Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening Logiesbelasting

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2013

Intitulé

VERORDENING LOGIESBELASTING

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 1999;

(bijlage raadsverslag nr. 163);

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de verordening op de heffing en invordering van logiesbelasting.

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    één-ster-categorie : minimaal vier kamers. Op alle kamers een wastafel met voortdurend beschikbaar warm en koud water. Ten minste een derde van de kamers (met een minimum van zes) dient te beschikken over vaste verwarming bij de rest: bijplaatsing mogelijk. Ten minste een bad en/of douche per tien kamers.

    Ten minste een toilet per tien kamers. Mogelijkheid tot het verkrijgen van ontbijt. Telefoon voor algemeen gebruik. Verwarming in voor alle gasten toegankelijke ruimten.

    Gasten moeten 's nachts toegang hebben tot het hotel;

  • b.

    twee-sterren-categorie : privé bad of douche en privétoilet bij 25% van de kamers.

    Alle kamers vaste individueel regelbare verwarming. Indien maaltijden worden geserveerd dient er een eetzaal te zijn.

    Een telefooncel of geluiddempende kap. Bar of gelegenheid tot het verkrijgen van consumpties. Een lift bij meer dan drie etages. Voorziening tot schoenpoetsen. Bij afwezigheid van bagage- wagentje, bagagetransport;

  • c.

    drie-sterren-categorie : op iedere kamer een oproeptoestel (huistelefoon). Privé bad of douche en privé toilet bij 50% van de kamers. Lift bij meer dan twee etages. Overdag conciërge dienst/ receptie, een hal dan wel ontvangstruimte met zitgelegenheid, mogelijkheid tot aanschaf tabaksartikelen;

  • d.

    vier-sterren-categorie : privé bad of douche en privétoilet bij 80% van de kamers. Lift bij meer dan één etage. Mogelijkheid tot serveren van ontbijt op alle kamers. Een fauteuil per bed. Radio op verzoek. Conciërge/ receptie ook 's nachts. Telefoon op alle kamers. Bar. Schrijfkaptafel op alle kamers;

  • e.

    vijf-sterren-categorie : privé bad of douche en privé toilet bij alle kamers. Radio/tv in alle kamers. Dranken of snacks 24 uur verkrijgbaar via roomservice.

    Telexaansluiting in het bedrijf. Parkeerservice. Safeservice. Beschikbaarheid enige suites. Verkrijgbaarheid 'gift'artikelen.

  • f.

    vakantie-onderkomens : woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • g.

    mobiele kampeeronderkomens : tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • h.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten : woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • i.

    vaste standplaats : een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • j.

    vaartuig : een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden.

Belastbaar feit

Artikel 2

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente:

  • a.

    in hotels, pensions, opleidingscentra, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen;

  • b.

    op vaartuigen;

    tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam 'logiesbelasting' een toeristenbelasting geheven.

Belastingplicht

Artikel 3

  • 1. Belastingplichtig is:

    • a.

      met betrekking tot de in artikel 2, aanhef en onder a, bedoelde gevallen degene die gelegenheid biedt tot verblijf als daar bedoeld in hem daartoe ter beschikking staande ruimten, dan wel op hem daartoe ter beschikking staande terreinen;

    • b.

      met betrekking tot de in artikel 2, aanhef en onder b, bedoelde gevallen,

    • 1.

      de eigenaar, de pachter, de huurder of de gebruiker van water, die gelegenheid tot ligging biedt aan vaartuigen aan boord waarvan één of meer personen als bedoeld in artikel 2 verblijf houden;

    • 2.

      de kapitein, de schipper, of de eigenaar van een vaartuig als onder 2 bedoeld.

  • 2. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, verblijf houdt.

  • 3. Indien op grond van het bepaalde in dit artikel meer dan één belastingplichtige ter zake van het verblijf als bedoeld in artikel 2 valt aan te wijzen en één van deze het verschuldigde bedrag voldoet, is/zijn de andere belastingplichtige(n) van de belastingschuld bevrijd.

  • 4. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

Vrijstellingen

Artikel 4

  • De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1. door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft.

  • 2. van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers.

Maatstaf van heffing

Artikel 5

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Belastingtarief

Artikel 6

  • 1. Het tarief bedraagt per persoon per overnachting op of in:

    • a.

      een hotel, vallende in een stercategorie € 3,30;

    • b.

      een hotel, niet vallende in een stercategorie, pensions,

      opleidingscentra, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten,

      vaste standplaatsen en vaartuigen € 1,60;

  • 2. Voor personen beneden achttien jaar bedraagt het tarief per persoon per overnachting de helft van het in het eerste lid genoemde tarief.

  • 3. Een wijziging in de classificatie van de hotels vindt toepassing met ingang van 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin deze wijziging aantoonbaar aan het publiek ter kennis is gebracht.

Belastingtijdvak

Artikel 7

Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december van een kalenderjaar.

Wijze van heffing

Artikel 8

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Aanslaggrens

Artikel 9

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingtijdvak minder dan tien zal of heeft belopen.

Termijn van betaling

Artikel 10

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

Kwijtschelding

Artikel 11

Bij de invordering van de logiesbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Artikel 12

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de logiesbelasting.

Aanmeldingsplicht

Artikel 13

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 14

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van heffing is 1 juli 2000.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening logiesbelasting'.

Ondertekening

Gedaan te Groningen ter openbare raadsvergadering van 23 februari 2000.
 
 
De griffier,                                                                      De voorzitter,
 
 
 
D.H. Vrieling.                                                                   J. Wallage.