Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening begrafenisrechten 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening begrafenisrechten 2017

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,

(5937407);

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2016;

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

HEEFT BESLOTEN:

de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2017 vast te stellen.

RUBRIEK A ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Aard van de heffing

Overeenkomstig de bepalingen van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen, voor het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen op die begraafplaatsen, alsmede voor het in verband hiermede van gemeentewege verlenen van diensten.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gemeentelijke begraafplaatsen:

    de begraafplaatsen Selwerderhof, Esserveld, Klein Selwerderhof I, Klein Selwerderhof II, de Zuiderbegraafplaats, de Noorderbegraafplaats en de gemeentelijke begraafplaatsen te Hoogkerk, Middelbert en Noorddijk;

  • b.

    rechthebbende:

    de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie het uitsluitend recht tot begraven in een grafruimte is verleend;

  • c.

    uitsluitend recht tot begraven:

    het recht om in een particuliere grafruimte één of meer stoffelijke overschotten te doen begraven of begraven te houden;

  • d.

    grafruimte:

    een ruimte waarin stoffelijke overschotten kunnen worden begraven of asbussen kunnen worden bijgezet;

  • e.

    asbus:

    een hermetisch gesloten bus, bevattende het stoffelijk overschot van een overledene na crematie;

  • f.

    gewone uren van begraven:

    de in de beheersverordening aangewezen uren van begraven;

  • g.

    beheersverordening:

    de verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen van Groningen.

Artikel 3 Belastingplicht

De in artikel 1 bedoelde rechten worden geheven van de rechthebbende op de grafruimte of van degene, die de in deze verordening genoemde bevoegdheden en/of diensten aanvraagt, dan wel van degene die van deze bevoegdheden en/of diensten gebruik maakt.

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

RUBRIEK B BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS SELWERDERHOF

Artikel 5 Grafrechten

1.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een bepaalde grafruimte wordt geheven:

a.

indien het betreft een grafruimte, deel uitmakende van een particuliere familiegrafruimte

€ 12.292,–

vermeerderd met, voor elke m² grond, een gedeelte van een m² voor een gehele gerekend, welke ingevolge het bepaalde in artikel 6.2, tweede lid, van de beheersverordening beschikbaar wordt gesteld

€      677,–

b.

indien het betreft een particuliere huurgrafruimte bestaande uit drie verdiepingen, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€   2.296,–

c.

indien het betreft een particuliere huurgrafruimte bestaande uit drie verdiepingen, gelegen op een vrij begraafveld, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€   3.444,–

d.

indien het betreft een particuliere huurgrafruimte bestaande uit één verdieping, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€   1.693,–

e.

indien het betreft een particuliere huurgrafruimte bestaande uit één verdieping, gelegen op een vrij begraafveld, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€   2.541,–

f.

indien het betreft een particulier kinderhuurgraf, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€      677,–

g.

indien het betreft een particuliere huurgrafruimte op het gedeelte van de begraafplaats bestemd voor het begraven van stoffelijke overschotten van Islamieten, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€   1.693,–

h.

indien het betreft een particulier kinderhuurgraf op het gedeelte van de begraafplaats bestemd voor het begraven van stoffelijke overschotten van Islamieten, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€      677,–

i.

indien het betreft een particulier foetusgraf bestaande uit één verdieping, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€      338,–

2.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot bijzetten van een asbus wordt geheven:

a.

indien het betreft een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld, sierurnenveld of in de urnenmuur

uitgegeven voor de tijd van 20 jaar

€   1.094,–

uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€   1.642,–

b.

indien het betreft een particulier kinderhuururnengraf

uitgegeven voor de tijd van 20 jaar

€      391,–

uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€      586,–

Voor elke verlenging met 10 jaar van het uitsluitend recht tot begraven in een particuliere huurgrafruimte, uitgegeven voor de tijd van 20, 30, 40, 60 en 80 jaar, wordt geheven

€      828,–

3.

Voor een verlenging van het uitsluitend recht tot begraven in een particuliere grafruimte, waarvan het aantal beschikbare huurjaren op het moment van begraven minder dan 10 jaar is, wordt geheven

a.

indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 1 jaar

€        82,80

b.

indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 2 jaren

€      165,60

c.

indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 3 jaren

€      248,40

d.

indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 4 jaren

€      331,20

e.

indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 5 jaren

€      414,–

f.

indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 6 jaren

€      496,80

g.

indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 7 jaren

€      579,60

h.

indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 8 jaren

€      662,40

i.

indien het uitsluitend recht moet worden verlengd met 9 jaren

€      745,20

4.

