Regeling vervallen per 01-07-2016

Overig besluit van algemene strekking van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende subsidie wonen Interimregeling waardevermeerdering

Geldend van 23-07-2016 t/m 30-06-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2016

Intitulé

Overig besluit van algemene strekking van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende subsidie wonen Interimregeling waardevermeerdering

Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 9 december 2014, nr. 546563, afd. ABJ, tot bekendmaking van hun besluit van 9 december 2014, nr. A.14, tot vaststelling van de Interimregeling waardevermeerdering

 

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

maken bekend dat in hun vergadering van 9 december 2014 , nr. A.14, is vastgesteld hetgeen volgt:

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Overwegende dat:

- in het akkoord "Vertrouwen op Herstel en Herstel van Vertrouwen" d.d. 17 januari 2014 en door Provinciale Staten van Groningen vastgesteld op 29 januari 2014, een ‘regeling waardevermeerdering’ is voorzien, die naar verwachting pas gereed zal zijn in de loop van 2015;

- tussen de deelnemers aan de Dialoogtafel is overeengekomen om in afwachting van de definitieve regeling een Interimregeling op te stellen;

- in de vergadering van de Dialoogtafel op 8 september 2014 aan de provincie Groningen het verzoek is gedaan om de Interimregeling waardevermeerdering overeenkomstig haar instructies op te stellen en na vaststelling in uitvoering te nemen;

- de Interimregeling zal worden vastgesteld als beleidsregel in de zin van artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht welke beleidsregel betrekking heeft op de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten op grond van artikel 8, eerste lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998;

Gelet op:

- artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

- het besluit van Provinciale Staten van 5 november 2014, waarbij kennis is genomen van het voornemen de Interimregeling waardevermeerdering en het Delegatiebesluit vast te stellen;

BESLUITEN:

Vast te stellen hetgeen volgt:

Interimregeling waardevermeerdering

Paragraaf 1, Inleidende en algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

     bouwkundig versterkende maatregelen: aanpassingen van de woning die gericht zijn op het beter aardbevingsbestendig maken van de woning;

  • b.

     woning: een gebouw of gedeelte van een gebouw dat bestemd is voor bewoning met inbegrip van de bijgebouwen die bijdragen aan de woonbestemming;

  • c.

     bedrijf: een onderneming die is ingeschreven in het handelsregister, dat wordt bijgehouden door de Kamer van Koophandel;

  • d.

     Energie Prestatie Advies: een advies van een volgens de beoordelingsrichtlijn BRL-9500-01 gecertificeerde adviseur inzake de vaststelling van het energielabel van een woning en van de mogelijke maatregelen tot verbetering van de energieprestatie van de woning.

Artikel 2 Werkingsgebied

  • 1  Deze regeling is voor een aanvraag van een subsidie voor een eigenaar of koper als bedoeld in artikel 7, aanhef en onder b, c en d, van toepassing in de gemeenten Appingedam, Bedum, Delfzijl, De Marne, Eemsmond, Hoogezand-Sappemeer, Loppersum, Menterwolde, Slochteren, Ten Boer en Winsum.

  • 2  Deze regeling is voor aanvragers als bedoeld in artikel 7 aanhef en onder a van toepassing ongeacht hun woonplaats.

Paragraaf 2, De subsidieaanvraag

Artikel 3 Indiening van de aanvraag

  • 1  Aanvragen worden ingediend bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), Postbus 779, 9700 AT Groningen of digitaal met gebruik van het digitale loket op de website www.snn.eu.

  • 2  Een aanvraag kan worden ingediend door de eigenaar of koper als bedoeld in artikel 7 aanhef en onder c en d van een woning.

  • 3  Indien door twee of meer eigenaren een gezamenlijke aanvraag wordt ingediend, wordt in de aanvraag vermeld wie de gezamenlijke aanvragers vertegenwoordigt.

  • 4  Een aanvraag voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 7 aanhef en onder a dient voor 1 februari 2016 te zijn ingediend, behoudens het bepaalde in lid 5 en 6.

  • 5  Indien de schade zoals bedoeld in artikel 7 aanhef en onder a nog niet is gemeld, dient de eigenaar deze schade voor 1 februari 2016 te melden bij het Centrum Veilig Wonen. Het bepaalde in lid 6 is hierop van overeenkomstige toepassing.

