Besluit van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent waterschap Noorderzijlvest Reglement voor het waterschap Noorderzijlvest 2008

Geldend van 29-12-2017 t/m heden

Intitulé

Besluit van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent waterschap Noorderzijlvest Reglement voor het waterschap Noorderzijlvest 2008

Provinciale Staten van Groningen; 

Besluiten: 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Dit reglement verstaat onder:

  • a.

    categorie bedrijven: categorie waartoe behoren degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder d, van de wet;

  • b.

    categorie ingezetenen: categorie waartoe behoren degenen die hun werkelijke woonplaats in het waterschap hebben als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder a, van de wet en artikel 1.1, onder f, van de Wet basisregistratie personen;

  • c.

    categorie natuurterreinen: categorie waartoe behoren degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder c, van de wet;

  • d.

    categorie ongebouwd: categorie waartoe behoren degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder b van de wet;

  • e.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Drenthe en Groningen, tenzij in het reglement anders is bepaald;

  • f.

    watersysteem: watersysteem als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet;

  • g.

    wet: Waterschapswet;

  • h.

    beheerder: beheerder als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet;

  • i.

    beheer: beheer als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet.

Hoofdstuk 2 Gebied, zetel en taak van het waterschap

Artikel 2 Gebied van het waterschap

  • 1 Er is een waterschap met de naam Noorderzijlvest, verder aan te duiden als het waterschap.

  • 2 Het gebied van het waterschap is aangegeven op de bij dit reglement behorende kaart, onderscheidenlijke kaarten.

  • 3 De grenzen van het in het tweede lid bedoelde gebied kunnen nader worden aangegeven op door gedeputeerde staten vast te stellen detailkaarten. Van elk van de kaarten, bedoeld in het tweede en derde lid, berust een exemplaar bij het waterschap en bij de provincies Drenthe en Groningen.

  • 4 Woonboten die zijn afgemeerd nabij de grens van een waterschap zoals die is aangegeven op de in het tweede lid bedoelde kaart, worden geacht tot het gebied van het waterschap te behoren van waaruit zij toegankelijk zijn.

Artikel 3 Vestigingsplaats van het waterschap

Het waterschap is gevestigd in een door het algemeen bestuur te bepalen gemeente.

Artikel 4 Taak van het waterschap

  • 1 De taak van het waterschap is de zorg voor het watersysteem en de zorg voor het zuiveren van afvalwater in zijn gebied voorzover deze taak of onderdelen daarvan niet aan andere overheidslichamen is opgedragen.

  • 2 De taak, bedoeld in het eerste lid, omvat de zorg voor:

    • a.

      het beheer van het watersysteem, met uitzondering van dat vaarwegbeheer waarvoor bij of krachtens wet of bij provinciale verordening een andere beheerder is aangewezen;

    • b.

      het zuiveren van afvalwater, hieronder mede begrepen:

      • 1.

        het stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterschap en dat krachtens artikel 15a, eerste lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het waterschap;

      • 2.

        de verwerking van primair zuiveringsslib, het ontwateren van zuiveringsslib, de eindverwerking van zuiveringsslib en laboratoriumwerkzaamheden hieronder mede begrepen de doelmatige uitoefening van deze taakonderdelen met betrekking tot zuiveringsslib afkomstig vanuit het beheergebied van een ander waterschap.

Hoofdstuk 3 De samenstelling en inrichting van het waterschapsbestuur

 

Artikel 5 Benaming bestuursorgaan

De voorzitter wordt aangeduid als dijkgraaf.

§ 1. Het algemeen bestuur

Artikel 6 Omvang algemeen bestuur

Het algemeen bestuur bestaat uit 23 leden. Hiervan vertegenwoordigen:

  • a.

    16 leden de categorie ingezetenen;

  • b.

    4 leden de categorie ongebouwd;

  • c.

    1 lid de categorie natuurterreinen;

  • d.

    2 leden de categorie bedrijven.

Artikel 7 Benoeming vertegenwoordigers geborgde zetels

  • 1 Voor de categorie bedrijven worden door de de Kamer van Koophandel twee vertegenwoordiger benoemd.

  • 2 Voor de categorie ongebouwd worden door LTO-Noord vier vertegenwoordigers benoemd, waarvan één vertegenwoordiger in overeenstemming met BoerenNatuur.

Artikel 8 Reglement van orde

  • 1 Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast.