Voor elke verlenging met 10 jaar van het uitsluitend recht tot begraven in een particulier kinderhuurgraf, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar, wordt geheven

€      225,–

5.

Voor elke verlenging met 10 jaar van het uitsluitend recht tot bijzetten van een asbus in een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld, uitgegeven voor de tijd van 20 of 30 jaar, wordt geheven

€      432,–

6.

Voor elke verlenging met 10 jaar van het uitsluitend recht tot begraven in een particulier kinderurnengraf, uitgegeven voor de tijd van 20 en 30 jaar, wordt geheven

€      150,–

7.

Voor elke verlenging met 10 jaar van het uitsluitend recht tot begraven in een particulier foetusgraf, uitgegeven voor de tijd 30 jaar, wordt geheven

€      113,–

Artikel 6 Begraafrechten

  • 1.

    Voor het begraven van een stoffelijk overschot op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 15.00 uur wordt geheven, indien het betreft:

a.

het begraven in een particuliere familiegrafruimte, een particuliere huurgrafruimte of een algemene grafruimte

€      736,–

b.

het begraven in een particulier kinderhuurgraf

€      337,–

c.

het begraven in een algemeen kindergraf

€      106,–

d.

het begraven in een particulier foetusgraf

€        66,–

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt:

    • a.

      voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen of kort na de geboorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven, slechts éénmaal het recht geheven;

    • b.

      voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen of kort na de geboorte overleden zuigelingen, die tegelijk met de bij of kort na de bevalling overleden moeder in één kist worden begraven, wordt geen recht geheven.

  • 3.

    Voor het bijzetten van asbus op maandag tot en met vrijdag op de gewone uren van begraven wordt geheven, indien het betreft:

a.

het bijzetten in een particuliere familiegrafruimte of een particuliere huurgrafruimte

€      306,–

b.

het bijzetten in een particulier kinderhuurgraf of een algemeen kindergraf

€      153,–

c.

het bijzetten in een daartoe bestemde particuliere grafruimte op het urnenveld

€        66,–

d.

het bijzetten in de daartoe bestemde particuliere grafruimte op het kinderveld

€        66,–

e.

het bijzetten van een sierurn op een particuliere familiegrafruimte of een particuliere huurgrafruimte

€        66,–

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het derde lid wordt:

    • a.

      voor het gelijktijdig bijzetten van meerdere urnen wordt in een particuliere urnengrafruimte anderhalf maal het recht geheven;

    • b.

      voor het gelijktijdig bijzetten van meerdere urnen in een particuliere huurgrafruimte of particuliere familiegrafruimte anderhalf maal het recht geheven.

Artikel 7

Voor het begraven van stoffelijke overschotten of het bijzetten van asbussen op zaterdag, op zondag of op maandag tot en met vrijdag buiten de gewone uren van begraven, worden de in artikel 6 vermelde rechten geheven, verhoogd met:

  • a.

    50% indien het begraven of bijzetten geschiedt op zaterdag van 09.00 uur tot 12.00 uur en op maandag tot en met vrijdag na 15.00 uur;

  • b.

    100% indien het begraven of bijzetten geschiedt op zaterdag buiten de onder a. genoemde tijden en op maandag tot en met vrijdag voor 09.00 uur.

  • c.

    150% indien het begraven of bijzetten geschiedt op zondag.

Artikel 7a

1.

Voor het maken en plaatsen van een bekisting in een volwassenen grafruimte op het islamitische gedeelte van de begraafplaats, wordt geheven

€      156,–

2.

Voor het maken en plaatsen van een bekisting in een kinder grafruimte op het islamitische gedeelte van de begraafplaats, wordt geheven

€        78,–

Artikel 8 Gebruik orgel

1.

Voor het gebruik van het in de aula aanwezige orgel tijdens een rouwplechtigheid wordt geheven

€        89,–

2.

Voor het gebruik van de in de aula aanwezige geluidsinstallatie tijdens een rouwplechtigheid wordt geheven

€        47,–

3.

