Verordening begrafenisrechten gemeentelijke begraafplaatsen 2010

1. Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een bepaalde grafruimtewordt geheven:

• a.

  indien het betreft een grafruimte, deel uitmakende van een familiegrafruimte € 11.588,00

  vermeerderd met, voor elke m² grond, een gedeelte van een m² voor een gehelegerekend, welke ingevolge het bepaalde in artikel 6.2, tweede lid,van de beheersverordening beschikbaar wordt gesteld € 638,00

• b.

  indien het betreft een huurgrafruimte bestaande uit drie verdiepingen,uitgegeven voor de tijd van 30 jaar € 2.165,00

• c.

  indien het betreft een huurgrafruimte bestaande uit één verdieping,uitgegeven voor de tijd van 30 jaar € 1.598,00

• d.

  indien het betreft een kinderhuurgraf, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar € 638,00

• e.

  indien het betreft een huurgrafruimte op het gedeelte van de begraafplaatsbestemd voor het begraven van stoffelijke overschotten van Islamieten,uitgegeven voor de tijd van 30 jaar € 1.598,00

• f.

  indien het betreft een kinderhuurgraf op het gedeelte van de begraafplaatsbestemd voor het begraven van stoffelijke overschotten van Islamieten,uitgegeven voor de tijd van 30 jaar € 638,00

2. Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot bijzetten van een asbuswordt geheven:

• a.

  indien het betreft een huurgrafruimte op het urnenveld, sierurnenveldof in de urnenmuur, uitgegeven voor een tijd van 30 jaar € 1.218,00

• b.

  indien het betreft een huurgrafruimte op het urnenveld, sierurnenveldof in de urnenmuur, uitgegeven voor een tijd van 20 jaar € 810,00

• c.

  indien het betreft een kinderhuururnengraf uitgegeven voor een tijd van 30 jaar € 426,00

• d.

  indien het betreft een kinderhuururnengraf uitgegeven voor een tijd van 20 jaar € 283,00

3.

• a.

  Voor elke verlenging van het uitsluitend recht tot begraven met 10 jaar,als bedoeld in artikel 6.4 van de beheersverordening, voor een huur-grafruimte uitgegeven voor de tijd van 80, 60, 40, 30 en 20 jaar wordtgeheven € 752,00

4. Voor een verlenging van het uitsluitend recht tot begraven in een grafruimtewaarvan het aantal beschikbare huurjaren op het moment van begravenminder dan 10 jaar is, wordt geheven

• a.

  indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 1 jaar

  € 73,00

• b.

  indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 2 jaren

  € 149,00

• c.

  indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 3 jaren

  € 223,00

• d.

  indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 4 jaren

  € 299,00

• e.

  indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 5 jaren

  € 373,00

• f.

  indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 6 jaren

  € 448,00

• g.

  indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 7 jaren

  € 522,00

• h.

  indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 8 jaren

  € 598,00

• i.

  indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 9 jaren

  € 671,00

5. Voor elke verlenging van het uitsluitend recht tot begraven met 10 jaarvoor een kinderhuurgraf, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar, wordtgeheven € 211,00

6. Voor elke verlenging van het uitsluitend recht tot bijzetten van een

asbus met 10 jaar voor een huurgrafruimte op het urnenveld, uitgegevenvoor de tijd van 30 jaar, wordt geheven € 143,00

7. Voor elke verlenging van het uitsluitend recht tot begraven met 10 jaarvoor een één-verdiepingsgraf, uitgegeven voor de tijd van 30 jaarwordt geheven € 498,00

8. Voor elke verlenging van het uitsluitend recht tot begraven met 10 jaarvoor een kinderurnengraf, uitgegeven voor de tijd van 20 en 30 jaar wordtgeheven € 141,00

1. Voor het begraven van een stoffelijk overschot op maandag tot en met

vrijdag op de gewone uren van begraven wordt geheven, indien het betreft:

• a.

  het begraven in een familiegrafruimte of een huurgrafruimte € 693,00

• b.

  het begraven in een kinderhuurgraf € 318,00

• c.

