Regeling vervallen per 13-12-2013

Nadere regels parkeren op belanghebbenden- en parkeerapparatuurplaatsen

Geldend van 07-06-2013 t/m 12-12-2013

Intitulé

NADERE REGELS PARKEREN OP BELANGHEBBENDEN- EN PARKEER-APPARATUURPLAATSEN

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

 

gezien het voorstel uit 2003;

gelet op artikel 147 van de gemeentewet;

gelet op de Parkeerverordening gemeente Groningen 1998;

HEBBEN BESLOTEN:

 

de Nadere regels parkeren op belanghebbenden- en parkeerapparatuurplaatsen vast te stellen.

Artikel 1 Toepassingsgebied

  • 1. Voor het verlenen van een vergunning voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen worden aangewezen de gebieden:

    • a.

      Binnenstad (= het gebied begrensd door de middellijn van de waterwegen Noorderhaven, Lopendediep, Spilsluizen, Turfsingel, Schuitendiep, Oosterhaven, Verbindingskanaal, Zuiderhaven en der A);

    • b.

      Hortusbuurt ( = het gebied begrensd door Boterdiep (inclusief beide zijden van de straat) Boteringesingel ZZ, Kruissingel, Leliesingel en de middellijn vande waterwegen Noorderhaven, Lopende Diep, Spilsluizen en Turfsingel;

    • c.

      Oosterpoortbuurt ( = het gebied begrensd door hoofdrijbaan van de Europaweg, de Weg der Verenigde Naties, de spoorlijn Groningen/Assen, het Herewegviaduct en de ‘middellijn’van de waterwegen Oosterhaven en Verbindingskanaal);

    • d.

      Rivierenbuurt (= het gebied begrensd door Emplacement NS, Viaductstraat, middellijn Hereweg, Weg der Verenigde Naties, Julianaplein en de middellijn van het Noord-Willemskanaal;

    • e.

      Herewegbuurt ( = het gebied begrensd door de spoorlijn Groningen/Assen, de Weg der verenigde Naties en middellijn Hereweg);

    • f.

      Zeehelden- en Badstratenbuurt ( = het gebied begrensd door de middellijn van de waterwegen Hoendiep, Eendrachtskanaal, Zuiderhaven, Noord Willemskanaal, spoorlijn evenwijdig aan de Koeriersterweg en Laan 1940-1945;

    • g.

      Schildersbuurt (= het gebied begrensd door de middellijn van de waterwegen, Reitdiep, Noorderhaven, der A, Zuiderhaven, Eendrachtskanaal, Hoendiep en spoorlijn Langs Laan 1940-1945;

    • h.

      Oosterparkbuurt (= het gebied begrensd door de middellijn van de waterweg Oosterhamrikkanaal tot Zaagmuldersbrug, Zaagmuldersweg, Damsterdiep, Balkgat, Eemskanaal, Damstersingel, Damsterdiep, Petrus Campersingel, L.J. Zielstraweg, Hanzeplein, Petrus Campersingel, S.S. Rosensteinlaan, secundaire rijbaan Wouter van Doeverenplein;

    • i.

      Grunobuurt/Laanhuizen (= het gebied begrensd door de middellijn van de waterweg Noord-Willemskanaal, spoorlijn evenwijdig aan Koeriersterweg, Laan 1940-1945, Concourslaan, Paterswoldseweg en de Weg der Verenigde Naties);

    • j.

      Korrewegbuurt (betreft het gebied begrensd door de middellijn waterweg Oosterhamrikkanaal, Heymanslaan, kruispunt Korreweg/Heymanslaan, Floresplein, Floresstraat, kruispunt Bankastraat/Floresstraat, kruispunt Bedumerweg/Floresstraat (inclusief grens), Nieuwe Ebbingestraat tussen Noorderstationsstraat en Korreweg, Korreweg, Singelweg, P.J. van Kerckhoffstraat tot Bloemsingel).

    • k.

      Binnenstad-Oost de straten Nieuweweg, Turfsingel Oostzijde, Schuitendiep Oostzijde, Damsterdiep, Damsterkade (plein), Damsterkade (straat), Oosterkade, Bloemsingel (vanaf hoek Bloemstraat tot en met het perceel met huisnummer 8b), Bloemstraat, Oostersingel en W.A. Scholtenstraat.