Voor het gebruik maken van de geluidsinstallatie bij de grafruimte wordt geheven

€        26,–

Artikel 9 Op- en herbegraven

  • 1. Voor het opgraven van een stoffelijk overschot of een asbus al dan niet met urn, daaronder eventueel begrepen het herbegraven van het stoffelijk overschot of verstrooiing van de as op een gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Groningen of het ter beschikking houden van de urn, wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan de opgraving aan de opdrachtgever meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde recht wordt niet geheven voor het op rechterlijk gezag opgraven en weer in dezelfde grafruimte begraven van een stoffelijk overschot.

Artikel 10 Schudden van graven en het sluiten van graven

  • 1. Voor het op aanvraag van de rechthebbende schudden van een familiegrondgraf, wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan de ruiming aan de rechthebbende meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • 2. Voor het sluiten van een graf op aanvraag van de rechthebbende wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan het sluiten aan rechthebbende meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Artikel 11 Stichten graf- en urnenkelders

1.

Voor de afvoer van grond ten behoeve van het stichten van een grafkelderwordt per grafruimte geheven

€      486,–

2.

Voor het reinigen en wit verven van een grafkelder wordt geheven

€        90,–

3.

Voor het aanbrengen van een houten vlonder in een grafkelder wordt geheven

€       276,–

4.

Voor het graven van de ruimte ten behoeve van het stichten van een urnenkelder en het vervoer van de grond wordt per grafruimte geheven

€      224,–

5.

Voor het reinigen en wit verven van een urnenkelder wordt geheven

€        26,–

6.

Voor het plaatsen van een urnenkelder in een kinderurnengraf wordt geheven

€      150,–

Artikel 12 Aanbrengen grafsteen

1.

Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op een grafruimte, niet zijnde een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld of een particuliere kinderhuurgrafruimte, wordt geheven

€      120,–

2.

Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op een particuliere kinderhuurgrafruimte, wordt geheven

€        59,–

3.

Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op een particuliere urnengrafruimte, wordt geheven

€        59,–

4.

Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op een particuliere foetusgrafruimte, wordt geheven

€        59,–

5.

Voor het op een grafruimte aanbrengen van een betonstrook, als bedoeld in artikel 6.10.1b van de beheersverordening, wordt geheven

€        35,–

6.

Voor het aanbrengen van een gedenkplaat na een asverstrooïng, wordt geheven

€        35,–

Artikel 13 Aanbrengen beplanting

1.

Voor het aanbrengen van een beplanting op een grafruimte, niet zijnde een particulier kinderhuurgraf of een algemene kindergrafruimte, wordt geheven

€       241,–

2.

Voor het aanbrengen van een beplanting op een particulier kinderhuurgraf wordt geheven

€      166,–

3.

Voor het aanbrengen van een beplanting op een algemene kindergrafruimte wordt geheven

€        18,–

4.

Voor het schoonhouden van een op een algemene kindergrafruimte geplaatste grafsteen, kleine herstellingen daaronder begrepen, alsmede voor het onderhouden van de op die grafruimte aanwezige beplanting, wordt een éénmalig recht geheven van

€        59,–

Artikel 14 Lichten en herplaatsen grafbedekking

1.

Voor het lichten en herplaatsen van een opstal wegens een begraving of asbusbijzetting, niet zijnde een asbusbijzetting in een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld, wordt geheven

€      191,–

2.

Voor het lichten en herplaatsen van een opstal wegens een tweede, derde of vierde asbusbijzetting in een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld wordt geheven

€        52,–

Artikel 15

Voor het op aanvraag opnieuw aanbrengen van een eerder door de gemeente verwijderde doch bewaarde grafbedekking, als bedoeld in artikel 6.15 van de beheersverordening, wordt geheven

€      367,–

Artikel 16 Onderhouden grafbedekking

1.

Voor het van gemeentewege schoonhouden van de op de particuliere grafruimten geplaatste voorwerpen, eenvoudige herstellingen daaronder begrepen, alsmede het onderhouden van de daarop aanwezige beplantingen wordt, indien het betreft een voorwerp of beplanting op een particuliere grafruimte, niet zijnde een particulier kinderhuurgraf of een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld, per belastingjaar geheven:

a.

voor een staande steen, een staand kruis of een achterstuk

€        33,30

b.

voor een liggende zerk

€        46,20

c.

voor een stel banden of hoge plinten

€        28,50

d.

voor palen al of niet met bronzen stangen

€        18,–

e.

voor marmergruis of soortgelijk materiaal

€        28,50

f.

voor een bloembak, geen onderdeel vormend van de overige grafbeplanting

€        40,20

g.

voor een graftuin

€        72,60

h.

voor een graftuin zonder bloemstrook

€        40,20

i.

voor een buxushaag, geen onderdeel vormend van de overige grafbeplanting

€        33,30

j.

voor het verven van letters en/of symbolen

€        57,90

k.

voor een sierurn

€        25,80

l.

voor enig in dit lid niet nader omschreven voorwerp

€        28,50

2.

