Regeling vervallen per 01-01-2021

BELEIDSREGEL EXTERNE VEILIGHEID GEMEENTE GRONINGEN

Geldend van 03-09-2010 t/m 31-12-2020

Intitulé

BELEIDSREGEL EXTERNE VEILIGHEID GEMEENTE GRONINGEN

Voorblad

Foto natuur

INHOUDSOPGAVE

Inhoud

1 Inleiding

Artikel 1.1 Waarom een beleidsregel Externe Veiligheid Groningen?

Externe veiligheid wordt gedurende de laatste jaren steeds meer een bepalend milieuaspect. Als reactie op een aantal zware ongelukken - waaronder Enschede en Gellingen - heeft het Rijk in relatief kort tijdsbestek een aantal circulaires, regelingen en besluiten vastgesteld. Al in een relatief vroeg stadium, begin 2006, heeft de gemeente Groningen hierop geanticipeerd en eigen interim-beleid voor externe veiligheid opgesteld. Het interim-beleid bevatte een beperkt kader voor afwegingen bij situaties met een potentieel hoog veiligheidsrisico. Op het moment van vaststelling bood het interim-beleid meer duidelijkheid dan het in ontwikkeling zijnde Rijksbeleid. Het Rijksbeleid was destijds weinig uitgekristalliseerd en concreet. Het interim-beleid had een voorlopig karakter en was vooral bestemd om de tijd te overbruggen tot het Rijk meer duidelijkheid kon bieden op het gebied van externe veiligheid.

Wat is externe veiligheid...

Ondertussen heeft de Rijksoverheid wel concrete wet- en regelgeving opgesteld. Hierin zijn duidelijke grens- en richtwaarden alsmede afwegingskaders geformuleerd voor inrichtingen die met gevaarlijke stoffen werken en voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ditzelfde is gebeurd voor het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen onder hoge druk.

Naast het feit dat vanuit de Rijksoverheid harde, wettelijke risiconormen zijn gesteld, biedt de wet- en regelgeving beleidsruimte voor lagere overheden. Dit betreft keuzes rond de overschrijding van de zogenaamde oriëntatiewaarde, toename van het groepsrisico en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico bij beperkt kwetsbare objecten. Deze keuzes dienen gemotiveerd en aan de burgers gecommuniceerd te worden.

De risiconormering voor externe veiligheid concentreert zich rond twee begrippen, plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Hieronder worden deze toegelicht.

Het plaatsgebonden risico..., Met het groepsrisico (GR) ...

De gemeente Groningen voelt zich verantwoordelijk voor het bieden van veiligheid aan haar burgers en heeft daarom in 2008 besloten dat het tijd is voor actualisatie van het externe veiligheidsbeleid. Ten einde invulling te kunnen geven aan deze verantwoordelijkheid is een heldere visie op veiligheid binnen de gemeentegrenzen noodzakelijk.

Artikel 1.2 Doelstelling Beleidsregel Externe Veiligheid

Verantwoordelijkheid

Met deze Beleidsregel Externe Veiligheid willen wij onze verantwoordelijkheid nemen voor de veiligheid van de burgers en invulling geven aan de beleidsvrijheid die wij als gemeente hebben in relatie tot externe veiligheid. Dit veiligheidsbeleid is primair hierop gericht.

Duidelijkheid

Wij geven een overzicht van de huidige risicosituatie en formuleren onze ambitie voor de toekomstige externe veiligheidssituatie in Groningen. Hierdoor creëren wij duidelijkheid en eenduidigheid. Voor burgers wordt duidelijk hoe de gemeente met veiligheidsrisico’s wil omgaan. Derden (zoals woningbouwverenigingen, ontwikkelaars en bedrijven) weten wat zij van ons kunnen verwachten.

Toetsingskader

Deze beleidsregel is bedoeld om bij de initiatieffase van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling een afwegingsinstrument te bieden waarmee externe veiligheid volwaardig wordt meegenomen. Elke nieuwe ontwikkeling zal moeten voldoen aan de in dit beleid geformuleerde ambitie en randvoorwaarden. Deze beleidsregel maakt helder welke ontwikkelingen toelaatbaar zijn en waar - en welke niet.

