Regeling vervallen per 22-09-2015

Beleidsregels toepassing wegingsfactoren proceskosten in belastingzaken

Geldend van 14-12-2006 t/m 21-09-2015

Intitulé

BELEIDSREGELS TOEPASSING WEGINGSFACTOREN PROCESKOSTEN IN BELASTINGZAKEN

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN;

gelet op art. 1:3, vierde lid, Awb, art. 7:15 Awb en art. 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a, Besluit proceskosten bestuursrecht juncto onderdeel C.1. van de bij dat Besluit behorende bijlage;

HEEFT BESLOTEN:

de volgende ‘Beleidsregels toepassing wegingsfactoren proceskosten in belastingzaken’ vast te stellen.

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder een belastingbedrag:

    • a.

      het bedrag van een belastingaanslag tezamen met de bij de belastingaanslag opgelegde bestuurlijke boete, of:

    • b.

      indien geen belastingaanslag is vastgesteld, maar wel een bestuurlijke boete is opgelegd: het bedrag van de boete, of:

    • c.

      het bedrag van de belasting die op aangifte is voldaan. Onder een belastingaanslag wordt mede verstaan een bedrag als bedoeld in art. 233a, tweede lid, aanhef en onderdeel a, Gemeentewet.

  • 2. Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt een zaak aangemerkt als

    • a.

      zeer licht indien in geschil is:

      • 1.

        een belastingbedrag van minder dan € 450, of:

      • 2.

        een waarde van minder dan € 45.000

      • 3.

        een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van minder dan € 450 dan wel met een waarde van minder dan € 45.000; 

    • b.

      licht indien in geschil is:

      • 1.

        een belastingbedrag van € 450 of meer, maar minder dan € 900, of:

      • 2.

        een waarde van € 45.000 of meer, maar minder dan € 90.000, of:

      • 3.

        een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 450 of meer, maar minder dan € 900, dan wel met een waarde van € 45.000 of meer, maar minder dan € 90.000;

    • c.

      gemiddeld indien in geschil is:

      • 1.

        1. een belastingbedrag van € 900 of meer, maar minder dan € 6.750, of:

      • 2.

        een waarde van € 90.000 of meer, maar minder dan € 675.000, of:

      • 3.

        een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 900 of meer, maar minder dan € 6.750, dan wel met een waarde van € 90.000 of meer, maar minder dan € 675.000;

    • d.

      zwaar indien in geschil is:

      • 1.

        een belastingbedrag van € 6.750 of meer, maar minder dan € 22.500, of:

      • 2.

        een waarde van € 675.000 of meer, maar minder dan € 2.250.000, of

      • 3.

        een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 6.750 of meer, maar minder dan € 22.500, dan wel met een waarde van € 675.000 of meer, maar minder dan € 2.250.000;

    • e.

      zeer zwaar indien in geschil is:  

      • 1.

        een belastingbedrag van € 22.500 of meer, of:

      • 2.

        een waarde van € 2.250.000 of meer, of 

      • 3.

        een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 22.500 of meer, dan wel met een waarde van € 2.250.000 of meer.      

  • 3. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 4. Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels toepassing wegingsfactoren proceskosten in belastingzaken’.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 28 november 2006.
 
 
De burgemeester,                              De secretaris,
 
 
J. Wallage                                         H.P. Bakker.

Toelichting

Toelichting

Nota-toelichting

2011-10-04

Nota-toelichting

Nota-toelichting

Nota-toelichting