  het begraven in een algemeen kindergraf € 100,00

2. Voor het bijzetten van asbus op maandag tot en met vrijdag op de gewone urenvan begraven wordt geheven, indien het betreft:

• a.

  het bijzetten in een familiegrafruimte of een huurgrafruimte € 289,00

• b.

  het bijzetten in een kinderhuurgraf of een algemeen kindergraf € 143,00

• c.

  het bijzetten in een daartoe bestemde grafruimte op het urnenveld € 62,00

• d.

  het bijzetten in de daartoe bestemde grafruimte op het kinderveld € 62,00

• e.

  het bijzetten van een sierurn op een familiegrafruimte of een huurgrafruimte € 62,00

3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt:

• a.

  voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenenof kort na de geboorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte, diein één kist worden begraven, slechts éénmaal het recht geheven;

• b.

  voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenenof kort na de geboorte overleden zuigelingen, die tegelijk met de bij ofkort na de bevalling overleden moeder in één kist worden begraven, wordtgeen recht geheven.

1. Voor het tijdens een rouwplechtigheid gebruik maken van het in de aulaaanwezige orgel wordt geheven: € 83,00

2. Voor het tijdens een rouwplechtigheid gebruik maken van de in de

aula aanwezige geluidsinstallatie: € 44,00

1. Voor het opgraven van een stoffelijk overschot, daaronder eventueel begrepen het herbegraven op een gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Groningen, wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan de opgraving aan de opdrachtgever meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2. Het in het eerste lid bedoelde recht wordt niet geheven voor het op rechterlijk gezag opgraven en weer in dezelfde grafruimte begraven van een stoffelijk overschot.

1. Voor het op aanvraag van de rechthebbende schudden van een familiegrondgraf, wordt gehevenhet bedrag van de voorafgaand aan de ruiming aan de rechthebbende meegedeelde kosten, blijkend

uit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2. Voor het sluiten van een graf op aanvraag van de rechthebbende wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan het sluiten aan rechthebbende meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester enwethouders is opgesteld.

1. Voor de afvoer van grond ten behoeve van het stichten van een grafkelderwordt per grafruimte geheven € 459,00

2. Voor het reinigen en wit verven van een grafkelder wordt geheven

€ 83,00

3. Voor het aanbrengen van een houten vlonder in een grafkelder wordt geheven € 260,00

4. Voor het graven van de ruimte ten behoeve van het stichten van een urnenkelderen het vervoer van de grond wordt per grafruimte geheven € 211,00

5. Voor het reinigen en wit verven van een urnenkelder wordt geheven € 24,00

6. Voor het plaatsen van een urnenkelder in een kinderurnengraf wordt geheven € 141,00

1. Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op eengrafruimte, niet zijnde een huurgrafruimte op het urnenveld, wordt geheven € 113,00

2. Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op eenurnengrafruimte, wordt geheven € 55,00

3. Voor het op een grafruimte aanbrengen van een betonstrook, als bedoeldin artikel 6.10.1b van de beheersverordening, wordt geheven € 33,00

1. Voor het aanbrengen van een beplanting op een grafruimte, niet zijndeeen kinderhuurgraf of een algemene kindergrafruimte, wordt geheven € 229,00

2. Voor het aanbrengen van een beplanting op een kinderhuurgraf wordt geheven € 158,00

3. Voor het aanbrengen van een beplanting op een algemene kindergrafruimtewordt geheven € 17,00

4. Voor het schoonhouden van een op een algemene kindergrafruimte geplaatstegrafsteen, kleine herstellingen daaronder begrepen, alsmede voor hetonderhouden van de op die grafruimte aanwezige beplanting, wordt eenéénmalig recht geheven van € 55,00

1. Voor het lichten en herplaatsen van een opstal wegens een begraving of

asbusbijzetting, niet zijnde een asbusbijzetting in een huurgrafruimte op

het urnenveld, wordt geheven € 180,00

2. Voor het lichten en herplaatsen van een opstal wegens een tweede, derde ofvierde asbusbijzetting in een huurgrafruimte op het urnenveld wordt geheven € 49,00