2 Context

Artikel 2.1 Landelijk kader

Het externe veiligheidsbeleid van Groningen staat niet op zichzelf. Om de externe veiligheidsrisico’s te beheersen heeft de Rijksoverheid een aantal nota’s, circulaires en besluiten opgesteld die leidend zijn voor externe veiligheidstaken van de provincie en gemeenten. Het gaat daarbij om wet- en regelgeving waarin risiconormen zijn gesteld voor respectievelijk inrichtingen, transport van gevaarlijke stoffen en buisleidingen. Voor een nadere toelichting op de wet- en regelgeving verwijzen wij naar bijlage 1.

Inrichtingen

Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) bevat veiligheidsnormen voor bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het besluit heeft als doel burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Daarnaast stelt het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO-1999) eisen aan de meest risicovolle bedrijven in Nederland ten aanzien van de preventie en beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn.

Transport

Ten aanzien van transportrisico’s zijn de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Nota Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (RNVGS) en de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen verschenen. Binnen kort wordt volgens planning ook het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV) vastgesteld. Het BTEV is vergelijkbaar met het BEVI en bevat risiconormen voor transport over weg, water en spoor.

Buisleidingen

Voor aardgastransportleidingen geldt op dit moment de Circulaire ‘Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen 1984’. Deze circulaire wordt vervangen door een AMvB, het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (BEVB), naar analogie van het BEVI en van het BTEV.

Artikel 2.2 Provinciaal kader

Uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid 2006-2010

In 2005 heeft de provincie Groningen het ‘uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid’ vastgesteld. Het betreft een meerjaren programma (2006-2010) en wordt in jaarprogramma’s geconcretiseerd. In het programma zijn doelstelling en concrete projecten geformuleerd teneinde de adequate uitvoering van de externe veiligheidstaken binnen de provincie te versterken. Het programma omvat onder meer de oprichting en instandhouding van een provinciaal Steunpunt Externe Veiligheid dat fungeert als platform voor kennisuitwisseling en biedt financiële ondersteuning bij het op peil brengen van de gemeentelijke uitvoeringstaken externe veiligheid op het wettelijke vereiste minimum.

Het provinciaal basisnet Groningen

In juni 2009 hebben Gedeputeerde Staten van Groningen het provinciaal basisnet Groningen vastgesteld. Het betreft de uitwerking van het eerder vastgestelde beleidskader voor transport van gevaarlijke stoffen binnen de provincie Groningen, ‘Veilig op weg, veiligheid rondom de weg.’ Hierbij zoekt de provincie aansluiting bij de landelijk ingezette koers, waarbij een koppeling wordt gelegd tussen risicobron, risicocontour en ruimtelijke ordening.

Artikel 2.3 Betekenis kaders voor Groningen

Het bovengenoemde beleid van het Rijk en de provincie is richtinggevend voor het beleid van de gemeente Groningen.

Plaatsgebonden risico

Zo respecteren wij de risicocontouren van het plaatsgebonden risico, zoals gesteld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) en in het Besluit transportroutes externe veiligheid (BTEV) en in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (BEVB). Dit betekent dat wij zowel in bestaande situaties en voor nieuwe situaties de gestelde afstanden in acht nemen.

Groepsrisico

De oriëntatiewaarde van het groepsrisico vormt een belangrijke toetsingswaarde in ons beleid. Deze waarden nemen wij over uit het BEVI, het BTEV en uit het BEVB.

Zowel het BTEV als het BEVB zijn beide nog in ontwikkeling. Verwacht wordt dat deze twee besluiten in de nabije toekomst in werking zullen treden (2010). Wij hebben daarom ervoor gekozen om de in deze besluiten voorgestelde risiconormen over te nemen.

De oriëntatiewaarde...

Basisnet

Ook de Provinciale kaders hebben invloed op ons beleid. In het kader van het uitvoeringsprogramma leveren wij een structurele bijdrage aan verschillende deelprojecten.

In het ontwerp van het provinciaal basisnet heeft de provincie een aantal provinciale wegen toegevoegd aan het landelijke basisnet. Voor deze wegen heeft de provincie randvoorwaarden opgesteld. Het externe veiligheidsbeleid van de gemeente sluit hierbij aan.

