Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende Budget Culturele Infrastructuur Aard- en Nagelvast Subsidieregeling Culturele Infrastructuur Aard- en Nagelvast provincie Groningen (CIAN)

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende Budget Culturele Infrastructuur Aard- en Nagelvast Subsidieregeling Culturele Infrastructuur Aard- en Nagelvast provincie Groningen (CIAN)

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat in hun vergadering van 20 december 2016, nr A.19, afdeling ECP, zaaknummer 665909, is vastgesteld de Subsidieregeling Culturele Infrastructuur Aard- en Nagelvast provincie Groningen (CIAN).

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Overwegende dat:

  • -

    de partijen uit onze culturele infrastructuur van groot belang zijn om te kunnen beschikken over een gezond en succesvol cultureel klimaat;

  • -

    wij deze culturele infrastructuur faciliteren en ondersteunen;

  • -

    wij daartoe onder meer een budget beschikbaar hebben voor aard- en nagelvaste investeringen in cultuurpanden in de provincie;

  • -

    wij met dit budget willen investeren in panden met een culturele bestemming in de provincie Groningen, waarbij het gaat om zowel bestaande als nieuwe panden, die bijdragen aan het creatieve klimaat en de culturele infrastructuur in de provincie Groningen;

  • -

    wij het hiermee mogelijk willen maken dat er plekken gecreëerd worden c.q. bewaard blijven, waar ontmoeting, meedoen en samenwerking onderling en met andere sectoren vanuit het culturele veld mogelijk is;

Gelet op:

  • -

    het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2017-2020, vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij besluit van 12 juli 2016;

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998;

  • -

    artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187/1);

Besluiten:

Vast te stellen hetgeen volgt:

Subsidieregeling Culturele Infrastructuur Aard- en Nagelvast provincie Groningen (CIAN)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

  • b.

    provincie: provincie Groningen.

  • c.

    Provincie Groningen: het provinciaal bestuur.

  • d.

    CIAN: Budget Culturele Infrastructuur Aard- en Nagelvast.

  • e.

    exploitatieplan: een inhoudelijke en financiële beschrijving van de wijze waarop in de periode van vijf jaren na afronding van het project wordt voorzien in de exploitatie van het pand c.q. van het benodigde onderhoud om het pand c.q. de onderdelen waar binnen het project in geïnvesteerd is in een goede staat te houden;

  • f.

    exploitatielasten: de terugkomende kosten die voortvloeien uit de normale bedrijfsvoering, zoals kosten die gemaakt worden voor onderhoud, leegstand, verzekering, beheer en dergelijke.

  • g.

    creatieve en culturele klimaat: de aanwezigheid en ontwikkeling van creatieve en innovatiekracht in een stad/regio die onder andere ontstaat door het aanbod van uiteenlopende culturele organisaties, initiatieven en activiteiten en de mogelijkheden op het gebied van de participatie aan culturele activiteiten, zoals in studio's en repetitieruimten. Een levendig creatief klimaat draagt bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat en daarmee aan het economische klimaat in de provincie.

  • h.

    culturele infrastructuur: het geheel van culturele instellingen (groot en klein), culturele voorzieningen, collecties, individuele initiatiefnemers, vrijwilligers en van tijdelijke culturele initiatieven/projecten binnen zowel de kunsten als het erfgoed in de provincie.

  • i.

    aard- en nagelvast: de manier waarop roerende goederen aan een onroerend goed zijn verbonden. De verbinding is dan van zodanige aard dat deze goederen niet zonder beschadiging of verbreking, hetzij van de goederen zelf, hetzij van het deel van het onroerend goed waaraan zij zijn verbonden, kunnen worden losgemaakt.

  • j.

    panden met een culturele bestemming: panden waar op structurele basis culturele activiteiten plaatsvinden of gaan plaatsvinden, waarbij jaarlijks ten minste 80 % van de tijd- of ruimtecapaciteit voor culturele doeleinden wordt gebruikt.

Artikel 2 Doel

Het doel van het budget is, om het mogelijk te kunnen maken dat er plekken gecreëerd worden c.q. bewaard blijven, waar ontmoeting, meedoen en samenwerking onderling en met andere sectoren vanuit het culturele veld mogelijk is.

Het gaat hierbij zowel om bestaande als nieuwe panden, die bijdragen aan het creatieve klimaat en de culturele infrastructuur.

