Regeling vervallen per 31-05-2017

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Openstellingsbesluit fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Veenkoloniën

Geldend van 22-04-2017 t/m 30-05-2017

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Openstellingsbesluit fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Veenkoloniën

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat in hun vergadering van 31 januari 2017, nr. A.27, afdeling ECP, zaaknummer 672463, is vastgesteld het Openstellingsbesluit fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Veenkoloniën.

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Overwegende dat het wenselijk is dat agrarische ondernemers in de Veenkoloniën in de komende jaren extra kunnen investeren in verduurzaming van hun bedrijven, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan een verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, landschap, ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit;

Gelet op artikel 1.3 van de Regeling Europees Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 subsidies provincie Groningen;

BESLUITEN:

  • I.

    Open te stellen: Hoofdstuk 2, paragraaf 2 van de Regeling Europees Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 subsidies provincie Groningen, maatregel ‘Fysieke investeringen voor innovatie en verduurzaming van agrarische ondernemingen Veenkoloniën, als nadere invulling op de algemene bepalingen zoals vastgesteld in de Regeling subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 van provincie Groningen.

  • II.

    De openstelling te laten gelden voor het tijdvak van 20 februari 2017 tot en met 31 mei 2017.

  • III.

    Het subsidieplafond vast te stellen op € 1.800.000,-- (samengesteld uit € 900.000,- Europese middelen (ELFPO) en € 900.000,- provinciale middelen).

  • IV.

    De volgende nadere regels vast te stellen:

Artikel 1 Definitie

In aanvulling op artikel 1.1. van de Regeling Europees Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 subsidies provincie Groningen (hierna: Regeling), wordt in dit besluit verstaan onder Veenkoloniën: het grondgebied van de gemeenten; Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen, Midden-Drenthe, Tynaarlo, Bellingwedde, Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde, Slochteren, Pekela, Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde.

Artikel 2 Aanvrager

In afwijking van artikel 2.2.2 van de Regeling wordt alleen subsidie verstrekt aan een landbouwondernemer als minimaal 50% van het areaal van de landbouwondernemer in de Veenkoloniën ligt. Voorts wordt alleen subsidie verstrekt aan de fysieke investering van het project wanneer deze in de Veenkoloniën plaatsvindt.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Als uitwerking van artikel 2.2.1 van de Regeling wordt alleen subsidie verstrekt voor de fysieke investeringen genoemd in bijlage 1 behorende bij dit openstellingsbesluit en voor de daarin genoemde subsidiabele activiteiten.

Artikel 4 Aanvraag

Onverminderd artikel 1.7 van de Regeling geldt:

  • a.

    een subsidieaanvraag kan worden ingediend bij Gedeputeerde Staten via het SNN door middel van een daarvoor ontwikkeld web portal dat bereikbaar is via www.snn.eu/pop3;

  • b.

    een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van een volledig ingevuld format projectplan, vergezeld van de van toepassing zijnde bijlagen. Hiervoor dienen door het SNN verstrekte vaste formats te worden gebruikt;

  • c.

    per agrarische ondernemer kan onder dit openstellingsbesluit slechts één keer subsidie worden aangevraagd.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1. In afwijking van artikel 2.2.3 van de Regeling wordt subsidie alleen verstrekt voor de volgende kosten voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de investering:

    • a.

      de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende goederen;

    • b.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • c.

      kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs;

    • d.

      de kosten van adviezen duurzaamheid op milieu en economisch gebied.

  • 2. In afwijking van artikel 1.12, tweede lid, van de Regeling, wordt geen subsidie verstrekt voor voorbereidingskosten die gemaakt zijn voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 6 Hoogte subsidie

Onverminderd artikel 2.2.4 van de Regeling geldt:

  • a.

    de maximale hoogte van een subsidie bedraagt € 100.000,-;

  • b.

    geen subsidie wordt verstrekt indien de na beoordeling berekende subsidie lager is dan € 10.000,-;

  • c.

    het subsidiepercentage bedraagt 40% van de subsidiabele kosten.

Artikel 7 Rangschikking en selectie

  • 1. Voor de rangschikking, bedoeld in artikel 1.15 en artikel 2.2.5 van de Regeling, hanteren Gedeputeerde Staten de scores van de investeringslijst zoals opgenomen in bijlage 1. De aanvragen worden gerangschikt op basis van het gemiddelde van de aangevraagde investeringscategorieën.

