Mandaatbesluit verblijfsontzeggingen Gele loper

DE BURGEMEESTER VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,

Gelet op artikel 2:2 Algemene Plaatselijke verordening gemeente Groningen 2009 (APVG 2009) en artikel 10:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

• 1.

  Het Mandaatbesluit verblijfsontzeggingen Gele Loper vast te stellen.

• 2.

  Aan het sectorhoofd van de Politie, District Groningen, mandaat te verlenen om in het gebied, dat in bijlage 27 bij de APVG 2009 wordt aangeduid als ‘gebied 5’, verblijfsontzeggingen op te leggen voor de duur van 12 uren. In ‘gebied 5’ is de zogenoemde ‘Gele Loper’ gelegen.

Achtergrond

Sinds enige tijd is sprake van toenemende (drugs)overlast in het gebied tussen de Werkmanbrug en de Vismarkt (m.n. de Folkingestraat en zijstraten). Deze toename laat zich met name verklaren door de aanpak van de overlast en de beëindiging van de prostitutie in het A-kwartier. Het overlastbeeld dat in het A-kwartier zichtbaar was verplaatst zich meer en meer naar de Folkingestraat en omliggende straten. De overlast concentreert zich vooral bij de bankjes op de Ubbo Emmiussingel (nabij het Groninger Museum), de kruising Folkingestraat-Nieuwstad en de Vismarkt (nabij de Folkingestraat).

Het voorgaande blijkt uit informatie van de politie en het Meldpunt Overlast en Zorg en wordt nadrukkelijk bevestigd door ondernemers en bewoners van de Folkingestraat en omliggende straten. Er is een duidelijke toename zichtbaar van:

• –

  drugsoverlast, in de vorm van drugshandel op straat

• –

  het aantal meldingen van ruzies en geschreeuw

• –

  geluidsoverlast

• –

  intimidatie van voorbijgangers, ondernemers en/of bewoners

• –

  mishandelingen

• –

  handel in gestolen goederen, waaronder fietsen.

Uit een analyse van de politie blijkt dat het aantal meldingen en constateringen van de genoemde overlastfeiten in de periode van mei tot en met september 2016 744 bedroeg. In 2015 lag het aantal meldingen en constateringen in dezelfde periode op 546.

De verplaatsing van de overlast betekent overigens niet dat het A-kwartier helemaal gevrijwaard is van drugsoverlast. Met name op de kruising van de Hoekstraat en de Oude Kijk in ’t Jatstraat en op de Oude Kijk in ’t Jatbrug is nog steeds sprake van drugsoverlast.

Het gehele gebied tussen de Oude Kijk in ’t Jatbrug en het Centraal Station wordt aangeduid als de ‘Gele Loper’.

Gelet op de ervaringen met de hardnekkigheid van de overlast in het A-kwartier dient de toenemende overlast in de Folkingestraat en omliggende straten pro-actief en gedegen te worden aangepakt. In een zo vroeg mogelijk stadium dient voorkomen te worden dat in de Folkingestraat en omliggende straten eenzelfde ernstige overlastsituatie ontstaat als in het A-kwartier heeft bestaan. Daarbij is het van belang ook oog te blijven houden voor het A-kwartier omdat, zoals gezegd, de overlast daar nog niet geheel verdwenen is en de politie vreest dat de aanpak van de overlast in de Folkingestraat en omliggende straten tot een terugkeer van de overlast in het A-kwartier kan leiden.

De aard van de problematiek vereist een breed pakket aan maatregelen. In het A-kwartier is gebleken dat een brede, integrale aanpak uiteindelijk tot aanzienlijke afname van de overlast heeft geleid. In het driehoeksoverleg van 26 september 2016 is een maatregelenpakket vastgesteld dat is vastgelegd in een actieplan. Hierbij is gebruik gemaakt van eerdere plannen van aanpak die zijn gehanteerd bij de overlast in het A-kwartier, omdat de problematiek vergelijkbaar is en gebleken is dat de maatregelen effect hadden.

Eén van de maatregelen die worden ingezet om de overlast in het Gele Lopergebied tegen te gaan is het opleggen van individuele verblijfsontzeggingen aan overlastplegers. Het opleggen van individuele verblijfsontzeggingen is een bevoegdheid die de burgemeester toekomt, op grond van artikel 2:2 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2009 (APVG 2009). Met het oog op deze bevoegdheid heeft de burgemeester meerdere gebieden in de stad aangewezen waar verblijfsontzeggingen kunnen worden opgelegd aan personen die de openbare orde verstoren. Het Gele Lopergebied valt binnen een dergelijk gebied, te weten het gebied dat wordt aangeduid als ‘gebied 5’.

Bij besluit van 11 oktober 2010 heeft de burgemeester zijn bevoegdheid tot het opleggen van individuele verblijfsontzeggingen gemandateerd aan de (toenmalige) districtschef Groningen/Haren van de Regiopolitie Groningen. Het door de burgemeester verleende mandaat gaat gepaard met (schriftelijke) instructies aan de politie met het oog op het gebruik van de gemandateerde bevoegdheid. Op basis van deze instructies kunnen namens de burgemeester individuele verblijfsontzeggingen worden opgelegd voor de duur van 8 uren en voor de duur van 14 dagen.

Gebleken is dat het, met het oog op een effectieve aanpak van de overlast in het Gele Lopergebied, wenselijk is om, in plaats van verblijfsontzeggingen voor 8 uren, verblijfsontzeggingen voor de duur van 12 uren op te leggen. De overlast in het Gele Lopergebied manifesteert zich vooral dagelijks in de avond- en nachtelijke uren, tussen 18.00 uur en 08.00 uur. De noodzaak om een verblijfsontzegging op te leggen in het Gele Lopergebied doet zich veelal in deze periode voor. Om het effect van een verblijfsontzegging te optimaliseren is het wenselijk om de betreffende overlastpleger uit het Gele Lopergebied te weren gedurende de gehele periode waarin de overlast zich doorgaans in het Gele Lopergebied manifesteert. Met een verblijfsontzegging voor 8 uren wordt deze periode in veel gevallen niet overbrugd; met een verblijfsontzegging voor 12 uren (in de meeste gevallen) wel.

Gelet op het voorgaande verleent de burgemeester het sectorhoofd van de Politie, District Groningen, het mandaat om in het gebied, dat in bijlage 27 wordt aangeduid als ‘gebied 5’, verblijfsontzeggingen op te leggen voor de duur van 12 uren. De (uitvoerings)instructies, zoals gevoegd bij het mandaatbesluit van 11 oktober 2010, zijn onverminderd van kracht, met dien verstande dat voor ‘8-uursbevelen’ in deze instructies voor wat betreft ‘gebied 5’ gelezen moet worden: ‘12-uursbevelen’.

Het participeren in eventuele (bezwaar- en beroeps)procedures die voortvloeien uit verblijfsontzeggingen die in ‘gebied 5’ worden opgelegd blijven voorbehouden aan de burgemeester van Groningen.’