Indien het een voorwerp of beplanting betreft op een particuliere kinderhuur-grafruimte wordt 2/3 van de in het eerste lid genoemde bedragen geheven.

3.

Indien de opstal zich uitstrekt over meer dan één particuliere grafruimte wordt ten aanzien van elke grafruimte meer bovendien de helft van het ingevolge het eerste lid  c.q. het tweede lid verschuldigde recht geheven.

4.

Indien het een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld of een particulier kinderurnengraf betreft wordt voor het schoonhouden van de grafsteen en het maaien van het gras rondom de grafsteen, per belastingjaar geheven

€        44,40

5.

Indien de particuliere grafruimte is uitgegeven voor de tijd van 30 jaar kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het vijfentwintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd.

6.

Indien de particuliere grafruimte is uitgegeven voor onbepaalde tijd kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het vijf en twintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd.

7.

Indien de particuliere urnengrafruimte is uitgegeven voor de tijd van dertig jaar kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het vijfentwintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd.

8.

Indien na het verstrijken van de termijn van 30 jaar het uitsluitend recht tot begraven met 10 jaar wordt verlengd, worden de rechten voor het schoonhouden en het onderhouden per belastingjaar in rekening gebracht.

De rechten kunnen wederom afgekocht worden door betaling ineens van het tienvoud van het bedrag dat jaarlijks verschuldigd is.

RUBRIEK C BEPALINGEN, DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE BEGRAAFPLAATS ESSERVELD, DE ZUIDERBEGRAAFPLAATS, DE NOORDERBEGRAAFPLAATS EN DE BEGRAAFPLAATSEN KLEIN SELWERDERHOF I EN KLEIN SELWERDERHOF II

Artikel 17 Grafrechten begraafplaats Esserveld

1.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een particuliere huurgrafruimte, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar, wordt geheven

€   6.487,–

2.

Voor elke verlenging met 10 jaar van het uitsluitend recht tot begraven, als bedoeld in artikel 7.8 van de beheersverordening wordt geheven

€   2.159,–

3.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot het bijzetten van een asbus in een particuliere urnenkelder:

a.

uitgegeven voor de tijd van 20 jaar, wordt geheven

€   1.094,–

b.

uitgegeven voor de tijd van 30 jaar, wordt geheven

€   1.642,–

Artikel 18 Grafrechten Zuiderbegraafplaats en Noorderbegraafplaats

1.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een particuliere huurgrafruimte, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar, wordt geheven

€   3.288,–

2.

Voor elke verlenging met 10 jaar van het uitsluitend recht tot begraven, als bedoeld in artikel 7.8 van de beheersverordening, wordt geheven

€   1.094,–

Artikel 19 Begraafrechten

1.

Voor het begraven van een stoffelijk overschot op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 15.00 uur wordt geheven

€      736,–

2.

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt:

a.

voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen of kort na de geboorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven, slechts éénmaal het recht geheven;

b.

voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen of kort na de geboorte overleden zuigelingen, die tegelijk met de bij of kort na de bevalling overleden moeder in één kist worden begraven, geen recht geheven.

3.

Voor het bijzetten van een asbus in een particuliere grafruimte op maandag tot en met vrijdag op de gewone uren van begraven, wordt geheven

€      306,–

4.

In afwijking van het bepaalde in het derde lid wordt:

a.

voor het gelijktijdig bijzetten van meerdere urnen in een particuliere urnengrafruimte anderhalf maal het recht geheven;

b.

voor het gelijktijdig bijzetten van meerdere urnen in een particuliere huurgrafruimte of particuliere familiegrafruimte anderhalf maal het recht geheven.

5.

Voor het bijzetten van een sierurn op een particuliere grafruimte, uitgegeven voor onbepaalde tijd of op een particuliere huurgrafruimte, wordt geheven

€        66,–

6.

