Regeling vervallen per 31-01-2016

Beleidsregel Provinciaal Herstructurerings Programma 2012 (beleidsregel PHP 2012)

Geldend van 29-08-2015 t/m 30-01-2016

Intitulé

Beleidsregel Provinciaal Herstructurerings Programma 2012 (beleidsregel PHP 2012)

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

 

Gelet op artikel 8 van de Kaderverordening subsidie provincie Groningen 1998, alsmede artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUITEN

 

Vast te stellen hetgeen volgt:

Beleidsregel Provinciaal Herstructurerings Programma 2012 (beleidsregel PHP 2012) 

Artikel 1 Algemeen

De provincie Groningen heeft een budget beschikbaar voor de revitalisering van bedrijventerreinen. Daaruit kan aan de desbetreffende gemeenten, waarbinnen de bedrijventerreinen gelegen zijn, een subsidie worden verstrekt voor de revitalisering van bedrijventerreinen. Het gaat hierbij om de volgende bij name genoemde bedrijventerreinen, welke staan vermeld in het Provinciaal Herstructureringsprogramma 2009-2013:

  • 1.

     Hoendiep, gemeente Groningen

  • 2.

     Netam-locatie, gemeente Leek

  • 3.

     Industrieweg fase 1, gemeente Menterwolde

  • 4.

     Duurkenakker, gemeente Menterwolde

  • 5.

     Verlengde Hoofdstraat, gemeente Oldambt

  • 6.

     De Rensel, gemeente Oldambt

  • 7.

     AA-stroom, gemeente Pekela

  • 8.

     Dallen 1/Meihuizenweg, gemeente Veendam

  • 9.

     Vrijheid, gemeente Veendam

  • 10.

     Stolberg/Industrieweg, gemeente Veendam

  • 11.

     Zwaaikom, gemeente Veendam.

  • 12.

     Eextahaven, gemeente Oldambt

  • 13.

     Mercurius Business Park, gemeente Stadskanaal.

Bedrijventerreinen die niet op de bovenstaande prioriteitenlijst staan kunnen voor een subsidie in aanmerking komen. De beschikbare middelen voor deze bedrijventerreinen zijn beperkt.

Naast de subsidie voor te herstructureren bedrijventerreinen stellen wij ook aanjaaggeld beschikbaar om de herstructurering op gang te brengen en te houden.

Onder herstructurering van bedrijventerreinen verstaan wij een ingrijpende vernieuwing van het openbaar en privaat gebied en de verbetering van bedrijfsgebouwen op bedrijventerreinen. Herstructurering kan onderscheiden worden in verschillende uitvoeringsvormen. De uitvoeringsvorm is afhankelijk van de mate van de ingreep. De uitvoeringsvormen die worden onderscheiden zijn:

  • -

     facelift: dit is een grote opknapbeurt van het bedrijventerrein die wordt toegepast indien er sprake is van fysieke veroudering van de openbare ruimte en gebouwen.

  • -

     revitalisering: hiervan is sprake wanneer (forse) ingrepen op het bedrijventerrein nodig zijn om de kwaliteiten van de locatie te verbeteren (aanpak van de infrastructuur, openbare en private ruimte), indien er sprake is van (dreigende) structurele leegstand en ernstige achteruitgang van het terrein.

  • -

     herprofilering: dit betreft een zeer zware vorm van revitalisering die leidt tot een (gedeeltelijke) nieuwe economische functie op het bedrijventerrein zoals kantorenlocatie of detailhandel, die veelal vraagt om een (gedeeltelijke) sloop van panden en een aanpassing van de infrastructuur.

  • -

     transformatie: dit is een totale herinrichting van het terrein waarbij het terrein (of een deel daarvan) verandert naar een niet-economische functie.

Artikel 2 Doel van de beleidsregel

Het doel van de beleidsregel is om gezamenlijk met gemeenten en bedrijfsleven verouderde bedrijventerreinen kwalitatief te verbeteren. Dit wordt op een zodanig economisch en maatschappelijk verantwoorde wijze gedaan dat bijgedragen wordt aan de versterking van de economisch en ruimtelijke kwaliteit van de provincie. Op grond van deze beleidsregel stelt de provincie financiële middelen beschikbaar om dit doel te bereiken.

Artikel 3 Aanvrager

  • 1  Subsidie voor aanjaaggeld kan alleen worden aangevraagd door gemeenten met bedrijventerreinen die vermeld staan op de prioriteitenlijst, bedoeld in artikel 1.

  • 2  De subsidie ten behoeve van de herstructurering van bedrijventerreinen kan alleen worden aangevraagd door een gemeente met een bedrijventerrein gelegen in de provincie Groningen.

