Regeling vervallen per 01-01-2021

VERORDENING WINKELTIJDEN GRONINGEN 2009

Geldend van 17-10-2017 t/m 31-12-2020

Intitulé

VERORDENING WINKELTIJDEN GRONINGEN 2009

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(bijlage raadsverslag nr. 488);

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 mei 2009;

Gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;

HEEFT BESLOTEN:

  • I.

    Vast te stellen de Verordening winkeltijden Groningen 2009;

  • II.

    In te trekken de Verordening winkeltijden Groningen, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 25 september 2002 onder nr. 5a.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;

  • c.

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag.

  • d.

    levensmiddelenwinkels : De volgende winkels in de levensmiddelenbranche volgens de SBI-codering van de Kamer van Koophandel (Standaard Bedrijfsindeling 20:

    • -

      4711 Supermarkten en dergelijke winkels met een algemeen assortiment voedings- en genotmiddelen;

    • -

      4721 Winkels in aardappelen, groenten en fruit;

    • -

      4722 Winkels in vlees en vleeswaren, wild en gevogelte;

    • -

      4723 Winkels in vis;

    • -

      4724 Winks in brood, banket, chocolade en suikerwerk;

    • -

      4725 Winkels in dranken;

    • -

      4729 Gespecialiseerde winkels in overige voedings- en genotmiddelen (kaas, natuurvoeding en reformartikelen, buitoedingsmiddelen en overige voedings- en genotmiddelen).

  • e.

    Sterke drank : Sterke drank zoals bedoeld in artikel 1 van deen Horecawet.

Artikel 1A Lex Silencio Positivo

Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is op ontheffingen in deze verordening van toepassing.

 

Artikel 2 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijke mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 3 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een termijn van 1 jaar;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 4 Zondagopenstelling

  • 1. De verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a en b van de wet gelden niet, tussen 12.00 en 22.00 uur, uitgezonderd 4 mei na 19.00 uur, Eerste Paasdag, Eerste Pinksterdag en Eerste Kerstdag.

  • 2. Het college kan deze bepaling buiten toepassing verklaren voor een winkel die, door zijn openstelling, de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig beïnvloedt.

  • 3. Als eerste kerstdag of nieuwjaarsdag op een maandag vallen gelden de verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a en b van de wet, in aanvulling op lid 1 ook niet tussen 10.00 en 12.00 uur.

Artikel 5 Nachtwinkels

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden genoemd in artikel 2, eerste lid van de Wet.

  • 2. Het college kan voor ten hoogste 13 winkels ontheffing verlenen.

  • 3. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van het bedrijf op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van dat bedrijf.

  • 4. De ontheffing wordt geweigerd als een winkel een bruto vloeroppervlak van meer dan 500 m2 heeft.

  • 5. Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      op zondag dient de winkel tussen 06:00 en 12:00 uur gesloten te zijn;

  • 6. In afwijking van het derde lid kan het college een tijdelijke ontheffing verlenen voor ten hoogste drie dagen bij bijzondere gelegenheden.

Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling afzonderlijke situaties

  • 1. Het college kan ontheffingen verlenen van de in artikel 2, eerste en tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op een zon- of feestdag, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend ingeval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.

  • 3. Een ontheffing als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd indien deze een gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse.

Artikel 7 Vervallen van de vergunning

  • 1. indien gedurende 6 maanden geen gebruik wordt gemaakt van de ontheffing vervalt deze ongebruikt.

  • 2. het college kan de vorige termijn verlengen Behoudens bijzondere toestemming van het college vervalt de ontheffing.

Artikel 8

[vervallen]

Artikel 8a Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen te koop worden aangeboden of worden verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 8b Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    • a.

      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

    • b.

      b. winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2. De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 8c Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 8d Begraafplaatsen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 8e Culturele evenementen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 8f Sportcomplexen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 8g Bejaardenoorden

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 8h E.H. Communie

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto-artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • 2. De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 8i Allerheiligen en Allerzielen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

Artikel 8j Ramadan

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

Artikel 9 Verdeling beschikbare ontheffingen

Het college bepaalt de wijze waarop beschikbare ontheffingen worden verdeeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag nadat deze is bekendgemaakt.

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening winkeltijden Groningen 2009".

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 30 september 2009.

griffier

D.H. Vrieling

voorzitter

dr. J.P. (Peter) Rehwinkel