Artikel 2.4 Verhouding beleidsregel en overig gemeentelijk beleid

De in deze beleidsregel geformuleerde veiligheidsambities staan niet los van de ambities die op andere beleidsvelden binnen onze gemeente zijn geformuleerd. Wij zoeken met deze Beleidsregel Externe Veiligheid daarom aansluiting bij het overig gemeentelijk beleid van Groningen. Zo past deze beleidsregel bij de structuurvisie ‘Stad op Scherp 2008 – 2020’ en sluiten wij aan bij de ambitie om Groningen de duurzaamste stad van Nederland te maken. De gemeente Groningen heeft in haar milieubeleidsplan ‘Duurzaamste stad.groningen.nl’ nadrukkelijk gekozen voor een selectieve groei die staat in het teken van een duurzame ontwikkeling. De focus is hierbij gericht op vermindering van het energieverbruik én op de kwaliteit van de leefomgeving (waaronder externe veiligheid). Groningen stelt steeds hogere eisen aan de leefomgeving en wil de huidige kwaliteit verbeteren en zelfs kwaliteit toevoegen. Op deze manier blijft Groningen ook in de toekomst een aantrekkelijke stad voor inwoners, bedrijven en instellingen. Door voor veiligheid in de gemeente Groningen te zorgen, dragen wij met deze beleidsregel bij aan het verbeteren van de leefomgevingkwaliteit.

Artikel 2.5 Interim beleid Externe Veiligheid - ALARA

Als reactie op het van kracht worden van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI), heeft de gemeente Groningen in 2006 een interim beleid externe veiligheid vastgesteld. Hierin is destijds onder ander besloten om het zogenoemde ALARA-principe te hanteren (‘as low as reasonably achievable’), zowel voor bestaande als voor nieuwe situaties. In goed Nederlands houdt dit in dat er gestreefd werd om veiligheidsrisico’s zo laag mogelijk te houden, bijvoorbeeld door het toepassen van risicobeperkende maatregelen. Deze lijn vormt nog steeds de basis voor het externe veiligheidsbeleid van Groningen. Alleen geven wij hieraan in het voorliggende beleid concreter invulling.

3 Risicosituatie Groningen algemeen

Artikel 3.1 Risicobronnen in beeld

Op het grondgebied van de gemeente Groningen bevinden zich verschillende soorten risicobronnen. Zowel transportroutes (inclusief buisleidingen) als bedrijven met activiteiten met gevaarlijke stoffen brengen een veiligheidsrisico voor de (directe) omgeving met zich mee. Wij hebben de veiligheidsrisico’s als gevolg van alle risicobronnen in Groningen in beeld gebracht. Op basis hiervan kunnen wij concluderen dat de huidige risicosituatie in Groningen geen wettelijke knelpunten kent. (Urgente) saneringen vanwege externe veiligheid zijn daarom niet noodzakelijk.

Hieronder volgt een overzicht van de risicobronnen in gemeente Groningen waarbij wij onderscheid maken tussen stationaire- en vervoersbronnen:

  • °

    Risicovolle bedrijven (stationair):

    • °

      LPG-tankstations               10

    • °

      Overige inrichtingen            8

       

  • °

    Vervoersbronnen (transport):

    • °

      Vaarwegen                         2

    • °

      Spoorlijn                            1

    • °

      Wegen                               5

    • °

      Buisleidingen                 ± 40 km

Artikel 3.2 Risicovolle bedrijven

In onderstaande afbeelding staat de ligging van de risicovolle bedrijven weergegeven. Een overzicht van de betreffende bedrijven staat opgenomen in bijlage 5.

Kaartje: Risicovolle bedrijven...

In grote lijnen is de veiligheidssituatie als gevolg van de huidige risicovolle bedrijven gunstig. Vergeleken met andere gemeenten van dezelfde omvang, kent Groningen relatief weinig risicovolle inrichtingen. Ook de ligging van de huidige risicobedrijven is gunstig. Over het algemeen zijn deze gelegen op bestaande bedrijfsterreinen, vaak aan de rand van de stad. In de omgeving van de risicobedrijven bevinden zich weinig kwetsbare objecten. Van de meeste risicovolle inrichtingen heeft de Milieudienst van de gemeente Groningen (voor zover bevoegd gezag) de vergunningen in de loop van de afgelopen jaren geactualiseerd en aangepast op het aspect externe veiligheid.

Artikel 3.3 Veiligheidssituatie vervoer gevaarlijke stoffen

In onderstaande afbeelding staan de transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen weergegeven. Het betreft wegen, spoorlijnen en vaarwegen.

Kaartje: Veiligheidssituatie...

Binnen de gemeente Groningen worden via diverse modaliteiten (weg, water, spoor en buisleidingen) gevaarlijke stoffen getransporteerd. Het betreft voornamelijk doorgaand verkeer. Groningen is het verkeersknooppunt van het Noorden. De hoofdverbindingsroutes tussen de industrieclusters Eemshaven en Delfzijl en de rest van het land lopen door Groningen. Verder ligt de stad op een internationale verbindingsroute richting Duitsland, Scandinavië en Oost-Europa.