Artikel 4 Aanjaaggeld

  • 1  Op aanvraag van gemeenten kunnen Gedeputeerde Staten aanjaaggeld als subsidie beschikbaar stellen. Dit aanjaaggeld dient om de herstructurering op gang te helpen en te houden.

  • 2  Alleen bedrijventerreinen die opgenomen zijn op de prioriteitenlijst komen in aanmerking voor aanjaaggeld.

  • 3  Gemeenten die in aanmerking kunnen komen voor het verkrijgen van aanjaaggeld en een beroep op dit aanjaaggeld willen doen dienen een aparte aanvraag in bij Gedeputeerde Staten.

  • 4  De subsidie bedraagt maximaal € 25.000 per te herstructureren bedrijventerrein.

  • 5  Aanvragen voor aanjaaggeld worden uiterlijk voor 1 januari 2016 ingediend.

  • 6  Indien na deze aanjaagperiode blijkt dat het project niet haalbaar is en het project geen verdere voortgang krijgt wordt een aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend. De subsidie bedraagt in een dergelijk geval maximaal 50% van de kosten tot het maximum van € 25.000 per te herstructureren bedrijventerrein.

  • 7  Een bedrijventerrein waarvoor geldt dat na de aanjaagperiode een herstructureringsproject wordt uitgevoerd wordt binnen 6 maanden na afloop van de aanjaagperiode gestart.

  • 8  Vanaf het moment dat het plafond voor de subsidie voor de herstructurering is bereikt kan geen aanjaaggeld meer worden verleend.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1  Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast. Gedeputeerde Staten kunnen deelplafonds vaststellen.

  • 2  Bij bekendmaking van het subsidieplafond wordt de wijze van verdeling vermeld.

Artikel 6 Subsidieaanvraag

  • 1  Onverminderd artikel 4 kan een volledige aanvraag worden ingediend tot en met 31 januari 2016.

  • 2  De aanvraag gaat vergezeld van een projectplan, waarin zo nauwkeurig mogelijk is opgenomen:

    • a.

       een beschrijving van het project en de verdiensten daarvan voor de doelstelling, genoemd onder artikel 2, een tijdsplanning en beschrijving van de activiteiten en de wijze van uitvoering;

    • b.

       een gespecificeerde begroting van de totale kosten en het dekkingsplan van de begrote kosten van het project;

    • c.

       een omschrijving van projectrisico’s en beheersmaatregelen die de subsidieaanvrager hanteert ter bestrijding daarvan;

    • d.

       een beschrijving van het draagvlak onder het betrokken bedrijfsleven;

    • e.

       een beschrijving van het economisch belang in termen van:

      • 10.

         de bijdrage die het project levert aan de herstructurering in ha;

      • 20.

         het aantal betrokken arbeidsplaatsen op het bedrijventerrein, zowel tijdelijk als structureel;

      • 30.

         een beschrijving van de relatie met bredere gebiedsontwikkeling, voor zover van toepassing;

    • f.

       een beschrijving van een duurzame ontwikkeling van het bedrijventerrein in termen van:

      • 10.

         aantoonbare kansen voor een duurzame ontwikkeling van het bedrijventerrein;

      • 20.

         draagvlak bij het bedrijfsleven en een financiële bijdrage van hetzelfde bedrijfsleven voor hert realiseren van die kansen;

      • 30.

         borging van duurzaam beheer van het betreffende bedrijventerrein door parkmanagement en een beschrijving van de mogelijkheden voor energiebesparing en de reductie van CO2-uitstoot.

Artikel 7 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen voldoet de aanvraag aan de volgende criteria:

  • a.

     Het project start vóór 1 juli 2016 en is afgerond voor 1 januari 2022;

  • b.

     er is sprake van regionale samenwerking, waarbij in het projectplan wordt aangegeven hoe de regionale samenwerking is vormgegeven en in hoeverre de partners binnen het samenwerkingsverband met het project hebben ingestemd;

  • c.

     het betrokken bedrijfsleven cofinanciert minimaal 5% van de totale projectkosten;

  • d.

     er is sprake van een sluitende begroting;

  • e.

     er is sprake van ruimtewinst, uitgedrukt in hectares opnieuw uit te geven bedrijfskavels;

  • f.

     er is sprake van een economisch belang;

  • g

     er is sprake van een duurzame ontwikkeling van het bedrijventerrein.

Artikel 8 Bepalingen omtrent de hoogte van de subsidie

Onverminderd artikel 4 bedraagt de subsidie maximaal 30% van de subsidiabele kosten. Van de subsidie mag maximaal 12,5% worden besteed aan voorbereiding, toezicht en uitvoering. De subsidie bedraagt maximaal € 2,5 miljoen.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

  • 1  Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen de kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het revitaliseringsproject en zijn gemaakt nadat de subsidieaanvraag is ingediend.

