Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening eigen bijdragen Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang Groningen 2012

Geldend van 01-01-2000 t/m 31-12-2014

Intitulé

VERORDENING EIGEN BIJDRAGEN MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN VROUWENOPVANG GRONINGEN 2012

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,

GR 12.2949545;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Groningen;

overwegende dat de wettelijke grondslag geregeld moet worden om cliënten van instellingen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang een eigen bijdrage op te kunnen leggen;

Gelet op artikel 1, lid 1 aanhef en onder c, d en g sub7, artikel 8 en artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), artikel 4, 4.6, en 4.7 van het Besluit maatschappelijk ondersteuning (Bmo), artikel 1, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, en 30 van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en hoofdstuk 4 van de Wet investeren in jongeren (WIJ);

BESLUIT:

vast te stellen de Verordening eigen bijdragen Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang Groningen 2012.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;

    • c.

      Maatschappelijke opvang: het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door één of meer problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;

    • d.

      Vrouwenopvang: het tijdelijk bieden van onderdak en begeleiding aan vrouwen die, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld;

    • e.

      Instelling: een instelling die maatschappelijke opvang of vrouwenopvang aanbiedt:

    • f.

      Inrichting: een instelling die zich volgens haar doelstelling en feitelijke werkzaamheden richt op het bieden van slaapgelegenheid, waarbij de mogelijkheid van hulpverlening of begeleiding gedurende meer dan de helft van ieder etmaal aanwezig is.

    • g.

      De cliënt:  de natuurlijke persoon van 18 jaar of ouder die, eventueel samen met minderjarige kinderen, gebruik maakt van het in deze verordening omschreven aanbod van een instelling;

    • h.

      Voltijdopvang: een tijdelijk verblijf gedurende een volledig etmaal of langer, voor mensen die dakloos of thuisloos zijn. De voltijdopvang omvat onderdak, slaapgelegenheid, voeding en begeleiding op diverse aspecten;

    • i.

      Crisisopvang: het bieden van tijdelijke voltijdopvang in een crisissituatie door een instelling;

    • j.

      Nachtopvang: een onder condities openbaar toegankelijk nachtverblijf bedoeld voor verblijf van één nacht door mensen die dakloos zijn. Dit kan inclusief gebruik van maaltijden, kledingruil en/of douche zijn;

    • k.

      Dagopvang: een onder condities openbaar toegankelijk dagverblijf bedoeld voor verblijf gedurende een beperkte periode van de dag, voor mensen die dak- of thuisloos zijn. Dit kan inclusief koffie, thee of een beperkte maaltijd zijn;

    • l.

      Bijstandsnorm en inkomensvoorzieningsnorm: de van toepassing zijnde norm zoals bedoeld in de Wet werk en bijstand (WWB), dan wel de Wet investeren in jongeren (WIJ), vermeerderd of verminderd met de op grond van die wetten door het college vastgestelde verhoging of verlaging en eventueel aangevuld met bijzondere bijstand op grond van artikel 12 van de WWB, exclusief vakantiegeld;

    • m.

      Inkomen: de inkomsten van de cliënt uit andere bronnen dan een bijstandsuitkering op grond van de WWB of een inkomensvoorziening op grond van de WIJ, exclusief vakantiegeld;

    • n.

      Norm persoonlijke uitgaven  : de van toepassing zijnde normbedragen ingevolge artikel 23 lid 1 (zak- en kleedgeld) en artikel 23 lid 2 (kosten premie zorgverzekering) van de WWB, exclusief vakantiegeld;

    • o.

      Bijdrage: de eigen bijdrage die de cliënt verschuldigd is op basis van deze verordening.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze verordening regelt de bijdrage in de Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang en is van toepassing op alle instellingen voor Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang die voltijdopvang en crisisopvang aanbieden in de provincie Groningen en tevens daarvoor subsidie ontvangen van de gemeente Groningen.

Artikel 3 Hoogte van de bijdrage

  • 1. Gedurende het gebruik maken van door een instelling aangeboden voltijdopvang en crisisopvang is de cliënt een bijdrage verschuldigd in de kosten van de opvang.

  • 2. De bijdrage wordt geheven per maand. De bijdrage is verschuldigd voor iedere dag of gedeelte van een dag waarop de cliënt gebruik maakt van voltijdopvang en /of crisisopvang van de instelling.

  • 3. De bijdrage van de cliënt met een bijstandsuitkering of een inkomensvoorziening wordt geïnd door het college via het inhouden van de bijdrage op de uitkering of inkomensvoorziening van de cliënt. Deze inningsbevoegdheid kan worden (onder)gemandateerd aan een ondergeschikte dan wel een niet ondergeschikte.

  • 4. De bijdrage voor voltijdopvang en voor crisisopvang is het verschil tussen de relevante bijstandsnorm of WIJ en de norm voor persoonlijke uitgaven die de cliënt bij opname in een inrichting zou ontvangen volgens artikel 23 WWB.

  • 5. Voor dagopvang, nachtopvang en noodopvang voor vrouwen voor maximaal drie dagen is geen bijdrage verschuldigd.

  • 6. Indien de Vrouwenopvang, vanwege het voorkomen van traceerbaarheid van de cliënt als tussenverhuurder fungeert, wordt dit gezien als zelfstandig wonen.

Artikel 4 Nadere regels

Het college kan in elk geval nadere regels vaststellen ten aanzien van de inning van de bijdragen, de hoogte van de bijdragen en de bijzondere omstandigheden.

Artikel 5 Bijzondere omstandigheden

Het college kan besluiten om de bijdrage te verminderen als het op basis van bijzondere persoonlijke omstandigheden de hoogte van de bijdrage onredelijk vindt. Artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op bekendmaking in het staatsblad van de wijziging van de WMO om te regelen, dat eigen bijdragen voor maatschappelijke- en vrouwenopvang door gemeenten door verordening worden geregeld. (nr. 32439).

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening eigen bijdragen Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang 2012.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 28 maart 2012.
 
 
De griffier,                                                       De voorzitter,
 
 
 
 
 
drs. A.G.M. (Toon) Dashorst.                              dr. J.P. (Peter) Rehwinkel.
 

TOELICHTING VERORDENING EIGEN BIJDRAGEN MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN VROUWENOPVANG GRONINGEN 2012

Toelichting Verordening eigen bijdragen Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang Groningen 2012