Verordening op de commissie voor de sport

1. De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van 4 jaar.

2. Herbenoeming is mogelijk met dien verstande, dat een aaneengesloten zittingsduur maximaal 8 jaar is. Na deze maximale zittingsduur kan een afgetreden lid met onderbreking van 4 jaar opnieuw benoemd worden.

3. Per keer kan maximaal de helft van de commissie aftreden volgens een schema van de hand van de commissie. Aftredende leden kunnen éénmaal worden herbenoemd.

1. De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.

2. De commissie kan zich bij de uitoefening van haar taak laten bijstaan door derden.

1. De commissie heeft tot taak gevraagd en ongevraagd (schriftelijk) advies uit te brengen aan het college van burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraad ten aanzien van de algemene beleidsvoorbereiding en beleidsondersteuning op het terrein van sport. Daartoe worden in elk geval gerekend de beleidsplannen op het gebied van sport.

2. De adviezen van de commissie worden opgesteld overeenkomstig de mening van de meerderheid van de vergadering. Desgewenst vermeldt het advies een minderheidsstandpunt.

3. Het college verschaft de commissie zo vroeg mogelijk relevante informatie ten behoeve van zijn taak.

4. De commissie stuurt het college een afschrift van zijn adviezen aan de gemeenteraad.

1. Het college of de gemeenteraad kan gemotiveerd afwijken van het advies van de commissie.

2. Het college dan wel de gemeenteraad deelt bij een afwijkend besluit zoals in lid 1 de motivering mee aan de commissie.

1. De secretaris van de commissie notuleert bij al zijn vergaderingen.

2. Na vaststelling van de notulen stuurt de secretaris een afschrift aan het college.

1. De commissie vergadert tenminste vier maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of tenminste een vierde van het totaal aantal leden dit wenselijk acht.

2. De wethouder, belast met het sportbeleid, woont de vergaderingen van de commissie bij.

3. De wethouder kan zich laten bijstaan of vervangen door ambtenaren.

1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar, tenzij het algemeen belang van de gemeente zich daartegen verzet, dan wel de belangen van één of meer personen of instellingen daardoor onevenredig kunnen worden geschaad.

2. Op grond van lid 1worden de deuren gesloten tijdens de bespreking van een onderwerp, indien de voorzitter of tenminste twee leden dit nodig achten.

3. Met uitzondering van de leden van de commissie alsmede de personen, bedoeld in de artikelen 4 en 9 verlaten, de overige aanwezigen de vergaderruimte, als de deuren worden gesloten.

1. De commissie besluit met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Alleen de leden van de commissie die aanwezig zijn hebben een geldige stem.

2. De personen bedoeld in de artikelen 5 en 10 hebben geen stemrecht, maar zijn bevoegd aan de besprekingen van de commissie deel te nemen.

3. Bij het staken van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

1. De commissie kan desgewenst een huishoudelijk reglement vaststellen.

2. Na vaststelling stuurt de secretaris een afschrift van het reglement aan het college en de gemeenteraad.

1. Het college hoort de commissie voordat het een raadsvoorstel tot aanvullen, wijzigen of intrekken van deze verordening indient.

2. De commissie kan zelf voorstellen indienen omtrent deze verordening bij het college.