  • 2. In het geval het subsidieplafond wordt overschreden door een aanvraag waarbij het gevraagde subsidiebedrag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond of indien het subsidiebedrag wordt overschreden door meerdere aanvragen en de onderlinge rangschikking tussen de aanvragen is gelijk, dan kan Gedeputeerde Staten besluiten dat het subsidieplafond wordt verhoogd met het bedrag dat nodig is om het project dat zorgt of de projecten die zorgen voor de overschrijding van het subsidieplafond te subsidiëren.

Artikel 8 Verplichtingen

  • 1. In afwijking van artikel 1.17, eerste lid, onder e, is de subsidieontvanger niet verplicht om binnen twee maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de uitvoering van de activiteit.

  • 2. In afwijking van artikel 1.17 eerste lid, onder f, van de Regeling dient het verzoek tot vaststelling van de subsidie uiterlijk op 31 december 2019 te zijn ingediend.

  • 3. In afwijking van artikel 1.17, eerste lid, onder i, is de subsidieontvanger niet verplicht om eenmaal per jaar een verslag omtrent de voortgang van de activiteiten in te dienen.

  • 4. In afwijking van artikelen 1.23 en 1.25 verstrekken Gedeputeerde Staten geen voorschot.

V Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

VI Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Veenkoloniën.

Ondertekening

Groningen, 31 januari 2017.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas ,

voorzitter.

H.J. Bolding,

secretaris.

BIJLAGE behorende bij en onderdeel uitmakende van het Openstellingsbesluit fysieke investeringen voor innovatie en verduurzaming van van agrarische ondernemingen Veenkoloniën (GS-besluit d.d. 31 januari 2017, zaaknummer 672463)

Bijlage 1 Investeringslijst van fysieke investeringen gericht op innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Veenkoloniën

 

Investering

Toelichting en subsidiabele kosten

score

1

Systemen voor precisielandbouw betreffende plaats specifieke bemesting, plaats specifieke gewasbescherming, plaats specifieke opbrengstmeting of plaats specifieke bewatering inclusief GPS/GIS apparatuur

De bedoelde systemen zijn onder andere:

1. systemen voor het gericht emissiearm, in de juiste dosering, zonder overlapping in de bodem toedienen van vloeibare stikstofhoudende meststoffen bij het planten, zaaien, aanaarden of het moment dat het gewas er aantoonbaar om vraagt;

2. systemen om vloeibare meststoffen via druppelslangen in de juiste dosering en op het juiste moment toe te dienen aan het gewas;

3. systemen voor het meten van het stikstofgehalte van de toegediende mest met NIRS indien dit meteen wordt door vertaald in het doseren;

4. systemen voor het meten van opbrengsten op oogst- en rooimachines.

 

Subsidiabel:

  • -

    alle soorten precisiebemesters;

  • -

    alle soorten gewasbeschermingssystemen voor precisielandbouw;

  • -

    alle soorten bewateringssytemen voor precisielandbouw;

  • -

    alle soorten opbrengstmeetsystemen voor precisielandbouw;

  • -

    spuitdoppen voor gewasbeschermingssystemen voor precisielandbouw ;

  • -

    GPS en GIS apparatuur voor deze systemen ;

  • -

    samenstelkosten van de digitale bodemkaart ten behoeve van de GPS en GIS apparatuur voor deze systemen;

  • -

    bijbehorende installatiekosten.

 

Niet subsidiabel:

  • -

    de tractor waaraan wordt gekoppeld of zelfrijders. enkel het systeem wat kan worden aangekoppeld is subsidiabel;

  • -

    bijhorende software (bijvoorbeeld software om de rijpaden uit te stippelen).

9

2

Machine voor grondbewerking en zaaien tegelijk

Subsidiabel:

  • -

    machines die werkgangen combineren door tegelijk grond bewerken én te zaaien / poten/ planten;

  • -

    GPS/GIS apparatuur voor het systeem. GPS en GIS apparatuur voor dit systeem is alleen in combinatie met het systeem subsidiabel.;

  • -

    bijbehorende installatiekosten.

