Regeling vervallen per 01-01-2020

NADERE REGELING ARBEIDSTIJDVERKORTING OUDERE MEDEWERKERS (60+)

Geldend van 26-10-2012 t/m 31-12-2019

Intitulé

NADERE REGELING ARBEIDSTIJDVERKORTING OUDERE MEDEWERKERS (60+)

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN,

(DI 12.3030353);

gezien het voorstel van 2 april 2012;

HEEFT BESLOTEN:

vast te stellen de ‘Nadere regeling arbeidstijdverkorting oudere medewerkers (60+), ter vervanging van de circulaires 20 april 1972, 2 oktober 1972 en 10 april 1974 over dit onderwerp en ter uitvoering van artikel 4.1 ARG.

Artikel 1

Aan medewerkers van 60 jaar en ouder kan desgevraagd de faciliteit worden verleend dagelijks een half uur korter te werken. Beoogd wordt de dagelijkse arbeidsbelasting van de ouder wordende medewerker te verlichten.

Artikel 2

De faciliteit houdt in dat de medewerker

  • -

    ofwel 's morgens een half uur later mag beginnen;

  • -

    ofwel de middagpauze met een half uur mag verlengen;

  • -

    ofwel 's middags een half uur eerder mag stoppen.

Artikel 3

Voor deeltijders is de werktijdverkorting naar rato van het aantal uren dat op een dag wordt gewerkt. Werkt een deeltijder 4 uur per dag dan wordt de werktijdvermindering op die dag 4/8 deel van 30 minuten, dus 15 minuten.

Artikel 4

Niet opgenomen halve uren (of de naar rato delen daarvan) mogen niet worden opgespaard. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij ploegendienst, kan desgevraagd compensatie in vrije tijd worden gegeven.

Artikel 5

De faciliteit wordt alleen verleend nadat de medewerker schriftelijk heeft verklaard geen bezoldigde nevenfunctie te vervullen.

Artikel 6

Het verrichten van overwerk verdraagt zich in principe niet met de behoefte tot korter werken. Wanneer onvoorziene omstandigheden het echter noodzakelijk maken dat overwerk moet worden opgedragen aan degene aan wie de faciliteit van arbeidstijdverkorting is verleend, dient -met in achtneming van de overige ter zake geldende bepalingen- het halve uur (of het naar rato deel daarvan), waarover geen vrijaf kan worden gegeven, te worden aangemerkt als overwerk.

Artikel 7

Conform artikel 6.2.1 ARG en de artikelen 2 en 3 van het Verlofreglement vervallen bij verlening van deze faciliteit alle leeftijdverlofdagen.

Artikel 8

Jaarlijks kan de medewerker uiterlijk op 1 november van het betreffende jaar voor het daarop volgende jaar kiezen voor het gebruik maken van deze faciliteit, dan wel voor het stopzetten van deze faciliteit en het laten toekennen van de leeftijdverlofdagen voor betreffend jaar.

Artikel 9

De circulaires van 20 april 1972, 2 oktober 1972 en 10 april 1974 over dit onderwerp worden hierbij ingetrokken.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 12 juni 2012.
 
 
De logo burgemeester,                                       De secretaris,
 
 
 
 
 
mr. F. (Frank) de Vries.                                       drs. M.A. (Maarten) Ruys.