Regeling vervallen per 15-11-2018

VERORDENING RIOOLHEFFING 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 14-11-2018

Intitulé

VERORDENING RIOOLHEFFING 2018

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2017;

Gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

HEEFT BESLOTEN:

de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak;

  • b.

    onroerende zaak :

    • 1.

      een gebouwd eigendom;

    • 2.

      een ongebouwd eigendom;

    • 3.

      een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • 4.

      een samenstel van twee of meer van de in onder 1 of onder 2 bedoelde eigendommen of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • 5.

      het binnen de gemeente gelegen deel van een onder 1 of onder 2 bedoeld eigendom, van een onder 3 bedoeld gedeelte daarvan of van een onder 4 bedoeld samenstel;

  • c.

    gemeentelijke riolering : een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

Artikel 2 Aard van de heffing

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • 1.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • 2.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2. Ingeval het perceel een onroerende zaak is, wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt € 151,- per perceel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 9 Vrijstelling

De belasting wordt niet geheven terzake van percelen die zijn voorzien van een door de eigenaar van het perceel geplaatste voorziening voor de individuele behandeling van afvalwater (IBA).

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat een aanslag moet worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Belastingbedragen van € 10,- of minder worden niet geheven. Hierbij wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening rioolheffing 2017’ van 9 november 2016, nr. 4b, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2018, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018 welke datum tevens de datum van ingang van de heffing is.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2018'.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 8 november 2017.

De griffier,

Toon Dashorst

De voorzitter,

Peter den Oudsten