Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Groningen 2014

Geldend van 18-06-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Groningen 2014 (versie 2)

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,

(GR14.443074);

 

  • -

    Gelezen het voorstel van het presidium van 11 juni 2014;

  • -

    Gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit;

  • -

    Gelet op de circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

HEEFT BESLOTEN:

vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Groningen 2014.

Artikel 1 Taken vertrouwenscommissie

  • 1. De raad benoemt uit zijn midden een commissie die belast is met de beoordeling van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Groningen.

  • 2. De commissie heeft tot taak de geschiktheid van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Groningen te beoordelen en daarover schriftelijk en gemotiveerd verslag uit te brengen aan de raad en de Commissaris van de Koning in de provincie Groningen.

  • 3. De commissie voert daartoe gesprekken met de kandidaten die door de commissaris in beginsel geschikt worden geacht voor benoeming en met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten.

  • 4. De commissie doet haar verslag vergezeld gaan van een concept-aanbeveling aan de raad van twee kandidaten, die naar haar oordeel voor benoeming in aanmerking komen, een en ander zoals bedoeld in artikel 61 van de Gemeentewet. De commissie geeft tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten op haar concept aanbeveling aan.

  • 5. Bij de beoordeling van de kandidaten laat de commissie zich leiden door de profielschets, zoals deze door de raad is vastgesteld.

Artikel 2 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat bij voorkeur uit de voorzitters van de fracties die deel uitmaken van de gemeenteraad; een fractie kan bepalen een ander raadslid voor te dragen als lid van de commissie.

  • 2. De voorzitter van de commissie wordt uit haar midden door de commissie gekozen. De commissie kiest uit haar midden ook een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 3 Ambtelijke bijstand

  • 1. De raadsgriffier is secretaris van de commissie en verleent, waar nodig, ambtelijke bijstand.

  • 2. De gemeentesecretaris is plaatsvervangend secretaris van de commissie.

  • 3. De (plaatsvervangend) secretaris is geen lid van, en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 4 Adviseur

  • 1. De gemeenteraad kan een wethouder toevoegen aan de commissie als adviseur.

  • 2. De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie.

  • 3. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Artikel 5 Geheimhouding

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim; dit wordt op de stukken vermeld.

  • 2. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Gemeentewet.

  • 3. Aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen wordt inzage of informatie verstrekt inzake de stukken en het behandelde in de vergaderingen van de commissie, behoudens het bepaalde in artikel 1, tweede lid.

  • 4. De commissie en de gemeenteraad kunnen de geheimhouding waartoe de Gemeentewet, respectievelijk zullen de geheimhouding waartoe het derde lid van dit artikel verplicht niet opheffen.

  • 5. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de (plaatsvervangend) secretaris en de adviseur.

  • 6. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 7. De secretaris nodigt, op verzoek van de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop de privacy van de sollicitanten wordt beschermd. Correspondentie aan sollicitanten wordt uitsluitend door tussenkomst van de secretaris verzonden en gericht aan het door de sollicitanten opgegeven privé-adres.

Artikel 6 Vergaderingen en besluitvorming

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste 2 leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De voorzitter doet tenminste twee dagen tevoren aankondiging van een vergadering aan de leden en adviseur van de commissie.

  • 3. De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft van de leden aanwezig is.

  • 4. De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid een stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 7 Voorzitter en secretaris

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon en vertegenwoordiger naar buiten.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “persoonlijk en vertrouwelijk” op de envelop en boven de ingesloten stukken gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “persoonlijk en vertrouwelijk” op de envelop en boven de ingesloten stukken door de voorzitter en secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

Artikel 8 Ontbinding commissie

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop aan de raad is bekend gemaakt dat in de benoeming is voorzien.

Artikel 9 Archivering

  • 1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip als bedoeld in artikel 8 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet door de Raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er tevens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 2. Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, onder a. en c. van de Archiefwet gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. Alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen, waarin deze vergadering niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1. De verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De verordening vervalt met ingang van de dag volgende op die, waarop de Minister aan de raad meedeelt dat in de vacature is voorzien, behoudens het gestelde over de geheimhouding.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Groningen van 16 juni 2014.
De griffier,
drs. A.G.M. (Toon) Dashorst.
De voorzitter,
dr. R.L. Vreeman.