Subsidieregeling Asbestdak eraf, zonnepanelen erop Provincie Groningen

Geldend van 02-09-2015 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Asbestdak eraf, zonnepanelen erop Provincie Groningen

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen;

maken bekend dat in hun vergadering van 4 juni 2013, nr. A.9, is vastgesteld hetgeen volgt:

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Overwegende dat op 17 oktober 2012 een convenant is gesloten tussen de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Colleges van Gedeputeerde Staten van de twaalf provincies waarin is afgesproken dat de provincies regelingen opstellen en uitvoeren om het verwijderen van as-bestdaken en afvoeren van asbest bij agrarische ondernemers te subsidiëren in die gevallen waar ook zonnepanelen op de nieuwe daken worden geplaatst, teneinde de gezondheidsrisico’s binnen de landbouwsector te beperken en de landbouw te verduurzamen. De uitgangspunten van het convenant zijn vertaald in deze regeling;

Gelet op artikel 8 van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998, alsmede artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling Asbestdak eraf, zonnepanelen erop Provincie Groningen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    agrarisch bouwblok: perceel met agrarische bestemming, bedoeld om te worden bebouwd en gebruikt ten dienste van het agrarisch bedrijf;

  • b.

    agrarische onderneming: natuurlijke persoon of rechtspersoon die als economische activiteit gewassen teelt of dieren houdt met als doel deze, of de producten die daaruit voortkomen, te verkopen;

  • c.

    asbest: vezelachtige silicaten zoals actinoliet (CAS-nummer 77536-66-4), amosiet (CAS-nummer 12172-73-5), anthofylliet (CAS-nummer 77536-67-5), chrysotiel (CAS-nummer 12001-29-5), crocidoliet (CAS-nummer 12001-28-4) en tremoliet (CAS-nummer 77536-68-6);

  • d.

    asbestdak: dak, dakvlak, dakgoot of gevel die of dat asbest bevat

  • e.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU L 352/9 van 24 december 2013), met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen, of steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU L 352/1 van 24 december 2013), met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.”

  • f.

    gecertificeerd bedrijf: bedrijf dat beschikt over de volgende certificering ten behoeve van het inventariseren of verwijderen van asbest:

    • 1°.

      SC 530: Asbestverwijdering;

    • 2°.

      SC 540: Asbestinventarisatie;

  • g.

    SO: Standaard Opbrengst, zijnde de gestandaardiseerde opbrengst per ha of per dier die met het gewas of de diercategorie gemiddeld op jaarbasis wordt behaald;

  • h.

    zonnepanelen: photovoltaïsche panelen die zonne-energie omzetten in elektriciteit.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    een agrarische onderneming;

  • b.

    een voormalig agrarische onderneming;

  • c.

    eigenaren van een voormalig agrarisch bouwblok.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het verwijderen en afvoeren van asbest-daken.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    aan de aanvrager reeds op grond van deze regeling subsidie is verstrekt;

  • b.

    de activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd, voor de indiening van de subsidieaan-vraag zijn begonnen.

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1 Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      indien sprake is van een aanvrager als bedoeld in artikel 2, onder a en onder b, toont aanvrager aan dat:

      • sinds 1993 de landbouwtelling, bedoeld in artikel 24 van de Landbouwwet, tenminste een keer is ingevuld;

      • de onderneming op een agrarisch bouwblok wordt of werd uitgeoefend;

    • b.

      indien sprake is van een aanvrager als bedoeld in artikel 2, onder c, toont aanvrager aan dat:

      • het te verwijderen en af te voeren asbestdak of asbestdaken is gelegen op het voormalig agrarisch bouwblok; en

      • het voormalig agrarisch bouwblok na 1 januari 1993 een agrarische bestemming heeft gehad.

