Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015

Geldend van 15-04-2015 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 26-03-2015

Intitulé

Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015

Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 7 april 2015, nr. 569116, afd. BJC, tot bekendmaking van het besluit van Provinciale Staten van 11 maart 2015, nr. B.6, tot vaststelling van de Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen;

maken bekend dat door Provinciale Staten in hun vergadering van 11 maart 2015, nr. B.6, is vastgesteld hetgeen volgt:

Provinciale Staten van Groningen:

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 3 februari 2015, nr. 2015-02585, BJC;

Overwegende dat het wenselijk is de commissie voor bezwaar-, beroepschriften en klachten (de Commissie rechtsbescherming) volledig te laten bestaan uit externe leden;

Overwegende dat het wenselijk is om enkele andere wijzigingen door te voeren;

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 3 februari 2015, 2015-02585, BJC;

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet en de artikelen 7:13, 7:19 en 9:14 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten:

vast te stellen de volgende regeling, luidende:

Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bezwaarschrift: geschrift waarbij bezwaar wordt gemaakt als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid, van de wet;

  • c.

    beroepschrift: geschrift waarbij administratief beroep wordt ingesteld als bedoeld in artikel 1:5, tweede lid, van de wet of een geschrift waarbij een geschil als bedoeld in artikel 168 van de Provinciewet aanhangig wordt gemaakt;

  • d.

    klacht: klacht als bedoeld in artikel 9:1,eerste lid, van de wet;

  • e.

    externe leden: leden die geen deel uitmaken van en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van één van de bestuursorganen van de provincie Groningen;

  • f.

    bestuursorgaan: bestuursorgaan van de provincie Groningen, dat bevoegd is te beslissen op een bezwaarschrift, een beroepschrift of een klacht.

     

Artikel 2 Reikwijdte regeling

Deze regeling is van toepassing op de behandeling van bezwaarschriften, beroepschriften en klachten, voor zover niet door een bestuursorgaan in een andere regeling anders is bepaald of anders wordt beslist.

Artikel 3 Overdracht bevoegdheden

De in de wet neergelegde taken en bevoegdheden met betrekking tot de behandeling van bezwaarschriften, beroepschriften en klachten, worden overgedragen aan de commissie, een kamer uit de commissie of de secretaris van de commissie voor de uitvoering van de in deze regeling opgenomen taken en bevoegdheden.

Hoofdstuk 2 De commissie

Artikel 4 Instelling commissie

  • 1 Op grond van artikel 82 van de Provinciewet wordt een commissie ingesteld om te adviseren over de beslissing op bezwaarschriften, beroepschriften en klachten.

  • 2 De in te stellen commissie is een commissie als bedoeld in de artikelen 7:13, 7:19 en 9:14 van de wet.

Artikel 5 Taak commissie

  • 1 De commissie hoort, behoudens in de gevallen, bedoeld in artikel 7:3, 7:17 en 9:10, tweede lid, van de wet, de indiener van het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht en eventuele andere belanghebbenden. De commissie adviseert het bestuursorgaan over de beslissing op het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht.

  • 2 De commissie kan een bestuursorgaan op haar verzoek of uit eigen beweging adviseren over aangelegenheden die de rechtsbescherming op provinciaal niveau betreffen.

  • 3 De commissie brengt ten minste eenmaal per twee jaar verslag uit over haar werkzaamheden en andere relevante ontwikkelingen.

     

Artikel 6 Samenstelling commissie

  • 1 De commissie bestaat met inbegrip van de voorzitter uit acht externe leden.

  • 2 Eén van de acht externe leden vertegenwoordigt de gezamenlijke in de commissie voor georganiseerd overleg van de provincie Groningen vertegenwoordigde verenigingen ter behartiging van de belangen van provinciale ambtenaren.

  • 3 De commissie heeft vier plaatsvervangende externe leden, waaronder in elk geval een plaatsvervanger voor het lid, bedoeld in het tweede lid;

  • 4 Een plaatsvervangend lid treedt in de plaats van een lid, als dat lid verhinderd is.

     

Artikel 7 Benoeming leden, voorzitter en plaatsvervangende voorzitters commissie

  • 1 De in artikel 6 bedoelde leden van de commissie worden benoemd door Gedeputeerde Staten.

  • 2 Gedeputeerde Staten wijzen uit deze leden tevens de voorzitter en één of meer plaatsvervangende voorzitters van de commissie aan.

     

Artikel 8 Zittingsduur leden commissie

  • 1 De zittingsduur van de leden van de commissie is vier jaar. Herbenoeming kan eenmaal plaatsvinden en bij uitzondering tweemaal.

  • 2 De zittingsduur van de leden die worden benoemd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze regeling is tot 1 januari 2020.

  • 3 Op verzoek of bij ontslag eindigt het lidmaatschap van de commissie tussentijds.

