Regeling vervallen per 12-07-2016

Reglement, regelende het toezicht op kanalen, watergangen en daarbij behorende kunstwerken in de provincie Groningen

Geldend van 05-07-2006 t/m 11-07-2016

Provinciale Staten van Groningen; Besluiten:

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit reglement verstaat onder:

  • a.

    kanalen: waterwegen, die hetzij voor scheepvaart en waterbeheersing hetzij uitsluitend voor scheepvaart zijn bestemd, daaronder begrepen de natuurlijke kanaalwallen;

  • b.

    natuurlijke kanaalwallen: de niet kunstmatig beschermde belopen van een kanaal;

  • c.

    watergangen: wateren die uitsluitend dienen voor de waterbeheersing;

  • d.

    kunstwerken: alle werken over, onder, in of aan kanalen, en/of watergan¬gen;

  • e.

    waterstaatswerken: kunstwerken over, onder, in of aan kanalen;

  • f.

    eigenaren: zij, die krachtens eigendom of enig ander zakelijk recht tot het genot zijn gerechtigd;

  • g.

    gebruiker: hij die krachtens welke titel dan ook gerechtigd is tot het gebruik;

  • h.

    grondspecie: het bodemmateriaal en andere zaken die bij het onderhoud van kanalen en watergangen daaruit worden verwijderd.

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1 Behoudens het tweede en derde lid is dit reglement van toepassing op alle kanalen, watergangen en kunstwerken in de provincie Groningen.

  • 2 Dit reglement is niet van toepassing op:

    • a.

      Kanalen, watergangen en kunstwerken, die bij het Rijk of de provincie in onderhoud zijn. Het reglement is wel van toepassing op niet bij de provincie in onderhoud zijnde waterstaatswerken over, onder, in of aan kanalen, die bij de provincie in onderhoud zijn. Voorts zijn de artikelen 13, 14 en 15 wel van toepassing op kanalen, watergangen en kunstwerken, die bij de provincie in onderhoud zijn;

    • b.

      Uitsluitend tot gebruik van de eigenaar dienende kanalen en watergangen met de daartoe behorende kunstwerken.

  • 3 De paragrafen 2 en 3 zijn niet van toepassing op kanalen, watergangen en kunstwerken die bij waterschappen in onderhoud zijn of aan de schouw van waterschapsbesturen zijn onderworpen, voor zover de bijzondere reglementen voor die waterschappen in de in die paragrafen geregelde onderwerpen voorzien.

Artikel 3 Vergunningen: Algemeen

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de op grond van dit reglement vastgestelde besluiten op aanvraag of ambtshalve te wijzigen of in te trekken.

Paragraaf 2 Aanleg/Bouw kanalen en waterstaatswerken. Gebruiksmogelijkheid van kanalen voor de scheepvaart

Artikel 4 Vergunningvereiste

Kanalen en waterstaatswerken mogen niet worden aangelegd of gebouwd, herlegd of herbouwd, veranderd, buiten gebruik gesteld of opgeruimd, dan met vergunning van Gedeputeerde Staten en met inachtneming van de daaraan verbonden voorschriften.

Artikel 5 Opheffing/beperking gebruiksmogelijkheid kanalen voor scheepvaart

Op de voorbereiding van een besluit omtrent de opheffing of de beperking van de gebruiksmogelijkheid van een kanaal voor de scheepvaart is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Paragraaf 3 Onderhoud kanalen en waterstaatswerken

Artikel 6 Wie onderhoudsplichtig zijn

  • 1 Behoudens het derde lid zijn tot onderhoud van kanalen en waterstaatswerken gehouden:

    • a.

      zij, voor wie de verplichting uit een bijzonder reglement voort¬vloeit;

    • b.

      zij, die of wier rechtsvoorgangers zich daartoe bij een verbintenis hebben verplicht;

    • c.

      zij, die of wier rechtsvoorgangers zich metterdaad als onderhouds¬plichtigen hebben gedragen.

  • 2 Voor zover ingevolge het eerste lid geen onderhouds¬plichtigen kunnen worden aangewezen, rust de onderhoudsplicht op de eigenaar.

  • 3 Ten aanzien van natuurlijke kanaalwallen, voor zover deze begrensd worden door tot openbaar gebruik dienende werken, wegen, paden of terreinen, rust de onderhoudsplicht, tenzij anders geregeld, gemeen¬schappelijk ieder voor de helft op de onderhoudsplichtige van het kanaal enerzijds en die van de aangrenzende tot openbaar gebruik dienende werken, wegen, paden of terreinen anderzijds.

Artikel 7 Meerdere onderhoudsplichtigen

Indien ingevolge artikel 6 twee of meer onderhoudsplichti¬gen gezamenlijk onderhoudsplichtig zijn voor het onderhoud, zijn zij hoofdelijk voor het geheel tot het onderhoud verplicht.

Artikel 8 Overdracht, wijziging verplaatsing onderhoudsplicht

Overdracht, wijziging of verplaatsing van de onderhoudsplicht geschiedt niet dan met goedkeuring van het met het toezicht belaste bestuursorgaan.

Artikel 9 Inhoud onderhoudsplicht

  • 1 De onderhoudsplichtigen van kanalen dienen deze in goede staat en op de daarvoor bepaalde afmetingen te onderhouden, ze te zuiveren en op te schonen.

  • 2 De onderhoudsplichtigen van waterstaatswerken zijn verplicht deze in goede staat te houden.

