Regeling vervallen per 01-01-2011

Legesverordening

Geldend van 09-07-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

LEGESVERORDENING

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(Gr.2299575);

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 mei 2010;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

HEEFT BESLOTEN:

de Legesverordening vast te stellen.

Begripsomschrijving

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’ : de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’ : een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’ : het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’ : het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar' : de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Belastbaar feit

Artikel 2

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Belastingplicht

Artikel 3

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Vrijstellingen

Artikel 4

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die vergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • d.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging of riddersoldij;

  • e.

    de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente;

  • f.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften;

  • g.

    de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

  • h.

    nasporingen in de bij het Gemeentearchief berustende stukken welke uitsluitend strekken ten behoeve van een wetenschappelijk doel.

Maatstaven van heffingen en tarieven

Artikel 5

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Wijze van heffing

Artikel 6

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Termijnen van betaling

Artikel 7

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Kwijtschelding

Artikel 8

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Vermindering of teruggaaf

Artikel 9

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Overdracht van bevoegdheden

Artikel 10

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.2.6 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 3 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 4 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.5.6 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      hoofdstuk 7 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.6.2 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 14 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Artikel 11

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Overrgangsrecht

Artikel 12

  • 1. De artikelen en tarieventabel van de Legesverordening van 19 oktober 1994, nr. 12, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 27 januari 2010, nr. 9b, vervallen op 1 juli 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich daarvoor hebben voorgedaan.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid vervallen de onderdelen 3.1.4, 3.1.5, 5.1, 5.2, 5,3, 5,5, 5.6, 5.9, 5.13 en hoofdstuk 6 (voor zover het betreft de heffing van leges voor een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken) van de tarieventabel behorende bij de in het eerste lid genoemde verordening op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en het dan tot wet verheven wetsvoorstel de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden, met dien verstande dat deze onderdelen en dit hoofdstuk van toepassing blijven op de belastbare feiten:

    • a.

      die zich hebben voorgedaan voor bedoeld tijdstip;

    • b.

      waarop de wettelijke voorschriften zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wetten nog moeten worden toegepast.

  • 3. De op artikel 9 van de in het tweede lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Inwerkintreding

Artikel 13

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2010.

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden. De datum waarop dit tijdstip valt is tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel.

Citeertitel

Artikel 14

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening.

Ondertekening

Gedaan te Groningen ter openbare raadsvergadering van 30 juni 2010.
De griffier,
D.H. Vrieling.
De voorzitter,
dr. J.P. (Peter) Rehwinkel.

TARIEVENTABEL LEGES

Bijlage