Beleidsregels categoriale bijzondere bijstand aan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2009

1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

• b.

  het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;

• c.

  de raad: de gemeenteraad van Groningen;

• d.

  belanghebbende: een persoon als bedoeld in artikel 2;

• e.

  verstrekking: categoriale bijzondere bijstand voor verborgen kosten die samenhangen met het hebben van een handicap of chronische ziekte of het behoren tot de leeftijdgroep van 65 jaar en ouder;

• f.

  echtgenoot: degene die gehuwd of ongehuwd met belanghebbende een gezamenlijke huishouding voert als bedoeld in artikel 3 van de wet;

• g.

  langdurig: ten minste zes maanden;

• h.

  peiljaar: kalenderjaar 2009;

• i.

  peilmaand: augustus 2009.

2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

1. De gemeente verstrekt de bijzondere bijstand als bedoeld in deze beleidsregels ambtshalve aan bij de dienst SOZAWE bekende personen van wie bekend is dat zij onder de doelgroep vallen.

2. Voor degenen die niet ambtshalve bijzondere bijstand zoals bedoeld in het vorige lid hebben ontvangen, geldt een aanvraagtermijn zoals bedoeld in artikel 8 van deze beleidsregels.

3. De gemeente maakt door middel van een advertentie in de Groninger Gezinsbode bekend vanaf welk moment en gedurende welke periode en via welke procedure belanghebbende een aanvraag kan indienen.

4. De belanghebbende zoals bedoeld in lid 2 dient een aanvraag in bij het college onder overlegging van de bij de aanvraag vereiste bewijsstukken.

5. Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

1. De belanghebbende als bedoeld in artikel 2 aanhef en onderdeel a beschikt over een van de volgende indicaties:

• a.

  aan belanghebbende is een voorziening toegekend op grond van artikel 2, eerste lid van de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) of de betreffende bepaling in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO);

• b.

  belanghebbende beschikt over een indicatie op grond van het Besluit zorgaanspraken AWBZ met uitzondering van de artikelen 17 en 18, voor langdurig gebruik toegekend in het peiljaar;

• c.

  belanghebbende beschikt over een gehandicaptenparkeerkaart of gehandicaptenparkeerplaats als genoemd in artikel 3 en 4 van de Parkeerverordening gemeente Groningen 1998, toegekend in het peiljaar;

• d.

  belanghebbende heeft in 2009 een tegemoetkoming ontvangen op grond van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten.

• e.

  aan belanghebbende is in het peiljaar langdurig bijzondere bijstand op grond van de wet toegekend in verband met een chronische ziekte of handicap;

• f.

  belanghebbende heeft een door een apotheker in het peiljaar afgegeven medicijnlijst;

• g.

  belanghebbende heeft een diabetespaspoort;

  of, als belanghebbende op grond van een van de voorgaande criteria niet kan aantonen tot de doelgroep van artikel 2 onderdeel a te behoren:

• h.

  belanghebbende overlegt een door hemzelf geschreven verklaring waaruit blijkt dat hij een chronische ziekte of een handicap heeft, dit ter beoordeling van het college. Voor de beoordeling van de eigen verklaring wordt zo nodig advies ingewonnen bij een arts van het Centraal Meldpunt Zorg van de gemeente Groningen.

1. Voor de verstrekking komt in aanmerking de belanghebbende als bedoeld in artikel 2 die, alleen dan wel indien gehuwd tezamen met diens echtgenoot, in de peilmaand beschikt over:

• a.

  een netto maandinkomen (exclusief vakantiegeld) lager dan € 991,00 voor een alleenstaande, € 1.274,00 voor een alleenstaande ouder en € 1.415,00 voor gehuwden jonger dan 65 jaar dan wel een netto maandinkomen (exclusief vakantiegeld) lager dan € 1.087,00 voor een alleenstaande, € 1.369,00 voor een alleenstaande ouder en € 1.495,00 voor gehuwden van 65 jaar of ouder, en

• b.

  een vermogen lager dan € 5.455,00 voor een alleenstaande en lager dan € 10.910,00 voor een alleenstaande ouder en gehuwden.

2. Het algemene draagkrachtbeleid op grond van de wet zoals dit door de raad is vastgesteld op 19 juli 2006 is op onderhavige verstrekking niet van toepassing. 

3. Wanneer in de afgelopen 24 maanden al eerder een inkomenstoets in het kader van een gemeentelijke regeling heeft plaatsgevonden en daarbij is vastgesteld dat het inkomen niet hoger is dan het relevante toetsbedrag, wordt het inkomen niet opnieuw getoetst.