Vervoer van gevaarlijke stoffen vindt plaats over het spoor Onnen - Groningen - Sauwerd, de Rijkswegen A7 en A28, de provinciale wegen N7, N46 en N370 en in mindere mate over de N355 en N360. Daarnaast worden gevaarlijke stoffen vervoerd over de vaarwegen Van Starkenborghkanaal, Eemskanaal en in mindere mate over het Winschoterdiep.

In onderstaande afbeelding staan de buisleidingen voor het transport van aardgas onder hoge druk. Op het grondgebied van Groningen betreffen dit alleen leidingen van de Gasunie.

Kaartje: In onderstaande...

Artikel 3.4 Aandachtspunten

In de gemeente Groningen voldoen alle risicovolle inrichtingen en modaliteiten aan de grenswaarden van het plaatsgebonden risico zoals opgesteld door het Rijk. Aangezien er geen knelpunten op dit gebied bestaan, kan de veiligheidssituatie binnen onze gemeente in grote lijnen worden omschreven als ‘gunstig’.

Aandachtspunten zijn situaties die aan de wettelijk vastgestelde grenswaarden voldoen, maar die wel als verbeterpunten worden beschouwd. Een (mogelijk) hoog groepsrisico en/of onvoldoende borging van beleid, waardoor risicovolle situaties niet (tijdig) worden geïdentificeerd zijn hier voorbeelden van. Aandachtspunten binnen de gemeente Groningen bij de uitvoering van het externe veiligheidsbeleid zijn:

  • De omgeving van de Rijkswegen en het spoor Onnen - Groningen - Sauwerd. Plaatselijk is hier het groepsrisico verhoogd tot boven de oriëntatiewaarde. Toekomstige ontwikkelingen kunnen in een aantal situaties het risico verder doen toenemen. Om ongewenste toename te voorkomen, gaat in ons beleid de meeste aandacht uit naar de omgeving van de vervoersassen.

4 Het beleid

Artikel 4.1 Externe veiligheidsambitie van de gemeente Groningen

Groningen zo veilig mogelijk

Groningen is een compacte stad die een centrumfunctie in de regio vervult. De gemeente Groningen wil met de beleidsregel de leefkwaliteit van haar burgers waarborgen en verhogen en sluit op deze manier aan bij haar milieubeleidsplan ‘Duurzaamste stad groningen.nl’. Wij vinden het belangrijk dat er zoveel mogelijk wordt gezorgd dat de veiligheidsrisico’s op het gebied van externe veiligheid in de toekomst niet toenemen, maar afnemen.

Uitgaande van het wettelijke minimumniveau kan het ambitieniveau voor externe veiligheid zich bewegen tussen twee uitersten, namelijk:

  • I.

    Totale veiligheid:

    hierbij vormt externe veiligheid het belangrijkste uitgangspunt voor alle ontwikkelingen. Nieuwbouw van kwetsbare objecten vindt alleen plaats in gebieden waar helemaal geen risicobronnen aanwezig zijn. Ontwikkelingen in het invloedsgebieden van risicobronnen zijn per definitie uitgesloten. Bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen en groei van het transport door de stad worden als bedreiging gezien.

  • II.

    Ruimte voor alles, overal:

    hierbij vormen het creëren van zoveel woon- en werkruimte als mogelijk en de ongeremde groei van economie en bedrijvigheid de uitgangspunten. De gemeente biedt maximale ruimte voor alle vormen van ontwikkelingen. Het aspect externe veiligheid moet geen beperking opleveren. Een verdergaand beschermingsniveau gaat ten koste van de ontplooiingsruimte van de stad en wordt onwenselijk geacht.

    Figuur: Totale veiligheid...

    De ambitie van Groningen voor externe veiligheid bevindt zich tussen deze twee uitersten in. Gebaseerd op de keuze voor een optimale kwaliteit van de leefomgeving ligt de veiligheidsambitie van de gemeente dichter bij ‘totale veiligheid’. Totale veiligheid is in een compacte en intense stad als Groningen moeilijk te realiseren. Wel is het mogelijk om naar de situatie ‘zo veilig mogelijk’ te streven.