  • 2 In het reglement van orde worden in ieder geval regels gesteld ten aanzien van de wijze van oproeping tot vergadering, de openbaarheid van de vergaderingen, het vergader- en het besluitquorum, de handhaving van de orde tijdens de vergaderingen en de wijze waarop de stemmingen plaatsvinden.

  • 3 Voor de categorie natuurterreinen wordt door de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren een vertegenwoordiger benoemd.

§ 2. Het dagelijks bestuur

Artikel 9 Omvang dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en een door het algemeen bestuur te bepalen aantal andere leden dat hooguit vier bedraagt.

Artikel 10 Benoeming leden dagelijks bestuur

  • 1 De benoeming van de leden van het dagelijks bestuur met uitzondering van de voorzitter vindt plaats in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling of zo spoedig mogelijk daarna.

  • 2 Gedeputeerde staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 41, tweede lid, van de wet.

  • 3 De tot lid van het dagelijks bestuur benoemde wordt geacht de benoeming niet aan te nemen, indien de voorzitter op de tiende dag na kennisgeving van de benoeming nog geen schriftelijke mededeling van hem heeft ontvangen dat hij de benoeming aanvaardt.|

  • 4 Wanneer de benoeming niet is aangenomen, geschiedt zo spoedig mogelijk een nieuwe benoeming.

  • 5 De benoeming ter vervulling van een plaats die tussentijds openvalt geschiedt zo spoedig mogelijk nadat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur is vervuld, tenzij het algemeen bestuur besluit het aantal leden van het dagelijks bestuur te verminderen, dan wel toepassing wordt gegeven aan het tweede lid.

Artikel 11 Ingang benoeming leden dagelijks bestuur

In het geval van artikel 10, eerste lid, gaat de benoeming van degene, die de benoeming tot lid van het dagelijks bestuur heeft aangenomen, in op het tijdstip waarop ten minste de helft van het aantal leden van het dagelijks bestuur zijn benoeming heeft aangenomen of, indien de aanneming van de benoeming op een later tijdstip plaatsvindt, op dat tijdstip.

Artikel 12 Ontslag op eigen initiatief

  • 1 Een lid van het dagelijks bestuur, niet zijnde de voorzitter, kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan het algemeen bestuur.

  • 2 Het ontslag gaat in met ingang van de dag, gelegen een maand na de dag waarop hij zijn ontslag heeft genomen of zoveel eerder als zijn opvolger de benoeming heeft aangenomen.

Artikel 13 Vervanging leden dagelijks bestuur

  • 1 Bij langdurige afwezigheid van een lid van het dagelijks bestuur, of indien een lid van het dagelijks bestuur met de waarneming van het ambt van voorzitter is belast, kan hij worden vervangen door een lid van het algemeen bestuur, aan te wijzen door het algemeen bestuur.

  • 2 Degene die gedurende meer dan dertig dagen onafgebroken voor een lid van het dagelijks bestuur heeft waargenomen, geniet een vergoeding ten bedrage van de voor dat lid vastge¬stelde bezoldiging. De vergoeding wordt verminderd met hetgeen als lid van het algemeen bestuur als vergoeding wordt ontvangen.

Artikel 14 Reglement van orde

  • 1 Het dagelijks bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast, dat aan het algemeen bestuur wordt toegezonden.

  • 2 In het reglement van orde worden voor de vergaderingen in ieder geval regels gesteld ten aanzien van de wijze van oproeping tot vergadering, het vergaderquorum, het besluitquorum, de handhaving van de orde tijdens de vergaderingen en de wijze waarop de stemmingen plaatsvinden.

§ 3. De voorzitter

Artikel 15 Benoeming voorzitter

  • 1 Alvorens een aanbeveling voor de benoeming van de voorzitter als bedoeld in artikel 46, derde lid, van de wet, wordt opgemaakt, wordt, behalve in het geval van herbenoeming, een open sollicitatieprocedure gevolgd.

  • 2 Indien de aanbeveling uit meer dan één persoon bestaat, wordt over iedere plaats op de aanbeveling afzonderlijk gestemd.

  • 3 De aanbeveling voor de benoeming van de voorzitter, bedoeld in artikel 46, derde lid, van de wet wordt, samen met een uittreksel uit de notulen van de gehouden stemming door het algemeen bestuur, gezonden aan gedeputeerde staten van Groningen, die de aanbeveling, gedeputeerde staten van Drenthe gehoord, doorzenden aan de Minister van Verkeer en Waterstaat.