  • 6  Indien het proces tot het bepalen van de schade op 31 december 2015 nog niet is afgerond, geldt dat een aanvraag voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 7 aanhef en onder a binnen een maand na vaststelling van deze schade, blijkens een schriftelijk stuk van de NAM of Centrum Veilig Wonen en de daarop vermelde datum, dient te zijn ingediend.

  • 7  Een aanvraag van een subsidie voor een eigenaar of koper zoals bedoeld in artikel 7 aanhef en onder b, c en d dient voor 1 januari 2016 te zijn ingediend.

     

Artikel 4 Bijlagen bij de aanvraag

  • 1  Bij de aanvraag dienen in elk geval de volgende documenten te worden ingezonden:

    • a.

       de onderbouwing van in het aanvraagformulier vermelde kosten, blijkende uit offerte(s) en/of opdrachtbevestiging ter onderbouwing van de subsidiabele kosten; en

    • b.

       een afschrift van de besluiten tot verlening van andere subsidies in de kosten van de op grond van deze regeling te subsidiëren activiteiten dan wel van de aanvragen tot verlening van deze andere subsidies.

  • 2  Voorts dienen bij de aanvraag te worden ingezonden:

    • a.

       een afschrift van de brief van de NAM, bedoeld in artikel 7, aanhef en onder a;

    • b.

       een afschrift van het advies, bedoeld in artikel 7, aanhef en onder b;

    • c.

       een volmacht van de eigenaar of eigenaren die niet zelf de aanvraag indienen aan de indiener van de aanvraag;

    • d.

       een afschrift van de koopovereenkomst van de woning waaruit blijkt dat de aanvrager een koper is in de zin van artikel 7, aanhef en onder c; of

    • e.

       een afschrift van het document van oplevering van de woning waaruit blijkt dat de aanvrager een koper en/of eigenaar is in de zin van artikel 7, aanhef en onder d.

  • 3  Als een aanvraag wordt ingediend zonder de vereiste verstrekte gegevens en bescheiden, krijgt de aanvrager de gelegenheid de aanvraag aan te vullen binnen een nader te bepalen termijn. Als de aanvraag niet tijdig wordt gecompleteerd, wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten.

Artikel 5 Bijlage bij aanvraag van ondernemer

Indien de aanvrager ondernemer is in de zin van het VWEU-Verdrag zendt hij bij de aanvraag een de-minimis verklaring in, waaruit blijkt dat de aangevraagde subsidie geheel of gedeeltelijk kan worden verleend zonder dat sprake zal zijn van overtreding van de voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun.

Paragraaf 3, Het besluit op de aanvraag

Artikel 6 Behandeling aanvraag en beslistermijn

  • 1  Een gezamenlijke aanvraag wordt behandeld als bundel van afzonderlijke aanvragen van de betrokken eigenaren.

  • 2  Gedeputeerde Staten besluiten binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag; de beslistermijn wordt verlengd met de termijn vanaf de uitnodiging aan de aanvrager tot aanvulling van de aanvraag tot het tijdstip waarop de aanvulling is ontvangen of waarop de termijn die op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht voor de aanvulling is gesteld, is afgelopen.

Artikel 7 Voorwaarden voor verlening

Subsidie kan worden verstrekt aan:

  • a.

     de eigenaar of zakelijk gerechtigde van een woning waaraan door NAM blijkens haar brief aardbevingsschade die is ontstaan voor 1 januari 2016 van categorie a of b van ten minste € 1.000,- is vastgesteld;

  • b.

     de eigenaar of zakelijk gerechtigde van een woning waarvoor bouwkundig versterkende maatregelen worden voorzien, die in overeenstemming zijn met het voor 1 januari 2016 uitgebrachte schriftelijk advies van een door de NAM aangewezen inspecteur;

  • c.

     de koper van een bestaande woning waarvan de koopovereenkomst is gesloten op of na 17 januari 2014 en voor 1 januari 2016;

  • d.

     de koper en/of eigenaar van een nieuwbouwwoning waarvan de oplevering is gebeurd op of na 17 januari 2014 en voor 1 januari 2016.

Artikel 8 Weigeringsgronden

De subsidie wordt geweigerd, wanneer verlening in strijd is met geldende voorschriften waaronder die van de Europese Unie.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

  • 1  De subsidiabele kosten zijn de kosten ter zake van de woningen, bedoeld in artikel 7, voor:

    • a.

       het verkrijgen van een Energie Prestatie Advies;

    • b.

       de uitvoering van navolgende energiebesparende of -opwekkende maatregelen:

      • 1.

         dak-, vloer- en gevelisolatie;

      • 2.

         muurisolatie;

      • 3.

