoeg om vraagouders een adequaat beeld van de praktijk te geven.

6 De praktijk sluit aan bij de aan de vraagouders verstrekte informatie.

____________________________

3 Normen ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. De houder mag daar eventueel van afwijken, mits hij daarvoor een goede reden heeft en ten minste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende norm in de beleidsregel beoogt. Is dat het geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepassing.4 Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; de hoeveelheid kinderen (inclusief eigen kinderen) in welke leeftijd die per gastouder maximaal worden opgevangen; de wijze van tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang; vooraf informatie over het beleid ten aanzien van veiligheid en gezondheid; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid; de innovatieve status van de kinderopvang; omgang met de afwijkende regelgeving indien innovatief.

(Wk artikelen 56 derde lid en 90, derde lid+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 15)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag.5

2 De houder draagt er zorg voor dat gastouders in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag.

3 De houder draagt er zorg voor dat, bij opvang bij de gastouder thuis, alle huisgenoten vanaf 18 jaar in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag.

4 De verklaring omtrent het gedrag wordt overlegd bij inschrijving bij het gastouderbureau. Dit geldt voor de gastouder en eventuele huisgenoten vanaf 18 jaar.

5 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden.

(Wk artikel 56, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 12a, achtste lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Het gastouderbureau toont aan dat de bemiddelingsmedewerkers werkzaam bij het gastouderbureau beschikken over voor gastouderopvang relevante pedagogische kennis.

____________________________

5 Deze verplichting geldt voor de personen die als houder, bestuurder en hoofd gastouderbureau werkzaam zijn of bemiddelingswerkzaamheden uitvoeren. Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. De verplichting tot overleggen van een verklaring omtrent het gedrag geldt ook voor uitzendkrachten, die bemiddelingswerkzaamheden uitvoeren. Conform art. 10, lid 3, dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaamheden op een gastouderbureau aanvangen een verklaring omtrent het gedrag te overleggen.

(Wk artikel 49 en 56 + beleidsregelskwaliteit ko artikel 12, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder legt vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt in een risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s voor de op te vangen kinderen vast, in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes. Daartoe bezoekt het gastouderbureau elke opvangwoning minimaal een keer per jaar.

2 De risico-inventarisatie is maximaal een jaar oud.

3 De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie veiligheid de actuele situatie van de opvang betreft.

(Wk artikel 49 en 56 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 12,tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

2 Er is een plan van aanpak waarin de houder adviseert welke maatregelen op welk moment moeten worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen.

3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld.

(Wk artikel 49 en 56 + beleidsregels kwaliteitko artikel 12, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder draagt er zorg voor dat geïnventariseerde risico’s compleet zijn en overeenkomen met de risico’s in de praktijk.

2 De houder brengt de gastouder op de hoogte van de uitkomsten van de risico-inventarisatie en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak.

3 De houder draagt er zorg voor dat risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn.

4. De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het plan van aanpak.

(Wk artikel 49 en + beleidsregels kwaliteitko artikel 12, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De houder legt vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt in een risico-inventarisatie de gezondheidsrisico’s voor de op te vangen kinderen vast, in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes. Daartoe bezoekt het gastouderbureau elke opvangwoning minimaal een keer per jaar.

2 De risico-inventarisatie is maximaal een jaar oud.

3 De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie gezondheid de actuele situatie van de opvang betreft.

(Wk artikel 49 en 56 + beleidsregels kwaliteit ko artikel12, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen.

(Wk artikel 49 en 56 + beleidsregelskwaliteit ko artikel 12, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

1 De houder draagt er zorg voor dat geïnventariseerde risico’s compleet zijn en overeenkomen met de risico’s in de praktijk.

2 De houder brengt de gastouder op de hoogte van de uitkomsten van de risico-inventarisatie en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak.

3 De houder draagt er zorg voor dat risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn.

4 De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het plan van aanpak.

5 De houder draagt er zorg voor dat het gedeelte van de woning waar de kinderen worden opgevangen, rookvrij is ten tijde van de opvang.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

De houder heeft een protocol kindermishandeling.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005).6

2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden.

3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen evaluatie en nazorg.

4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg.