    Zo veilig mogelijk

    ‘Zo veilig mogelijk’ is dan ook de ambitie van de gemeente Groningen voor externe veiligheid. Dit is nadrukkelijk meer dan het voorkomen van risico’s. Groningen streeft naar een hoog veiligheidsniveau. Veiligheid wordt gezien als zelfstandige kwaliteit van de leefomgeving voor de bewoners van de stad.

    Stedelijke ontwikkelingen en externe veiligheid worden niet gezien als elkaar uitsluitende factoren. De gemeente Groningen beschouwt het als haar taak om alle gewenste ontwikkelingen op een veilige manier uit te voeren. Externe veiligheid vormt een vast kwaliteitsaspect voor elke ontwikkeling. De groei en de ontwikkeling worden hierdoor niet belemmerd maar kwalitatief verbeterd.

    Één stad, één ambitie

    De geformuleerde ambitie ‘zo veilig mogelijk’ geldt voor de hele stad, niet alleen voor bepaalde zones en/of gebieden. Niet alle gebieden in de stad kennen hetzelfde veiligheidsniveau. De risicobelasting qua externe veiligheid varieert per stadsdeel. In sommige gebieden van de stad is het veiligheidsrisico in de bestaande situatie hoger dan in andere. De huidige risicosituatie vormt het vertrekpunt van ons externe veiligheidsbeleid. Gebaseerd op dezelfde ambitie voor de hele stad leidt dit tot verschillende maatregelen en mogelijkheden per situatie. In een situatie met een lage belasting is meer ontwikkeling mogelijk dan in een situatie met een hoge belasting. De maatregelen en mogelijkheden per situatie zijn weliswaar verschillend, de overkoepelende ambitie blijft dezelfde voor de hele stad:

    zo veilig mogelijk’.

    Hierdoor wordt - onder voorwaarden - ruimte geboden voor ontwikkelingen en tegelijkertijd wordt een hoge ‘basisveiligheid’ voor de burgers gewaarborgd.

Artikel 4.2 Ambities vertaald

Om de ambitie uit te voeren, moeten wij sturingsinstrumenten gebruiken. De stad is continue in ontwikkeling. Hierbij gaat het om kleine én grote veranderingen. Soms staan ontwikkelingen gepland voor gebieden met een lage risicobelasting soms kent het plangebied al een relatief hoog risico. In elke situatie wil de gemeente Groningen optimaal kunnen sturen. Wij willen voorkomen dat nieuwe kwetsbare objecten en functies in de directe nabijheid van risicovolle bedrijven of transportroutes worden gerealiseerd. En andersom dat risicovolle bedrijven in de nabijheid van kwetsbare objecten worden gesitueerd.

Er zijn twee momenten waar wij hier als gemeente sturend invloed kunnen uitoefenen:

  • 1.

    De vestiging van nieuwe risicovolle inrichtingen (met een risicocontour) in Groningen.

  • 2.

    Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen binnen bestaande risicocontouren.

Daarom hebben wij ervoor gekozen, om vier aandachtsgebieden met verschillende risicobelasting te onderscheiden, te weten:

  • 1.

    Bedrijfsterreinen geschikt voor risicovolle bedrijven:

    deze gebieden zijn de enige gebieden in de stad Groningen waar - onder voorwaarden - nieuwe risicovolle bedrijven toegelaten worden: Westpoort en Eemspoort-Zuid;

  • 2.

    Omgeving bestaande risicobronnen:

    dit zijn alle overige gebieden waar externe veiligheid relevant is;

  • 3.

    Stedelijk gebied buiten invloedsgebied risicobronnen:

    in deze gebieden binnen de stad speelt externe veiligheid geen rol;

  • 4.

    Buitengebied buiten invloedsgebied risicobronnen:

    in deze buitengebieden speelt externe veiligheid geen rol.

Voor het definiëren van deze aandachtsgebieden hebben wij geredeneerd vanuit de hoogte van het bestaande risico. De omvang van de risico’s in de huidige situatie vormt het criterium voor de indeling van de aandachtsgebieden. In het volgende hoofdstuk worden de vier aandachtsgebieden beschreven. In bijlage 4 staat een overzicht van de vier aandachtsgebieden.

Per aandachtsgebied hebben wij randvoorwaarden en criteria geformuleerd voor nieuwe ontwikkelingen. Voor het vaststellen van de randvoorwaarden hebben wij gekeken naar de mogelijke invloed van een geplande ruimtelijke ontwikkeling op de risicosituatie. Bij het formuleren van de randvoorwaarden hebben wij een aantal keuzes gemaakt. Een samenvatting van deze keuzes staat in het kader hieronder. In het volgende hoofdstuk worden de randvoorwaarden per aandachtsgebied beschreven.