  • 2 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      indien sprake is van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voldoet de te verstrekken subsidie aan de voorwaarden van de-minimissteun;

    • b.

      de aanvrager is eigenaar, erfpachter of pachter van het asbestdak of de asbestdaken die worden verwijderd en afgevoerd;

    • c.

      het asbestdak of asbestdaken die worden verwijderd en afgevoerd, zijn gelegen op een agrarisch of voormalig agrarisch bouwblok in de provincie Groningen;

    • d.

      het te verwijderen en af te voeren asbestdak of de asbestdaken hebben een oppervlakte van ten minste 250m2;

    • e.

      de inventarisatie van het te verwijderen asbestdak of de asbestdaken is uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf;

    • f.

      het verwijderen en afvoeren van het asbestdak of de asbestdaken wordt uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf;

    • g.

      de aanvrager plaatst zonnepanelen;

    • h.

      de te plaatsen zonnepanelen worden geplaatst op een asbestvrij dak;

    • i.

      de te plaatsen zonnepanelen hebben een capaciteit van tenminste 5 kiloWatt-piek;

    • j.

      de te plaatsen zonnepanelen worden geplaatst op een dak of daken van een gebouw die gelegen zijn in hetzelfde agrarisch bouwblok als het te verwijderen en af te voeren asbestdak of asbestdaken;

    • k.

      de aanvrager is eigenaar, erfpachter of pachter van het dak of de daken waarop de zonnepanelen worden geplaatst;

    • l.

      de zonnepanelen worden geplaatst na of gelijktijdig met het verwijderen van asbest;

    • m.

      de aanvrager beschikt over de noodzakelijke vergunningen en voldoet ook overigens aan de geldende procedurevoorschriften voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteit en het plaatsen van zonnepanelen;

    • n.

      de aanvrager voldoet aan de meldings- en informatieverplichtingen op grond van het Asbestverwijderingsbesluit 2005;

    • o.

      de aanvrager voldoet aan de meldings- en informatieverplichtingen, bedoeld in het onderdeel n, in het Landelijk Asbestvolgsysteem zodra deze in werking is getreden;

    • p.

      de aanvrager geeft goedkeuring aan Gedeputeerde Staten tot inzage in de gegevens van het Landelijk Asbestvolgsysteem zodra deze in werking is getreden.

  • 3 Indien de zonnepanelen geplaatst worden op een gebouw niet zijnde een (Rijks)monument dan zijn op de plaatsing van de zonnepanelen de volgende criteria van toepassing:

    • a.

      indien er meerdere geschikte plaatsingsmogelijkheden zijn, wordt gekozen voor plaatsing op het dakvlak dat het minst zichtbaar is vanuit de openbare ruimte zodat het eventueel verstorend effect op het beeld van de boerderij en haar wijde omgeving zo beperkt mogelijk blijft;

    • b.

      de zonnepanelen dienen in een zo eenvoudig mogelijke ordening en op een zo ruim moge-lijke afstand tot de dakranden, de nok en de goot op het dakvlak te worden geplaatst. Een zuivere rechthoekige dakvorm kan in principe wel met panelen van dakrand tot dakrand worden belegd;

    • c.

      aan de randen blijft het ondergelegen dak zichtbaar;

    • d.

      de vlakverdeling is rechthoekig en qua verhouding gebaseerd op de verhouding van het dak;

    • e.

      bij de meer gecompliceerde en/of niet rechthoekige dakvormen is het opvullen van de hoe-ken van het dakvlak niet toegestaan. De panelen blijven beperkt tot het gedeelte onder de nok;

    • f.

      bij aanwezigheid van onderbrekingen in het dak zoals dakramen en dakkapellen moet het paneelvlak deze omsluiten in een eenvoudig en eveneens rechthoekig patroon;

    • g.

      bij traditionele boerderijen komen, bij gelijke geschiktheid, de zonnepanelen op het schuur-dak of op daken van aanwezige stallen en bijschuren, in plaats van op het woongedeelte;

    • h.

      op schuine daken worden zonnepanelen op een ondersteuning direct boven de dakbedek-king aangebracht in dezelfde helling als het dak;

    • i.

      op platte daken zijn de zonnepanelen gelegen binnen een hoek van 15 graden ten opzichte van het dakvlak;

    • j.

      het type paneel sluit aan bij de kleur en het uiterlijk van de dakbedekking, of is zo gelijkend en neutraal mogelijk, bij voorkeur een donkere tint grijs;

    • k.

      in plaats van opvallende randafwerking in de vorm van metalen strips gaat de voorkeur uit naar een type paneel met onopvallende randafwerking.