    • l.

      Deel van de Oranjebuurt (het betreft het gebied begrensd door Wilhelminakade, Graaf Adolfstraat, Koninginnelaan hoek Graaf Adolfstraat tot en met hoek Verlengde Grachtstraat, Verlengde Grachtstraat en Oranjesingel (inclusief beide zijden van genoemde straten).

    • m.

      De linie (=het gebied begrensd door de H.L. Wicherstraat, Verlengde Lodewijkstraat, Redoute, Verlengde Winschoterdiep, inclusief beide zijden van genoemde straten).

    • n.

      Papiermolen (= het parkeerterrein dat begrensd wordt door het aan de noordzijde gelegen fietspad, aan de westzijde de groenzone, aan de oostzijde het Boutenspad en aan de zuidzijde het gebouw van de Papiermolen).

    • o.

      Kop van Oost (= het gebied begrensd door de middellijn van de waterweg Eemskanaal, hoofdrijbaan van de Europaweg, Sontweg en de westelijke kadastrale grens van de percelen GNG00P 00908G0000 en GNG00P 00768G0000, wat ongeveer overeenkomt met een loodrechte lijn op het Eemskanaal in het verlengde van de Agunnarydweg).

  • 2. Voor het verlenen van een vergunning voor op belanghebbendenplaatsen wordt aangewezen het gebied Binnenstad-Oost (= de plaatsen aan de Steentilkade, de Oostersingeldwarsstraat, de Lijnbaanstraat, de Oosterhavenstraat en Voor 't Voormalig Klein Poortje, alsmede de plaatsen die zijn gelegen binnen het gebied dat wordt begrensd door het Damsterdiep, het Schuitendiep OZ, de Turfsingel OZ, de Bloemstraat en de Oostersingel (de genoemde straten dus niet meegerekend) en uitgezonderd de Nieuweweg en de W.A. Scholtenstraat.

Artikel 2 Begripsbepaling

  • 1. Verordening: de Parkeerverordening gemeente Groningen 1998.

  • 2. Houder van een voertuig: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd.

  • 3. Houder van een motorvoertuig [ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stbl. 1994 nr. 475) aangehouden register van opgegeven kentekens]:

    • a.

      degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven of

    • b.

      degene die door middel van het afsluiten van een schriftelijk bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst beschikt over dat motorvoertuig;

    • c.

      degene die kan aantonen dat hij met één of meerdere bewoners van de gemeente Groningen eigenaar/gebruiker is van een motorvoertuig.

  • 4. Vervoerplan: samenhangend pakket van maatregelen betrekking hebbende op het terugdringen van het woon- werkverkeer per auto.

Artikel 3 Binnenstad binnen de diepenring

  • 1. Aan de houder van een voertuig die aantoont dat hij in de Binnenstad als bewoner staat ingeschreven, wordt op schriftelijk verzoek één vergunning verleend voor het betreffende gebied.

  • 2. Per zelfstandige woning wordt één vergunning afgegeven. Onder zelfstandige woning wordt in dit verband verstaan: een woning die is voorzien van een uniek adres, een eigen toegang heeft en waarin de wezenlijke voorzieningen, zoals een was- en kookgelegenheid en een toilet, niet met bewoners van andere woonruimten hoeven te worden gedeeld.

  • 3. Het maximum aantal uit te geven vergunningen is gelijk aan 100% van het aantal binnen de Diepenring beschikbare parkeerplaatsen.

  • 4. De houders van een motorvoertuig als bedoeld in artikel 2 derde lid onder c kunnen voor een en hetzelfde motorvoertuig een of meer bewonersvergunningen die geldig zijn in andere schilwijken en/of de binnenstad aanvragen.

  • 5. Een houder die beschikt over een stallingsabonnement voor een buurtstalling komt niet in aanmerking voor een parkeervergunning voor bewoners van de Binnenstad.

  • 6. De vergunningen gelden niet op maandag, dinsdag, en woensdag van 10.00 uur tot 22.00 uur en op donderdag, vrijdag en zaterdag van 10.00 uur tot 24.00 uur voor parkeren op parkeerapparatuurplaatsen in de volgende straten: de Oude Ebbingestraat, de Rode Weeshuisstraat, de Oude Boteringesatraat, de Rademarkt (voor het Hoofdbureau van politie), het Kwinkenplein, het Gedempte Zuiderdiep, het Gedempte Kattendiep (5 parkeerplaatsen ter hoogte van Gedempte Kattendiep 122) en de Steentilstraat.

