Regeling vervallen per 01-01-2021

BELEIDSREGELS REINIGINGSRECHTEN

Geldend van 18-01-2001 t/m 31-12-2020

Intitulé

BELEIDSREGELS REINIGINGSRECHTEN

Het college van burgemeester en wethouders van Groningen;

(DI 00.75489)

gezien het voorstel van 31 oktober 2000;

Artikel 4 van de Verordening reinigingsrechten,

HEBBEN BESLOTEN:

vast te stellen de volgende beleidsregels inzake het opleggen van aanslagen reinigingsrechten:

  • I. Beleidsregels in gevallen waarin de gebruiker van een perceel aangeeft dat daar geen afvalstoffen worden aangeboden aan de inzameldienst:

    • 1.

      Geen aanslag reinigingsrecht wordt opgelegd in de volgende gevallen:

      • a.

        Het bedrijfsafval dat ontstaat wordt meegenomen naar huis buiten de gemeente Groningen en aldaar aangeboden aan de inzameldienst ter plaatse; de gebruiker overlegt op verzoek een schriftelijke verklaring van de gemeente waar het bedrijfsafval wordt afgegeven; uit de verklaring dient te blijken dat de betreffende gemeente ermee instemt dat het bedrijfsafval binnen haar grondgebied wordt aangeboden aan de inzameldienst ter plaatse.

      • b.

        Het perceel staat leeg; de eigenaar van het perceel overlegt op verzoek een kopie van het bewijs van uitschrijving uit het register van de Kamer van Koophandel; indien het perceel verhuurd is geweest overlegt de eigenaar op verzoek een kopie van de beëindiging van de huurovereenkomst.

      • c.

        Indien de gebruiker van het perceel gebruik maakt van de containers van de gebruiker van een ander perceel; de eigenaar van het perceel overlegt op verzoek een schriftelijke verklaring van de gebruiker van het andere perceel waaruit blijkt dat de laatste gebruiker ermee instemt dat de eerste gebruiker al het bedrijfsafval afvoert via de container van de laatste gebruiker.

      • d.

        Het perceel wordt uitsluitend gebruikt als pakhuis, opslagplaats voor materieel of materiaal, of het perceel wordt uitsluitend gebruikt voor de stalling van auto’s; voorwaarde is dat de gebruiker van het perceel dit gebruik voldoende aannemelijk maakt en dat er geen afvalstoffen ontstaan.

      • e.

        Het bedrijfsafval dat op het perceel ontstaat wordt middels de toeleveringswagen mee teruggenomen naar een distributiecentrum; de gebruiker van het perceel overlegt op verzoek een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat alle bedrijfsafvalstoffen op grond van schriftelijke werkafspraken op deze wijze worden afgevoerd.

    • 2.

      De aanslag reinigingsrechten wordt onverminderd opgelegd in de volgende gevallen:

      • a.

        Het bedrijfsafval wordt mee naar huis genomen binnen de gemeente Groningen en daar afgegeven aan de inzameldienst.

      • b.

        Het bedrijfsafval wordt in deelstromen afgevoerd; indien uit een schriftelijke verklaring blijkt dat de deelstromen worden afgegeven aan een andere erkende inzamelaar, dan kan op grond daarvan de hoogte van de aanslag reinigingsrechten worden aangepast overeenkomstig de hoeveelheid restafval; in ieder geval blijft echter het minimumtarief verschuldigd, overeenkomende met vier huisvuilzakken per week.

      • c.

        Er ontstaat minder bedrijfsafval omdat het bedrijf maar enkele dagen per week is geopend.

  • II. Beleidsregels in gevallen waarin de gebruiker van een perceel aangeeft bezwaar te hebben tegen de hoogte van de aanslag:

    Geen aanslag, dan wel een verminderde aanslag wordt opgelegd in de volgende gevallen:

    • a.

      De gebruiker van het perceel verklaart dat er minder bedrijfsafval wordt afgegeven dan de hoeveelheid die overeenkomt met de hoogte van de aanslag; indien dit aannemelijk is, dan wordt de aanslag overeenkomstig verminderd.

    • b.

      Alle bedrijfsafvalstoffen worden via een tweede locatie van het bedrijf afgevoerd; indien dit aannemelijk is, dan wordt geen aanslag opgelegd.

  • III. Beleidsregel bij afgifte aan een andere erkende inzamelaar:

    Geen aanslag wordt opgelegd in het volgende geval. De gebruiker van een perceel verklaart dat het bedrijfsafval wordt afgegeven aan een andere erkende inzamelaar van afvalstoffen; de gebruiker overlegt op verzoek (periodiek) een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat de gebruiker een overeenkomst heeft met een andere erkende inzamelaar en dat die inzamelaar alle bij de gebruiker vrijkomende bedrijfsafvalstoffen inzamelt.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de B&W-vergadering van 19 december 2000.
 
 
De burgemeester,                                                    De secretaris,
 
 
 
 
J. Wallage.                                                                A. Wink.