Beleidsregels ten aanzien van de handelswijze bij klachten van derden over ambtenaren

Geldend van 13-04-2000 t/m heden

Intitulé

BELEIDSREGELS TEN AANZIEN VAN DE HANDELWIJZE BIJ KLACHTEN VAN DERDEN OVER AMBTENAREN

Hierbij informeren wij u over Beleidsregels ten aanzien van de handelwijze bij klachten van derden over ambtenaren.

Wij hebben met ingang van 13 april 2000 het onderstaande beleid vastgesteld.

  • 1.

    De inhoud van elke klacht van een derde over een ambtenaar die ter kennis komt van het college - tenzij deze kennelijk ongegrond of niet van enig belang is - wordt medegedeeld aan de desbetreffende ambtenaar.

  • 2.

    Dit geldt zowel voor schriftelijke als voor mondelinge klachten.

  • 3.

    Daarbij krijgt de ambtenaar het recht mondeling of schriftelijk zijn oordeel over de klacht te geven.

  • 4.

    De ambtenaar krijgt te allen tijde het recht zich in het openbaar te verweren tegen uitlatingen in het openbaar gedaan over hem in zijn hoedanigheid van ambtenaar.

  • 5.

    Onder uitlatingen over de ambtenaar worden mede begrepen uitlatingen over door de ambtenaar uitgebrachte adviezen.

  • 6.

    De manier waarop het verweer gevoerd wordt, wordt in overleg met de ambtenaar bepaald.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de B&W-vergadering van 8 februari 2000.

Toelichting

Omdat de lagere regelgeving (artikel 15:1:14 oud ARG) in sommige opzichten verder ging dan hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) adviseert het LOGA aanvullend de volgende handelwijze, welke eerder voortvloeide uit volledige toepassing van artikel 15:1:14 ARG, ook te blijven aanhouden, in aanvulling op de bepalingen van hoofdstuk 9 AWB.

Wij hopen u met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.