  • 4 Bij tussentijdse vacatures benoemen Gedeputeerde Staten zo nodig een nieuw lid voor de resterende zittingsduur.

     

Artikel 9 Vergaderingen commissie

  • 1 De commissie houdt ten minste eenmaal per jaar een algemene vergadering en vergadert verder zo dikwijls als dat nodig is.

  • 2 Een vergadering als bedoeld in het eerste lid kan niet worden gehouden, indien niet ten minste vijf van de leden, onder wie de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter, aanwezig zijn.

  • 3 De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen wordt het besluit aangehouden tot de volgende vergadering. Staken de stemmen andermaal dan beslist de voorzitter.

  • 4 Een vergadering van de commissie is openbaar. De voorzitter kan op grond van gewichtige redenen besluiten de deuren te sluiten.

Hoofdstuk 3 De kamers

Artikel 10 Instelling en taak kamers

  • 1 De commissie stelt kamers in die namens de commissie worden belast met het horen en adviseren, bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid. In eenvoudige gevallen kan het horen plaatsvinden door de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter van een kamer.

  • 2 De commissie besluit in ieder geval tot instelling van een kamer die is belast met het horen en adviseren, bedoeld in artikel 5, eerste lid, inzake bezwaarschriften van ambtenaren tegen besluiten of daarmee gelijkgestelde handelingen als bedoeld in artikel 8:2, eerste lid, onder a, onderdeel 1, van de wet.

  • 3 De voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter kan besluiten dat het horen en adviseren door de commissie zal geschieden.

     

Artikel 11 Samenstelling kamers

  • 1 Een kamer heeft drie leden, waaronder in ieder geval de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2 In de kamer, bedoeld in artikel 10, tweede lid, heeft in ieder geval het lid, bedoeld in artikel 6, tweede lid, zitting.

  • 3 Behandeling van een klacht vindt plaats in een enkelvoudige kamer, die bestaat uit de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter. Indien een klacht naar het oordeel van de enkelvoudige kamer ongeschikt is voor behandeling door de enkelvoudige kamer, verwijst zij deze naar een kamer met drie leden.

  • 4 De commissie wijst uit haar midden de leden en plaatsvervangende leden van de kamers aan overeenkomstig het eerste tot en met derde lid.

     

Artikel 12 Vergaderingen kamers

  • 1 Een vergadering van een kamer wordt voorgezeten door de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2 Een kamer vergadert zo dikwijls als dat nodig is.

  • 3 Een kamer kan, behoudens het vierde lid, artikel 10, eerste lid, tweede volzin en artikel 11, derde lid, slechts vergaderen als drie leden aanwezig zijn.

  • 4 Ingeval van plotselinge verhindering van een van de leden van een kamer vervangen de overige leden het afwezige lid in de vergadering met dien verstande dat de advisering als bedoeld in artikel 10, eerste lid, door drie leden geschiedt.

  • 5 Een kamer beslist bij meerderheid van stemmen.

  • 6 Een vergadering van een kamer is, behoudens het zevende lid en artikel 21, eerste lid, openbaar. De voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter kan op grond van gewichtige redenen besluiten te vergaderen achter gesloten deuren.

  • 7 De vergadering van een kamer bedoeld in artikel 10, tweede lid, vindt achter gesloten deuren plaats. Op verzoek van de betrokken ambtenaar kan hier om gewichtige redenen van worden afgeweken.

     

Hoofdstuk 4 De secretaris

Artikel 13 Aanwijzing secretaris/plaatsvervangende secretarissen

  • 1 Gedeputeerde Staten wijzen de secretaris en één of meer plaatsvervangende secretarissen van de commissie aan.

  • 2 Bij afwezigheid van de secretaris treedt een plaatsvervangend secretaris in zijn plaats.

     

Artikel 14 Taak secretaris

  • 1 De secretaris verleent de commissie de nodige ambtelijke bijstand. De secretaris is voorts belast met het onderzoek naar een informele oplossing van het bezwaarschrift, beroepschrift of de klacht, hij draagt zorg voor de voorbereiding van de hoorzittingen en vergaderingen, neemt deel aan de beraadslagingen, voert de besluiten van de commissie uit en treedt namens de commissie op in door de commissie te bepalen gevallen.

  • 2 De secretaris is met betrekking tot zijn werkzaamheden voor de commissie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

  • 3 De secretaris kan namens het bestuursorgaan besluiten tot opschorting of verdaging van de beslistermijn overeenkomstig artikel 7:10, 7:14, 7:24, 7:27 en 9:11 van de wet.

     

Hoofdstuk 5 De procedure

Artikel 15 Ontvangstbevestiging en informatie over het verloop van de procedure

  • 1 Behoudens de uitzondering genoemd in artikel 2 wordt een bezwaarschrift, beroepschrift of klacht zo spoedig mogelijk in handen gesteld van de commissie.