Voor het bijzetten van een asbus in een particulier urnengraf wordt geheven

€        66,–

Artikel 20

Voor het begraven van stoffelijke overschotten of het bijzetten van asbussen op zaterdag, op zondag of op maandag tot en met vrijdag buiten de gewone uren van begraven, worden de in artikel 19 vermelde rechten geheven, verhoogd met:

  • a.

    50% indien het begraven of bijzetten geschiedt op zaterdag van 09.00 uur tot 12.00 uur en op maandag tot en met vrijdag na 15.00 uur;

  • b.

    100% indien het begraven of bijzetten geschiedt op zaterdag buiten de onder a genoemde tijden en op maandag tot en met vrijdag voor 09.00 uur;

  • c.

    150% indien het begraven of bijzetten geschiedt op zondag.

Artikel 21 Op- en herbegraven

  • 1. Voor het opgraven van een stoffelijk overschot of een asbus al dan niet met urn, daaronder eventueel begrepen het herbegraven van het stoffelijk overschot of verstrooiing van de as op een gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Groningen of het ter beschikking houden van de urn, wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan de opgraving aan de opdrachtgever meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde recht wordt niet geheven voor het op rechterlijk gezag opgraven en weer in dezelfde grafruimte begraven van een stoffelijk overschot.

Artikel 22 Schudden van graven en sluiten van graven

  • 1. Voor het schudden van een particulier graf op aanvraag van de rechthebbende, wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan het schudden aan de rechthebbende meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • 2. Voor het sluiten van een particulier graf op aanvraag van de rechthebbende wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan het sluiten aan rechthebbende meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Artikel 23 Stichten grafkelders

1.

Voor de afvoer van grond ten behoeve van het stichten van een grafkelder wordt geheven:

a.

voor een enkele grafkelder

€      487,–

b.

voor een dubbele grafkelder

€      920,–

2.

Indien voor de grafkelder gebruik wordt gemaakt van meer dan twee grafruimten, wordt het in het eerste lid, onder b, genoemde bedrag voor elke grafruimte meer verhoogd met

€      242,–

3.

Voor het graven van de ruimte ten behoeve van het stichten van een urnenkelder en het vervoer van de grond wordt per grafruimte geheven

€      225,–

Artikel 24 Vergunningen

1.

Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op een particuliere grafruimte wordt geheven

€      120,–

2.

Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op een particuliere urnengrafruimte wordt geheven

€        59,–

Artikel 25 Herplaatsen grafbedekking

Voor het op aanvraag opnieuw aanbrengen van een eerder door de gemeente verwijderde doch bewaarde grafbedekking, als bedoeld in artikel 6.15 van de beheersverordening, wordt geheven

€      367,–

Artikel 26 Onderhouden grafbedekking

1.

Voor het van gemeentewege schoonhouden van de op de particuliere grafruimten geplaatste voorwerpen, eenvoudige herstellingen daaronder begrepen, welke zijn geplaatst op particuliere grafruimten, aanwezig op de Noorderbegraafplaats, de Zuiderbegraafplaats of de begraafplaats Esserveld, alsmede voor het onderhouden van de daarop aanwezige beplantingen wordt per belastingjaar geheven:

a.

voor een staande steen, een staand kruis of een achterstuk, niet hoger dan 1.50 m.

€        33,30

elke meter of gedeelte daarvan hoger

€        16,50

b.

voor een staand monument, niet hoger dan 1 m.

€       68,10

voor elke halve meter of gedeelte daarvan hoger

€        33,30

c.

voor een liggende steen of zerk

€        46,20

d.

voor een omrastering

€       68,10

e.

voor een stel stenen banden of hoge plinten, geen onderdeel vormende van een omrastering

€        28,50

f.

voor marmergruis, steengruis, schelpen of soortgelijk materiaal

€        28,50

g.

voor een bloembak, geen onderdeel vormende van de overige grafbeplanting

€        40,20

h.

voor een graftuin

€        72,60

i.

voor een buxushaag, geen onderdeel vormende van de overige grafbeplanting

€        33,30

j.

voor het maaien van het gras rondom de grafsteen

€        10,80

k.

voor een sierurn

€        25,80

l.

voor enig in dit lid niet nader omschreven voorwerp

€        28,50

2.

Voor het verven van letters en/of symbolen wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan het verven aan de opdrachtgever meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

3.

Indien de opstal zich uitstrekt over meer dan één particuliere grafruimte, wordt ten aanzien van elke particuliere grafruimte meer bovendien de helft van het ingevolge het eerste lid verschuldigde recht geheven.