Met het budget wil de Provincie Groningen investeren in panden met een culturele bestemming in stad en de provincie. Middels het bijdragen aan investeringen in deze panden wil de Provincie Groningen mede invulling geven aan enkele strategische lijnen zoals deze zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2017-2020. Deze ligt in: bijdragen aan een sterke basis (strategische lijn 2), een bijdrage leveren aan het creatieve klimaat en participatie en/of publieksbereik (strategische lijnen 3 en 5), en een voorwaardenscheppende rol met betrekking tot Het Verhaal van Groningen (strategische lijn 1), en Cultuur als economische propositie (strategische lijn 6).

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door de eigenaar van het betreffende pand.

Artikel 4 Subsidiabele activiteit

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies ten behoeve van aard- en nagelvaste investeringen in panden met een culturele bestemming.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    het pand waarvoor subsidie wordt aangevraagd in het bezit is van een overheidsorganisatie;

  • b.

    de aanvrager een onderneming is die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in artikel 2, onder 18, van de AGVV;

  • c.

    de aanvrager een onderneming is tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder a, van de AGVV;

  • d.

    met de uitvoering van het project is begonnen voordat de aanvraag is ingediend;

  • e.

    de investeringskosten in aard- en nagelvaste maatregelen minder dan € 50.000,- bedragen;

  • f.

    de kosten van het project niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

  • g.

    het gebouw waarbinnen de door de investeringssubsidie mogelijk gemaakte activiteiten gaan plaatsvinden niet voor het publiek is opengesteld of het activiteiten betreft die niet voor het algemene publiek toegankelijk zijn.

Artikel 6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, dient te worden voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project levert aantoonbaar een bijdrage aan het creatieve en culturele klimaat en de culturele infrastructuur in de provincie Groningen;

  • b.

    het project heeft een aantoonbare regionale c.q. bovenlokale impact;

  • c.

    het betreft investeringen in panden die in belangrijke mate een culturele bestemming hebben of krijgen, in de provincie Groningen - dit zijn panden waar op structurele basis culturele activiteiten plaatsvinden of gaan plaatsvinden, waarbij jaarlijks ten minste 80% van de tijd- of ruimtecapaciteit voor culturele doeleinden wordt gebruikt;

  • d.

    het project levert aantoonbaar een bijdrage aan de verbetering of het behoud van een breed en kwalitatief hoogstaand cultureel aanbod in de provincie Groningen;

  • e.

    het project kan niet gerealiseerd worden zonder bijdrage van de Provincie Groningen;

  • f.

    er is sprake van cofinanciering vanuit de gemeente waarbinnen het pand gelegen is en/of vanuit andere regionale subsidiebronnen;

  • g.

    er wordt bij de aanvraag een exploitatieplan ingediend waarin de exploitatielasten van het cultuurpand voor de komende vijf jaar in beeld wordt gebracht, en waarbij sprake is van een realistische en dekkende onderbouwing;

  • h.

    aan het project ligt een projectplan ten grondslag, waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1.

      een investeringsplan voor het gebouw waarin een actuele beschrijving van de werkzaamheden is opgenomen;

    • 2.

      een recente naar kostensoort gespecificeerde begroting en bijbehorend dekkingsplan waaruit blijkt dat minimaal 50% van de kosten gedekt is door cofinanciering van de gemeente en/of vanuit de regio en stukken waaruit blijkt dat deze cofinanciering is toegezegd dan wel beschikbaar is;

    • 3.

      toelichtingen waarin wordt aangegeven op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten, onder a tot en met g;

    • 4.

      een planning van het project, waarbij kan worden aangetoond dat het project binnen een half jaar na de subsidieverlening kan worden gestart, en binnen twee jaar na de start kan worden afgerond;

    • 5.

      de benodigde vergunningen voor de te verrichten werkzaamheden, indien de werkzaamheden vergunningplichtig zijn.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking: sober en doelmatig van aard gemaakte investeringskosten in aard- en nagelvaste maatregelen ten behoeve van de culturele invulling van het pand.

Artikel 8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de exploitatielasten van het betreffende pand;

  • b.

    exploitatielasten die voortvloeien uit de met het project gemoeide investering.

Artikel 9 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1. Subsidieaanvragen in de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2020 kunnen gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend.

  • 2. Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten onder overlegging van de voorgeschreven bijlagen in artikel 6, onder h.

Artikel 10 Subsidieplafond

Aan het eind van elk kalenderjaar wordt het subsidieplafond vastgesteld en gepubliceerd ten behoeve van het daaropvolgende kalenderjaar van de periode 2017-2020.

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 150.000,-.

  • 2. Indien ter zake van een project reeds andere subsidies zijn verstrekt door de Provincie Groningen, wordt de op grond van deze regeling te verstrekken subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag aan provinciale subsidies niet meer bedraagt dan 60% van de investeringskosten.