• Nieuwe risicovolle...

Door onderscheid te maken in aandachtsgebieden met verschillende risicobelasting en daaraan voorwaarden te koppelen, combineert de gemeente Groningen de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen met optimale de sturing op het aspect externe veiligheid.

Artikel 4.3 Aandachtsgebieden

4.3.1 Aandachtsgebied ‘Bedrijfsterreinen geschikt voor risicovolle bedrijven’

Beschrijving gebiedstype

Het aandachtsgebied ‘bedrijfsterrein geschikt voor risicovolle inrichtingen’ betreft de locaties, waar wij nieuwe risicovolle inrichtingen toestaan. Hiervoor hebben wij delen van de bestaande bedrijfsterreinen Westpoort en Eemspoort Zuid aangewezen. Deze twee terreinen liggen aan de rand van de gemeente en grenzen niet aan woonbebouwing. Een uitgebreide motivatie van de keuze van de gemeente Groningen voor nieuwe risicovolle bedrijven staat in bijlage 3.

Binnen dit aandachtsgebied onderscheiden wij twee verschillende zones, te weten: een zone waar nieuwe risicobedrijven zijn toegestaan en een zone waarin nieuwe risicobedrijven zich niet mogen vestigen.

Zone waarin risicobedrijven zijn toegestaan, uitgangspunten en randvoorwaarden

Veiligheidsaspect

Standpunt Groningen

Vestiging nieuwe risicovolle bedrijven

Toegestaan, onder voorwaarden

Uitbreiding bestaande risicovolle bedrijven

Toegestaan, onder voorwaarden5

Overschrijding grenswaarde PR

Niet acceptabel

Overschrijding richtwaarde PR

Acceptabel, mits

Nieuwbouw binnen PAG

(voor zover van toepassing)

Toegestaan, onder voorwaarden

Toename GR

Acceptabel, mits

Overschrijding OW

Niet acceptabel

Nieuwe kwetsbare objecten (zoals woningen)

Niet toegestaan

Uitbreiding van bestaande kwetsbare objecten

Niet toegestaan

Gebouwen bestemd voor extra beschermde groepen

Niet toegestaan

Zone waarin kwetsbare objecten zijn toegestaan, uitgangspunten en randvoorwaarden

Veiligheidsaspect

Standpunt Groningen

Vestiging nieuwe risicovolle bedrijven

Niet toegestaan

Uitbreiding bestaande risicovolle bedrijven

Niet toegestaan

Overschrijding grenswaarde PR

Niet acceptabel

Overschrijding richtwaarde PR

Niet acceptabel

Nieuwbouw binnen PAG

(voor zover van toepassing)

Niet acceptabel, tenzij

Toename GR

Acceptabel, mits

Overschrijding OW

Niet acceptabel

Nieuwe kwetsbare objecten (zoals woningen)

Toegestaan

Uitbreiding van bestaande kwetsbare objecten

Toegestaan

Gebouwen bestemd voor extra beschermde groepen

Niet toegestaan

Toelichting

In eerste instantie lijkt het toestaan van nieuwe risicobronnen wellicht niet te passen bij een ‘zo veilig mogelijke’ leefomgeving. Toch is deze keuze niet in strijd met onze ambitie. De aangewezen bedrijfsterreinen zijn juist bestemd voor zware bedrijvigheid met het doel om die fysiek te scheiden van stedelijke functies. In het algemeen is op de aangewezen terreinen sprake van goed zelfredzame mensen en professionele organisaties die ook moeten voldoen aan regelgeving op het gebied van onder meer arbeidsomstandigheden en brandveiligheid. Er worden voldoende en ruime wegen aangelegd. Dit aspect komt de zelfredzaamheid, bereikbaarheid en de bestrijdbaarheid van eventuele ongelukken ten goede. Daarom achten wij de keuze voor risicovolle bedrijven verantwoord.

Een toename van het groepsrisico binnen dit aandachtsgebied is in het beginsel acceptabel, mits in de verantwoordingsplicht van het groepsrisico extra aandacht wordt besteed aan de aspecten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Een overschrijding van de oriëntatiewaarde wordt echter ook hier niet acceptabel geacht. Een uitgebreide motivatie van de keuze van de gemeente Groningen voor nieuwe risicovolle bedrijven staat in bijlage xxx.