1. Voor het van gemeentewege schoonhouden van de op de grafruimten geplaatste voor-werpen, eenvoudige herstellingen daaronder begrepen, alsmede het onderhouden van

de daarop aanwezige beplantingen wordt, indien het betreft een voorwerp ofbeplanting op een grafruimte, niet zijnde een kinderhuurgraf of een huurgrafruimte op het urnenveld, per belastingjaar geheven:

• a.

  voor een staande steen, een staand kruis of een achterstuk

  € 31,80

• b.

  voor een liggende zerk € 43,20

• c.

  voor een stel banden of hoge plinten € 26,70

• d.

  voor palen al of niet met bronzen stangen € 17,10

• e.

  voor marmergruis of soortgelijk materiaal € 26,70

• f.

  voor een bloembak, geen onderdeel vormend van de overige grafbeplanting € 37,80

• g.

  voor een graftuin € 68,70

• h.

  voor een buxushaag, geen onderdeel vormend van de overige grafbeplanting € 31,80

• i.

  voor het verven van letters en/of symbolen € 54,60

• j.

  voor een sierurn € 24,00

• k.

  voor enig in dit lid niet nader omschreven voorwerp € 26,70

2. Indien het een voorwerp of beplanting betreft op een kinderhuurgrafruimte wordt2/3 van de in het eerste lid genoemde bedragen geheven.

3. Indien de opstal zich uitstrekt over meer dan één grafruimte wordt ten aanzien vanelke grafruimte meer bovendien de helft van het ingevolge het eerste lid  c.q. hettweede lid verschuldigde recht geheven.

4. Indien het een huurgrafruimte op het urnenveld of een kinderurnengraf betreftwordt, voor het schoonhouden van de grafsteen en het maaien van het gras rondomde grafsteen, per belastingjaar geheven € 41,70

5. Indien de grafruimte is uitgegeven voor onbepaalde tijd of voor de tijd van 30 jaarkunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens vanhet vijfentwintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en hetonderhouden is verschuldigd.

Indien een urnengrafruimte is uitgegeven voor de tijd van 20 jaar kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het twintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd.

Indien na het verstrijken van de termijn van 20 of 30 jaar het uitsluitend recht tot begraven met 10 jaar wordt verlengd, worden de rechten voor het schoonhouden en het onderhouden per belastingjaar in rekening gebracht. De rechten kunnen wederom afgekocht worden door betaling ineens van het tienvoudige van het bedrag dat jaarlijks verschuldigd is.

1. Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een huurgrafruimte,uitgegeven voor de tijd van 30 jaar € 6.115,00

2. Voor elke verlenging van het uitsluitend recht tot begraven met 10 jaar, als bedoeldin artikel 7.8 van de beheersverordening

€ 2.036,00

3. Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot het bijzetten van een asbus in eenurnenkelder, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€ 1.245,00

4. Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot het bijzetten van een asbus in eenurnenkelder, uitgegeven voor de tijd van 20 jaar

€ 830,00

1. Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een huurgrafruimte,uitgegeven voor de tijd van 30 jaar € 3.106,00

2. Voor elke verlenging van het uitsluitend recht tot begraven met 10 jaar,als bedoeld in artikel 7.8 van de beheersverordening

€ 1.032,00

1. Voor het begraven van een stoffelijk overschot op maandag tot en met

vrijdag op de gewone uren van begraven wordt geheven € 693,00

2. Voor het bijzetten van een asbus op maandag tot en met vrijdag op de

gewone uren van begraven wordt geheven, indien de asbus wordt bijgezet ineen grafruimte € 289,00

3. Voor het bijzetten van een asbus in een urnengraf wordt geheven

€ 62,00

4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is:

• a.

  voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen ofkort na de geboorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte,die in één kist worden begraven, slechts éénmaal het recht geheven;

• b.

  voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen ofkort na de geboorte overleden zuigelingen, die tegelijk met de bij of kort nade bevalling overleden moeder in één kist worden begraven, geen recht geheven.

1. Voor het opgraven van een stoffelijk overschot, daaronder eventueel begrepen het herbegraven op een gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Groningen, wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan de opgraving aan de opdrachtgever meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2. Het in het eerste lid bedoelde recht wordt niet geheven voor het op rechterlijk gezag opgraven en weer in dezelfde grafruimte begraven van een stoffelijk overschot.