  • 2 De ontvangst van een bezwaarschrift, beroepschrift of klacht wordt zo spoedig mogelijk, doch binnen een week, door de secretaris namens het bestuursorgaan bevestigd.

  • 3 De secretaris informeert de indiener van het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht en andere belanghebbenden over het verloop van de procedure.

     

Artikel 16 Verzoek om medewerking aan onderzoek naar informele oplossing of verweerschrift/onderzoeksrapport

  • 1 De secretaris verzoekt het bestuursorgaan of ingeval van een beroepschrift- het bestuursorgaan tegen wiens besluit beroep is ingesteld, binnen een door hem bepaalde termijn mee te werken aan het onderzoek naar een informele oplossing of een verweerschrift -of in geval van een klacht- een onderzoeksrapport in te zenden.

  • 2 De secretaris stelt de indiener van het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht en andere belanghebbenden in kennis van hetzij het onderzoek naar een informele oplossing, hetzij het verweerschrift of het onderzoeksrapport.

     

Artikel 17 Inlichtingen inwinnen

De secretaris kan ten behoeve van het onderzoek naar een informele oplossing en ten behoeve van de hoorzitting en advisering alle benodigde inlichtingen inwinnen of doen inwinnen.

Artikel 18 Uitnodiging hoorzitting

Indien een bezwaarschrift, beroepschrift of klacht niet op informele wijze kan worden opgelost, worden, behoudens in de gevallen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, de indiener van het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht, het bestuursorgaan of, in het geval van een beroepschrift het bestuursorgaan tegen wiens besluit beroep is ingesteld, en andere belanghebbenden door de secretaris ten minste twee weken voor de datum van de hoorzitting uitgenodigd.

Artikel 19 Terinzagelegging

  • 1 De stukken, die op de behandeling van het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht betrekking hebben, worden door de secretaris vanaf tien dagen voor de hoorzitting gedurende een week voor belanghebbenden ter inzage gelegd.

  • 2 Gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn van een week, kunnen belanghebbenden eenmalig een kopie verkrijgen van de ter inzage gelegde stukken, voor zover deze stukken niet van hen afkomstig zijn of eerder aan hen zijn toegezonden. De kopie is kosteloos.

  • 3 De voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter kan om gewichtige redenen besluiten ter inzagelegging van stukken overeenkomstig artikel 7:4, zesde lid, van de wet achterwege te laten.

     

Artikel 20 Hoorzitting

  • 1 Tijdens de hoorzitting stelt de voorzitter respectievelijk de indiener van het bezwaarschrift, het beroepschrift of de klacht, het bestuursorgaan en de andere belanghebbenden in de gelegenheid hun standpunten toe te lichten.

  • 2 De voorzitter bepaalt de orde tijdens de hoorzitting.

  • 3 De voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter kan op grond van gewichtige redenen besluiten tot toepassing van artikel 7:6, tweede en vierde lid, van de wet.

  • 4 Van de hoorzitting wordt een kort verslag gemaakt.

     

Artikel 21 Beraadslaging

  • 1 De commissie of een kamer beraadslaagt achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

  • 2 Indien de commissie of een kamer van mening is dat zij over te weinig informatie beschikt om tot een deugdelijk advies te komen, houdt zij haar advies aan en draagt zij één van de leden of de secretaris op tot het doen van nader onderzoek.

  • 3 Indien na de hoorzitting en voor het uitbrengen van het advies nog nieuwe feiten en omstandigheden bekend worden die voor het uit te brengen advies van aanmerkelijk belang zijn wordt dit aan de indiener van het bezwaarschrift, beroepschrift of de klacht en andere belanghebbenden meegedeeld en worden zij in de gelegenheid gesteld daarover te worden gehoord.

     

Artikel 22 Adviezen

  • 1 De adviezen van een kamer of, ingeval van toepassing van artikel 10, derde lid, de commissie, worden schriftelijk aan het bestuursorgaan uitgebracht.

  • 2 De adviezen worden ondertekend door de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter en de secretaris of een plaatsvervangend secretaris van de commissie, onderscheidenlijk de kamer.

     

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 23 Intrekking regelingen

De door Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning op respectievelijk 23 maart 2005 en 19 april 2005 vastgestelde Reglementen Commissie rechtsbescherming worden ingetrokken.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het provinciaal blad en werkt terug tot en met 26 maart 2015.

Artikel 25 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015.

Ondertekening

Groningen, 11 maart 2015.
Provinciale Staten voornoemd:
M.J. van den Berg, voorzitter.
H. Engels-van Nijen, griffier.
Groningen, 7 april 2015
M.J. van den Berg, voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.