Artikel 10 Verbetering, verandering, verplaatsing, opruiming

  • 1 zijn de onderhoudsplichtigen verplicht zijn, indien als gevolg van achterstallig onderhoud kanalen en waterstaatswerken in een zodanige toestand verkeren, dat verbetering noodzakelijk is, de onderhoudsplichtigen verplicht naar dezelfde verhouding, waarin zij tot het onderhoud zijn gehouden, deze op aanzegging van Gedeputeerde Staten en op de wijze en binnen de termijn, die daarbij zijn voorgeschreven, te verbeteren.

  • 2 Onverminderd artikel 12a van de Waterstaatswet 1900 en de geldende reglementen voor de waterschappen in de provincie Groningen zijn eigenaren, beheerders en onderhoudsplichtigen van voor scheepvaart of waterbeheersing hinderlijke of in een toestand van verwaarlozing verkerende waterstaatswerken verplicht deze op aanzegging van Gedeputeerde Staten te veranderen, te verplaatsen of op te ruimen op de wijze en binnen de termijn die daarbij is voorgeschreven.

  • 3 Bij onbekendheid wie de eigenaar, beheerder of onderhoudsplichtige is zijn Gedeputeerde Staten mede tot verbetering, verandering, verplaatsing of opruiming bevoegd.

Paragraaf 4 Verplichtingen van beheerders van werken, van eigenaren en gebruikers van erven en gronden en van beheerders van wegen

Artikel 11

Vervallen.

Artikel 12 Verplichtingen van eigenaren en gebruikers van gronden

Eigenaren en gebruikers van erven en gronden en beheerders van wegen zijn verplicht te gedogen, dat bij het uitvoeren van werken voor het aanleggen, onderhou¬den en verbeteren van kanalen, watergangen en kunstwerken, het onderhoud van maaipaden daaronder begrepen, die bij een openbaar lichaam in onderhoud zijn of aan het toezicht van een bestuursor¬gaan zijn onderworpen:

  • a.

    erven, gronden of wegen worden betreden;

  • b.

    werktuigen, bouwstoffen en grondspecie over erven, gronden of wegen worden vervoerd;

  • c.

    werktuigen en bouwstoffen tijdelijk worden gedeponeerd op erven, gronden of wegen.

Artikel 13 Verplichtingen van eigenaren en gebruikers van erven en gronden en beheerders van wegen, gelegen aan kanalen en watergangen

  • 1 Eigenaren en gebruikers van erven en gronden en beheerders van wegen gelegen aan kanalen en watergangen zijn behoudens artikel 14 verplicht tot ontvangst van grondspecie.

  • 2 Eigenaren en gebruikers van de in het eerste lid bedoelde gronden zijn voorts bij onderhoudswerkzaamheden verplicht de grondspecie te verwijde¬ren.

  • 3 Erven en gronden, gescheiden van een kanaal of een watergang door een weg, een pad of een ander werk, ongeschikt, of door een grondstrook te gering van breedte om de grondspecie te ontvangen, worden als aan het kanaal of de watergang gelegen aangemerkt.

Artikel 14 Verklaring tot vergoeding van eventuele schade

De in artikel 13 bedoelde verplichting tot ontvangst van grondspecie treedt niet in werking dan nadat zij, die de in artikel 12 bedoelde werken doen uitvoeren, zich tegenover ieder van de eigenaren, gebruikers en beheerders hebben verbonden eventuele schade als gevolg van de specieberging te vergoeden, indien:

  • a.

    de werken andere dan onderhoudswerken zijn;

  • b.

    de werken kanalen betreffen;

  • c.

    grondspecie uit watergangen op erven wordt geworpen;

  • d.

    grondspecieberging bij het onderhoud van watergangen steeds op één kant plaats vindt;

  • e.

    specie wordt geworpen op gronden buiten de grenzen van het betrokken waterschap.

Artikel 15 Stremming scheepvaart

  • 1 De beheerders van kanalen zijn bevoegd, wanneer een juiste uitvoering van de in artikel 12 bedoelde werken dat vereist, de scheepvaart tijdelijk te stremmen, mits daarvan tijdig aankondiging wordt gedaan.

  • 2 Gedeputeerde Staten zijn bevoegd die stremming op te heffen of te beperken, of indien stremming nodig is, bij nalatigheid haar te bevelen.

Paragraaf 5 Handhaving van het reglement

Artikel 15a

  • 1 Gedeputeerde Staten kunnen één of meer toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht aanwijzen.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde toezichthouders zijn belast met het toezicht op de naleving van de in of krachtens dit reglement gegeven regels.

Artikel 16 Sancties

Overtre¬ding of niet-naleving van één of meer bepalingen van dit reglement of van één of meer aan een vergunning verbonden voorschriften wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 17

Vervallen.

Artikel 18

Vervallen.

Paragraaf 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 19 Overgangsbepaling

Bij de inwerkingtreding van dit reglement vervallen het reglement, regelen¬de het toezicht op kanalen, watergangen en waterstaatswerken in de provincie Groningen, vastgesteld bij besluit van provinciale staten van Groningen van 18 juli 1911, nr. 20, zoals dit besluit herhaaldelijk is gewijzigd en de op grond van dat reglement opgemaakte leggers.

Vergunningen verleend op grond van dat reglement blijven voor zoveel nodig van kracht, totdat zij zijn ingetrokken of vervallen.

Artikel 20

Dit reglement treedt in werking op een door Gedeputeerde Staten vast te stellen tijdstip, dat zal worden bekend gemaakt in het provinciaal blad en voorts op een nader door Gedeputeerde Staten te bepalen wijze.

Artikel 21

Dit reglement wordt aangehaald als: Kanalenreglement Groningen.

Ondertekening

Groningen, ………. Provinciale Staten voornoemd, , voorzitter. , griffier.