1. Voor het schudden van een graf op aanvraag van de rechthebbende, wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan het schudden aan de rechthebbende meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2. Voor het sluiten van een graf op aanvraag van de rechthebbende wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan het sluiten aan rechthebbende meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1. Voor de afvoer van grond ten behoeve van het stichten van een grafkelder wordt geheven:

• a.

  voor een enkele grafkelder € 460,00

• b.

  voor een dubbele grafkelder € 867,00

2. Indien voor de grafkelder gebruik wordt gemaakt van meer dan twee grafruimten, wordt het in het eerste lid, onder b, genoemde bedrag voor elkegrafruimte meer verhoogd met € 229,00

3. Voor het graven van de ruimte ten behoeve van het stichten van een urnenkelderen het vervoer van de grond wordt per grafruimte geheven € 211,00

1. Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op eengrafruimte wordt geheven € 113,00

2. Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op eenurnengrafruimte wordt geheven € 55,00

1. Voor het van gemeentewege schoonhouden van de op de grafruimten geplaatstevoorwerpen, eenvoudige herstellingen daaronder begrepen, welke zijn geplaatst

op grafruimten, aanwezig op de Noorderbegraafplaats, de Zuiderbegraafplaatsof de begraafplaats Esserveld, alsmede voor het onderhouden van de daaropaanwezige beplantingen wordt per belastingjaar geheven:

• a.

  voor een staande steen, een staand kruis of een achterstuk, niet hogerdan 1.50 m. € 31,80

  elke meter of gedeelte daarvan hoger € 15,60

• b.

  voor een staand monument, niet hoger dan 1 m. € 64,20

  voor elke halve meter of gedeelte daarvan hoger € 31,80

• c.

  voor een liggende steen of zerk € 43,20

• d.

  voor een omrastering € 64,20

• e.

  voor een stel stenen banden of hoge plinten, geen onderdeel vormende van eenomrastering € 26,70

• f.

  voor marmergruis, steengruis, schelpen of soortgelijk materiaal € 26,70

• g.

  voor een bloembak, geen onderdeel vormende van de overige grafbeplanting € 37,80

• h.

  voor een graftuin € 68,70

• i.

  voor een buxushaag, geen onderdeel vormende van de overige grafbeplanting € 31,80

• j.

  voor het maaien van het gras rondom de grafsteen € 10,50

• k.

  voor een sierurn € 24,00

• l.

  voor enig in dit lid niet nader omschreven voorwerp € 26,70

2. Voor het verven van letters en/of symbolen wordt geheven het bedrag van devoorafgaand aan het verven aan de opdrachtgever meegedeelde kosten, blijkenduit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester enwethouders is opgesteld.

3. Indien de opstal zich uitstrekt over meer dan één grafruimte, wordt ten aanzienvan elke grafruimte meer bovendien de helft van het ingevolge het eerste lidverschuldigde recht geheven.

4. Indien het een huurgrafruimte op het urnenveld of een kinderurnengraf betreft wordt,voor het schoonhouden van de grafsteen en het maaien van het gras rondomde grafsteen, per belastingjaar geheven € 41,70

5. Voor het van gemeentewege schoonhouden van een voorwerp, eenvoudigeherstellingen daaronder begrepen, dat geplaatst is op een grafruimte aanwezig opde begraafplaats Klein Selwerderhof I of Klein Selwerderhof II, alsmede voor hetonderhouden van de op die grafruimte aanwezige beplanting, wordt per belastingjaargeheven

€ 68,70

6. Indien van een grafruimte op één van de begraafplaatsen Klein Selwerderhof I enKlein Selwerderhof II uitsluitend gebruik is gemaakt voor het daarin begraven vantwee of drie stoffelijke overschotjes, wordt het in het voorgaande lid genoemderecht tot de helft onderscheidenlijk tot éénderde gedeelte geheven.

7. Indien de grafruimte is uitgegeven voor onbepaalde tijd of voor de tijd van 30 jaar kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het vijfentwintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd.

