NADERE REGELS VEILIGHEIDSPLAN HORECA INRICHTINGEN

Geldend van 14-10-2017 t/m heden

Intitulé

NADERE REGELS VEILIGHEIDSPLAN HORECA INRICHTINGEN

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN

hebben besloten op grond van art. 2:29 van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 (hierna: APVG):

  • I.

    vast te stellen de volgende nadere regels betreffende de verplichting voor een veiligheidsplan voor inrichtingen:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    dance event: een feest in een inrichting, waarbij het hoofddoel is om (langdurig) te dansen op versterkte elektronische muziek;

  • b.

    inrichting: inrichting als bedoeld in de Drank- en Horecawet:

  • c.

    exploitant: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon voor wiens rekening en risico een bedrijf wordt geëxploiteerd;

  • d.

    gecertificeerde beveiligingsbeambte: natuurlijk persoon die toestemming heeft van de eenheidsleiding van de politie Noord-Nederland tot het verrichten van beveiligingswerkzaamheden in het horecabedrijf en beschikt over een legitimatiebewijs, voorgeschreven op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

  • e.

    medisch gekwalificeerde medewerker: natuurlijk persoon die minimaal beschikt over een geldig EHBO certificaat, inclusief aantekening ‘reanimatie’ en aangevuld met een cursus Eerste Hulp Bij Drugs- en Drank incidenten.

Artikel 2

  • 1. Het veiligheidsplan wordt overgelegd indien door de burgemeester hierom wordt gevraagd.

  • 2. De exploitant is verplicht zich te houden aan het bepaalde in het veiligheidsplan.

Artikel 3

In het veiligheidsplan licht de exploitant toe op welke wijze hij en zijn leidinggevende(n) zorgdragen voor een goede gang van zaken in de inrichting en in de directe omgeving daarvan. Hierbij wordt onder andere ingegaan op de getroffen maatregelen om te voorkomen dat:

  • -

    overlast plaatsvindt;

  • -

    drugs worden binnengebracht, verhandeld of aanwezig zijn;

  • -

    wapens worden binnengebracht of aanwezig zijn;

  • -

    wordt gediscrimineerd;

  • -

    geweld wordt gebruikt;

  • -

    geld of goederen van bezoekers worden gestolen;

  • -

    seksuele intimidatie of aanranding plaatsvindt;

  • -

    excessief alcohol wordt geconsumeerd;

  • -

    overige veiligheid- of gezondheidsrisico's plaatsvinden.

Artikel 4

  • 1. De burgemeester kan op grond van een relevant belang de exploitant verplichten tot het opnemen van specifieke maatregelen in het veiligheidsplan.

  • 2. Deze maatregelen worden geacht deel uit te maken van het veiligheidsplan.

Artikel 5

De exploitant is verplicht te controleren, of het personeel dat is belast met beveiligingstaken toestemming heeft van de eenheidsleiding van de politie Noord-Nederland tot het verrichten van beveiligingswerkzaamheden in de desbetreffende horecaonderneming en beschikt over een legitimatiebewijs, voorgeschreven op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.

Artikel 6

Bij een overtreding wordt opgetreden conform het Handhavingsprotocol Horeca gemeente Groningen.

  • II.

    vast te stellen de volgende nadere regels voor inrichtingen waarin dance events worden gehouden:

Artikel 7

  • 1. Wanneer er een dance event plaatsvindt in een inrichting, neemt de exploitant de volgende maatregelen om middelengebruik en daarmee gepaard gaande (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk te beperken en een goede gang van zaken in het horecabedrijf en in de directe omgeving daarvan te waarborgen:

    • a.

      Uitvoeren van een goede visitatie door gecertificeerde beveiligingsbeambten;

    • b.

      Communiceren van toegangsregels en huisregels zodat bezoekers hiervan kennis kunnen nemen;

    • c.

      Gebruik maken van een horecakluis;

    • d.

      Beschikken over voldoende medisch gekwalificeerde medewerkers en de benodigde middelen om eerste hulp te kunnen verlenen bij (middelengerelateerde) gezondheidsincidenten;

    • e.