  • 3. Indien het bij het tweede lid gaat om investeringen in een rijksmonument en hiervoor tevens subsidie is verstrekt op grond van de Beleidsregel BRRG 2017-2020, wordt de op grond van deze regeling te verstrekken subsidie voor investeringskosten die verband houden met herbestemming zodanig berekend dat het bedrag aan subsidies op grond van genoemde regelingen tezamen niet meer bedraagt dan 50% van de totale kosten van herbestemming.

  • 4. Indien ter zake van de te subsidiëren activiteiten reeds door een ander bestuursorgaan of door de Europese Commissie steun is verstrekt, wordt de hoogte van de subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan 80% van het totaal van de voor subsidie in aanmerking komende kosten met een maximum van € 1.000.000.

Artikel 12 Verdeelcriteria

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de volledige subsidieaanvraag binnen is.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 13 Subsidieverlening

  • 1. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de volledige subsidieaanvraag.

  • 2. Indien niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn beslist kan worden stellen Gedeputeerde Staten de aanvrager hiervan op de hoogte voor het verstrijken van deze termijn en noemen daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

    Het project wordt uitgevoerd overeenkomstig het ingediende projectplan, en conform het gestelde in de beschikking tot subsidieverlening.

  • b.

    Wijzigingen in het project of projectplan die het detailniveau overstijgen worden onverwijld schriftelijk ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten voorgelegd.

  • c.

    Zodra de werkzaamheden starten dient dit te worden gemeld aan Gedeputeerde Staten, waarbij tevens wordt aangegeven of de planning ongewijzigd is. Indien de planning van de werkzaamheden is gewijzigd, moet de aanleiding daarvan worden toegelicht en een aangepaste planning worden meegestuurd.

  • d.

    Met de werkzaamheden wordt een aanvang gemaakt binnen zes maanden na de datum van de subsidieverlening.

  • e.

    De werkzaamheden zijn voltooid binnen twee jaar na de datum van de start van de uitvoering van de werkzaamheden.

  • f.

    Verlenging van de termijnen, bedoeld in het vierde en vijfde lid, is éénmaal mogelijk indien vooraf een schriftelijk verzoek bij Gedeputeerde Staten wordt ingediend met een toelichting op de reden van de vertraging c.q. de voortgang van de activiteit en de verwachte duur van de vertraging. Deze verlenging bedraagt maximaal één jaar.

  • g.

    De eigenaar is verplicht controle toe te staan op de uitvoering van het project.

  • h.

    Indien sprake is van verstrekking van opdrachten voor infrastructurele werken, leveringen of diensten, wordt voldaan aan de wet- en regelgeving voor aanbesteden, waarbij de geldende drempels en procedures van de Aanbestedingswet 2012 in acht worden genomen.

  • i.

    Aanvrager vermeldt in zijn publiciteits- en communicatie uitingen dat de activiteit mede tot stand is gekomen dankzij subsidie van de Provincie Groningen. De subsidieontvanger maakt daarbij gebruik van het door Gedeputeerde Staten voorgeschreven logo.

Artikel 15 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 80% op het verleende subsidiebedrag.

  • 2. Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in een keer betaald binnen 6 weken na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 16 Subsidievaststelling

Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend uiterlijk zes maanden na voltooiing van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend en bestaat uit:

  • a.

    een financieel verslag van de realisatie van het project in relatie met de oorspronkelijke begroting en het dekkingsplan zoals opgenomen in de aanvraag;

  • b.

    een inhoudelijk eindverslag over de realisatie van het project in relatie met de oorspronkelijke opzet zoals beschreven in de aanvraag alsmede met betrekking tot de invulling van de aanvullende voorschriften en verplichtingen zoals deze zijn opgenomen in de verleningsbeschikking;

  • c.

    een financieel verslag, afkomstig van een ervaren administratiekantoor dat werkt met door de overheid goedgekeurde software voor subsidies tot € 125.000,-;

  • d.

    een verklaring van getrouwheid die is opgesteld door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voor subsidies vanaf €125.000,-.

  • e.

    de vast te stellen subsidie wordt naar evenredigheid verlaagd indien de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan opgenomen in de projectbegroting of indien de werkelijke inkomsten hoger zijn dan geraamd in de projectbegroting zoals deze is opgenomen in de aanvraag.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt bekendgemaakt in het Provinciaal Blad en treedt in werking op 1 januari 2017 en eindigt met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Culturele Infrastructuur Aard- en Nagelvast provincie Groningen.

Ondertekening

Groningen, 20 december 2016.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas , voorzitter.

H.J. Bolding, secretaris.