Verordening Cliëntenraad gemeentelijk WSW beleid

1. De Cliëntenraad heeft tot taak desgevraagd of uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college ten aanzien van:

• a.

  voorstellen tot beleidswijziging en;

• b.

  uitvoering van wet- en regelgeving; 

  op het werkterrein van de dienst ten aanzien van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening.

2. Door het college wordt tijdig alle informatie verschaft, die de Cliëntenraad nodig heeft voor een goede uitoefening van zijn taak.

3. De Cliëntenraad brengt de in het eerste lid bedoelde adviezen tevens ter kennis van de gemeenteraad.

1. De Cliëntenraad bestaat uit tenminste 6 en ten hoogste 10 leden en een onafhankelijke voorzitter. De leden dienen cliënt te zijn en, al of niet op grond van hun eigen ervaring, deskundig te zijn op het werkterrein van de dienst.

2. De Cliëntenraad bestaat uit:

• a.

  tenminste 4 en ten hoogste 10 leden die zelf een sw-indicatie hebben;

• b.

  ten hoogste 4 leden zijn wettelijke vertegenwoordigers van mensen die een sw- indicatie hebben.

3. De samenstelling van de Cliëntenraad is zodanig dat minimaal tweederde van de leden een sw-indicatie hebben.

1. De Cliëntenraad en de algemeen directeur zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het werven van de leden en de voorzitter.

2. De voorzitter en de leden worden benoemd door het college op voordracht van de zittende leden van de Cliëntenraad en de algemeen directeur.

3. Elk lid heeft op persoonlijke titel zitting in de Cliëntenraad.

1. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een tijdvak van drie jaar.

2. De voorzitter en de leden kunnen éénmaal herbenoemd worden voor een tijdvak van twee jaar.

3. Een lid kan te allen tijde op eigen verzoek ontslag nemen.

4. Het lidmaatschap eindigt:

• a.

  door overlijden van het lid;

• b.

  door ontslag tengevolge van disfunctioneren;

• c.

  uiterlijk een half jaar nadat hij niet meer als cliënt kan worden beschouwd, dan wel niet meer wettelijk vertegenwoordiger van een sw-geindiceerde is.

1. Het college stelt aan de Cliëntenraad zodanige middelen ter beschikking dat het redelijkerwijs in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige belanghebbenden.

2. De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting.

3. De dienst stelt vergader- en archiefruimte ter beschikking aan de Cliëntenraad.

1. De leden van de Cliëntenraad hebben recht op een onkostenvergoeding.

2. De voorzitter heeft recht op vacatiegeld.

1. De Cliëntenraad vergadert ten minste drie keer per jaar of zoveel vaker als de voorzitter of een meerderheid van de leden van de Cliëntenraad nodig achten.

2. Ten minste één keer per jaar vindt overleg plaats met de verantwoordelijke wethouder.

3. De Cliëntenraad heeft één maal per vier maanden overleg met de algemeen directeur of een door hem aangewezen vakdirecteur, behalve wanneer zij hiervan in gezamenlijk overleg willen afwijken.

4. De Cliëntenraad onderhoudt contact met relevante zusterorganisaties.

1. De algemeen directeur is voor de Cliëntenraad het eerste aanspreekpunt binnen de dienst.

2. Voorafgaand aan het periodieke overleg kunnen onderwerpen van bespreking via de voorzitter bij de algemeen directeur worden aangedragen.

3. Tot de onderwerpen waarover geen overleg plaatsvindt, behoren:

• a.

  individuele klachten, individuele bezwaarschriften, en andere zaken die een individueel karakter dragen, dan wel betrekking hebben op individuele klanten;

• b.

  verplichte uitvoering door de gemeentelijke organen van wettelijke voorschriften voor zover bij de uitvoering geen ruimte voor eigen gemeentelijk beleid aanwezig is;

• c.

  zaken die betrekking hebben op de bedrijfsvoering van de dienst.

1. De adviezen van de Cliëntenraad worden gegeven overeenkomstig de mening van de meerderheid van de Cliëntenraad. Op verzoek kan een minderheidsstandpunt in het advies worden opgenomen.

2. In de vergadering van de Cliëntenraad heeft ieder lid het recht om per onderwerp één stem uit te brengen, uitgezonderd de voorzitter, die geen stemrecht heeft.

1. In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

2. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.

3. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Cliëntenraad gemeentelijk Wsw-beleid’.