Regeling vervallen per 27-07-2012

Nadeelcompensatieverordening Damsterdiepgarage gemeente Groningen 2007

Geldend van 10-05-2007 t/m 26-07-2012

Intitulé

NADEELCOMPENSATIEVERORDENING DAMSTERDIEPGARAGE GEMEENTE GRONINGEN 2007

houdende bepalingen ter compensatie van onevenredig nadelige gevolgen veroorzaakt door de feitelijke uitvoering van het project rkeergarage/kantoorgebouw c.q. herinrichting Damsterdiep te Groningen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen

  • b.

    project : de bouw van de parkeergarage onder, het kantoorgebouw en de herinrichting van het Damsterdiep tussen de Steentilbrug en de Petruscampersingel te Groningen

  • c.

    het verzoek : een verzoek tot toekenning van nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 3;

  • d.

    de verzoeker : de indiener van een verzoek als bedoeld in artikel 3;

  • e.

    het nadeel : de schade die een direct gevolg is van de feitelijke uitvoering van het project;

  • f.

    de (advies)commissie : de commissie als bedoeld in artikel 6, zijnde een vaste commissie, bestaande uit drie onafhankelijke externe deskundigen. De commissie wordt secretarieel bijgestaan door medewerkers van de gemeente.

Artikel 2 Het recht op nadeelcompensatie

  • 1. Het college kent, op verzoek van degene die nadeel heeft geleden als gevolg van de feitelijke uitvoering van het project, nadeelcompensatie toe naar billijkheid, voor zover de schade redelijkerwijs niet of niet geheel te zijner laste behoort te blijven en voor zover vergoeding van het nadeel niet anderszins verzekerd is.

  • 2. De compensatie van het nadeel vindt plaats in geld of, indien dat naar het oordeel van het college geschikter is, op andere wijze.

  • 3. het college kan nadere regels stellen over uitvoering van deze verordening, waar onder de advisering.

Artikel 3 Het verzoek om nadeelcompensatie

  • 1. Het verzoek om nadeelcompensatie dient zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is schriftelijk bij het college te worden ingediend.

  • 2. Slechts één keer per 12 maanden kan een verzoek om nadeelcompensatie worden ingediend.

  • 3. Het verzoek wordt ondertekend en bevat tenminste:

    • a

      de naam en het adres van de verzoeker;

    • b

      de dagtekening;

    • c

      een aanduiding van de uitvoering van het werk of de maatregel die naar het oordeel van de verzoeker het nadeel heeft veroorzaakt;

    • d

      een opgave van de aard en omvang van het nadeel;

    • e

      een omschrijving van de wijze waarop het nadeel naar het oordeel van de verzoeker dient te worden gecompenseerd en - zo een vergoeding in geld wordt gewenst - een opgave van het schadebedrag dat naar het oordeel van verzoeker vergoed dient te worden.

  • 4. De verzoeker verstrekt voorts de gegevens en bescheiden die voor het nemen van de beslissing op zijn verzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.

  • 5. Indien het verzoek wordt gebaseerd op winstderving dienen de jaarcijfers van de afgelopen drie jaren voorafgaand aan de bouw en de jaren tijdens de bouw te worden bijgevoegd.

  • 6. Het college bevestigt de ontvangst van het verzoek zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken na ontvangst daarvan.

  • 7. Indien naar het oordeel van het college niet of onvoldoende is voldaan aan het bepaalde in het derde en vierde lid van dit artikel, stellen zij de verzoeker in de gelegenheid het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken na verzending van de brief waarin op het verzuim is gewezen.

Artikel 4 Niet in behandeling, kennelijk gegrond/ongegrond

  • 1. Indien het verzoek niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 is ingediend of aangevuld neemt het college het verzoek niet in behandeling.

  • 2. Het college wijst het verzoek zonder nader onderzoek af indien het naar hun oordeel kennelijk ongegrond is danwel wijst het verzoek zonder nader onderzoek toe indien het naar hun oordeel kennelijk gegrond is.

  • 3. Een besluit om het verzoek niet in behandeling te nemen, dan wel wegens kennelijke ongegrondheid af te wijzen of wegens kennelijke gegrondheid toe te wijzen, wordt aan de verzoeker binnen acht weken na ontvangst van het verzoek dan wel binnen vier weken nadat het verzoek is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken meegedeeld.

  • 4. Het college kan de in het vorige lid genoemde termijn eenmaal met ten hoogste acht weken verlengen. Het college stelt de verzoeker daarvan schriftelijk in kennis.