  • 2  In uitzondering op het eerste lid zijn kosten, die gemaakt zijn voor grondaankoop, aankoop van onroerend goed of speciaal voor het project aangeschafte machines, apparatuur en productiemiddelen, tot maximaal 10 jaar vóór de indiening van de subsidieaanvraag, subsidiabel.

  • 3  [vervallen]

Artikel 10 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet in aanmerking voor subsidie:

  • a.

     kosten verbonden aan de oprichting van een privaatrechtelijk rechtspersoon;

  • b.

     omzetbelasting of daarmee vergelijkbare buitenlandse belastingen;

  • c.

     rentekosten;

  • d.

     kosten die leiden tot een gedeeltelijke of gehele transformatie van een bedrijventerrein.

Artikel 11 Cumulatie

Indien het project uit andere hoofde wordt gesubsidieerd, wordt het subsidiebedrag zodanig berekend dat het totaal aan subsidies niet meer bedraagt dan 100% van de totale projectkosten.

Artikel 12 Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

     de subsidiabele kosten van het project minder dan € 500.000 bedragen;

  • b.

     het project niet in overeenstemming is met het doel, bedoeld in artikel 2;

  • c.

     het project niet voldoet aan het bepaalde in deze beleidsregel.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1  Het project wordt uitgevoerd overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening.

  • 2  Essentiële wijzigingen in het project of projectplan worden schriftelijk en onverwijld ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten voorgelegd.

  • 3  Indien sprake is van verstrekking van opdrachten voor infrastructurele werken, leveringen of diensten, wordt voldaan aan de regelgeving voor aanbesteden, waarbij de geldende drempels en procedures van de betreffende gemeente, Rijk en Europese Commissie in acht worden genomen.

  • 4  In of op alle communicatieuitingen rondom het project waarvoor een subsidie is verleend maakt de ontvanger van deze subsidie kenbaar dat het project mede tot stand is gekomen dankzij de financiële steun van de provincie Groningen.

Artikel 14 Administratieve verplichtingen voor de subsidieontvanger

  • 1  Voor de administratie van het project geldt als voorwaarde dat de ontvanger van de subsidie een administratie voert die zodanig is ingericht dat daaruit te allen tijde de uit deze regeling, de verleningsbeschikking en goed koopmansgebruik voortvloeiende verplichtingen op eenvoudige en duidelijke wijze te bewijzen zijn.

  • 2  Er wordt eens per jaar, gerekend vanaf het moment van afgifte van de verleningsbeschikking, bij Gedeputeerde Staten een voortgangsrapportage, betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang van het project over de voorafgaande periode, ingediend.

Artikel 15 Vaststelling subsidie

  • 1  Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie aan het project wordt uiterlijk 6 maanden na afloop van het project ingediend en bestaat uit:

    • a.

       een einddeclaratie;

    • b.

       een inhoudelijk eindverslag over de realisatie van het project in relatie tot de oorspronkelijke opzet en doelstellingen, alsmede met betrekking tot de invulling van de aanvullende voorschriften en verplichtingen, zoals deze zijn opgenomen in de verleningsbeschikking;

    • c.

       een verklaring van getrouwheid die is opgesteld door een accountant.

  • 2  Bij de behandeling van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie kan een verificatieonderzoek door een door Gedeputeerde Staten aan te wijzen accountant plaats vinden. Aan de hand van de resultaten van dat onderzoek wordt vervolgens het bedrag van de subsidie vastgesteld.

  • 3  De vast te stellen subsidie wordt naar evenredigheid verlaagd indien de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan opgenomen in de projectbegroting of wanneer de werkelijke inkomsten hoger zijn dan geraamd in de projectbegroting.

Artikel 16 Afwijking door Gedeputeerde Staten

Indien een strikte toepassing van deze beleidsregel naar het oordeel van Gedeputeerde Staten leidt tot onbillijke uitkomsten, kan Gedeputeerde Staten gemotiveerd van deze regel afwijken.

Artikel 17 Inwerkingtreding

De beleidsregel Provinciaal Herstructurerings Programma Groningen 2012 treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking in het provinciaal blad, waarin deze beleidsregel is geplaatst.

Artikel 18 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel PHP Groningen 2012.

Ondertekening

Groningen, 29 mei 2012.
Gedeputeerde Staten voornoemd:
M.J. van den Berg, voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.
 
Groningen, 29 mei 2012.
Gedeputeerde Staten voornoemd:
M.J. van den Berg, voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.