      Bezoekers op adequate wijze voorlichten over de gezondheidsrisico’s van middelengebruik;

    • f.

      Beschikbaar stellen van gratis drinkwater.

  • 2. De exploitant vult het veiligheidsplan aan met de in lid 1 genoemde maatregelen en licht daarbij toe op welke wijze hij invulling geeft aan deze maatregelen. Dit met inachtneming van de hierna in de toelichting gegeven richtlijnen.

Artikel 8

Als bij de visitatie of elders in de inrichting verboden middelen worden aangetroffen, dan dienen deze te worden afgenomen door de beveiligingsbeambte en in de horecakluis te worden gedeponeerd. Aan de betrokken bezoeker dient de toegang te worden ontzegd.

  • III.

    Te bepalen dat deze Nadere regels veiligheidsplan horeca inrichtingen in werking treden op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Gedaan in de collegevergadering van 27 juni 2017.

burgemeester

Peter denOudsten

secretaris

PeterTeesink

Toelichting

Het college van burgemeester en wethouders streeft naar een zo veilig en gezond mogelijk uitgaansleven. De exploitant van een horeca inrichting wordt geacht om “alles te doen wat nodig is” voor een goede gang van zaken in het horecabedrijf en in de directe omgeving daarvan. Deze verplichting vloeit voort uit de APVG. De exploitant van de inrichting is derhalve eindverantwoordelijk voor het treffen van maatregelen om de (gezondheids)risico’s die daarmee gepaard gaan te beperken. In deze Nadere regels is vastgelegd welke inspanningen in elk geval worden verwacht van een exploitant. Hierbij zal daarop nader worden ingegaan.

Artikel 1

Onder a

Dance kent veel stijlen en het begrip ‘dance event’ wordt daarom zo breed mogelijk gedefinieerd. Het gaat om activiteiten waarbij er een verhoogd risico is op gezondheidsincidenten, mede gelet op de combinatie van langdurige inspanningen (door het dansen op repeterende melodieën) en het gebruik van middelen. Dat het hoofddoel is om (langdurig) te dansen, kan onder meer blijken uit het feit dat het horecabedrijf is ingericht op het bieden van dansgelegenheid (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een dansvloer).

Artikel 2

Het veiligheidsplan moet overeenkomen met de bedrijfsvoering van een horeca inrichting en dient actueel te zijn. Daarom wordt bij een voor het veiligheidsplan relevante wijziging van de inrichting gevraagd om het veiligheidsplan te actualiseren. Indien grote wijzigingen worden doorgevoerd in de bedrijfsvoering die een direct invloed hebben op de onderwerpen die staan beschreven in het veiligheidsplan, kan het zijn dat tussentijds het veiligheidsplan moet worden geactualiseerd. Zo kan bijvoorbeeld het veranderen van het muziekgenre bij het geven van feesten een dusdanige invloed hebben op de bedrijfsvoering en de te treffen veiligheidsmaatregelen, dat aanpassing van het veiligheidsplan noodzakelijk is.

Artikel 4

Met een relevant belang wordt hier onder andere bedoeld het woon- en leefklimaat, de openbare orde en veiligheid. Bij het bepalen welke maatregelen instructies verplicht worden gesteld, wordt onder andere gekeken naar de wijze van exploitatie, de ligging en de grootte van de inrichting, het karakter van de buurt of de aard van de bezoekers.

Artikel 7

Onder a (visiteren/fouilleren)

‘Goede visitatie’ gaat over de controle die gecertifieerd beveiligingsbeambten verrichten op de bezoekers en gericht op het tegengaan van het naar binnen brengen van drugs en andere niet geoorloofde goederen (zoals wapens of andere zaken die letsel kunnen toebrengen). Deze controle omvat zowel de zogenaamde privaatrechtelijke oppervlakkige veiligheidsfouillering, waarbij de kleding oppervlakkig wordt afgetast, alsook het doorzoeken van meegevoerde bagage (vaak aangeduid als visiteren), zoals handtassen en rugzakken.