10

3

Spuitmachine met restvloeistof reductie in de akkerbouw

Spuitmachine bestemd voor: het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen of vloeibare meststoffen aan gewassen in de akkerbouw, waarbij het ontstaan van restvloeistof in de spuittank wordt voorkomen of met ten minste 50% wordt gereduceerd.

Subsidiabel:

  • -

    een spuitmachine met volledig gescheiden vloeistofsystemen voor schoon water en spuitvloeistof (gescheiden schoonwater- en spuitvloeistofcircuit);

  • -

    een spuitmachine waarbij de gewasbeschermingsmiddelen op het laatste moment voor het spuiten op het gewas in de spuitleiding vermengd worden door een selectieve doseringseenheid;

  • -

    GPS/GIS apparatuur voor het systeem. GPS en GIS apparatuur voor dit systeem is alleen in combinatie met het systeem subsidiabel;

  • -

    bijbehorende installatiekosten;

Let op: het percentage restvloeistofreductie moet worden vermeld in het projectplan en op de offerte bij het betaalverzoek.

Niet subsidiabel:

  • -

    de tractor waaraan wordt gekoppeld of zelfrijders zijn niet subsidiabel. Enkel het systeem wat kan worden aangekoppeld is subsidiabel.

9

4

Gebruik spuittechnieken die drift vergaand reduceren, zoals wingsprayer en luchtondersteuning in de akkerbouw

Subsidiabel:

  • -

    investeringen in een spuitmachine met driftreducerende technieken, zoals: driftarme doppen, elektrische kantdoppen, luchtondersteuning of wingsprayer in de akkerbouw;

  • -

    investeringen in driftreducerende technieken, zoals: driftarme doppen, elektrische kantdoppen, luchtondersteuning of wingsprayer in de akkerbouw;

  • -

    bijbehorende installatiekosten.

 

Niet subsidiabel:

  • -

    kosten voor gebruik van driftreducerende additieven.

8

5

Waterbeheer voorzieningen ter verlaging van risico’s van verontreiniging door erfafspoeling bij een landbouwbedrijf of door afvalwater uit de akkerbouw,

 

Subsidiabel:

  • -

    een waterdichte opvangput waarmee verontreinigd afvalwater van het bedrijf gescheiden blijft van regulier rioolsysteem. inclusief de buizen, goten, richels voor afvoer;

  • -

    waterveegmachine met opvangbak erfafspoeling of bedrijfsafvalwater;

  • -

    veegmachine voor het schoonhouden van het erf ter voorkoming van erfafspoeling bij regen;

  • -

    opvangsysteem van perssappen (onder sleufsilo’s);

  • -

    zuiveringssystemen voor schoonspuitplaatsen die het water dusdanig zuiveren, dat dit geloosd kan worden op oppervlaktewater, waaronder een olievetscheider;

  • -

    systemen die erfafspoelwater opvangen en zuiveren zonder restlozing (Bijvoorbeeld biofilter, Phytobac);

  • -

    bijbehorende installatiekosten.

 

Let op: enkel de opgesomde voorzieningen zijn subsidiabel gesteld.

 

De volgende kostenposten zijn expliciet niet subsidiabel:

  • -

    overkapping voor een mestopslag;

  • -

    kosten voor herinrichting van het erf;

  • -

    erfverharding;

  • -

    hemelwatersysteem waaronder dakgoten, buizen voor afvoer en reguliere riolering;

  • -

    kuilplaten of sleufsilo’s;

  • -

    installaties of machines voor opvang van perssap of percolaat indien een overloopvoorziening is of wordt aangebracht naar het reguliere riool, de bodem of het oppervlaktewater;

  • -

    waterzuiveringsinstallatie.

7

6

Plaatsen en beheer stuwtjes en andere maatregelen om water langer vast te houden in waterlopen

Subsidiabel:

  • -

    investeringen in stuwen of andere peil-sturende maatregelen;

  • -

    bijbehorende installatie- en aanlegkosten.

 

Niet subsidiabel:

  • -

    jaarlijkse (onderhouds)kosten of aanpassen (overige) watergangen.

7

Toelichting bij het Openstellingsbesluit

Deze openstelling is de eerste openstelling voor de Veenkoloniën (zie definitie voor de geografische afbakening) waarmee we landbouwers (en met name akkerbouwers) willen stimuleren om te investeren in innovatie en modernisering van hun bedrijf. De regeling is vooral bedoeld om de aanschaf van modernere installaties en machines te stimuleren, waarmee de landbouwers hun positie op gebied van innovatie en modernisering in duurzaamheid kunnen versterken.

