Regeling vervallen per 13-12-2010

Privacyreglement Regionale Meld- en Coördinatie functie voortijdig schoolverlaten regio Centraal Groningen

Geldend van 20-08-1999 t/m 12-12-2010

Intitulé

Privacyreglement Regionale Meld- en Coördinatie functie voortijdig schoolverlaten regio Centraal Groningen

Reglement op basis van artikel 4 van de Privacyverordening

Burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;

gelet op het bepaalde in artikel 19 van de Wet persoonsregistraties (Staatsblad 1988, 665);

gelet op de Tijdelijke Regeling Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (Staatscourant 16 december 1998, 241);

gelet op de Privacyverordening van de gemeente Groningen;

besluiten vast te stellen het volgende:

Privacyreglement Regionale Meld- en Coördinatie functie voortijdig schoolverlaten regio Centraal Groningen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet persoonsregistraties ;

  • b.

    verordening: de Privacyverordening Groningen;

  • c.

    houder: degene die zeggenschap heeft over de registratie;

  • d.

    beheerder: de functionaris die onder verantwoordelijkheid van de houder de gegevens beheert en die belast is met de bewaking van en de dagelijkse zorg voor de registratie;

  • e.

    commissie: de privacycommissie zoals bedoeld in artikel 16 van de verordening;

  • f.

    gemeentelijke basisadministratie: de basisadministratie van de gemeenten

    zoals bedoeld in de Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens;

  • g.

    GBA-nummer: het administratienummer toegekend door de gemeentelijke basisadministratie;

  • h.

    dienst: de dienst Onderwijs Cultuur Sport Welzijn (OCSW) van de gemeente Groningen;

  • i.

    regio: de regio Centraal Groningen, zijnde de gemeenten Groningen, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Slochteren, Zuidhorn, Grootegast, Marum en Leek.

  • j.

    het Tijdelijk besluit: het Tijdelijk besluit Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (Staatsblad 1995, 169);

  • k.

    contactgemeente: de contactgemeente zoals bedoeld in het Tijdelijk besluit.

  • l.

    Regionale Meld- en Coördinatiefunctie: de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie zoals bedoeld in het Tijdelijk besluit.

Artikel 2 Doel van de persoonregistratie

  • 1. De persoonsregistratie heeft tot doel informatie te leveren ten behoeve van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie - het registreren van voortijdig schoolverlaters en het coördineren van de regionale aanpak daarvan - in het kader van het tegengaan van voortijdig schoolverlaten zoals bedoeld in het Tijdelijk besluit.

  • 2. De persoonsregistratie heeft voorts tot doel geanonimiseerde kwalitatieve en kwantitatieve informatie te leveren ten behoeve van het regionale actieplan en de effectrapportage zoals bedoeld in het Tijdelijk besluit.

  • 3. De persoonsregistratie heeft tevens tot doel voortijdige schoolverlaters adequaat te verwijzen naar een vervolgtraject of -bestemming; al dan niet in overleg met externe instellingen op het gebied van onderwijs, jeugdhulpverlening, arbeidsbemiddeling en de afdeling leerplicht/RMC van andere gemeenten.

Artikel 3 Categorieën van personen, opgenomen in de persoonsregistratie

  • 1. De persoonsregistratie bevat uitsluitend gegevens over:

    • a.

      Voortijdige schoolverlaters die woonachtig zijn in de gemeenten Groningen, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Slochteren, Zuidhorn, Grootegast, Marum of Leek.

    • b.

      De ouders van de personen als genoemd onder a.

    • c.

      Indien de ouders (deels) geen wettelijk vertegenwoordiger zijn, de wettelijk vertegenwoordiger(s) van de personen genoemd onder a.

  • 2. Onder voortijdig schoolverlater wordt verstaan degene die voor het bereiken van de leeftijd van 23 jaren:

    • a.

      het onderwijs aan de onderwijsinstelling waaraan hij is ingeschreven, gedurende een aaneengesloten periode van ten minste twee maanden niet meer volgt;

    • b.

      niet meer aan een onderwijsinstelling staat ingeschreven en niet in het bezit is van tenminste een diploma van een opleiding tot beginnende beroepsuitoefening als bedoeld in artikel 2.10 eerste lid van de Wet op het Cursorisch Beroepsonderwijs, of een diploma van een opleiding middelbaar beroeps onderwijs als bedoeld in artikel 15a, derde lid van de Wet op het Voortgezet Onderwijs zoals luidend op 31 december 1995;

    • c.

      niet meer aan een onderwijsinstelling staat ingeschreven en niet in het bezit is van tenminste een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in de artikelen 7 en 8 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, of

    • d.

      niet meer aan een onderwijsinstelling staat ingeschreven en niet in het bezit is van tenminste een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid onderdelen a tot en met e, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, of een diploma van een opleiding voortgezet algemeen volwassenen onderwijs als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid onderdeel a, van die wet, indien het tenminste betreft een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in de artikelen 7 en 8 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs.