Consequenties

De bovenstaande randvoorwaarden hebben op korte termijn weinig gevolgen voor de bedrijfsterreinen. Zowel risicovolle als overige bedrijven kunnen hier een veilige plek vinden. Saneringssituaties zijn uitgesloten.

Bij de volgende actualisatie van ruimtelijke plannen dient rekening te worden gehouden met de vastgestelde uitgangspunten. Voor de vestiging van nieuwe risicovolle bedrijven binnen de aangewezen bedrijfsterreinen gelden risicobeperkende voorwaarden. Via het vergunningenstelsel van de Wet milieubeheer worden de plaatsgebonden risicocontouren zoveel als technisch mogelijk beperkt en vastgelegd om de ruimte op de bedrijventerreinen zo goed mogelijk te kunnen benutten.

Artikel 4.3.2 Aandachtsgebied ‘omgeving bestaande risicobronnen’

Beschrijving gebiedstype

Het aandachtsgebied ‘omgeving bestaande risicobronnen’ betreft de invloedsgebieden rondom alle bestaande risicobronnen, zowel de transportassen als de hoge druk buisleidingen, alsmede de risicovolle inrichtingen.

Uitgangspunten en randvoorwaarden

Veiligheidsaspect

Standpunt Groningen

Vestiging nieuwe risicovolle bedrijven

Niet toegestaan

Uitbreiding bestaande risicovolle bedrijven

Niet toegestaan, tenzij

Overschrijding grenswaarde PR

Niet acceptabel

Overschrijding richtwaarde PR

Niet acceptabel

Nieuwbouw binnen PAG

(voor zover van toepassing)

Niet acceptabel, tenzij

Toename GR

Acceptabel, mits

Overschrijding OW

Niet acceptabel

Nieuwe kwetsbare objecten (zoals woningen)

Toegestaan

Uitbreiding van bestaande kwetsbare objecten

Toegestaan

Gebouwen bestemd voor extra beschermde groepen

Niet toegestaan binnen de 100% letaliteitsgrens voor buisleidingen alsmede het BLEVE effectgebied van transportassen. Daarbuiten toegestaan.

Toelichting

In een ideale situatie zouden wij elke toename van het groepsrisico willen voorkomen. Een groot deel van het invloedsgebied rondom de Rijkswegen en het spoor overlapt echter met stedelijk gebied. Het betreft een zone met vele stedelijke functies en een hoge dynamiek. Ontwikkelingen zijn hier niet alleen gewenst maar ronduit noodzakelijk. Vanuit dit gegeven hebben wij binnen dit type aandachtsgebied een toename van het groepsrisico in beginsel acceptabel geacht, mits er een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico plaatsvindt met aandacht voor alle aspecten en in het bijzonder voor risicoreducerende maatregelen.

De gemeente Groningen heeft zelf weinig tot geen invloed op de omvang van het vervoer van gevaarlijke stoffen via het spoor en de Rijkswegen. Dit neemt natuurlijk niet weg dat er in dit gebied aan wettelijke eisen moet worden voldaan.

Extra aandacht voor PAG

In Groningen weegt de zone van het zogenaamde plasbrandaandachtsgebied (PAG) extra zwaar. Het PAG betreft de zone waarbinnen de effecten van een ongeluk met brandbare vloeistoffen een dodelijk effect hebben. Voor de wegen en het spoor ligt deze grens op 30 meter (voor de vaarwegen op 25 meter). Brandbare vloeistoffen zijn goed voor meer dan 50 % van het transport van gevaarlijke stoffen door de stad. Inachtneming van de PAG-zone zone beperkt de gevolgen van een mogelijk ongeluk in de stad daarom aanzienlijk. Daarom hebben wij ervoor gekozen om zeer terughoudend om te gaan met de plaatsing van nieuwe bebouwing binnen deze zone.

Over de meeste...

Consequenties

Bovenstaande uitgangspunten hebben de volgende concrete consequenties voor de omgeving van bestaande risicobronnen: saneringen zijn niet aan de orde. Bestaande objecten bestemd voor groepen minder zelfredzame personen kunnen worden gerespecteerd aangezien overal aan de wettelijke norm wordt voldaan. Knelpunten doen zich niet voor in de bestaande situatie.

Nieuwe objecten bestemd voor extra beschermde groepen worden in de zone dicht bij de bron in principe niet toegestaan, tenzij nut en noodzaak van de ontwikkeling zwaarder wegen dan de overige aspecten.