Artikel 6 Subsidieaanvraag

  • 1 Een subsidieaanvraag voldoet in ieder geval aan de volgende vereisten:

    • a.

      subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten;

    • b.

      subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier;

    • c.

      een subsidieaanvraag bevat tenminste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

  • 2 Bij de subsidieaanvraag dienen in ieder geval de volgende bescheiden te worden overgelegd:

    • a.

      indien sprake is van een aanvrager als bedoeld in artikel 2, onder a of b, de gegevens van de meest recente landbouwtelling, bedoeld in artikel 24 van de Landbouwwet;

    • b.

      indien sprake is van een aanvrager als bedoeld in artikel 2, onder b, de gegevens van een Landbouwtelling, bedoeld in artikel 24 van de Landbouwwet, in enig jaar na 1993;

    • c.

      een asbestinventarisatierapportage conform certificering SC-540 uit het Asbestverwijderingsbesluit 2005;

    • d.

      een getekende offerte of overeenkomst terzake de verwijdering van asbest;

    • e.

      een getekende offerte of overeenkomst terzake de zonnepanelen;

    • f.

      noodzakelijke vergunningen of verrichte meldingen;

    • g.

      een relevante geveltekening van de zijaanzichten en een dakplattegrond met hierop de paneelelementen ingetekend;

    • h.

      een volledig ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring indien de aangevraagde subsidie staatssteun vormt in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

  • 3 Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 juli 2013 tot 1 september 2016.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode 1 juli 2013 tot 1 september 2016 vast op € 750.000,-"

  • 2 Van het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, is maximaal € 235.835,- beschikbaar voor subsidies als bedoeld in artikel 2 aanhef, onder c.

Artikel 8 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt € 4,50 per m2 asbestdak dat gesaneerd wordt, tot een maxi-mum van € 15.000,-.

Artikel 9 Verdeelcriteria

  • 1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen.

  • 2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van ontvangst.

  • 3 Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvan-gen, het subsidieplafond wordt overschreden, vindt rangschikking van de op die dag ontvangen volledige subsidieaanvragen plaats op basis van de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag, waarbij een lager aangevraagd subsidiebedrag voorgaat op een hoger aangevraagd subsidiebedrag.

  • 4 Indien toepassing van het derde lid ertoe leidt dat subsidieaanvragen op een gelijke plaats eindigen, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen bepaald door middel van loting.

Artikel 10 Subsidievaststelling en betaling

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen de subsidie direct vast.

  • 2 Bij een beschikking als bedoeld in het vorige lid, vindt de betaling van het subsidiebedrag in een keer plaats.

Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

    de subsidiabele activiteit is uiterlijk op 30 november 2016 afgerond;

  • b.

    de zonnepanelen zijn uiterlijk op 30 november 2016geplaatst.

Artikel 12 Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013 en vervalt met ingang van 1 december 2016.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Asbestdak eraf, zonnepanelen erop Provin-cie Groningen.

Ondertekening

Groningen, 4 juni 2013.
Gedeputeerde Staten voornoemd:
M.J. van den Berg, voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.
Groningen, 4 juni 2013.
Gedeputeerde Staten voornoemd:
M.J. van den Berg, voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.

Toelichting

Algemeen

In oktober 2012 is een convenant gesloten tussen de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de gezamenlijke provincies waarin is overeengekomen dat in de periode 2012-2014 door pro-vincies, met rijksmiddelen, een regeling wordt opgesteld en uitgevoerd om het verwijderen van asbestdaken en afvoeren van asbest bij agrarische ondernemers te subsidiëren in die gevallen waar ook zonnepanelen op de daken worden geplaatst. De provincies hebben op grond van dit convenant een inspanningsverplichting om te streven naar een extra sanering van 4 miljoen vierkante meter astbestdak voor 31 december 2014. Hiervoor stelt het ministerie van Infrastructuur en Milieu totaal 20 miljoen euro beschikbaar via het provin-ciefonds. Deze 20 miljoen euro is als volgt verdeeld over de provincies:

Drenthe

1.044

Flevoland

523

Friesland

1590

Gelderland

3418

Groningen

928

Limburg

1365

Noord-Brabant

3568

Noord-Holland

1387

Overrijssel

2464

Utrecht

813

Zeeland

896

Zuid-Holland

2004

De provincies zijn gezamenlijk opgetrokken in het opstellen van een subsidieregeling en het inrich-ten van de uitvoering. De uitvoering wordt verricht door Meer met Minder. Libau heeft in Groningen een adviserende functie bij het beoordelen van aanvragen die betrekking hebben op gebouwen niet zijnde een (Rijks)monument. Iedere provincie stelt voor zich de subsidieregeling vast en mandateert de relevante uitvoeringsorganisatie.

Juridisch kader

De regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 en de Beleidsregel uitvoering Rijkssubsidiekader zijn op deze subsidieregeling van toepassing. De subsidieregeling heeft het karakter van een beleidsregel als bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht. De beslistermijn voor de behandeling van een subsidie-aanvraag betreft de wettelijk voorziene termijn van 8 weken. In overeenstemming met de Beleids-regel uitvoering Rijkssubsidiekader worden de te verstrekken subsidies direct vastgesteld en uitbetaald. De regeling bevat derhalve geen bepalingen over verlening en bevoorschotting.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Conform Aanwijzingen voor de (provinciale)regelgeving/ regelgevingstechniek zijn die begrippen gedefinieerd die een van het dagelijks spraakgebruik afwijkende betekenis hebben dan wel geen eenduidige betekenis hebben in het dagelijks spraakgebruik.

Onderdeel f

Het Asbestverwijderingsbesluit bevat specifieke voorschriften voor inventarisatie en verwijdering van asbest, waaronder het vereiste van certificering voor asbestverwijdering en asbestinventarisa-tie. Het Asbestverwijderingsbesluit valt onder de reikwijdte van de Dienstenwet en is genotificeerd.

Artikel 2

Vereisten aan de agrarische onderneming zijn opgenomen in artikel 5 waarin alle vereisten voor de subsidie zijn opgenomen.

Artikel 4 Weigeringsgronden

In artikel 4:25 en 4:35 van de Awb zijn gronden voor het weigeren van subsidie opgenomen. Daarnaast zijn weigeringsgronden opgenomen in de Beleidsregel uitvoering Rijkssubsidiekader. De weigeringsgronden van artikel 4 overlappen deels een in voornoemde beleidsregel opgenomen weigeringsgrond. De toets aan de weigeringsgronden vindt grotendeels reeds plaats voordat inhoudelijk wordt onderzocht of de aanvraag aan de vereisten genoemd in artikel 5 voldoet.

Onderdeel a

Een aanvrager kan slechts een keer subsidie aanvragen in een provincie op grond van deze rege-ling. Wel kan een aanvrager tegelijk voor meerdere bouwlocaties of bouwblokken subsidie vragen mits hij voor iedere verwijdering van een asbestdak aan de vereisten voldoet.

Niet wordt uitgesloten dat de aanvrager op grond van andere regelingen subsidie ontvangt voor dezelfde subsidiabele activiteit dan wel voor het plaatsen van zonnepanelen. Deze regeling be-perkt derhalve niet de toegang tot bijvoorbeeld de regeling Stimulering Duurzame Energieproduc-tie (SDE+) of de fiscale mogelijkheden middels de MIA (Milieu Investeringsaftrek) en VAMILl (wil-lekeurige afschrijving milieu-investeringen).

Onderdeel b

Er mag niet begonnen zijn met het verwijderen en afvoeren van asbest voordat de subsidieaan-vraag wordt ingediend. De voorfase waarin offertes worden gevraagd en overeenkomsten ten behoeve van de uitvoering tot stand komen, dient wel doorlopen te zijn voordat subsidie kan wor-den aangevraagd. Anders kan immers niet worden aangetoond dat aan de subsidievereisten wordt voldaan.

