Regeling vervallen per 01-01-2021

BELEIDSREGEL VAARVERBOD BIJ VORST

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2020

Intitulé

BELEIDSREGEL VAARVERBOD BIJ VORST

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRONINGEN

Gezien het voorstel van 11 oktober 2009,

(RO 09.2071785);

HEBBEN BESLOTEN:

de Beleidsregel vaarverbod bij vorst vast te stellen;

Gebruik van de Diepenring

De belangrijkste doorgaande vaarverbinding voor beroepsvaart bij Groningen wordt gevormd door het Van Starkenborgkanaal, Eemskanaal en het Winschoterdiep.

De diepenring van Groningen maakt echter ook deel uit van een netwerk van vaarwegen en sluit aan op Provinciale vaarwegen. Een deel van de diepenring vervult dan ook een verbindingsfunctie voor zowel beroepsvaart als recreatieve schepen. In de praktijk echter blijkt het aantal vaarbewegingen die van deze verbinding gebruik maken in de winter zeer beperkt te zijn. Daarnaast wordt in de winter nog op de Diepenring gevaren door de firma Kool met rondvaartboten en incidenteel door woonschepen die voor onderhoud of reparatie verplaatst worden. Tenslotte is nog sprake van een ontwikkeling waarbij horecagelegenheden “opstapplaatsen” willen realiseren om klanten een tochtje in bijvoorbeeld een sloep aan te kunnen bieden. Dit laatste zal echter in de winter amper spelen.

Benadeling

Een eventuele stremming bij vorst heeft een tweeledig doel: hiermee wordt eventuele schade (door ijsgang) aan kunstwerken, oevers, woonschepen en dergelijke voorkomen en het bevordert het ontstaan van een veilige ijsvloer. Een dergelijke stremming levert beperkingen op voor bovengenoemde gebruikers en dus mogelijk inkomstenderving.

Eén van de beroepsmatige gebruikers van de Diepenring in de winter is het rondvaartbedrijf firma Kool. Hoewel het aantal rondvaarten tijdens de winter bij vorst beperkt is, kan een eventuele stremming natuurlijk leiden tot inkomstenderving. Naar onze mening hoort dit echter bij het normale bedrijfsrisico van een dergelijke onderneming.

De firma Kool is door ons mondeling geïnformeerd over het voornemen om in voorkomende gevallen bij vorst een vaarverbod in te stellen.

Vaarwegen

Buiten de Diepenring zijn er nog een aantal vaarwegen die in aanmerking komen voor een stremming in verband met ijsvorming. Het gaat daarbij om de volgende vaarwegen:

  • -

    Reitdiep vanaf Noorderhaven tot Plataanbrug. Bij de Plataanbrug sluit het gemeentelijk deel aan op het provinciale deel. Omdat doorvaart bij stremming van de Diepenring toch niet mogelijk is en er geen belangrijke beroepsmatige bestemmingen (bedrijven) voor schepen aan deze vaarweg liggen, is stremming naar onze mening mogelijk. Bewoners van de aangrenzende wijken (Vinkhuizen en Paddepoel) kunnen dan via deze vaarweg naar het centrum schaatsen.

  • -

    Hoendiep vanaf Westerhaven tot de Westelijke ringweg waar deze aansluit op de provinciale vaarweg. Ook hier geldt dat een afgesloten Diepenring inhoudt dat beroepsmatig gebruik van dit deel niet meer nodig is.

  • -

    Oosterhamrikkanaal. Deze vaarweg sluit aan op het Van Starkenborgkanaal en vormt geen doorgaande verbinding. Mogelijke beroepsmatige vaarbewegingen naar bestemmingen aan het Oosterhamrikkanaal zijn – zeker in de winter – zeer beperkt en maken een stremming in verband met ijsvorming goed verdedigbaar.

  • -

    Oude Winschoterdiep vanaf de Diepenring tot aan de Euroborg. Doorvaart via de Diepenring is niet mogelijk, maar bedrijven ten zuiden van de Euroborg blijven wel bereikbaar.

Het deel van het Eemskanaal tussen Van Starkenborgkanaal en Diepenring is minder geschikt voor een stremming in verband met ijsvorming omdat de ijsvorming daar zeer langzaam zal verlopen door de breedte en diepte van dit stuk kanaal met daarbij de nabijheid van de Oostersluis (waterverplaatsing) in combinatie met veel beroepsvaart.

In bijgaande tekening is aangegeven welke gemeentelijke vaarwegen in aanmerking komen voor een stremming in verband met ijsvorming.