  • 7. Voor het verstrekken van een parkeervergunning aan binnenstadsbewoners die op 16 december 2007 al beschikten over een parkeervergunning voor parkeren binnen de Diepenring geldt een uitzondering op het bepaalde in lid 2 van dit artikel. Voor deze categorie personen geldt dat:

    • a.

      na het verstrijken van de geldigheidstermijn van de geldende parkeervergunning jaarlijks een nieuwe parkeervergunning wordt verstrekt, waarbij uitsluitend aan het bepaalde in lid 1 van dit artikel wordt getoetst;

    • b.

      de in lid 4 bedoelde uitzondering komt te vervallen bij verhuizing de aanvrager.

Artikel 4 Oosterpoortbuurt, Hortusbuurt, Herewegbuurt, Rivierenbuurt, Zeehelden- en Badstratenbuurt, Schildersbuurt, Oosterparkbuurt, Grunobuurt en Laanhuizen, Korrewegbuurt, Binnenstad-oost, een deel van de Oranjebuurt, De Linie, de Papiermolen en de Kop van Oost.

  • 1. Aan de houder van een voertuig die aantoont dat hij in de Oosterpoortbuurt, Hortusbuurt, Herewegbuurt, Rivierenbuurt, Zeehelden- en Badstratenbuurt, Schildersbuurt, Oosterparkbuurt, Grunobuurt en Laanhuizen (met uitzondering van Grunostraat 1 t/m 105 (oneven), Westinghousestraat 38 en Westinghousestraat 27 t/m 39 en Paterswoldseweg 140 t/m152), Korrewegbuurt, Binnenstad-oost, een deel van de Oranjebuurt, De Linie de Papiermolen of Kop van Oost (uitsluitend Eemskanaal ZZ oneven nummers 5 tot en met 15) als bewoner staat ingeschreven wordt op schriftelijke aanvraag één vergunning verleend voor het desbetreffende gebied.

    De houders van een motorvoertuig als bedoeld in artikel 2 derde lid onder c kunnen voor een en hetzelfde motorvoertuig vergunningen aanvragen die geldig zijn in andere schilwijken of in de binnenstad.

  • 2. Degene die aantoont dat hij een beroep of bedrijf uitoefent in één van voornoemde gebieden, met uitzondering van Kop van Oost (uitsluitend Eemskanaal ZZ oneven nummers 5 tot en met 15) wordt op schrif­telijke aanvraag één vergunning verleend voor het desbetreffende gebied.

  • 3. Aan degene die een onder lid 2 bedoeld beroep of bedrijf uitoefent worden op schriftelijke aanvraag extra vergunningen verleend onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      de aanvrager dient binnen één jaar na datum verlening extra vergunningen over een door burgemeester en wethouders goedgekeurd vervoerplan te beschikken en

    • b.

      het aantal aan een bedrijf of beroepsuitoefenaar te verlenen vergunningen mag niet meer bedragen dan 1/5 van het aantal werknemers dat aantoonbaar in dienst is van de in dat gebied gelegen vestiging, minus het aantal parkeerplaatsen waarover het bedrijf feitelijk beschikt en het totaal aantal op grond van dit lid te verlenen vergunningen kan nimmer meer bedragen dan 120% van het totaal aantal parkeerplaatsen in het desbetreffende gebied.

  • 4. Aan een bedrijf dat of de beroepsuitoefenaar die aantoonbaar minder dan 11 werknemers in dienst heeft, wordt vrijstelling verleend van het opstellen van een vervoersplan.

