Regeling vervallen per 01-11-2011

Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2002 (hoofdstuk 4, Milieudienst)

Geldend van 06-05-2011 t/m 31-10-2011

Intitulé

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE GRONINGEN 2002

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(bijlage raadsverslag nr. 168);

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2002;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

HEEFT BESLOTEN:

de Algemene Subsidieverordening gemeente Groningen 2002 (hoofdstuk 4, Milieudienst) vast te stellen.

Afdeling 1 Subsidie schoonmaakacties

Artikel 1 Toepassing van hoofdstuk 1

De artikelen 3, 4, 5, 6, 11, 13, 14, eerste, tweede en vierde lid, 15, 16, 23 en 25 van hoofdstuk 1 zijn niet van toepassing op deze afdeling.

Artikel 2 Begripsbepalingen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 1 van hoofdstuk 1 van deze verordening wordt voor de toepassing van deze afdeling verstaan onder:

Ingezetenen : alle natuurlijke personen en rechtspersonen die woonachtig dan wel gevestigd zijn in de gemeente Groningen.

Openbare ruimte : de gemeenschappelijke, publieke ruimte waaronder in ieder geval wordt verstaan: openbare wegen, openbare wateren en openbaar groen.

Artikel 3 Te subsidiëren activiteit

  • 1. Het college kan subsidie verstrekken voor allerhande schoonmaakacties in het kader van het zusje van LenteKriebels en ZomerKriebels, zwerfvuilteams of overige incidentele acties.

  • 2. De activiteiten genoemd onder lid 1, dienen geheel of gedeeltelijk in de openbare ruimte plaats te vinden.

Artikel 4 Subsidievorm

  • 1. De subsidie in het kader van zwerfvuilteams bedraagt maximaal € 500,00 per team per jaar.

  • 2. De subsidie in het kader van LenteKriebels bedraagt maximaal € 250,00 per actie.

  • 3. De subsidie in het kader van incidentele acties bedraagt maximaal € 1000,00 per actie.

  • 4. De hoogte van de subsidie wordt bepaald door de omvang en het te verwachten effect van de actie.

  • 5. De subsidie in het kader van het zusje van Lente Kriebels bedraagt maximaal € 250,00 per actie.

  • 6. De subsidie in het kader van ZomerKriebels bedraagt maximaal € 250,00 per actie.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. Voor het subsidiëren van de activiteiten als bedoeld in artikel 3 van deze afdeling is jaarlijks een bedrag van totaal € 38.000,00 beschikbaar.

  • 2. Ten laste van het onder lid 1 genoemde beschikbare bedrag wordt subsidie overeenkomstig onderstaande volgorde toegekend:

    • a)

      als eerste de subsidie voor zwerfvuilteams en

    • b)

      voorts de overige subsidies en wel op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  • 3. Het bedrag genoemd onder lid 1 wordt jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 6 Subsidie aanvraag

  • 1. Ingezetenen kunnen subsidie aanvragen met betrekking tot de activiteiten als bedoeld in artikel 3.

  • 2. Voor de subsidie aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van het door het college vastgestelde en beschikbaar gestelde formulier.

  • 3. De subsidie aanvraag dient twee weken voor aanvang van de activiteiten te zijn ontvangen door het college.

Afdeling 2 Subsidie oud papier

Artikel 1 Begripsbepalingen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 1 van hoofdstuk 1 van deze verordening wordt voor de toepassing van deze afdeling verstaan onder:

Garantieprijs : door het college vastgestelde prijs per kilogram ingezameld oud papier, die aan inzamelaars wordt betaald op het moment dat de marktprijs lager is dan de garantieprijs.

Marktprijs : prijs die door het papier inzamelend en/of verwerkend bedrijf aan de Milieudienst wordt betaald.

