Regeling vervallen per 01-01-2010

Beleidsregel verhaal gemeente Groningen

Geldend van 13-03-2008 t/m 31-12-2009 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2007

Intitulé

BELEIDSREGELS VERHAAL VAN DE GEMEENTE GRONINGEN

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,

(SZ 07.1397972);

 

gezien het voorstel van 22 mei 2007;

 

HEBBEN BESLOTEN:

 

de Beleidsregels verhaal van de gemeente Groningen vast te stellen.

ALGEMEEN

  • 1. Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid genoemd in artikel 13 Invoeringswet Wet werk en bijstand tot het verhalen van de kosten van bijstand in de gevallen en overeenkomstig de regels aangeven in de artikelen 92, tweede en derde lid, tot en met 105 en 141 Algemene bijstandswet (Abw).

BEPERKING VAN DE WETTELIJKE BEVOEGDHEDEN

  • 2. In uitzondering op regel 1 maken Burgemeester en wethouders geen gebruik van de mogelijkheid tot verhaal als genoemd in artikel 93 sub c Abw.

VERHAALSVERPLICHTING EN DRAAGKRACHT

  • 3. Beperking verhaalsverplichting

    De verhaalsverplichting van de ex–echtgenoot en ex–geregistreerd partner, hierna tezamen ex-partner genoemd, wordt vastgesteld met inachtneming van de volgende (beperkende) niet-financiële factoren:

    • 1.

      Er is slechts sprake van een verhaalsverplichting jegens de ex-partner indien er sprake is van causaal verband tussen de echtscheiding en de bijstandsbehoefte van de ex-partner. Bij de vaststelling van het causaal verband wordt de doelstelling van de Wet werk en bijstand (WWB) – werk vóór inkomen - in acht genomen. Naast de inspanning met betrekking tot arbeidsinschakeling van de bijstandsontvangende, worden ook de inspanningen van de gemeente hiertoe beoordeeld.

    • 2.

      Indien er sprake is van een kinderloos huwelijk dat korter heeft geduurd dan vijf jaren en de bijstandsontvangende is de arbeidsverplichting van artikel 9 WWB opgelegd, wordt definitief afgezien van verhaal.

    • 3.

      Indien een kinderloos huwelijk langer heeft geduurd dan vijf jaren, wordt de verhaalstermijn gelijkgesteld aan de helft van de duur van het huwelijk.

    • 4.

      Indien er sprake is van een huwelijk waaruit kinderen zijn geboren, en deze verblijven niet bij bijstandsontvangende, wordt de duur van verhaal met betrekking tot de ex-partner beperkt tot de helft van de duur van het huwelijk.

  • 4. Draagkracht van de verhaalsplichtige

    Bij de draagkrachtberekening zal worden uitgegaan van de Tremanormen als vastgesteld door de werkgroep alimentatienormen van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak.

    Indien de verhaalsplichtige geen of onvoldoende informatie verstrekt, en uit het onderzoek geen gegevens kunnen worden achterhaald, wordt er een ambtshalve verhaalsbijdrage opgelegd.

    Indien de verhaalsplicht (mede) de ex-partner betreft, wordt een verhaalsbijdrage opgelegd ter hoogte van de bruto verstrekte en nog te verstrekken bijstand.

    Indien de verhaalsplicht alleen betrekking heeft op minderjarige kinderen, wordt op basis van de CBS - NIBUD tabel eigen aandeel kosten van kinderen een bijdrage opgelegd. Hierbij wordt aangenomen dat de verhaalsplichtige over het maximale netto besteedbaar maandinkomen beschikt.

  • 5. Ingangsdatum verhaalsbijdrage

    Als ingangsdatum van de eventueel op te leggen verhaalsbijdrage zal gelden de eerste of vijftiende van de maand, volgend op de dag waarop de eerste aanschrijving wordt verzonden.

  • 6. Afzien van verhaal

    • 1.

      Indien uit vooronderzoek blijkt dat verhaalsplichtige over onvoldoende inkomen beschikt om een verhaalsbijdrage op te kunnen leggen, wordt voorlopig afgezien van verhaal wegens het ontbreken van draagkracht.

    • 2.

      Indien uit de verhaalsberekening blijkt dat het te verhalen bedrag of de verhaalsbijdrage minder bedraagt dan het, door het ministerie van SZW vastgestelde, kruimelbedrag wordt voorlopig afgezien van verhaal.

    • 3.

      Indien de verhaalsplichtige al alimentatie betaalt (vrijwillig of op basis van een rechterlijke uitspraak) en het verschil tussen de berekende bijdrage en de al betaalde alimentatie bedraagt minder dan het kruimelbedrag, wordt voorlopig afgezien van verhaal.

HERONDERZOEK

  • 7. Na een termijn van achttien maanden na datum verhaalsbesluit wordt eenheronderzoek uitgevoerd.

    Als de verhaalsplichtige niet is aangeschreven, geldt de datum van de verhaalsrapportage.

    In de volgende gevallen wordt op deze regel een uitzondering gemaakt.

    • 1.

      Indien uit onderzoek blijkt dat verhaalsplichtige in het buitenland woonachtig is, en uit onderzoek blijkt dat het aannemelijk is dat deze zich niet (meer) in Nederland zal vestigen, wordt afgezien van het doen van heronderzoeken.

    • 2.

      Indien er sprake is van een verhaalsbijdrage die is vastgesteld door de rechter, wordt er geen heronderzoek gedaan.

    • 3.

      Indien er voorlopig wordt afgezien van verhaal op grond van dringende reden, zal er uiterlijk na een termijn van zes maanden worden onderzocht of er van een dringende reden nog steeds sprake is.

    • 4.

      Indien verhaald wordt conform een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud (artikel 96 Abw) wordt er geen heronderzoek verricht.

INVORDERING NA GERECHTELIJKE UITSPRAAK

  • 8. Invordering in afwijking van de verhaalstitel

    Indien verhaalsplichtige, nadat door de rechter een verhaalsbijdrage is opgelegd, een bijstandsuitkering ontvangt, wordt afgezien van invordering van de lopende verhaalsbijdrage.

  • 9. Buiten invordering stellen van verhaalsbijdragen

    • 1.

      indien er sprake is van een achterstand, wordt de vordering buiten invordering gesteld indien de verhaalsplichtige gedurende een termijn van drie jaar heeft afbetaald met toepassing van de beslagvrije voet;

    • 2.

      indien een verhaalsplichtige komt te overlijden, wordt de restantvordering buiten invordering gesteld.

  • 10. Slotbepaling

    Hoofdstuk 18 van het beleidsinstructieboek Marge is Regel augustus 2003 vervalt.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 juli 2007.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 5 juni 2007.
 
 
De burgemeester,                                                   De secretaris,
 
 
 
 
J. Wallage.                                                              H.P. Bakker.

Bijlage: Artikelen 92, 2e en 3e lid, tot en met 105 en 141 Algemene bijstandswet (Abw)

Bijlage: Artikelen 92, 2e en 3e lid, tot en met 105 en 141 Algemene bijstandswet (Abw)

TOELICHTING BELEIDSREGELS VERHAAL

Toelichting beleidsregels verhaal