Artikel 4 Opgenomen gegevens en de wijze van verkrijgen

  • 1. De persoonsregistratie bevat over de in artikel 3 lid 1a bedoelde personen ten hoogste de in bijlage 1 genoemde gegevens.

  • 2. De persoonsregistratie bevat over de in artikel 3 lid 1b bedoelde personen ten hoogste de in bijlage 2 genoemde gegevens.

  • 3. De persoonsregistratie bevat over de in artikel 3 lid 1c bedoelde personen/instanties ten hoogste de in bijlage 3 genoemde gegevens.

  • 4. Gegevens zoals bedoeld in het Besluit gevoelige gegevens (Staatsblad 1993, 158) worden slechts opgenomen in de registratie voor zover de houder deze gegevens nodig heeft voor het uitvoeren van zijn taak en de persoonlijke levenssfeer van de geregistreerde daardoor niet onevenredig wordt geschaad.

  • 5. De in de vorige leden bedoelde gegevens worden verkregen door:

    • a.

      opgave door geregistreerde of zijn/haar wettelijk vertegenwoordiger;

    • b.

      opgave van de onderwijsinstelling waar de jongere staat ingeschreven of ingeschreven heeft gestaan;

    • c.

      opgave vanuit het bevolkingsregister van de gemeente waar de jongere woonachtig is;

    • d.

      opgave van de leerplichtadministratie van de gemeente waar de jongere woonachtig is;

    • e.

      opgave van een Regionale Meld- en Coördinatie afdeling van een gemeente;

    • f.

      opgave van een instelling voor jeugdhulpverlening;

    • g.

      opgave van het Regionaal Bureau Arbeidsvoorziening.

Artikel 5 Het beheer van de persoonsregistratie

  • 1. Burgemeester en wethouders van Groningen zijn houder van de persoonsregistratie en zijn als zodanig verantwoordelijk voor de werking van deze registratie overeenkomstig het reglement.

  • 2. De algemeen directeur van de dienst is beheerder van deze persoonsregistratie. De beheerder is belast met de dagelijkse zorg.

Artikel 6 Fuctioneren van de persoonsregistratie

  • 1. De registratie bestaat zowel uit een geautomatiseerd bestand als uit een dossierbestand.

  • 2. Het bijhouden van de registratie gebeurt uitsluitend in opdracht van de houder en de door deze aangewezen beheerder met inachtneming van de door de houder daarover vastgestelde voorschriften.

  • 3. De in de registratie opgenomen gegevens worden uitsluitend gebruikt ten behoeve van de in artikel 2 van dit reglement omschreven doelstellingen.

Artikel 7 Toegang tot de persoonsregistratie

  • 1. Rechtstreekse toegang tot de persoonsregistratie hebben uitsluitend:

    • a.

      de beheerder;

    • b.

      de door hem aangewezen ambtenaren van de dienst;

  • 2. De persoonsregistratie is zowel toegankelijk op naam als op geboortedatum

Artikel 8 Verstrekking van de gegevens

  • 1. Uit de registratie worden uitsluitend persoonsgegevens verstrekt aan die personen binnen de Dienst OCSW welke belast zijn met de Regionale Meld- en Coördinatie functie.

  • 2. Aan de in het eerste lid genoemde personen worden slechts gegevens verstrekt, indien deze voor de uitoefening van hun taak als medewerker Regionale Meld- en Coördinatie functie noodzakelijk zijn.

  • 3. Uit de registratie worden aan derden geen persoonsgegevens verstrekt, tenzij dit

    • a.

      geschiedt aan instellingen op het gebied van onderwijs, jeugdhulpverlening, arbeidsbemiddeling en de afdeling leerplicht/RMC van andere gemeenten ten behoeve van de verwezenlijking van de doelstellingen als bedoeld in artikel 2.

    • b.

      geschiedt ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of statistiek waarbij in de publicaties de gegevens niet op individuele personen kunnen worden herleid.

  • 4. Van de gegevensverstrekking als bedoeld in het vorige lid houdt de beheerder een aantekening, waarin wordt vermeld aan wie, op welk tijdstip, welke persoonsgegevens zijn verstrekt. Deze aantekening alsmede de afhandeling daarvan wordt toegevoegd aan het dossier van geregistreerde.