5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen

6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied7, uitgesplitst voor de groep van 0-4 jaar en de groep van 4-12 jaar, om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren.

7 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet op de Privacy8.

8 Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK).

9 De gastouders en personen werkzaam bij het gastouderbureau kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar.

____________________________6 Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld.7 De ontwikkelingsgebieden per leeftijdscategorie ( 0-4 jarigen dan wel 4-12 jarigen) die aan bod dienen te komen zijn: psycho-sociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik,signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld.8 In het protocol dienen de volgende punten behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie.

(Wk artikel 1+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 11, tweede lid, onder b)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1a De houder draagt er zorg voor dat de gastouder maximaal 4 kinderen tegelijk op vangt (exclusief eigen kinderen), in de woning van de gastouder of de vraagouder. Er zijn maximaal vier kinderen onder de vier jaar (inclusief eigen kinderen) gedurende de opvang aanwezig.1b De houder draagt er zorg voor dat bij de innovatieve gastouderopvang één gastouder maximaal 6 kinderen tegelijk op vangt (exclusief eigen kinderen), op het woonadres van de gastouder of de vraagouder.

2. De houder beoordeelt of de samenstelling van de groep kinderen verantwoord is. Bij deze beoordeling wordt tenminste het aantal en de leeftijd van de niet-eigen kinderen en van de eigen kinderen meegewogen.

9 (beleidsregels kwaliteit ko artikel 11)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

Last onder dwangsomen/of boete.

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(beleidsregels kwaliteit ko artikel 11)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven:. de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen.

3 Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die aan de opvanglocatie worden gesteld.

4 De houder van innovatieve gastouderopvang beschrijft in het pedagogisch beleidsplan de wijze waarop de ondersteuning van een gastouder bij de gelijktijdige opvang van meer dan vier opvangkinderen door een andere volwassene in geval van calamiteiten is geregeld.

(Wk artikel 49, 56+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:6 - 18 weken

1 De houder informeert de gastouders over de inhoud van het pedagogisch beleidsplan waardoor zij ernaar kunnen handelen.

2 De houder ziet er op toe dat gastouders handelen conform het pedagogisch beleidsplan.

3 De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het pedagogisch beleidsplan.

____________________________9 Conform art. 2, lid 5 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang wordt het beleidsplan voor de eerste maal binnen zes maanden na melding door de houder vastgesteld.

(Wk artikel 49, 56 + beleidsregels kwaliteit ko artikelen 11, tweede en zesde lid, en 12a, eerste, tweede, derde en vierde lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder draagt er zorg voor dat iedere woning waar gastouderopvang plaats vindt over voldoende speel- en slaapruimte voor kinderen beschikt, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

2 De houder draagt er zorg voor dat iedere woning waar gastouderopvang10 plaats vindt over voldoende buitenspeelmogelijkheden voor kinderen beschikt, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

3 De houder formuleert criteria voor de kwaliteit van de gastouders en legt deze schriftelijk vast.11

4 De houder draagt er zorg voor dat deze criteria bij de start van de opvang en daarna jaarlijks worden getoetst door middel van een bezoek door personen werkzaam bij het gastouderbureau aan de woning waar de opvang plaatsvindt.

5 De houder draagt er zorg voor dat de kwaliteitscriteria voor gastouders bekend zijn bij de vraagouders.

6 De houder evalueert jaarlijks mondeling de opvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast.

____________________________10 Voor innovatieve gastouderopvang gaat het om ‘de ruimtes op het woonadres van de gastouder of vraagouder waar innovatieve gastouderopvang plaatsvindt’.11 Deze criteria hebben in ieder geval betrekking op:

  • a.

    lichamelijke en geestelijke gezondheid;

  • b.

    bereid zijn tot samenwerking met het gastouderbureau en tot het volgen van aanvullende cursussen/trainingen/bijeenkomsten die gerelateerd zijn aan de opvangtaak;

  • c.

    respecteren van privacygevoelige gegevens en geen informatie doorspelen aan derden;

  • d.

    openstaan voor en respecteren van andere gewoontes, culturen, levenswijzen en opvoedingsideeën;

  • e.