Artikel 5 Voorschot hangende een verzoek om een nadeelcompensatie

  • 1. Het college kan op verzoek, de adviescommissie gehoord, een voorschot op nadeelcompensatie toekennen wanneer verzoeker een spoedeisend belang bij toekenning heeft. Een voorschot wordt slechts verleend indien redelijkerwijs te verwachten valt dat verzoeker in aanmerking komt voor nadeelcompensatie.

  • 2. Met het verstrekken van het voorschot wordt geen recht op nadeelcompensatie erkend of verleend. Aan het verstrekken van het voorschot kunnen door het college voorwaarden worden verbonden.

  • 3. Het voorschot wordt alleen verleend als de verzoeker schriftelijk de verplichting aanvaardt tot gehele of gedeeltelijke terugbetaling indien het college het verzoek om nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk afwijst of de schadevergoeding op een lager bedrag dan het verleende voorschot vaststelt. Over het terug te betalen voorschot is geen rente verschuldigd.

Artikel 6 De adviescommissie

Indien geen toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 4, wordt de aanvraag binnen vier weken na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 4, derde lid, danwel, indien het vierde lid van dat artikel toepassing heeft gevonden uiterlijk vier weken na het verstrijken van de in dat artikellid genoemde termijn, toegezonden aan de adviescommissie.

Artikel 7 Het onderzoek van de commissie

  • 1. Het verzoek wordt door het college ter advisering voorgelegd aan de adviescommissie.

    De adviescommissie stelt een onderzoek in naar:

    • a.

      de vraag of het nadeel een direct gevolg is van de feitelijke uitvoering van het project;

    • b.

      de omvang van het nadeel;

    • c.

      de vraag of het nadeel redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de verzoeker behoort te blijven, in welk verband tevens wordt onderzocht of de verzoeker het risico van het nadeel (passief of actief) heeft aanvaard;

    • d.

      de vraag of de vergoeding van het nadeel niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.

  • 2. Het college stelt aan de adviescommissie de gegevens ter beschikking die nodig zijn voor een goede vervulling van haar taak.

  • 3. De adviescommissie kan een plaatsopneming houden, indien zij dit nodig acht.

  • 4. De adviescommissie kan inlichtingen en adviezen inwinnen bij derden. Hieronder valt het recht om een externe deskundige in te schakelen voor de beoordeling van het verzoek.

Artikel 8 Mondelinge toelichting

  • 1. De adviescommissie stelt de verzoeker en het college in de gelegenheid een mondelinge toelichting te geven. De adviescommissie verzendt de uitnodiging voor het geven van een mondelinge toelichting tenminste twee weken voor de datum waarop de toelichting wordt verlangd. De verzoeker en het college kunnen zich laten vertegenwoordigen of laten bijstaan door een gemachtigde/ deskundige.

  • 2. Van de mondelinge toelichtingen wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt aan de verzoeker en aan het college toegezonden, gelijktijdig met de beslissing op het verzoek.

Artikel 9 Het advies van de adviescommissie

  • 1. De adviescommissie zendt haar advies binnen zes weken aan de verzoeker en aan het college.

  • 2. In haar advies geeft de commissie de uitkomst weer van het onderzoek als bedoeld in artikel 7 lid 1. Tevens geeft de commissie advies over de hoogte en de vorm van de eventueel toe te kennen nadeelcompensatie.

Artikel 10 De nadeelcompensatie

  • 1. Indien de nadeelcompensatie niet in geld maar op andere wijze wordt toegekend, zal de waarde van de compensatie niet hoger zijn dan het bedrag in geld waarop de verzoeker aanspraak zou kunnen maken.

  • 2. Indien het college besluit tot het toekennen van nadeelcompensatie kunnen zij, gehoord de adviescommissie, aan de verzoeker die daarom heeft verzocht een bijdrage toekennen voor de door hem gemaakte deskundigenkosten, voor zover het inschakelen van deskundige bijstand redelijkerwijs noodzakelijk was en voor zover de gemaakte kosten redelijk zijn.

Artikel 11 De beslissing op het verzoek

  • 1. Het college beslist op het verzoek om nadeelcompensatie binnen zes weken nadat de adviescommissie het advies aan het college heeft toegezonden.

  • 2. Het besluit wordt onverwijld aan de verzoeker toegezonden.

  • 3. Het college kan de in het eerste lid bedoelde termijn eenmaal verlengen doch ten hoogste met zes weken. Het college deelt dit schriftelijk en onder opgaaf van redenen mee aan de verzoeker.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag nadat het besluit tot vaststelling van deze verordening is bekend gemaakt.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als " Nadeelcompensatieverordening Damsterdiepgarage gemeente Groningen 2007"

Toelichtingen

Algemeen- Artikelsgewijze toelichting