         HR++(+) glas;

      • 4.

         combiketel met hoog rendement;

      • 5.

         zonnepanelen en zonnecollectoren;

      • 6.

         zonneboiler;

      • 7.

         warmtepomp;

      • 8.

         warmte- koudeopslag;

      • 9.

         technieken voor warmteterugwinning.

  • 2  Subsidiabele kosten in de zin van het eerste lid, aanhef en onder b, zijn de kosten van het aanschaffen van materiaal en de kosten van de installatie voor zover de installatie wordt uitgevoerd door een bedrijf.

  • 3  Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) is 100% subsidiabel, voor zover deze niet fiscaal te verrekenen is.

Artikel 10 Subsidiabele kosten

  • 1  Kosten die zijn gemaakt ter voldoening aan contractuele verplichtingen die zijn aangegaan vóór 17 januari 2014 zijn geen subsidiabele kosten.

  • 2  Kosten die worden gefinancierd met andere subsidies dan op grond van deze regeling, zijn subsidiabele kosten voor zover die kosten met die andere subsidies niet volledig worden gefinancierd.

  • 3  Niet verrekenbare omzetbelasting behoort tot de subsidiabele kosten.

Artikel 11 Bepalingen omtrent de hoogte van de subsidie

  • 1  Het subsidiebedrag is 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 4.000,- per woning.

  • 2  Het in het eerste lid vermelde maximumsubsidiebedrag wordt verminderd met het bedrag van de verrekenbare omzetbelasting.

Artikel 12 Volgorde bij verdeling van subsidieplafond

  • 1  Er wordt besloten op basis van de volgorde van ontvangst van de melding van de schade bij het Centrum Veilig Wonen dan wel de aanvraag, zoals aangegeven in de hierna volgende leden.

  • 2  Ten aanzien van aanvragen waarop op of na 18 december 2015 nog niet is beslist, geldt als datum van ontvangst de datum waarop de schade bij het Centrum Veilig Wonen is gemeld.

  • 3  In de gevallen waarbij een aanvraag is ingediend, voordat de schade bij het Centrum Veilig Wonen is gemeld, geldt als datum van ontvangst de datum waarop de aanvraag, al dan niet volledig, bij het SNN is ingediend.

  • 4  Voor zover door verlening van subsidie op aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van aanvragen vastgesteld door middel van loting.

     

Paragraaf 4, Het voorschot op de betaling van de subsidie

Artikel 13 Bevoorschotting

Er worden op de verleende subsidie geen voorschotten verstrekt.

Paragraaf 5, De vaststelling van de subsidie

Artikel 14 Aanvraag subsidievaststelling

  • 1  De subsidieontvanger dient binnen zes maanden na het besluit tot subsidieverlening een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2  Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3  De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend door de subsidieontvanger en omvat in elk geval:

    • a.

       één of meer facturen waaruit blijkt dat de getroffen maatregelen zijn uitgevoerd;

    • b.

       een opgave van de omzetbelasting die in rekening is gebracht voor de getroffen maatregelen voor zover deze omzetbelasting is verrekend;

    • c.

       een afschrift van de notariële akte waarbij de eigendom is verkregen, indien de subsidie als bedoeld in artikel 7, aanhef en onder c en d;

    • d.

       overige bescheiden welke in ieder geval worden bekend gemaakt op www.snn.eu.

Artikel 15 Beslistermijn

  • 1  Binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag tot vaststelling wordt daarop een besluit genomen.

  • 2  Artikel 6, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 6, Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding en duur

  • 1  Deze regeling treedt in werking na bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot en met 6 november 2014.

  • 2  Deze regeling vervalt op 1 juli 2016.

  • 3  Deze regeling blijft na het vervallen ervan van toepassing op subsidies die voor het vervallen van de regeling zijn aangevraagd of verstrekt.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Interimregeling waardevermeerdering.

Ondertekening

Groningen, 9 december 2014
Gedeputeerde Staten voornoemd:
M.J. van den Berg, voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.
 
Groningen, 9 december 2014
Gedeputeerde Staten voornoemd:
M.J. van den Berg, voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.
 
Uitgegeven.
De secretaris:
H.J. Bolding, secretaris