Regeling vervallen per 03-02-2017

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende aanwijzing locatie Kloosterlaan Farmsum (gemeente Delfzijl) voor het plaatsen van een tijdelijk zonnepark

Geldend van 03-02-2017 t/m 02-02-2017

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende aanwijzing locatie Kloosterlaan Farmsum (gemeente Delfzijl) voor het plaatsen van een tijdelijk zonnepark

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat in hun vergadering van 24 januari 2017, nr. A.16, afdeling RS, zaaknummer 671530, is vastgesteld het besluit aanwijzing locatie Kloosterlaan Farmsum (gemeente Delfzijl) voor het plaatsen van een tijdelijk zonnepark.

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl hebben ons bij brief van 18 januari 2017 verzocht om op de voormalige stortplaats aan de Kloosterlaan te Farmsum een locatie aan te wijzen, zoals weergegeven op de bij hun brief behorende kaart, voor het plaatsen van een zonnepark voor een periode van maximaal 30 jaar.

Wij overwegen omtrent dit verzoek het volgende.

In artikel 2.42.1, eerste lid, van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 (hierna: verordening) is bepaald dat een bestemmingsplan niet voorziet in de plaatsing van zonneparken.

In artikel 2.42.1, tweede lid, onder e van de verordening is bepaald dat in afwijking van het eerste lid burgemeester en wethouders bij omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3, j°. artikel 2.23, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, kunnen afwijken van een bestemmingsplan of beheersverordening voor het plaatsen van zonneparken voor een periode van maximaal 30 jaar op door ons, op basis van een gemeentelijke, integrale gebiedsvisie aangewezen locaties. Aan de omvang, situering en inrichting van het zonnepark dient ingevolge het derde lid van artikel 2.42.1 van de verordening een inrichtingsplan ten grondslag te liggen waarbij in ieder geval rekening is gehouden met achtereenvolgens:

  • a.

    de historisch gegroeide landschapsstructuur;

  • b.

    de afstand tot andere ruimtelijke elementen;

  • c.

    een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van de voorzieningen voor de opwekking van zonne-energie.

Aan het verzoek ligt het inrichtingsplan 'Landschappelijke inpassing zonnepark Farmsum (d.d. mei 2016)' ten grondslag. De zonnepanelen zullen conform optie 1 van dit plan worden aangelegd. In bijbehorende ruimtelijke onderbouwing 'Zonnepark Kloosterlaan' wordt aan de hand van de hiervoor genoemde voorwaarden onderbouwd dat de locatie geschikt is voor de aanleg van een zonnepark.

Wij kunnen met deze ruimtelijke onderbouwing instemmen. Daarbij nemen wij in aanmerking dat de locatie zich door specifieke ruimtelijke omstandigheden goed leent voor de aanleg van een tijdelijk zonnepark, onder meer vanwege meervoudig ruimtegebruik en de specifieke ligging van de voormalige stortplaats in het landschap. Tevens achten wij van belang dat mogelijkheden worden geboden aan omwonenden om te participeren in de ontwikkeling en opbrengst van het zonnepark.

Gelet daarop concluderen wij dat in dit geval is voldaan aan de voorwaarden op grond waarvan een locatie in het buitengebied kan worden aangewezen voor het plaatsen van een tijdelijk zonnepark.

Besluiten:

Aan te wijzen de locatie aan de Kloosterlaan te Farmsum voor het plaatsen van een zonnepark voor een periode van maximaal 30 jaar, zoals weergegeven op de bij dit besluit behorende kaart.

Ondertekening

Groningen 24 januari 2017.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas ,

voorzitter.

H.J. Bolding,

secretaris.

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken. Het bezwaar kan schriftelijk worden ingediend bij het College van Gedeputeerde Staten van Groningen, Postbus 610, 9700 AP Groningen. Tevens kan een voorlopige voorziening worden gevraagd. Gelet op jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 9 juli 2014, zaaknummer 201309065/1/R4) lijkt de kring van belanghebbenden bij het besluit beperkt te zijn.

Bijlage 1: Kaart

afbeelding binnen de regeling