    beschikken over goede communicatieve vaardigheden en in staat zijn om op een professionele manier contact met de vraagouders te onderhouden en afspraken te maken;

  • f.

    kennis hebben van ontwikkeling van kinderen, positief staan ten opzichte van de vier pedagogische doelstellingen zoals uitgewerkt in het pedagogisch beleidsplan, en deze in praktijk kunnen brengen;

  • g.

    kennis hebben van EHBO voor kinderen (volgens eindtermen van het Oranje Kruis);

  • h.

    in staat zijn tot reflecteren op het eigen handelen;

  • i.

    kinderen niet alleen laten of het toezicht aan anderen overlaten;

  • j.

    regelmatig en gedurende minimaal een half jaar beschikbaar zijn voor opvang;

  • k.

    goede beheersing van de Nederlandse taal;

  • l.

    goed telefonisch bereikbaar;

  • m.

    in bezit van AVP verzekering/inzittenden verzekering bij autogebruik.

(Wk artikel 56, eerste lid + beleidsregels kwaliteitko artikel 13, 12a, vijfde, zesde en zevende lid)

(Bevel door GGD of) AanwijzingHersteltermijn:7 - 14 dagen

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder draagt zorg voor ten minste twee bezoeken12 per jaar aan de woning waar de gastouderopvang plaatsvindt, waarbij in ieder geval de jaarlijkse risico-inventarisatie, de jaarlijkse toetsing van de criteria voor de gastouders en de jaarlijkse evaluatie van de opvang plaatsvinden. Dit bezoek wordt afgelegd door personen werkzaam bij het gastouderbureau.

2 De houder biedt gastouders bij de start van hun werkzaamheden introductiecursus(sen) aan die gerelateerd zijn aan de opvangtaken.13

3 De houder organiseert naast de introductiecursus(sen) themabijeenkomsten voor de gastouders en biedt cursussen of bijeenkomsten aan waarbij gastouders elkaar kunnen ontmoeten en ervaring uitwisselen.

4 De houder voert bij een nieuwe koppeling een koppelingsgesprek met de vraag- en gastouder. Dit koppelingsgesprek wordt uitgevoerd in de opvangwoning door een bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau.

5 De houder draagt er zorg voor dat de bemiddelingsmedewerker een intake- gesprek voert met de vraag- en gastouder in de opvangwoning.

____________________________

12 Naast deze huisbezoeken vinden er intake- en koppelingsgesprekken plaats.13 Zie voor onderwerpen die in ieder geval deel uit maken van de deskundigheidsbevordering van gastouders de lijst in Bijlage 1a en 1b.

(Wet klachtrecht cliënten zorgsector artikel 2)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De regeling voor de behandeling van klachten voorziet erin dat er wordt voldaan aan de beschreven eisen. 14

2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van vraagouders.

3 Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement.

4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.15

5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na.

6. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven.16

7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder.

____________________________14 Door of namens een cliënt kan bij de klachtencommissie een klacht tegen een zorgaanbieder worden ingediend over een gedraging van hem of van voor hem werkzame personen jegens de cliënt.Klachten van cliënten worden behandeld door een klachtencommissie (min. 3 leden, voorzitter klachtencommissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, mag niet in de commissie zitten).Binnen een afgesproken termijn moeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en met redenen omkleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en evt. aanbevelingen). Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden).Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden (schriftelijk of mondeling).Klager en beklaagde mogen zich laten bijstaan.15 De houder deelt de klager en de klachtencommissie, binnen een maand na ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja, welke. Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden) en wordt er een nieuwe termijn afgesproken.16 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.

(Wk artikel 60a)

AanwijzingHersteltermijn:5 - 7 maanden

Last onder dwangsomen/of boete.

1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60a, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.17

2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van de oudercommissie.

3 De houder zorgt voor naleving van de regeling.

4 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven.18

5 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder.

____________________________

17 De getroffen regeling waarborgt dat aan de behandeling van een klacht van de oudercommissie niet wordt deelgenomen door de houder of door een persoon die werkzaam is voor of bij de houder op wie die klacht betrekking heeft. De artikelen 2, tweede tot en met vijfde lid, zevende lid, en negende lid, 2a, 3c en 4 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector zijn van overeenkomstige toepassing.18 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.