De modernisering moet bijdragen aan verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, volksgezondheid en biodiversiteit. Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komen niet voor op de lijst.

Gedeputeerde Staten van Groningen stelt mede name Gedeputeerde Staten van Drenthe een lijst vast met innovatieve en duurzame investeringen die relevant zijn voor de bedrijfsvoering van akkerbouwers binnen het veenkoloniaal gebied. Op deze lijst zijn alleen investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor innovatie en modernisering, zodat het niet nodig is een minimumscore op te nemen. De score per investeringscategorie is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan de innovatie en modernisering (gericht op milieu, klimaatbestendigheid, volksgezondheid en biodiversiteit) en de beleidsmatige voorkeur van beide provincies.

De investeringen zijn zo gekozen dat zij bijdragen aan één of meerdere thema’s zoals die benoemd zijn in het Nederlandse plattelandsontwikkelingsprogramma, namelijk:

  • a.

    verschuiving van de bestaande kostenreductiestrategie naar een meerwaardestrategie, met nieuwe marktconcepten, nieuwe verdienmodellen of meerwaardecreatie;

  • b.

    beter beheer van productierisico's, versterking van de positie van de primaire producent in de handelsketen of het verminderen van marktfalen;

  • c.

    maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en bestrijdingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid);

  • d.

    klimaatmitigatie (vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door een zuiniger energiegebruik, reductie van het gebruik van fossiele energie door omschakeling op hernieuwbare energie, productie van hernieuwbare energie);

  • e.

    klimaat adaptatie (door het tegen gaan van dan wel het verminderen van de effecten van grotere watertekorten en -overschotten en toenemende verzilting);

  • f.

    verbetering van dierenwelzijn of diergezondheid en verminderd risico voor de volksgezondheid bij de interactie tussen mens en dier;

  • g.

    behoud en versterking van de biodiversiteit en de omgevingskwaliteit.

De openstelling is gericht op een brede uitrol (hoog totaal subsidiebedrag) van gewenste investering(en) voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen in de veenkoloniale landbouw, waarbij de nadruk ligt op akkerbouwbedrijven. Het aantal subsidiabele maatregelen is daarom gering.

Het gaat om investeringen die weliswaar door voorlopers al gedaan zijn, maar waarbij een bredere uitrol onvoldoende op gang komt en waarvan stimuleren van het gebruik beleidsmatig van belang geacht wordt. (Verordening: art.2.2.1,lid1 sub b.). In dit geval is er al veel bekend over de investeringen en zijn ‘mate van innovatie’ en ‘kans op succes’ minder relevant. Kosten efficiëntie en effectiviteit zijn van groter belang. Voor het stimuleren van dit soort vernieuwingen wordt gekozen voor het werken met een investeringslijst, waarop investeringen worden vermeld die, gelet op de doelstelling van de openstelling, bewezen kosten efficiënt en effectief zijn.

De investeringslijst is mede gebaseerd op de investeringslijst van openstellingen voor fysieke investeringen in verduurzaming van agrarische ondernemingen voor jonge landbouwers.

De aanvragen worden gerangschikt op de score van de investeringen. Deze score wordt bepaald aan de hand van de score op innovatie en modernisering in combinatie met de beleidsscore, zoals opgenomen in bijlage 1.

Indien een aanvraag uit meerdere investeringen bestaat wordt de score bepaald op basis van de gemiddelde score. Dit wil zeggen dat de score van de individuele investeringen bij elkaar worden opgeteld en gedeeld door het aantal investeringen.

Samenvatting belangrijkste kenmerken van deze openstelling:

  • minimaal subsidiebedrag per aanvraag € 10.000,-, maximaal kan € 100.000,- subsidie worden aangevraagd.

  • subsidiepercentage 40%;

  • investeringsaanvragen dienen daarmee minimaal € 25.000,- te bedragen;

  • 6 categorieën subsidiabele maatregelen;

  • een agrariër kan 1 aanvraag indienen (waarbinnen meerdere investeringen);

  • totaal beschikbare subsidie voor deze maatregel: € 1,8 mln.;

mogelijkheid indienen eindigt 1 mei 2017.