Artikel 5 Subsidievereisten

Dit artikel geeft de toetsingscriteria om voor de subsidie in aanmerking te komen, mits ook aan overige wettelijke vereisten (Europese regelgeving, Algemene wet bestuursrecht, Kaderverorde-ning subsidies provincie Groningen 1998 en Beleidsregel uitvoering Rijkssubsidiekader ) is vol-daan.

Onderdeel 1.a

De belangrijkste voorwaarden van de-minimissteun zijn de volgende: • het maximum voor de-minimissteun aan een onderneming bedraagt € 7.500,- gerekend over de twee voorafgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar; • het maximum geldt voor alle overheidssteun die als de-minimissteun kan worden aangemerkt. Het doet echter niet af aan de mogelijkheid voor de begunstigde om andere overheidssteun te ontvangen uit hoofde van door de Europese Commissie goedgekeurde regelingen; • het maximum geldt voor alle categorieën steun, in welke vorm en met welk doel dan ook ver-leend.

Bij de beoordeling van de de-minimissteun wordt in principe van het maximaal verleende steunbe-drag uitgegaan. Het moment van de feitelijke uitbetaling is daarbij niet van belang.

Onderdeel 1.b

De bedrijfsomvang wordt bepaald op basis van de totale standaardopbrengst van het bedrijf. De standaardopbrengst wordt vastgesteld middels de gegevens die bij de Landbouwtelling 2012 zijn opgegeven.

Onderdeel 1.c

Het kan voorkomen dat de aanvragende agrarische onderneming zelf geen eigenaar is van een bedrijfsgebouw maar deze gebruikt via een pachtconstructie. In deze situatie kan er subsidie wor-den aangevraagd door de agrarische onderneming met een instemmingsverklaring van de eige-naar van het bedrijfsgebouw, mits de agrarische onderneming de kosten voor het project draagt.

Onderdeel 1.e

Het gaat om de sanering van het ‘buitenasbest’, oftewel de daken, goten en buitenbeplating van schuren en loodsen. Verwijdering van afdichting met asbesthoudend materiaal van bijvoorbeeld tuinbouwkassen (zoals voegkit) valt buiten de reikwijdte van deze regeling. Het gaat om asbest-verwijdering van de buitenkant van het gebouw, maar geen asbest afkomstig van de inrichting van een gebouw.

Onderdeel 1.f

Voorafgaand aan de aanvraag dient de aanvrager een asbestinventarisatie te laten verrichten. Het rapport van deze asbestinventarisatie overlegt de aanvrager bij zijn aanvraag.

Onderdeel 1.g

De eis van certificering past binnen de Dienstenwet. Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 waarop de certificering is gebaseerd, is genotificeerd.

Onderdeel 1.h

Het plaatsen van zonnepanelen is onderdeel van de toetsing. Dit betekent dat de aanvrager moet kunnen aantonen waar, wanneer en hoe deze worden geplaatst. Hiertoe dient de aanvrager een getekende offerte van de aankoop en plaatsing voor de zonnepanelen bij de aanvraag te overleg-gen, een relevante geveltekening van de zijaanzichten en/of een dakplattegrond met hierop de paneelelementen ingetekend en een projectplan waarin is opgenomen op welke wijze wordt vol-daan aan de vereisten in artikel 5 lid 2. Deze regeling voorziet niet in het subsidiëren van de aanschaf en plaatsing van zonnepanelen.

Onderdeel 1.j

Net als bij alle elektrische apparaten staat ook het vermogen van zonnepanelen uitgedrukt in Watt. De productie van elektriciteit is niet gelijkmatig doordat de hoeveelheid zonlicht steeds verandert. Daarom is bij zonnepanelen het maximale vermogen onder ideale omstandigheden aangegeven: Watt-piek (Wp). De te plaatsen zonnepanelen dienen ten minste een productiecapaciteit van 15.000 Watt-piek te hebben (15 kWp).

Onderdeel 1.m

Voor het verwijderen en afvoeren van asbest gelden op grond van het Bouwbesluit 2012 en het Asbestverwijderingsbesluit 2005 diverse procedurevoorschriften waaraan de aanvrager dient te voldoen. Ook voor het plaatsen van zonnepanelen gelden procedurevoorschriften zoals een ver-gunning voor het plaatsen van zonnepanelen indien het gebouw een (Rijks)monument is.