Inzamelaar : inzamelaar van oud papier die beschikt over een geldige inzamelvergunning ex artikel 11, eerste lid van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Groningen

Papier inzamelend en/of

papier verwerkend bedrijf : het bedrijf dat het transport en de inzameling van door inzamelaars aangeleverd oud papier verzorgt, welk bedrijf op dat moment een contract heeft met ARCG

Inzameloverzicht : een door het papier inzamelend en verwerkend bedrijf verstrekt overzicht van het door de inzamelaar ingezameld papier.

Artikel 2 Te subsidiëren activiteit

Het college kan aan een inzamelaar subsidie verstrekken voor de inzameling van oud papier.

Artikel 3 Subsidievorm

  • 1. Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een garantieprijs: indien de marktprijs op een bepaald moment lager is dan de door het college vastgestelde garantieprijs, wordt de garantieprijs uitgekeerd.

  • 2. Voor het bepalen van de marktprijs wordt uitgegaan van de datum van de weegbon.

  • 3. De garantieprijs, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

Artikel 4 Subsidie aanvraag en betaling

  • 1. In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 1, geldt het door het oud papier inzamelend en/of verwerkend bedrijf verstrekte inzameloverzicht als subsidieaanvraag.

  • 2. De hoeveelheid ingezameld oud papier wordt bepaald door het papier inzamelend en/of papier verwerkend bedrijf.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de indiening van de subsidie aanvraag en de betaling van subsidies.

Artikel 5 Subsidie-aanvraag

Vervallen

Afdeling 3 Subsidie milieu en duurzaamheid

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Toepassing van hoofdstuk 1

De artikelen 3, 4, 5, 6, 15 en 23 van hoofdstuk 1 zijn niet van toepassing op deze afdeling.

Artikel 2 Begripsbepalingen

  • 1. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder:

    • a.

      ingezetenen: alle natuurlijke- en rechtspersonen binnen de gemeente Groningen;

    • b.

      leefomgevingskwaliteit: de kwaliteit van het geheel van aspecten die de fysieke leefomgeving kunnen beïnvloeden (zoals: afval, geluid, groen, lucht en water);

  • 2. Voor de toepassing van deze afdeling wordt telkens waar de term activiteiten wordt gebruikt tevens projecten bedoeld.

Artikel 3 Aanvraag subsidieverlening en subsidievaststelling

  • 1. Alleen ingezetenen van de gemeente Groningen kunnen een aanvraag indienen.

  • 2. De aanvraag tot subsidieverlening moet voor aanvang van de activiteiten zijn ontvangen door het college.

  • 3. Indien er door het college een aanvraagformulier is vastgesteld voor subsidiabele activiteiten is artikel 11 respectievelijk artikel 25 van hoofdstuk 1 niet van toepassing.

  • 4. Voor de aanvraag voor subsidieverlening en voor de aanvraag voor subsidievaststelling met betrekking tot de activiteiten als bedoeld in artikel 9 moet gebruik worden gemaakt van het namens het college vastgestelde en beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 5. In nadere regels kan het college aangeven welke gegevens de aanvraag in afwijking van artikel 11 van hoofdstuk 1 tenminste moet bevatten.

  • 6. Het college kan in nadere regels of in individuele gevallen aangeven dat volstaan kan worden met een aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 4 Behandeling aanvragen

Aanvragen worden in beginsel behandeld in volgorde van binnenkomst, tenzij het college in nadere regels anders aangeeft.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. De raad stelt jaarlijks een subsidieplafond vast in de verplichte opname van de programmabegroting.

  • 2. Het subsidieplafond kan gedifferentieerd naar de activiteiten of voor de gehele afdeling vastgesteld worden.

Artikel 6 Verdeelsleutel subsidieplafond

  • 1. Indien het college op grond van artikel 9, eerste lid, meerdere activiteiten aanwijst die voor subsidie in aanmerking komen dan kan het college in nadere regels, het door de raad ter beschikking gestelde bedrag middels een verdeelsleutel verdelen.

