Regeling vervallen per 01-01-2024

Algemeen verbindend voorschrift van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende tarieven grondwater Grondwaterheffingsverorderning Groningen

Geldend van 12-07-2016 t/m 31-12-2023

Intitulé

Algemeen verbindend voorschrift van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende tarieven grondwater Grondwaterheffingsverorderning Groningen

Provinciale Staten van Groningen; Besluiten:  

Artikel 1 Aard van de heffing

Onder naam 'grondwaterheffing' wordt bij wijze van provinciale belasting een heffing ingesteld als bedoeld in artikel 7.7 van de Waterwet, overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 1a

Onverminderd het overigens in de Provinciewet of in deze verordening bepaalde geschiedt de heffing en invordering met toepassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen.

Artikel 2 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    inrichting: een inrichting of werk, bestemd tot het onttrekken van grondwater;

  • b.

    onttrekken van grondwater: onttrekken van grondwater door middel van een inrichting;

  • c.

    infiltreren van water: water in de bodem brengen ter aanvulling van het grondwater met het oog op het onttrekken van grondwater.

Artikel 2a

  • 1 Het hoofd van de afdeling Landelijk Gebied & Water van de provincie Groningen is de provincieambtenaar die is belast met de heffing van belasting op grond van deze verordening. Het hoofd van de afdeling Financiën & Control is de provincieambtenaar die is belast met de invordering van belasting op grond van deze verordening.

  • 2 Het Reglement Commissie rechtsbescherming is van overeenkomstige toepassing op de behandeling van bezwaren tegen besluiten van de in het eerste lid genoemde afdelingshoofden.

Artikel 3 Heffingplicht

Heffingsplichtig is de houder van een inrichting die is ingeschreven in het in artikel 3.21 van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 genoemde register.

Artikel 4 Grondslag

  • 1 De heffing wordt opgelegd naar de onttrokken hoeveelheid grondwater, gemeten in kubieke meters per jaar.

  • 2 Ten aanzien van onttrekkingen kleiner dan 30.000 m3 grondwater per jaar wordt geen heffing opgelegd.

  • 3 Indien in een directe relatie met een onttrekking van grondwater, ingevolge een vergunning door middel van een inrichting of werk water wordt geïnfiltreerd in hetzelfde watervoerende pakket waaraan het grondwater wordt onttrokken, wordt het aantal kubieke meters geïnfiltreerd water in mindering gebracht op de onttrokken hoeveelheid grondwater, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 5 Tarief

Het tarief, vastgesteld op grond van artikel 4, bedraagt 1,68 eurocent per kubieke meter onttrokken grondwater.

Artikel 6 Heffingjaar

Het heffingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Aangifte

  • 1 Jaarlijks doen de heffingsplichtigen aan wie een aangiftebiljet is gezonden, binnen een door het hoofd van de afdeling Landelijk Gebied & Water te stellen termijn van ten minste vier weken na de dag van toezending of uitreiking van het aangiftebiljet opgave van de voor de berekening van de aanslag gevraagde gegevens.

  • 2 Aan degene, die een daartoe strekkend verzoek bij het hoofd van de afdeling Landelijk Gebied & Water indient, wordt in elk geval een aangiftebiljet uitgereikt.

  • 3 De heffingplichtige, aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar een aanslag is opgelegd, dan wel geen aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen vier weken na afloop van die zes maanden bij het hoofd van de afdeling Landelijk Gebied & Water een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 8 Wijze van heffing

De heffing wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9

  • 1 Gedeputeerde staten kunnen toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht aanwijzen.

  • 2 De op grond van het eerste lid aangewezen toezichthouders zijn belast met het toezicht op de naleving van de in of krachtens deze verordening gegeven regels.

Artikel 10

Overtreding van artikel 7, derde lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 11

Deze verordening wordt aangehaald als: Grondwaterheffingsverordening Groningen.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1986. 

Ondertekening

Groningen, ………. Provinciale Staten voornoemd, , voorzitter. , griffier.