De controle vindt plaats voordat de bezoeker naar binnen gaat en wordt uitgevoerd op basis van de toegangsregels (bezoekersvoorwaarden). Het instemmen met de controle geldt als voorwaarde om toegang te krijgen tot de horeca inrichting, maar kan niet worden afgedwongen. Weigert een bezoeker mee te werken, dan dient hem de toegang te worden ontzegd. Uiteraard moeten de toegangsregels/bezoekersvoorwaarden vooraf kenbaar zijn voor de bezoekers. Vanaf de start van het feest moeten alle bezoekers worden gecontroleerd, inclusief VIP’s en personeel. Dit geldt ook voor bezoekers die even naar buiten zijn geweest (bijvoorbeeld om te roken). Bij voorkeur vindt de controle plaats door een beveiligingsbeambte van het zelfde geslacht. Indien dit niet mogelijk is, dan dient de bezoeker daar ook mee in te stemmen. Het oppervlakkig aftasten van kleding moet van top tot teen gebeuren en de bagage dient goed te worden doorzocht. Het doorzoeken van iemands kleren of zakken is voorbehouden aan bevoegde opsporingsambtenaren (o.a. politie), maar aan bezoekers kan wel worden gevraagd om hun zakken leeg te maken en de inhoud te tonen.

Mocht de situatie zich voordoen dat er andere openbare orde risico’s, veiligheidsrisico’s dan wel gezondheidsrisico’s ontstaan door de lengte of de duur van de wachtrij, dan kan de exploitant (eventueel op aanwijzing van de politie) besluiten dat de visitatie bij sommige bezoekers wat sneller gebeurt. In een dergelijk geval moet nog wel iedereen (snel) worden gecontroleerd en moet er met enige regelmaat (steekproefsgewijs) een bezoeker zeer grondig worden gevisiteerd. Daarbij is het essentieel dat dit zichtbaar is voor de rest van de rij (signaal werking) en dat niet kan worden voorspeld wie er uit de rij wordt gehaald voor een volledige visitatie (dus ad random). Het is van belang dat de visitatie goed wordt uitgevoerd ten behoeve van de veiligheid van de bezoekers en het beperken van gezondheidsrisico's. De exploitant is hiervoor eindverantwoordelijk.

Onder b (toegangsregels en huisregels)

Toegangsregels gelden aan de deur en zijn de basis voor de beveiliging om personen te kunnen weren (bijvoorbeeld als deze in het bezit zijn van drugs of wapens). Ook moet hierin duidelijk zijn aangeven dat een bezoeker instemt met visitatie bij de ingang en (indien het personeel dat nodig acht) in de horecagelegenheid zelf. Huisregels maken duidelijk aan bezoekers welk gedrag wel en niet van bezoekers wordt verlangd als ze eenmaal binnen zijn. Toegangsregels en huisregels bepalen samen eigenlijk de ‘bezoekersvoorwaarden’ en vormen de basis om personen uit de horeca te kunnen weren op het moment dat ze ongewenst gedrag vertonen.

Onder c (horecakluis, ook wel drugskluis genoemd)

Wanneer er drugs of wapens in een horecazaak worden aangetroffen, kan dit tot gevolg hebben dat de zaak door de burgemeester wordt gesloten. Bij de visitatie kunnen verboden goederen worden aangetroffen, die ook een beveiliger in principe niet in zijn/haar bezit mag hebben. Daarom moet er een horecakluis aanwezig zijn, waarin de in beslag genomen goederen (direct) worden gedeponeerd (en daarmee feitelijk worden overgedragen aan de politie). De horecakluis is afgesloten en bevat een opening voor wapens en een opening voor drugs. De horecakluis is op een deugdelijke manier vastgemaakt in de horecazaak. Het is van belang dat hij in de buurt van de entree is gepositioneerd, zodat de beveiligers niet met de in beslag genomen spullen hoeven rond te lopen. De horecakluis is alleen door de politie te openen (alleen politie heeft de sleutels) en de politie komt hem periodiek legen (op onderling afgesproken tijdstippen), zodat de beveiliging of de exploitant niet met de inhoud over straat hoeft. Op deze manier kan ook niemand in de verleiding komen om de verboden goederen weer uit de kluis te halen en heeft het geen zin voor bezoekers om hun spullen terug te vragen/eisen, aangezien de ondernemer of beveiliger hier niet bij kan. Een horecakluis is door tussenkomst van de politie te bestellen.