  • 5. De bewoner die staat ingeschreven in één van voornoemde gebieden, wordt op aanvraag een bezoekerskaart verleend voor het desbetref­fende gebied. Als bijkomende voorwaarden geldt:

    • a.

      dat een bezoekerspas nooit het recht geeft om te parkeren op een belanghebbendenplaats en

    • b.

      dat een maximum geldt van één bezoekerspas per voor bewoning bestemd adres;

    • c.

      dat een bezoekerspas het recht geeft op 16 uur parkeren per kalenderweek van zondag 00.00 uur tot de volgende zondag 00.00 uur;

    • d.

      in vervolg op artikel 5 lid c gelden de volgende uitzonderingen:

      Binnenstad-Oost: bezoekerspas is 22 uur geldig per kalenderweek;

      Oosterpoortbuurt: bezoekerspas is 22 uur geldig per kalenderweek;

      Kop van Oost: bezoekerspas is 22 uur geldig per kalenderweek;

      De Linie: bezoekerspas is 25 uur geldig per kalenderweek.

  • 6. De vergunningen zijn niet geldig voor parkeren:

    • a.

      van maandag tot en met woensdag en vrijdag van 10.00 - 18.00 uur, donderdag van 10.00 - 21.00 uur en zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur en gedurende nader aan te wijzen koopavonden tot 21.00 uur in de volgende straten:

      Wipstraat, Pijpstraat, Brouwerstraat, Nieuwe Ebbingestraat, Guyotplein, Nieuweweg.    

    • b.

      het parkeerterrein aan de Zaanstraat/Spaarnestraat.

    • c.

      Het gebied aan weerszijden van de straat in het deel van de Wilheminakade, dat loopt vanaf de hoek Prinsesseweg tot en met de garage-uitrit van het pand Wilhelminkade 21.

  • 7. Een parkeervergunning ex artikel 3, lid 3 sub d wordt op aanvraag verstrekt aan:

    • °

      Huisartsen.

    • °

      Verloskundigen.

    • °

      Kraamverzorgers.

    • °

      Medewerkers thuiszorg.

    De beroepsbeoefenaar dient praktiserend te zijn in de gemeente Groningen.

  • 8. Een parkeervergunning ex artikel 3, lid 3 sub e wordt op aanvraag verstrekt aan:

    • °

      Storingsmonteurs.

    De beroepsbeoefenaar komt onder voorwaarden in aanmerking voor een vergunning.

    De aanvraag moet vergezeld gaan van een schriftelijke verklaring van het bedrijf waarvoor de beroepsbeoefenaar werkzaam is. Uit deze schriftelijke verklaring moet blijken dat de onderhavige vergunning noodzakelijk is voor een goede uitoefening van het beroep.

  • 9. Een parkeervergunning ex artikel 3, lid 3 sub f wordt op aanvraag verstrekt aan:

    • °

      Huisartsen.

    De beroepsbeoefenaar komt onder voorwaarden in aanmerking voor een vergunning.

    De volgende voorwaarden worden gesteld:

    • °

      De arts dient praktiserend te zijn in de gemeente.

    • °

      Bij een gezamenlijke praktijk (meerdere artsen voeren één praktijk) wordt slechts 1 voorziening aangebracht.

    • °

      Indien er parkeermogelijkheden op eigen terrein zijn, dan worden op de openbare weg geen voorzieningen aangebracht.

    • °

      Schippers.

      De beroepsbeoefenaar komt onder voorwaarden in aanmerking voor een vergunning.

      De volgende voorwaarden worden gesteld:

    • °

      Aanvrager dient te beschikken over een postadres binnen de gemeente Groningen.

    • °

      Aanvrager dient te beschikken over een meetbrief.

    • °

      Aanvrager dient te zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

    De vergunning is geldig voor het parkeren aan de Oosterhaven en in het gebied Kop van Oost.

  • 10. Een parkeervergunning ex artikel 3, lid 3 sub g, ten behoeve van een particulier wordt op aanvraag verstrekt aan:

    • °

      Houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart (bestuurder).

    • °

      De aanvrager komt onder voorwaarden in aanmerking voor een vergunning.

    • °

      De aanvrager komt onder voorwaarden in aanmerking voor een vergunning.

    • De volgende voorwaarden worden gesteld:

    • °

      Een gehandicaptenparkeerplaats wordt niet toegekend alvorens een Geneeskundig onderzoek heeft plaatsgehad met betrekking tot de handicap van de aanvrager. Voornoemd geneeskundig onderzoek wordt verricht door de Gemeentelijke Gezondheidsdienst danwel - bij externe advisering - door een vanwege het gemeentelijk gezag aangewezen deskundige als bedoeld in artikel 7 van de Wet voorzieningen gehandicapten.