4.

Indien het een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld of een particuliere kinderurnengraf betreft wordt, voor het schoonhouden van de grafsteen en het maaien van het gras rondom de grafsteen, per belastingjaar geheven

€        44,40

5.

Voor het van gemeentewege schoonhouden van een voorwerp, eenvoudige herstellingen daaronder begrepen, dat geplaatst is op een grafruimte aanwezig op de begraafplaats Klein Selwerderhof I of Klein Selwerderhof II, alsmede voor het onderhouden van de op die grafruimte aanwezige beplanting, wordt per belastingjaar geheven

€        72,30

6.

Indien van een grafruimte op één van de begraafplaatsen Klein Selwerderhof I en Klein Selwerderhof II uitsluitend gebruik is gemaakt voor het daarin begraven van twee of drie stoffelijke overschotjes, wordt het in het voorgaande lid genoemde recht tot de helft onderscheidenlijk tot éénderde gedeelte geheven.

7.

Indien de particuliere grafruimte is uitgegeven voor de tijd van 30 jaar kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het vijfentwintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd.

8.

Indien de particuliere grafruimte is uitgegeven voor onbepaalde tijd kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het vijftigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd.

9.

Indien de particuliere urnengrafruimte is uitgegeven voor de tijd van dertig jaar kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het vijfentwintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd.

10.

Indien na het verstrijken van de termijn van 30 jaar het uitsluitend recht tot begraven met 10 jaar wordt verlengd, worden de rechten voor het schoonhouden en het onderhouden per belastingjaar in rekening gebracht.

De rechten kunnen wederom afgekocht worden door betaling ineens van het tienvoud van het bedrag dat jaarlijks verschuldigd is.

RUBRIEK D BEPALINGEN, WELKE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN TE HOOGKERK, MIDDELBERT EN NOORDDIJK

Artikel 27 Grafrechten

1.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een particuliere grafruimte wordt geheven, indien het betreft:

a.

een particuliere grafruimte op de begraafplaats Hoogkerk, uitgegeven voor onbepaalde tijd

€   1.224,–

b.

een particuliere grafruimte op de begraafplaats Hoogkerk, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€      724,–

c.

een particuliere grafruimte op de begraafplaats Middelbert, uitgegeven voor onbepaalde tijd

€   1.224,–

d.

een particuliere grafruimte op de begraafplaats Noorddijk, uitgegeven voor onbepaalde tijd

€   1.224,–

e.

een particuliere grafruimte op de begraafplaats Noorddijk, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€      724,–

2.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot bijzetten van een asbus in een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld op de begraafplaatsen Hoogkerk en Noorddijk wordt geheven:

a.

indien het betreft een particuliere huurgrafruimte uitgegeven voor een tijd van 30 jaar

€   1.642,–

b.

indien het betreft een particuliere huurgrafruimte uitgegeven voor een tijd van 20 jaar

€   1.094,–

3.

a.

Voor een verlenging met 10 jaar van het uitsluitend recht tot begraven in een particuliere huurgrafruimte op de begraafplaats te Hoogkerk, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar

€      548,–

a.

Voor elke verlenging met 10 jaar van het uitsluitend recht tot bijzetten van een asbus in een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld, uitgegeven voor de tijd van 30 jaar, wordt geheven indien het een particuliere grafruimte betreft op de begraafplaats te:

1.Hoogkerk:

€      548,–

2.Noorddijk:

€      548,–

4.

a.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot begraven in een particuliere kinderhuurgrafruimte voor de tijd van 30 jaar wordt geheven, indien het een particuliere grafruimte betreft op de begraafplaats te:

1.Hoogkerk:

€      656,–

2.Noorddijk:

€      656,–

b.

Voor elke verlenging met 10 jaar van het uitsluitend recht tot begraven in een kinderhuurgrafruimte met een tijd van 10 jaar op de begraafplaats te:

1.Hoogkerk:

€      218,–

2.Noorddijk:

€      218,–

Artikel 28 Begraafrechten

1.

Voor het begraven van een stoffelijk overschot op maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 15.00 wordt geheven

€      369,–

2.

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt:

a.

voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen of kort na de geboorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven, slechts éénmaal het recht geheven;

b.

voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen of kort na de geboorte overleden zuigelingen, die tegelijk met de bij of kort na de bevalling overleden moeder in één kist worden begraven, geen recht geheven.