Artikel 9 Bewaring en vernietiging van persoonsgegevens

  • 1. Persoonsgegevens die niet meer nodig zijn voor het doel van de registratie worden door de beheerder uit de persoonsregistratie verwijderd:

    • a.

      5 jaar nadat geregistreerde niet meer voldoet aan de definitie als vermeld in artikel 3;

    • b.

      na een daartoe strekkend besluit van de houder c.q. de beheerder.

  • 2. De houder kan op verzoek van de beheerder bepalen dat persoonsgegevens langer opgeslagen blijven dan de in het eerste lid genoemde periode.

  • 3. Zowel het ter beschikking houden als de vernietiging van de registratie of van daarin opgenomen persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de Archiefwet.

Artikel 10 Wijze van in kennis stellen van de geregistreerde van het bestaan en het doel van de persoonsregistratie

  • 1. De geregistreerde wordt bij de eerste opname van de gegevens middels het inschrijvingsformulier in kennis gesteld van het bestaan en het doel van de persoonsregistratie.

  • 2. De verplichting als bedoeld in lid 1 geldt niet voorzover de in kennis stelling op grond van art. 28, lid 2 van de wet achterwege kan blijven.

Artikel 11 Inzage recht en mededeling van derdenverklaring

  • 1. Verzoeken om inzage als bedoeld in artikel 29, leden 1 en 2, van de Wet, alsmede verzoeken om mededeling van derdenverstrekking als bedoeld in artikel 32 van de Wet, dienen schriftelijk te worden ingediend bij de beheerder.

  • 2. De beheerder beslist binnen een maand op de in het eerste lid genoemde verzoeken.

  • 3. Een afwijzing van een verzoek wordt met redenen omkleed.

  • 4. De beheerder kan van de verzoeker verlangen dat deze zich in persoon bij hem vervoegt, ter vaststelling van de identiteit van de verzoeker.

Artikel 12 Correctierecht

  • 1. Verzoeken om correctie als bedoeld in artikel 31 van de Wet dienen schriftelijk te worden ingediend bij de houder.

  • 2. De leden 2 en 3 van artikel 11 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Vergoeding van kosten

  • 1. Voor de berichten bedoeld in artikel 11 kan een vergoeding worden berekend overeenkomstig het tarief, genoemd in de Legesverordening 1995.

  • 2. Deze vergoeding wordt teruggegeven in geval een in genoemd artikel bedoeld verzoek wordt geweigerd, of indien het verzoek leidt tot daadwerkelijke verbetering van de betreffende gegevens.

Artikel 14 Organisatie en beveiliging

  • 1. De beheerder stelt een beveiligingsplan op waarin is aangegeven welke voorzieningen van technische en organisatorische aard zijn getroffen:

    • a.

      ter bescherming van gegevens tegen kwaadwillendheid, onachtzaamheid en verkeerd gebruik door het personeel dat met de bewerking of bewaring is belast, alsmede tegen beschadiging door derden;

    • b.

      teneinde herstel mogelijk te maken bij de beschadiging van de gegevens;

    • c.

      ter bescherming van gegevens voor het geval aan andere personen dan genoemd in artikel 7 door middel van beeldschermen rechtstreeks toegang tot de registratie mogelijk wordt gemaakt.

  • 2. Deze voorzieningen zijn er met name op gericht dat deze personen niet meer of andere gegevens aan de registratie kunnen onttrekken dan hen is toegestaan.

  • 3. Het beveiligingsplan wordt ter vaststelling aangeboden aan de houder.

  • 4. Op de deugdelijkheid en de naleving van alle ter bescherming van de gegevens getroffen voorzieningen vindt een periodieke controle plaats door ambtenaren die tot de organisatie van de beheerder behoren.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1. Dit reglement bevat drie bijlagen.

    Deze bevatten de gegevens die over de ingeschreven personen kunnen worden opgenomen. Deze bijlagen maken onderdeel uit van dit reglement.

  • 2. Dit reglement zal worden opgenomen in het register als bedoeld in artikel 5 van de verordening.

  • 3. Dit reglement kan worden aangehaald als:

    ‘Privacyreglement Regionale Meld- en Coördinatie functie voortijdig schoolverlaten regio Centraal Groningen’ af te korten als "Privacyreglement RMC Centraal Groningen".

  • 4. Dit reglement treedt in werking op de dag van haar bekendmaking.

  • 5. Dit reglement ligt ter inzage bij de dienst Onderwijs Cultuur Sport Welzijn.

  • 6. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de houder.

    Regionale Meled- en Coördinatie functie voortijdig schoolverlaten regio centraal Groningen