    • °

      Indien aan de behoefte aan parkeergelegenheid van aanvrager op geen andere wijze dan door middel van een parkeerplaats aan de openbare weg kan worden voorzien en indien de betrokkene evenmin over een eigen parkeergelegenheid beschikt.

    • °

      Binnen de afstand die de aanvrager vanaf zijn/haar woning zonder ernstige bezwaren te

    • °

      voet kan afleggen in de regel geen parkeerruimte beschikbaar is.

    • °

      De aanvrager dient ingeschreven te zijn als inwoner van de gemeente Groningen.

    • °

      Een parkeervergunning ex artikel 3, lid 3 sub g, ten behoeve van een bedrijf wordt op aanvraag aan de werkgever verstrekt indien:

    • °

      De werkgever op geen enkele andere wijze kan voldoen aan het voorzien in parkeer-gelegenheid ten behoeve van de desbetreffende medewerker.

    • °

      Desbetreffende werknemer een contract heeft voor minimaal 1 jaar bij het bedrijf welke de aanvraag heeft ingediend.

    • °

      Werknemer is in bezit van GPK bestuurder

      De plaats wordt voor 1 jaar toegekend. Na 1 jaar dient aanvraag opnieuw te worden ingediend door werkgever.

  • 11. Een parkeervergunning ex artikel 3 lid 3 sub d en f wordt op aanvraag verstrekt aan aanbieders van autodate. De vergunning is geldig voor het parkeren in de gehele gemeente en op de hiertoe aangewezen autodateplaatsen.

  • 12. Een tijdelijke parkeervergunning ex artikel 3, lid 3 sub h wordt op aanvraag verstrekt aan:

    • °

      Een bewoner woonachtig in vorengenoemde gebieden die ten tijde van de Vergunningverlening beschikt over een motorvoertuig krachtens een schriftelijk bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst.

    De vergunning is geldig voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen in de wijk waarin de aanvrager ingeschreven staat.

    • °

      Een bewoner woonachtig in vorengenoemde gebieden ten behoeve van zijn bezoek.

    De vergunning is geldig voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen in de wijk waarin de aanvrager ingeschreven staat.

    Een dagparkeervergunning (ex artikel 3 lid 3, sub i van de Parkeerverordening) wordt op aanvraag verstrekt aan bedrijven die ten behoeve van werkzaamheden het voertuig in de directe nabijheid van het werk moeten parkeren, maar niet in aanmerking komen voor een ontheffing op het inrij- en parkeerverbod.

  • 13. Een dagparkeervergunning (ex artikel 3 lid 3, sub j van de Parkeerverordening) wordt op aanvraag vertrekt aan bedrijven die ten behoeve van werkzaamheden het voertuig in de directe nabijheid van het werk moeten parkeren.

  • 14. Een tijdelijke vergunning (ex artikel 3 lid 3 sub k van de parkeerverordening) wordt op aanvraag verstrekt aan bewoners van schilwijken die op eigen naam een auto huren bij een erkend autoverhuurbedrijf.

  • 15. Een tijdelijke vergunning (ex artikel 3 lid 3 sub l van de parkeerverordening) wordt op aanvraag verstrekt aan bewoners van de binnenstad die op eigen naam een auto huren bij een erkend autoverhuurbedrijf.

  • 16. De houder die is ingeschreven in Binnenstad-Oost en beschikt over een stallingabonnement voor een buurtstalling komt niet in aanmerking voor een parkeervergunning voor bewoners.

     

Artikel 5 Binnenstad-Oost

De houder van een voertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in Binnenstad-Oost en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied meer dan één voertuig te parkeren, worden op schriftelijke aanvraag extra vergunningen verleend.

Artikel 6 Inwerkingtreding

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op de derde dag na die waarop zij zijn bekend gemaakt.

  • 2. Op dat tijdstip worden ingetrokken de nadere regels vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2002.

Artikel 7 Overgangsbepaling

Vergunningen verleend op grond van de nadere regels als bedoeld in artikel 6 tweede lid blijven van kracht tot dat de tijd waarvoor zij verleend werden verstreken is of totdat zij worden ingetrokken.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de B&W-vergadering van 23 april 2003.
 
 
De burgemeester,                                                                De secretaris,
 
 
 
 
J. Wallage.                                                                           A. Wink