Onder d (kunnen verlenen van medische hulp bij gezondheidsincidenten)

De medisch gekwalificeerde medewerkers kunnen bijvoorbeeld BHV’ers of beveiligingsbeambten zijn die aantoonbaar beschikken over de in artikel 1 sub e vermelde papieren. Om adequate hulp te kunnen verlenen, moeten er minimaal twee medisch gekwalificeerde medewerkers aanwezig zijn tijdens een dance event, die te allen tijde direct kunnen optreden. Al het personeel dient alert te zijn op afwijkend gedrag dat kan duiden op (drugsgerelateerde) gezondheidsproblemen, zodat hierop kan worden geacteerd. Daarnaast zijn er ook middelen nodig om de eerste hulp te kunnen bieden; dat is minimaal een eerste hulp koffer met een standaarduitrusting volgens het Oranje Kruis of EFAM (http://efam.redcross.be). Bij grotere locaties met veel publiek kan het nodig zijn een complete EHBO-post in te richten waar een gespecialiseerde medische organisatie de eerste hulp kan bieden bij incidenten. Dit wordt in eerste instantie ter beoordeling aan de exploitant gelaten, maar dergelijke maatregelen kunnen ook verplicht worden gesteld door het bevoegd gezag. De GHOR kan het bevoegd gezag hierin adviseren. Voor bezoekers moet het kenbaar zijn dát en waar er medische hulp beschikbaar is in het horecabedrijf.

Onder e (voorlichting over gezondheidsrisico’s)

Voorlichting over de gezondheidsrisico’s die gepaard gaan met het gebruik van uitgaansdrugs, is een belangrijk element in de preventiestrategie bij dance events. Van exploitanten wordt verwacht dat zij hieraan bijdragen, bijvoorbeeld door een link te plaatsen op hun website of social media, waarbij wordt verwezen naar een professionele voorlichtingswebsite zoals die van Jellinek, Unity of Celebrate Safe. Als de exploitant eigen voorlichtingsmaterialen ontwikkelt of laat ontwikkelen, dient de inhoud daarvan te worden afgestemd met de GGD/GHOR. Wanneer er van overheidszijde een waarschuwingscampagne wordt opgestart (bijvoorbeeld een Red Alert), dan wordt van de exploitant verwacht dat hij hier op verzoek aan meewerkt.

Onder f (gratis drinkwater)

Gratis drinkwater moet beschikbaar zijn voor bezoekers als de situatie daarom vraagt. Indien er bij de bar geen gratis drinkwater verkrijgbaar is, dan moet er een ander drinkwaterpunt zijn in de horecagelegenheid waar gratis drinkwater op een hygiënische wijze wordt verstrekt, bijvoorbeeld het toilet. Het is van belang dat dit punt goed bereikbaar en makkelijk te vinden is (personeel moet er naar kunnen verwijzen).

Omdat oververhitting en waterintoxicatie belangrijke oorzaken zijn van incidenten op dance events, dient hier in de voorlichting over het gebruik van uitgaansdrugs nadrukkelijk aandacht voor te zijn.

Artikel 8

Algemeen geldt dat bij het constateren van strafbare feiten de politie moet worden ingeschakeld. Dat geldt dus ook als er bijvoorbeeld wapens of drugs worden aangetroffen bij de visitatie of elders in het horecabedrijf. Vanuit praktische overwegingen is met de politie afgesproken dat de beveiliging een bezoeker overdraagt aan de politie als er een bepaalde hoeveelheid drugs wordt aangetroffen of als er anderszins sprake is van een dealerindicatie. Bij kleinere hoeveelheden hoeft de bezoeker niet te worden overgedragen (want zal hij/zij ook niet worden vervolgd), maar moet de drugs wel worden ingenomen door de beveiliging/exploitant en te worden gedeponeerd in de horecakluis. Bovendien wordt van de exploitant verwacht dat aan deze bezoeker de toegang wordt ontzegd.