  • 2. Het college behoudt zich het recht voor om de verdeelsleutel tussentijds aan te passen indien naar het oordeel van het college de verdeling van het vastgestelde plafond niet tot een optimaal resultaat zal leiden.

Artikel 7 Hoogte subsidie

  • 1. Het college kan in nadere regels, per subsidiabele activiteit, de hoogte van de subsidie aangeven in een vast bedrag of in een percentage ten opzichte van de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte kosten.

  • 2. Het college kan een subsidie verstrekken voor maximaal 100% van de kosten van de in artikel 8 genoemde activiteiten.

  • 3. In aanvulling op het eerste lid kan het college tevens aangeven welke kosten wel of niet subsidiabel zijn.

Artikel 8 Te subsidiëren activiteit

  • 1. Het college kan waarderingssubsidies, als bedoeld in artikel 36 van hoofdstuk 1, verstrekken aan rechtspersonen die naar het oordeel van het college het milieu- of duurzaamheidbelang dienen.

  • 2. Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten die naar het oordeel van het college substantieel het milieubelang in de stad Groningen dienen of activiteiten die de medeverantwoordelijkheid van ingezetenen van Groningen voor het milieu stimuleren.

  • 3. Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten die naar het oordeel van het college het mondiale (milieu)bewustzijn van de ingezetenen van Groningen versterken of de leefomgevingskwaliteit en het milieu in andere landen verbeteren.

  • 4. Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten die naar het oordeel van het college substantieel bijdragen aan:

    • a.

      vermindering van het energieverbruik, daaronder kan ook verstaan worden CO2 –reductie door het gebruik van andere energiebronnen;

    • b.

      het vergroten van de kennis op het gebied van duurzame maatregelen;

    • c.

      verbetering van de leefomgevingskwaliteit in de stad Groningen, of

    • d.

      het proces tot bewustwording en gedragsverandering bij ingezetenen van Groningen met betrekking tot het bewust energieverbruik en de verbetering van de leefomgevingskwaliteit.

  • 5. Het college kan voor nader door het college vast te stellen activiteiten, anders dan in dit artikel genoemd, subsidie verlenen.

Artikel 9 Aanwijzen subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college kan jaarlijks, in nadere regels specifieke subsidiabele activiteiten aanwijzen op grond van de genoemde generieke subsidiabele activiteiten in artikel 8.

  • 2. In de nadere regels zal het college per aangewezen activiteit de criteria aangeven waar de te subsidiëren activiteit aan moet voldoen.

  • 3. Het college kan besluiten gedurende het jaar extra activiteiten aan te wijzen.

Artikel 10 Algemene voorwaarden

  • 1. Een subsidie op grond van deze afdeling kan slechts worden verleend indien tenminste aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      het totaal van verkregen subsidiebijdragen over drie jaar bedraagt niet meer dan € 200.000,=;

    • b.

      de totale kosten staan naar het oordeel van het college in redelijke verhouding tot de baten van de activiteiten;

  • 2. Naast de in artikel 14, van hoofdstuk 1 van deze verordening genoemde gevallen kan subsidie worden geweigerd, indien voor soortgelijke activiteiten als waarvoor de betreffende subsidieaanvraag wordt ingediend reeds subsidie is aangevraagd of verstrekt.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Indien onverkorte toepassing van de artikelen van deze afdeling naar het oordeel van het college tot onredelijke uitkomsten leidt, kan het college anders beslissen.

Artikel 12 Overgangsrecht

Alle aanvragen voor subsidie die ingediend zijn voor de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld op grond van de regeling zoals die luidde op het moment van aanvragen, tenzij dit tot nadeel van de aanvrager strekt.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 18 december 2002.
De loco-secretaris, De voorzitter,
D.H. Vrieling. J. Wallage.

Bijlage 1 Financiële toelichting

Ingetrokken

Toelichting

Toelichting

Artikelsgewijs

[Klik hier om het document te downloaden]