Regeling vervallen per 30-04-2019

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels rondom voorzieningen en declaraties staten- en commissieleden Verordening rechtspositie staten- en commissieleden provincie Groningen

Geldend van 04-01-2017 t/m 29-04-2019

Intitulé

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels rondom voorzieningen en declaraties staten- en commissieleden Verordening rechtspositie staten- en commissieleden provincie Groningen

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat Provinciale Staten in hun vergadering van 16 maart 2016, nr. 4.b, afdeling POI, zaaknummer 607312, hebben vastgesteld de Verordening rechtspositie staten- en commissieleden provincie Groningen en de Verordening rechtspositie gedeputeerden provincie Groningen.

Provinciale Staten der provincie Groningen

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 15 december 2015, Corr.nr. 2015-54531, POI, zaaknr. 607312;

Gelet op

  • -

    het Rechtspositiebesluit gedeputeerden

  • -

    het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden

Besluiten:

Vast te stellen hetgeen volgt:

ARTIKEL I

De Verordening rechtspositie staten- en commissieleden provincie Groningen komt als volgt te luiden:

Verordening rechtpositie staten- en commissieleden provincie Groningen

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Provinciewet;

  • b.

    commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden;

  • c.

    griffier: griffier als bedoeld in artikel 97, eerste lid, van de Provinciewet.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor staten- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding statenleden voor de werkzaamheden en tegemoetkoming in kosten

  • 1. Aan het statenlid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden.

  • 2. Aan het statenlid wordt een onkostenvergoeding voor de uitoefening van het statenlidmaatschap toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden.

Artikel 3 Vergoeding commissieleden voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1. Aan het commissielid wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen en activiteiten van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden.

  • 2. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • a.

      uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • b.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het provinciaal belang dient.

  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op degene die als commissielid een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 94 van de Provinciewet ontvangt.

Artikel 4 Vergoeding leden Commissie rechtsbescherming

Voor leden van de Commissie rechtsbescherming gelden op grond van artikel 14 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden de volgende vergoedingen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie:

  • a.

    de voorzitter van de Commissie rechtsbescherming: 350%;

  • b.

    de vice-voorzitter van de Commissie rechtsbescherming 300%, en

  • c.

    de leden van de Commissie rechtsbescherming 200% van het bedrag zoals vermeld in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1. Aan het statenlid of commissielid worden vergoed de reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van provinciale staten en van een commissie, alsmede de reiskosten ter zake van andere ten behoeve van de provincie gemaakte reizen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in de artikelen 2 en 4 van de Reisregeling binnenland.

Artikel 6 Verblijfkosten

  • 1. Het statenlid of commissielid worden tijdens zijn zakelijk verblijf op het provinciehuis maaltijden en consumpties vanwege de provincie verstrekt.

  • 2. Het statenlid of commissielid worden vergoed de gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van andere ten behoeve van de provincie gemaakte reizen dan die voor het bijwonen op het provinciehuis van vergaderingen van provinciale staten en van een commissie, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een statenlid of commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het provinciaal belang door of namens de provincie worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de provincie.

  • 2. Het statenlid of commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de provincie wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de fractievoorzitter.

  • 3. De aanvraag, bedoeld in het tweede lid, gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 4. De kosten komen voor rekening van de provincie als deelname van belang is in verband met de vervulling van het staten- of commissielidmaatschap.

  • 5. De maximale scholingsvergoeding bedraagt per jaar per persoon € 500,--.

Artikel 8 Buitenlandse excursie of reis

  • 1. Provinciale staten kunnen een delegatie of een commissie uit provinciale staten toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de provincie wordt georganiseerd. Provinciale staten kunnen aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de provincie.

Artikel 9 Computer en internetverbinding

  • 1. Het statenlid of commissielid ondertekent een bruikleenovereenkomst als hem voor de uitoefening van het statenlidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur, software en internetverbinding, inclusief technische ondersteuning, in bruikleen wordt gesteld. Gedeputeerde staten stellen het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur, software en internetverbinding ten laste van de provincie ter beschikking is gesteld, verlenen gedeputeerde staten een statenlid of commissielid op aanvraag voor de uitoefening van het staten- of commissielidmaatschap, bij overlegging van de factuur, een vergoeding voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur, software en internetverbinding. De vergoeding is gemaximeerd op ten hoogste de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur, software en internetverbinding welke gedeputeerde staten aan statenleden of commissieleden in bruikleen ter beschikking stellen.

  • 3. Provinciale staten kunnen ter uitvoering van dit artikel nadere regels vaststellen.

Artikel 10 Uitkering bij overlijden

  • 1. In geval van overlijden van het statenlid wordt aan de weduwe of weduwnaar van wie het overleden statenlid niet duurzaam gescheiden leefde een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden, welke het statenlid laatstelijk genoot over een tijdvak van drie maanden. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar van wie het overleden statenlid niet duurzaam gescheiden leefde nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen, of minderjarige kinderen waarover de overledene de pleeg-ouderlijke zorg droeg. Onder pleeg-ouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook zodanige kinderen dan geschiedt de uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van het inkomen van het statenlid.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder weduwe of weduwnaar mede verstaan de achtergebleven geregistreerde partner alsmede degene met wie het overleden statenlid ongehuwd samenleefde en een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd als bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, van de Algemene nabestaandenwet.

  • 3. Dit artikel is niet van toepassing op een statenlid dat is benoemd in de plaats die is opengevallen als gevolg van het tijdelijk ontslag van een statenlid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, ingevolge artikel X 12 van de Kieswet.

Artikel 11 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:

  • a.

    de vergoedingen, verstrekkingen en tegemoetkoming als bedoeld in artikel 12a van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden;

  • b.

    de vergoedingen en verstrekkingen bedoeld in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk III De procedure van declaratie en betaling

Artikel 12 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, voor het bijwonen van vergaderingen, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden anders bepaalt.

Artikel 13 Rechtstreekse facturering bij de provincie

  • 1. Staten- en commissieleden dragen ten behoeve van het vergoeden van kosten zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de provincie.

  • 2. Verantwoording van de vergoeding door het staten- of commissielid vindt plaats door een door gedeputeerde staten vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3. Facturen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.

  • 4. Het formulier wordt binnen 2 maanden na factuurdatum ingediend bij de griffier.

Artikel 14 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van de reiskosten vindt plaats door gebruikmaking van een door gedeputeerde staten vastgesteld formulier.

  • 2. Het formulier wordt binnen twee maanden na de betaling volledig ingevuld en ondertekend ingeleverd bij de griffier, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Hoofdstuk IV Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie staten- en commissieleden provincie Groningen.

ARTIKEL III

De Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Groningen komt te vervallen.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van het provinciaal blad waarin het is geplaatst.

Ondertekening

Groningen, 16 maart 2016.

Provinciale Staten voornoemd:

F.J. Paas ,

voorzitter.

H. Engels,

griffier.