Regeling vervallen per 01-01-2020

Lokale IKB-regeling 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Lokale IKB-regeling 2017

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN:

Gelet op de Ambtenarenwet, de Gemeentewet en artikel 3:29 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen;

HEEFT BESLOTEN;

Aan te wijzen de volgende doelen als bedoeld in artikel 3:29, lid 2 van de ARG en vast te stellen de navolgende regeling:

Lokale IKB-regeling 2017

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    werkgever:

    Het college van burgemeester en wethouders van Groningen.

  • b.

    medewerker:

    de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen (ARG).

  • c.

    Individueel Keuzebudget :

    Het maandelijks in geldwaarde uitgedrukte aanspraken resulterend in een saldo dat de medewerker kan aanwenden voor de landelijke in de ARG neergelegde en lokaal aangewezen doelen.

  • d.

    Door middel van het inzetten van zijn IKB-budget kan de medewerker verzoeken om toekenning van de volgende aanvullende doelen:

    • A:

      uitruil reiskosten woon-werkverkeer

    • B:

      vakbondscontributie

    • C:

      onkostenvergoeding WKR

  • e.

    Onkostenvergoeding WKR:

    De onkostenvergoeding is een algemene bijdrage voor onkosten verband houdend met het werknemerschap.

A: Uitruil reiskosten woon-werkverkeer

A: Uitruil reiskosten woon-werkverkeer

Artikel 2 Uitruil reiskosten woon-werkverkeer

  • 1. De medewerker kan maandelijks – indien hiertoe fiscale ruimte toe is – het IKB aanwenden voor de fiscale uitruil woon-werkverkeer.

  • 2. Hiertoe wordt fiscale ruimte bepaald die maandelijks belastingvrij kan worden uitgeruild. Er wordt uitgegaan van 214 reisdagen per jaar bij een vijfdaagse werkweek, mits de medewerker tenminste op 128 dagen naar dezelfde plaats van tewerkstelling reist. Wordt op minder dan 128 dagen gereisd, dan is het werkelijk aantal reisdagen bepalend voor de vergoeding. Indien er op minder dan vijf dagen per week wordt gewerkt dan geldt dit naar evenredigheid (4 werkdagen: 171 reisdagen, 3 werkdagen: 128 reisdagen, 2 werkdagen: 86 reisdagen en 1 werkdag: 43 reisdagen).

  • 3. De vergoeding per kilometer is gelijk aan de onbelast per kilometer te verstrekken reiskostenvergoeding (€ 0,19; norm 2016).

  • 4. Ontvangt de medewerker ook een vergoeding voor woon-werkverkeer van de werkgever op basis van een andere regeling, dan wordt deze vergoeding in mindering gebracht op de hierboven bedoelde vaste vergoeding.

  • 5. Bij een enkele reisafstand van meer dan 75 kilometer dient nacalculatie van de uitruil plaats te vinden.

  • 6. Bij tussentijdse wijziging van de gegevens die de medewerker op het aanvraagformulier heeft aangegeven, deelt de medewerker dit zo spoedig mogelijk mee.

  • 7. Bij een aanpassing van het aantal dagen waarop de medewerker werkt, wordt dienovereenkomstig het uit te ruilen bedrag aangepast via het wijzigingsformulier.

  • 8. In geval van afwezigheid of ziekte van de medewerker van meer dan zes weken wordt de uitruil stopgezet.

  • 9. Indien de medewerker de maandelijkse uitruil wil stoppen dan dient de medewerker dit in de IKBmodule aan te geven. Het initiatief hiertoe rust uitdrukkelijk bij de medewerker.

  • 10. Het bepaalde in artikel 3:33 van de ARG is van toepassing op deze regeling.

  • 11. Berekening van het aantal kilometers vindt plaats op basis van de meest gangbare route.

B: Vakbondscontributie

B: Vakbondscontributie

Artikel 4 Uitruil vakbondscontributie

  • 1. Indien de medewerker lid is van een vakbond die de belangen van de medewerkers in de gemeentelijke sector behartigt, kan de medewerker een keer per jaar het IKB aanwenden voor uitruil van de vakbondscontributie.

  • 2. Vakbond is de organisatie, zoals bedoeld in artikel 12:1, lid 1, sub c en artikel 12:1, lid 3 van de ARG.

  • 3. De medewerker dient bij het verzoek tot uitruil de brief van de vakbond waaruit de hoogte van de vakbondscontributie blijkt te overleggen.

C: Uitruil onkostenvergoeding

C: Uitruil onkostenvergoeding

Artikel 5 Vaststelling hoogte onkostenvergoeding WKR

  • 1. De onkostenvergoeding WKR is een vast bedrag per medewerker dat jaarlijks kan worden uitgeruild (met een minimum van € 50,00). Jaarlijks wordt in de maand oktober het uit te ruilen bedrag vastgesteld afhankelijk van de resterende forfaitaire ruimte binnen de WKR voor dat jaar.

  • 2. Behoudens het gestelde in artikel 1, wordt geen rekening gehouden met de omvang van het dienstverband of de datum van indiensttreding.

  • 3. De uitruil binnen de IKB-module is pas mogelijk op het moment dat het jaarlijks vast te stellen bedrag bekend is.

  • 4. De uitruil onkostenvergoeding WKR kan alleen plaatsvinden als de medewerker op het moment van uitruil in dienst is.

Artikel 6 Gevolgen keuzes

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling wordt vastgesteld onder gelijktijdige intrekking van de regeling ‘Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden gemeente Groningen 2015’ vastgesteld bij collegebesluit van 15 september 2015, nr. 3i.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Lokale IKB-regeling 2017’.

  • 3. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2017.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van

29 november 2016

De burgemeester,
Peter den Oudsten.
De secretaris,
Peter Teesink.