  • 4 De aflegging van de eed (verklaring en belofte), bedoeld in artikel 50 van de wet, vindt plaats in handen van de Commissaris van de Koning in de provincie Groningen.

Artikel 16 Woonplaats voorzitter

  • 1 De voorzitter heeft zijn werkelijke woonplaats in het gebied van het waterschap.

  • 2 Het algemeen bestuur kan van het eerste lid ontheffing verlenen, indien het belang van het waterschap zich daartegen niet verzet.

Artikel 17 Ontslag voorzitter

  • 1 De voorzitter die zijn ontslag vraagt, blijft zo mogelijk in functie totdat hem ontslag is verleend.

  • 2 Hij dient zijn verzoek om ontslag uiterlijk twee maanden vóór de datum, waarop het ontslag wordt gewenst, bij de Kroon in en geeft daarvan tegelijkertijd kennis aan het algemeen bestuur en aan gedeputeerde staten.

§ 4. De secretaris

Artikel 18 Benoeming secretaris

De secretaris wordt door het algemeen bestuur benoemd op voordracht van het dagelijks bestuur.

Artikel 19 Taken en bevoegdheden

  • 1 Het algemeen bestuur stelt in een instructie nadere regels over de taak en de bevoegdheden van de secretaris.

  • 2 Artikel 33, eerste en tweede lid, van de wet is van overeenkomstige toepas¬sing.

Hoofdstuk 4 Toezicht

Artikel 20 Toezichtsbevoegdheid

Het toezicht op het waterschapsbestuur wordt uitgeoefend door Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten bepalen in onderling overleg op welke wijze de voorbereiding en de besluitvorming zal plaatsvinden over hetgeen terzake van het gemeenschappelijk toezicht moet worden beslist.

Artikel 21 Goedkeuring

[vervallen]

Artikel 22 Administratief beroep

[vervallen]

Artikel 23 Meldingen

  • 1 Het dagelijks bestuur zendt aan Gedeputeerde Staten ter kennisneming besluiten tot:

    • a.

      beslissingen tot aanleg of verbetering van waterstaatswerken waarvan in betekenende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie te verwachten is;.

    • b.

      oprichting of deelneming in een rechtspersoon, voorzover hierbij een belangrijk onderdeel van de aan het waterschap opgedragen taak betrokken is;

    • c.

      het besluit tot vaststelling of wijziging van een calamiteitenplan als bedoeld in artikel 5.29, eerste lid, van de Waterwet.

  • 2 In afwijking van het eerste lid worden besluiten aan Gedeputeerde Staten van Drenthe, respectievelijke Gedeputeerde Staten van Groningen, respectievelijk Gedeputeerde Staten van Fryslân gezonden indien het besluit uitsluitend betrekking heeft op het grond gebied van de provincie Drenthe, respectievelijk de provincie Groningen, respectievelijk de provincie Fryslân. 

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 24 Overgangsrecht

  • 1 Onder de zorg voor het watersysteem, bedoeld in artikel 1, onder f, en artikel 4 van dit reglement wordt tot de inwerkingtreding van de Waterwet niet verstaan het grondwaterbeheer, voor zover dit beheer niet reeds bij het waterschap berust.

  • 2 Ten aanzien van de voorzitter die zijn functie bekleedt op de datum van inwerkingtreding van dit reglement, is tot zijn ontslag, artikel 16 niet van toepassing.

  • 3 Ten aanzien van de methode van kostentoedeling die betrekking heeft op de belastingtijdvakken die zijn aangevangen voor 1 januari 2009 blijven de artikelen 31 tot en met 34 van het Reglement voor het waterschap Noorderzijlvest van toepassing zoals deze luiden voor de inwerkingtreding van deze verordening.

  • 4 De artikelen over samenstelling en inrichting van het waterschapsbestuur van het Reglement voor het waterschap Noorderzijlvest blijven van kracht tot op het moment dat de leden van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur op grond van het Reglement voor het waterschap Noorderzijlvest 2008 zijn aangetreden.

Artikel 25 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van 31 maart 2008.

Artikel 26 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement voor het waterschap Noorderzijlvest 2008.

Ondertekening

Groningen,
 
Voorzitter,
 
Griffier