Criteria

Het is natuurlijk altijd lastig om te bepalen op welk moment een vaarverbod in verband met ijsvorming moet worden ingesteld. Bij beginnende ijsvorming is de kans dat de vorst niet doorzet nog groot en als het vaarverbod te laat komt, is het ijs al gebroken en kan er niet meer prettig geschaatst worden. Daarom stellen wij voor daarbij de volgende criteria te hanteren:

  • a.

    een KNMI-weersverwachting die minimaal voor een periode van vijf dagen aanhoudende matige tot strenge vorst ‘s nachts en maximaal lichte vorst overdag voorspelt;

  • b.

    de weersverwachting onder a wordt minimaal 24 uur gehandhaafd;

  • c.

    vorming van een dun ijslaagje op enkele locaties van wateren waarvoor een vaarverbod kan worden ingesteld.

Voordat daadwerkelijk op grond van deze criteria wordt gestremd zal afstemming worden gezocht met de provincie die de aansluitende vaarwegen in beheer heeft. Dat een stremming op gemeentelijke en provinciale wateren nauw met elkaar samenhangen, zal duidelijk zijn.

Zodra een vaarverbod wordt ingesteld moeten alle direct betrokkenen hiervan ogenblikkelijk in kennis worden gesteld. Doel hiervan is om te voorkomen dat door onwetendheid het ijs alsnog kapot gevaren wordt. In dit geval zou het dan in de eerste plaats gaan om de firma Kool. Daarnaast wordt de beroepsvaart geïnformeerd op de daarvoor gebruikelijke wijze door een stremmingsbericht te sturen naar het RIZA (Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling). Alle landelijke stremmingen zijn te zien op teletekst en www.infocentrum-binnenwateren.nl. Op de daarvoor geëigende plaatsen worden vaarverbodtekens geplaatst. Deze beide acties moeten goed op elkaar worden afgestemd.

Tenslotte zal een bericht worden geplaatst op de gemeentelijke website en de kabelkrant en zal een persbericht naar de media uitgaan.

Zodra een vaarverbod is ingesteld zal ook de handhaving daarop goed geregeld moeten zijn.

Het opheffen van het vaarverbod kan ruim van tevoren worden verwacht. Bepalend hierin is een KNMI-weersverwachting van aanhoudende dooi, en de invloed hiervan op de afname van dikte van het ijs. Zodra het vaarverbod wordt opgeheven, moeten alle belanghebbenden hierover worden geïnformeerd en de geplaatste vaarverbodtekens worden verwijderd.

De juridische grondslag voor een vaarverbod ter voorkoming van schade en ten behoeve van de vorming van een goede en veilige ijsvloer is te vinden in het Besluit Administratieve bepalingen scheepvaartverkeer.

Dit besluit is een nadere uitwerking van de Scheepvaartverkeerswet en het BPR (Binnenvaartpolitiereglement).

Artikel 10 Besluit Administratieve bepalingen scheepvaartverkeer bepaalt dat het bevoegd gezag ingeval van “uitvoering van werken, dreigend gevaar of een andere dringende omstandigheid van voorbijgaande aard” zonder verkeersbesluit stremmingsborden kan plaatsen.

Het voordeel van deze benadering is de slagvaardigheid. Zodra er op basis van de weersverwachting een redelijke kans op schaatsen is, kan onmiddellijk tot stremming worden overgegaan. Het risico dat er waardevolle ijsgroei teniet wordt gedaan door proceduretijd is hiermee minimaal.

De kosten die samenhangen met een dergelijke stremming blijven beperkt tot eenmalig

€1.000,-- ten behoeve van het vervaardigen van stremmingsborden. Deze kosten kunnen worden gedekt uit de begroting van Stadsbeheer.

Overige aandachtspunten

Spuien

Op gezette tijden wordt door de waterschappen overtollig water geloosd richting zee. Bij dit zogenaamde spuien kan een behoorlijke stroming ontstaan die de nadelig is voor de vorming van een ijsvloer. Bij de instelling van een vaarverbod zal dan ook aan de Waterschappen worden verzocht om de frequentie van het spuien op te voeren. Gevolg daarvan is dat er per keer minder water wordt afgevoerd. Dit resulteert in een lagere stroomsnelheid waardoor het ijs niet (aan de onderkant) wordt aangetast.

Veiligheid

Het bepalen of het ijs veilig genoeg is om te betreden blijft altijd een individuele verantwoordelijkheid (betreden op eigen risico). Het is immers ondoenlijk voor ons om op alle plekken de dikte van het ijs te controleren. De kans dat er een zwakke plek over het hoofd gezien wordt, blijft altijd aanwezig en zou kunnen leiden tot aansprakelijkheidsstellingen indien wij deze verantwoordelijkheid naar ons toetrekken.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben ingelicht.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 15 december 2009.
 
 
de burgemeester,                                                            de secretaris,
 
 
 
 
 
Dr. J.P. (Peter) Rehwinkel.                                                H.P. Bakker.