Nieuwbouw van kwetsbare objecten en uitbreiding van bestaande kwetsbare objecten blijft mogelijk, maar wordt gekoppeld aan de invloed op het groepsrisico. Zowel bij nieuwe ontwikkelingen als bij de actualisering van bestemmingsplannen worden de geformuleerde uitgangspunten in acht genomen.

4.3.3 Aandachtsgebied ‘Stedelijk gebied buiten invloedsgebied risicobronnen’

Beschrijving gebiedstype

Het aandachtsgebied ‘stedelijk gebied buiten invloedsgebied risicobronnen’ betreft alles buiten de invloedsgebieden van risicobronnen binnen de bebouwde kom. Binnen dit gebiedstype bevinden zich diverse functies, zoals woon- en kantoorgebieden en ook delen van bedrijfsterreinen.

Uitgangspunten en randvoorwaarden

Veiligheidsaspect

Standpunt Groningen

Vestiging nieuwe risicovolle bedrijven

Niet toegestaan

Uitbreiding bestaande risicovolle bedrijven

Niet toegestaan

Overschrijding grenswaarde PR

Niet van toepassing; externe veiligheid speelt geen rol

Overschrijding richtwaarde PR

Niet van toepassing; externe veiligheid speelt geen rol

Toename GR

Niet van toepassing; externe veiligheid speelt geen rol

Overschrijding OW

Niet van toepassing; externe veiligheid speelt geen rol

Nieuwe kwetsbare objecten (zoals woningen)

Toegestaan

Uitbreiding van bestaande kwetsbare objecten

Toegestaan

Gebouwen bestemd voor extra beschermde groepen

Toegestaan

Toelichting

Ontwikkelingen binnen dit gebiedstype behoeven geen aandacht vanuit het oogpunt van externe veiligheid. De ontwikkelingen vinden buiten de invloedsgebieden plaats (aandachtsgebied 2). Daarom speelt externe veiligheid geen rol.

Consequenties

Binnen dit type aandachtsgebied hebben wij de vestiging van nieuwe risicovolle inrichtingen niet toegestaan. Dit houdt in dat bij actualisatie van bestemmingsplannen nieuwe BEVI-inrichtingen zullen worden uitgesloten. Verder behoeven geen maatregelen te worden gekoppeld aan nieuwe ontwikkelingen.

4.3.4 Buitengebied buiten invloedsgebied risicobronnen

Beschrijving gebiedstype

Het aandachtsgebied ‘buitengebied buiten invloedsgebied risicobronnen’ betreft alle gebieden buiten de bebouwde kom én buiten het aandachtsgebied ‘omgeving bestaande risicobronnen’.

Uitgangspunten en randvoorwaarden

Veiligheidsaspect

Standpunt Groningen

Vestiging nieuwe risicovolle bedrijven

Niet toegestaan

Uitbreiding bestaande risicovolle bedrijven

Niet toegestaan

Overschrijding grenswaarde PR

Niet van toepassing; externe veiligheid speelt geen rol

Overschrijding richtwaarde PR

Niet van toepassing; externe veiligheid speelt geen rol

Toename GR

Niet van toepassing; externe veiligheid speelt geen rol

Overschrijding OW

Niet van toepassing; externe veiligheid speelt geen rol

Nieuwe kwetsbare objecten (zoals woningen)

Toegestaan

Uitbreiding van bestaande kwetsbare objecten

Toegestaan

Gebouwen bestemd voor extra beschermde groepen

Toegestaan

Toelichting

Ontwikkelingen binnen dit gebiedstype behoeven nauwelijks aandacht vanuit het oogpunt van externe veiligheid. De ontwikkelingen vinden buiten de ‘buffer’ plaats in een gebied met lage personendichtheid. Een toename van het groepsrisico is daarom niet aan de orde.

Consequenties

Binnen dit type aandachtsgebied hebben wij de vestiging van nieuwe risicovolle inrichtingen niet toegestaan. Dit houdt in dat bij actualisatie van bestemmingsplannen nieuwe BEVI-inrichtingen zullen worden uitgesloten. Verder behoeven geen maatregelen te worden gekoppeld aan nieuwe ontwikkelingen.

Bijlagen:

Bijlage 1: Begrippenlijst

Bijlage 2: Definitie kwetsbare objecten en beschermde groepen

Bijlage 3: Omgang met risicovolle bedrijven

Bijlage 4: Overzichtskaart aandachtsgebieden

Bijlage 5: Overzicht risicovolle bedrijven