Indien een urnengrafruimte is uitgegeven voor de tijd van 20 jaar kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het twintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd.Indien na het verstrijken van de termijn van 20 of 30 jaar het uitsluitend recht tot begraven met10 jaar wordt verlengd, worden de rechten voor het schoonhouden en het onderhouden per belastingjaar in rekening gebracht. De rechten kunnen wederom afgekocht worden door betaling ineens van het tienvoudige van het bedrag dat jaarlijks verschuldigd is.

1. Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een bepaalde

grafruimte wordt geheven, indien het betreft:

• a.

  een grafruimte op de begraafplaats Hoogkerk, uitgegeven voor onbepaaldetijd € 1.155,00

• b.

  een grafruimte op de begraafplaats Hoogkerk, uitgegeven voor de tijd van30 jaar € 684,00

• c.

  een grafruimte op de begraafplaats Middelbert, uitgegeven voor onbepaaldetijd € 1.155,00

• d.

  een grafruimte op de begraafplaats Noorddijk, uitgegeven voor onbepaaldetijd € 1.155,00

• e.

  een grafruimte op de begraafplaats Noorddijk, uitgegeven voor de tijd van30 jaar € 684,00

2. Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot bijzetten van een asbus in eenhuurgrafruimte op het urnenveld op de begraafplaatsen Hoogkerk en Noorddijkwordt geheven:

• a.

  indien het betreft een huurgrafruimte uitgegeven voor een tijd van 30 jaar € 974,00

• b.

  indien het betreft een huurgrafruimte uitgegeven voor een tijd van 20 jaar € 647,00

3.

• a.

  Voor een verlenging van het uitsluitend recht tot begraven met 10

  jaarin een huurgrafruimte op de begraafplaats te Hoogkerk, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar € 226,00

• b.

  Voor elke verlenging van het uitsluitend recht tot bijzetten van een asbeus met 10 jaar voor een huurgrafruimte op urnenveld, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar, wordt geheven indien het een grafruimte betreft op de begrafplaats te:

  1. Hoogkerk: € 67,00

  2. Noorddijk: € 67,00

4.

• a.

  Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een

  kinderhuurgrafruimte voor de tijd van 30 jaar wordt geheven,

  indien het een grafruimte betreft op de begraafplaats te

  1. Hoogkerk: € 260,00

  2. Noorddijk: € 260,00

• b.

  Voor elke verlenging van het uitsluitend recht tot begraven in eenkinderhuurgrafruimte met een tijd van 10 jaar op de begraafplaats te:

  1. Hoogkerk: € 85,00

  2. Noorddijk: € 85,00

1.

• a.

  a. Voor het begraven van een stoffelijk overschot op maandag tot en met vrijdag op de gewone uren van begraven wordt geheven € 348,00

• b.

  Voor het begraven in een huurkindergraf € 160,00

2. Voor het bijzetten van een asbus op maandag tot en met vrijdag op de

gewone uren van begraven wordt geheven:

• a.

  indien de asbus wordt bijgezet in een grafruimte € 289,00

• b.

  indien de asbus wordt bijgezet in een daartoe bestemde huurgrafruimte op het urnenveld € 62,00

3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is:

• a.

  voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen ofkort na de geboorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte,die in één kist worden begraven, slechts éénmaal het recht geheven;

• b.

  voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen of kort na de geboorte overleden zuigelingen, die tegelijk met de bij of kort na de bevalling overleden moeder in één kist worden begraven, geen recht geheven.

1. Voor het opgraven van een stoffelijk overschot, daaronder eventueel begrepen het herbegraven op een gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Groningen, wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan de opgraving aan de opdrachtgever meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2. Het in het eerste lid bedoelde recht wordt niet geheven voor het op rechterlijk gezag opgraven en weer in dezelfde grafruimte begraven van een stoffelijk overschot.