Om aan te tonen dat de activiteit uitgevoerd gaat worden en aan de vereisten kan worden vol-daan, dienen dergelijke vergunningen reeds te zijn aangevraagd en verkregen dan wel meldingen te zijn gedaan voordat een aanvraag om een subsidie wordt ingediend.

Onderdeel 1.o

Zodra het Landelijk Asbestvolgsysteem in werking is wordt via het Landelijk Asbestvolgsysteem gemonitord of het verwijderen van asbest op de juiste manier is uitgevoerd. Hiervoor dient Gede-puteerde Staten vooraf toestemming te krijgen tot inzicht.

Artikel 5.2 Toelichting bij de criteria voor de plaatsing van de zonnepanelen

Waarom criteria ruimtelijke kwaliteit

De provincie Groningen streeft naar een goed ingericht en verzorgd landschap met duurzaam behoud en versterking van bestaande waarden en kwaliteiten. Het begrip ruimtelijke kwaliteit vormt daarom een belangrijk onderdeel van het ruimtelijk beleid. Hoewel de provincie Groningen de productie van duurzame energie wil stimuleren, is het ongewenst dat bestaande kwaliteiten en waarden in het buitengebied worden aangetast door willekeurig geplaatste zonnepanelen. De criteria met betrekking tot het plaatsen van zonnepanelen zijn van toepassing op gebouwen niet zijnde een (Rijks)monument. Het doel van de criteria voor ruimtelijke kwaliteit is een zorgvuldige inpassing in de omgeving. Voor schuren met een monumentenstatus is zorgvuldige inpassing al voldoende gewaarborgd via de omgevingsvergunning en bijbehorende beoordeling door de wel-standscommissie.

Onderdeel 2.a

Zonnepanelen op daken worden beschouwd als een nieuwe en in wezen vreemde toevoeging aan het bestaande dakvlak. De zichtbaarheid en daarmee de impact op de omgeving kan sterk ver-schillen en is onder andere afhankelijk van het type bouwwerk en de historische waarde van het gebouw. Op platte daken is de visuele invloed vanaf het maaiveld vanzelfsprekend kleiner. Daar-naast zijn de wijze waarop de zonnepanelen worden toegepast op het dak en de zichtbaarheid van het dak vanuit de omgeving zeer bepalend. In kwetsbaar en publiek domein (met grote zicht-baarheid) wordt een zo zorgvuldig mogelijke plaatsing van zonnepanelen op daken gevraagd. Indien mogelijk worden de panelen geplaatst aan de kant van het (bij)gebouw dat het minst zicht-baar is.

Onderdeel 2.b en 2.c

Bij toepassing van zonnepanelen op daken geldt in het algemeen dat rust en eenvoud in het beeld de ruimtelijke kwaliteit ten goede komt. De criteria in onderdeel b en c dragen hieraan bij. Onder een zo eenvoudig mogelijke ordening wordt een vierkante of rechthoekige vorm verstaan. Aan de randen blijft het ondergelegen dak zichtbaar zodat de zonnepanelen de bestaande bebouwings-kenmerken respecteren en een zo logisch en eenvoudig mogelijke toevoeging vormen. Een uit-zondering waarbij de panelen wél het gehele dakvlak mogen bedekken, is op de (mo-dern)agrarische schuren met een zuiver rechthoekige dakvorm. Deze lenen zich goed voor een eenduidig, rustig en krachtig beeld.

Onderdeel 2.d

In de praktijk blijkt dat op daken waarbij de zonnepanelen de hoofdvorm van het dak volgen een mooi eenduidig beeld kan ontstaan. Daar waar dit niet wordt gedaan, ontstaat vaak een rommelig beeld.

Onderdeel 2.e

De hoekige 'vertandingen' die vaak ontstaan bij toepassing op dakoppervlaktes met een com-plexe, niet-rechthoekige dakvorm zijn niet toegestaan, omdat dit een rommelig en onrustig beeld geeft. In plaats van het volgen van de hoofdvorm blijven de panelen beperkt tot een eenvoudige ordening (vierkant, rechthoek) op het gedeelte onder de nok.