3.

Voor het begraven in een particulier huurkindergraf wordt geheven

€      333,–

4.

Voor het bijzetten van een asbus op maandag tot en met vrijdag op de gewone uren van begraven wordt geheven:

a.

indien de asbus wordt bijgezet in een particuliere grafruimte

€      303,–

b.

indien de asbus wordt bijgezet in een daartoe bestemde particuliere huurgrafruimte op het urnenveld

€      66,–

5.

In afwijking van het bepaalde in het vijfde lid wordt:

a.

voor het gelijktijdig bijzetten van meerdere urnen in een particuliere urnengrafruimte anderhalf maal het recht geheven;

b.

voor het gelijktijdig bijzetten van meerdere urnen in een particuliere huurgrafruimte of particuliere familiegrafruimte anderhalf maal het recht geheven.

6.

Voor het bijzetten van een sierurn op een particuliere grafruimte voor onbepaalde tijd of een particuliere huurgrafruimte wordt geheven

€      66,–

7.

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt:

a.

voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen of kort na de geboorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven, slechts éénmaal het recht geheven;

b.

voor het begraven van stoffelijke overschotten van levenloos geborenen of kort na de geboorte overleden zuigelingen, die tegelijk met de bij of kort na de bevalling overleden moeder in één kist worden begraven, geen recht geheven.

Artikel 29

Voor het begraven van stoffelijke overschotten of het bijzetten van asbussen op zaterdag, op zondag of op maandag tot en met vrijdag buiten de gewone uren van begraven, worden de in artikel 28 vermelde rechten geheven, verhoogd met:

  • a.

    50% indien het begraven of bijzetten geschiedt op zaterdag van 09.00 uur tot 12.00 uur en op maandag tot en met vrijdag na 15.00 uur;

  • b.

    genoemde tijden en op maandag tot en met vrijdag voor 09.00 uur;

  • c.

    150% indien het begraven of bijzetten geschiedt op zondag.

Artikel 30 Op- en herbegraven

  • 1. Voor het opgraven van een stoffelijk overschot of een asbus al dan niet met urn, daaronder eventueel begrepen het herbegraven van het stoffelijk overschot of verstrooiing van de as op een gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Groningen of het ter beschikking houden van de urn, wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan de opgraving aan de opdrachtgever meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde recht wordt niet geheven voor het op rechterlijk gezag opgraven en weer in dezelfde grafruimte begraven van een stoffelijk overschot.

Artikel 31 Schudden van graven

Voor het op aanvraag van de rechthebbende schudden van een graf, wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan de ruiming aan de rechthebbende meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Artikel 32 Stichten graf- en urnenkelders

1.

Voor de afvoer van grond ten behoeve van het stichten van een grafkelder wordt per particuliere grafruimte geheven:

a.

voor een enkele grafkelder

€      369,–

b.

voor een dubbele grafkelder

€      606,–

2.

Indien voor de grafkelder gebruik wordt gemaakt van meer dan twee particuliere grafruimten, wordt het in het eerste lid, onder b, genoemde recht voor elke grafruimte meer verhoogd met

€      239,–

3.

urnenkelder en het vervoer van de grond wordt per grafruimte geheven

€      225,–

4.

Voor het reinigen en wit verven van een particuliere urnenkelder wordt geheven

€        26,–

Artikel 33 Aanbrengen grafsteen

1.

Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op een particuliere grafruimte, niet zijnde een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld, wordt geheven

€      121,–

2.

Voor de werkzaamheden wegens het doen plaatsen van een grafsteen op een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld, wordt geheven

€        61,–

Artikel 34 Aanbrengen beplanting

Voor het aanbrengen van een beplanting op een grafruimte, niet zijnde een Particuliere huurgrafruimte op het urnenveld, wordt geheven

€      241,–

Artikel 35 Herplaatsen grafbedekking

Voor het lichten en herplaatsen van een opstal wegens een tweede, derde of vierde asbusbijzetting in een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld wordt geheven

€        52,–

Artikel 36 Onderhouden grafbedekking

1.