1. Voor de afvoer van grond ten behoeve van het stichten van een grafkelder wordt per grafruimte geheven:

• a.

  voor een enkele grafkelder € 347,00

• b.

  voor een dubbele grafkelder € 572,00

2. Indien voor de grafkelder gebruik wordt gemaakt van meer dan twee graf- ruimten, wordt het in het eerste lid, onder b, genoemde recht voor elke grafruimte meer verhoogd met € 227,00

3. Voor het graven van de ruimte ten behoeve van het stichten van een urnen-kelder en het vervoer van de grond wordt per grafruimte geheven € 211,00

4. Voor het reinigen en wit verven van een urnenkelder wordt geheven € 24,00

1. Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op een grafruimte, niet zijnde een huurgrafruimte op het urnenveld, wordt geheven € 113,00

2. Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen opeen huurgrafruimte op het urnenveld, wordt geheven

€ 56,00

1. Voor het van gemeentewege schoonhouden van de op de grafruimten geplaatste voorwerpen, eenvoudige herstellingen daaronder begrepen, welke zijn geplaatst op grafruimten, aanwezig op de begraafplaatsen Hoogkerk, Middelbert of Noorddijk

alsmede voor het onderhouden van de daarop aanwezige beplantingen wordt per belastingjaar geheven:

• a.

  voor een staande steen, een staand kruis of een achterstuk, niet hoger dan 1.50 m € 31,80

  elke meter of gedeelte daarvan hoger € 15,60

• b.

  voor een staand monument, niet hoger dan 1 m € 64,20

  voor elke halve meter of gedeelte daarvan hoger € 31,80

• c.

  voor een liggende steen of zerk € 43,20

• d.

  voor een omrastering € 64,20

• d.

  voor een stel stenen banden of hoge plinten, geen onderdeel vormende van een omrastering € 26,70

• f.

  voor marmergruis, steengruis, schelpen of soortgelijk materiaal € 26,70

• g.

  voor een bloembak, geen onderdeel vormende van de overige grafbeplanting € 37,80

• h.

  voor een graftuin € 68,70

• i.

  voor een buxushaag, geen onderdeel vormende van de overige grafbeplanting € 31,80

• j.

  voor het maaien van het gras rondom de grafsteen € 10,50

• k.

  voor een sierurn € 24,00

• l.

  voor enig in dit lid niet nader omschreven voorwerp € 26,70

2. Voor het verven van letters en/of symbolen wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan het verven aan de opdrachtgever meegedeelde kosten, blijkenduit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

3. Indien het een huurgrafruimte op het urnenveld betreft wordt, voor het schoonhouden van de grafsteen en het maaien van het gras rondom de grafsteen, per belastingjaar geheven € 41,70

4. Indien de opstal zich uitstrekt over meer dan één grafruimte, wordt ten aanzien van elke grafruimte meer bovendien de helft van het ingevolge het eerste lid verschuldigde recht geheven.

5. Indien de grafruimte is uitgegeven voor onbepaalde tijd of voor de tijd van 30 jaar kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het vijfentwintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd.

Indien een urnengrafruimte is uitgegeven voor de tijd van 20 jaar kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het twintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd.

Indien na het verstrijken van de termijn van 20 of 30 jaar het uitsluitend recht tot begraven met 10 jaar wordt verlengd, worden de rechten voor het schoonhouden en het onderhouden per belastingjaar in rekening gebracht. De rechten kunnen wederom afgekocht worden door betaling ineens van het tienvoudige van het bedrag dat jaarlijks verschuldigd is.

1. Voor het inschrijven van het uitsluitend recht tot begraven wordt geheven € 15,40

2. Voor het inschrijven van een tweede of derde overlijdene in het gemeentelijke

register wordt geheven € 15,40

3. Voor het overschrijven van het uitsluitend recht tot begraven wordt geheven € 31,70

1. De krachtens artikel 16, leden 1, 2 en 3 en 4 en artikel 26, leden 1, 2, 3 en 4 verschuldigde rechten worden geheven bij wege van aanslag. Zij zijn invorderbaar in één termijn, welke vervalt uiterlijk vier weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden de in de artikelen 16 en 26 bedoelde jaarlijkse rechten voor het eerste jaar waarover zij verschuldigd zijn, alsmede de overige in deze verordening genoemde rechten, geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of ander schriftelijk stuk. Zij dienen te worden voldaan in één termijn, welke vervalt vier weken na de dagtekening van het schriftelijk stuk.

1. De Verordening begrafenisrechten gemeentelijke begraafplaatsen 2009 van 26 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening begrafenisrechten gemeentelijke begraafplaatsen 2010.