Onderdeel 2.f

Doorbrekingen in het dak zoals dakramen en dakkapellen zorgen voor een ingewikkeld beeld. Het is dan een belangrijke zaak de panelen zodanig in een vlak te leggen dat goed past bij vorm en ritme van de omgevende elementen.

Onderdeel 2.g

Met traditionele boerderijen worden hier de boerderijen bedoeld die zijn verbonden aan de agrari-sche geschiedenis, een cultuurhistorische waarde hebben en bepalend zijn geweest voor het landschap. Deze traditionele boerderijen hebben niet alleen een bijzondere verschijningsvorm, maar ook een eigen geschiedenis die van betekenis kan zijn voor de omgeving. Ingrepen aan deze gebouwen zouden gericht moeten zijn op het behouden en versterken van het karakter van de gebouwen in hoofdlijnen. Plaatsing van zonnepanelen op het woongedeelte past niet bij de betreffende kenmerkende verschijningsvorm en tast de karakteristiek aan. Ook de historische uitstraling van oude boerderijen laat zich in verschijningsvorm moeilijk combineren met de moder-ne uitstraling van zonnepanelen. Plaatsing op daken van aanwezige stallen en bijschuren heeft daarom bovendien voorkeur boven het plaatsen op het schuurdak. Met 'bij gelijke geschiktheid' wordt verwezen naar de geschiktheid van de plek voor een rendabele werking van de zonnepanelen. Als de schuur absoluut onrendabel is en voorhuis de enige renda-bele plaats is voor plaatsing van zonnepanelen dan is sprake van ongelijke geschiktheid en kan afgeweken worden van dit criterium.

Onderdeel 2.h

Zonnepanelen op schuine daken dienen in dezelfde richting als de helling van het dak te worden aangebracht omdat dit het meest rustige beeld geeft.

Onderdeel 2.i

De schuin gesitueerde panelen liggen binnen een beperkte hoek ten opzichte van het horizontale dakvlak zodat de visuele invloed vanaf het maaiveld beperkt blijft.

Onderdeel 2.j

De uitstraling (kleur, donkerte en glans) van het paneel en van het dak komen zoveel mogelijk overeen zodat de meeste rust in het beeld ontstaat.

Onderdeel 2.k

Opvallende randafwerking in de vorm van metalen strips vraagt extra aandacht. In zijn algemeen-heid is er een voorkeur voor een rustig en egaal vlak met strips in dezelfde kleur als de panelen.

Artikel 7 Subsidieplafond

De verplichtingen uit het convenant dienen uiterlijk op 31 december 2014 gereed te zijn. Omdat het uitvoering van het convenant pas gereed is na controle en rapportage van de verplichtingen, dienen de saneringen eerder te zijn afgerond. In artikel 11 is dit bepaald op 30 november 2014. Om te zorgen dat de ontvanger voldoende tijd heeft om de activiteit te realiseren, is het subsidie-plafond en hiermee de mogelijkheid tot het indienen van aanvragen afgebakend tot 1 september 2014.

Artikel 8 Subsidiehoogte

De subsidie wordt berekend over het aantal vierkante meters asbestdak dat gesaneerd wordt. Het betreft nadrukkelijk niet het aantal vierkante meters asbest dat gestort wordt. Bij de bepaling van de hoeveelheid vierkante meters asbest van het dak wordt als leidraad genomen het aantal vier-kante meters asbestdak zoals genoemd in het asbestinventarisatierapport.

Artikel 9 Verdeelcriteria Ten behoeve van de eenvoud van de regeling is gekozen voor een behandeling op volgorde van binnenkomst. Hierdoor kan direct bij ontvangst van volledige aanvragen worden gestart met de behandeling en subsidieverstrekking.

Tweede lid Op grond van artikel 4:5 Awb bestaat de mogelijkheid dat onvolledige aanvragen meetellen voor de verdeling volgens het principe ''wie het eerst komt, wie het eerst maalt'. Derhalve is in het tweede lid bepaald dat een aanvraag pas meetelt als deze volledig is.