Voor het van gemeentewege schoonhouden van de op de particuliere grafruimten geplaatste voorwerpen, eenvoudige herstellingen daaronder begrepen, welke zijn geplaatst op particuliere grafruimten, aanwezig op de begraafplaatsen Hoogkerk, Middelbert of Noorddijk alsmede voor het onderhouden van de daarop aanwezige beplantingen wordt per belastingjaar geheven:

a.

voor een staande steen, een staand kruis of een achterstuk, niet hoger dan 1.50 m

€        33,30

elke meter of gedeelte daarvan hoger

€        16,50

b.

voor een staand monument, niet hoger dan 1 m

€        68,10

voor elke halve meter of gedeelte daarvan hoger

€        33,30

c.

voor een liggende steen of zerk

€        46,20

d.

voor een omrastering

€        68,10

e.

voor een stel stenen banden of hoge plinten, geen onderdeel vormende van een omrastering

€        28,50

f.

voor marmergruis, steengruis, schelpen of soortgelijk materiaal

€        28,50

g.

voor een bloembak, geen onderdeel vormende van de overige grafbeplanting

€        40,20

h.

voor een graftuin

€        72,60

i.

voor een buxushaag, geen onderdeel vormende van de overige grafbeplanting

€        33,30

j.

voor het maaien van het gras rondom de grafsteen

€        10,80

k.

voor een sierurn

€        25,80

l.

voor enig in dit lid niet nader omschreven voorwerp

€        28,50

2.

Voor het verven van letters en/of symbolen wordt geheven het bedrag van de voorafgaand aan het verven aan de opdrachtgever meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

3.

Indien het een particuliere huurgrafruimte op het urnenveld betreft wordt, voor het schoonhouden van de grafsteen en het maaien van het gras rondom de grafsteen, per belastingjaar geheven

€        44,40

4.

Indien de opstal zich uitstrekt over meer dan één particuliere grafruimte, wordt ten aanzien van elke particuliere grafruimte meer bovendien de helft van het ingevolge het eerste lid verschuldigde recht geheven.

5.

Indien de particuliere grafruimte is uitgegeven voor de tijd van 30 jaar kunnen de in dit artikel bedoelde rechten worden afgekocht door betaling ineens van het vijfentwintigvoud van het bedrag dat jaarlijks voor het schoonhouden en het onderhouden is verschuldigd. Indien na het verstrijken van de termijn van 30 jaar het uitsluitend recht tot begraven met 10 jaar wordt verlengd, worden de rechten voor het schoonhouden en het onderhouden per belastingjaar in rekening gebracht. De rechten kunnen wederom afgekocht worden door betaling ineens van het tienvoud van het bedrag dat jaarlijks verschuldigd is.

RUBRIEK E OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 37 Inschrijven en overschrijven

1.

Voor het inschrijven van het uitsluitend recht tot begraven wordt geheven

€        16,25

2.

Voor het inschrijven van een tweede of derde overledene in het gemeentelijke register wordt geheven

€        16,25

3.

Voor het overschrijven van het uitsluitend recht tot begraven wordt geheven

€        33,60

Artikel 38

1.

Voor het incidenteel verstrooien van de as uit een asbus op één van de begraafplaatsen wordt per verstrooiing geheven

€        66,–

2.

Voor het gelijktijdig verstrooien van as uit meerdere asbussen op één van de begraafplaatsen wordt anderhalf maal het recht geheven.

3.

Indien de verstrooiing van as plaatsvindt op een andere plek dan op één van de begraafplaatsen wordt per verstrooiing geheven

€      126,–

Artikel 39 Wijze van heffing en betaling

  • 1. De krachtens artikel 16, leden 1, 2 en 3 en 4 en artikel 26, leden 1, 2, 3 en 4 verschuldigde rechten worden geheven bij wege van aanslag. Zij zijn invorderbaar in één termijn, welke vervalt uiterlijk vier weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden de in de artikelen 16 en 26 bedoelde jaarlijkse rechten voor het eerste jaar waarover zij verschuldigd zijn, alsmede de overige in deze verordening genoemde rechten, geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of ander schriftelijk stuk. Zij dienen te worden voldaan in één termijn, welke vervalt vier weken na de dagtekening van het schriftelijk stuk.

Artikel 40 Nadere regels door het college van burgemeester en

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begrafenisrechten.

Artikel 41 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeerartikel

  • 1. De ‘Verordening begrafenisrechten 2016’ van 11 november 2015, nr. 2b, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2017, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017 welke datum tevens de datum van ingang van de heffing is.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening begrafenisrechten 2017’.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 9 november 2017.

De griffier,
Toon Dashorst.
De voorzitter,
Peter den Oudsten.