Regeling vervallen per 01-04-2019

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent groot onderhoud en restauratie rijksmonumenten Subsidieregeling GRRG 2018

Geldend van 08-11-2018 t/m 31-03-2019

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent groot onderhoud en restauratie rijksmonumenten Subsidieregeling GRRG 2018

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat in hun vergadering van 6 maart 2018, nr. A.15, afdeling ECP, dossiernummer K8724, is vastgesteld de Regeling groot onderhoud en restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2018 (citeertitel: Subsidieregeling GRRG 2018).

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Overwegende dat:

  • -

    de Provincie Groningen een budget beschikbaar stelt voor groot onderhoud waaronder restauratie en herbestemming van rijksmonumenten in de provincie Groningen. Dit budget komt voort uit twee taken. Ten eerste behoort het bij de taak die de provincies met ingang van 2012 hebben gekregen om de rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten te verdelen. In februari 2012 hebben Rijk en IPO afspraken gemaakt over de decentralisatie van de rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten van rijk naar de provincies. Ten tweede behoort de taak bij de verantwoordelijkheid die het ministerie van OCW, de Nationaal Coördinator Groningen, de aardbevingsgemeenten en de provincie Groningen in het erfgoedprogramma voor het aardbevingsgebied zijn overeengekomen om budget beschikbaar te stellen voor restauratie en onderhouden van eigenaren van rijksmonumenten gelegen in de gemeenten die getroffen zijn door de gevolgen van de gaswinning. Dit vanuit de gedachte dat goed onderhoud de eerste stap in de versterking is.

  • -

    het budget de Provincie Groningen in staat stelt een regierol te vervullen voor het gebiedsgerichte monumentenbeleid. Belangrijk hierbij is de herbestemming van monumentale panden en de samenwerking met regionale partners. De provincie wil het gebruik van rijksmonumenten stimuleren vanuit de gedachte dat het gebruik van rijksmonumenten bijdraagt aan de instandhouding van het monument.

Gelet op:

  • -

    Groningen Erfgoedprogramma 2017-2021;

  • -

    Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen 2017-2021;

  • -

    Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    Erfgoedwet;

  • -

    Besluit ruimtelijke ordening;

  • -

    Omgevingsverordening provincie Groningen 2016;

  • -

    Leidraad Subsidieregeling Instandhouding Monumenten;

  • -

    Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187/1) en de verordening (EU) 2017/1084 van de Europese Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van verordening (EU) nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden (PbEU 2017, L156/1);

  • -

    Uitvoeringsprogramma Cultuur Provincie Groningen 2017-2020;

  • -

    gemaakte afspraken tussen IPO en Rijk met betrekking tot de decentralisatie van de rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten.

Besluiten:

Vast te stellende hetgeen volgt:

Regeling groot onderhoud en restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    rijksmonument: monument dat is opgenomen in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet, met uitzondering van een archeologisch- of groen monument;

  • b.

    groot onderhoud: uitvoering van die werkzaamheden waaronder restauratie, die het reguliere onderhoud te boven gaan en die voor het herstel van een gebouwd rijksmonument noodzakelijk zijn;

  • c.

    regulier onderhoud: werkzaamheden die periodiek aan een monument worden uitgevoerd om het monument sober en doelmatig in stand te houden;

  • d.

    restauratieplan: beschrijving van de restauratie;

  • e.

    exploitatieplan: een inhoudelijke en financiële beschrijving van de wijze waarop in de periode van vijf jaren na afronding van de restauratie wordt voorzien in de exploitatie van het rijksmonument casu quo van de benodigde onderhoudswerkzaamheden om het rijksmonument in een goede staat te houden;

  • f.

    herbestemming: indien er na restauratie een andere dan de oorspronkelijke functie kan worden gevestigd dan wel indien een substantiële verbreding van de oorspronkelijke functie kan worden gerealiseerd;

  • g.

    Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV): Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187/1) en de verordening (EU) 2017/1084 van de Europese Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van verordening (EU) nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden (PbEU 2017, L156/1);

  • h.

    aardbevingsgemeenten: de gemeenten binnen het aardbevingsgebied, zoals vastgelegd in de meest actuele versie van de Omgevingsverordening provincie Groningen;

  • i.

    sober en doelmatig onderhoud: onderhoud dat gericht is op de instandhouding van het rijksmonument en zijn monumentale waarden, technisch noodzakelijk zijn en gericht op het maximaal behoud van aanwezige monumentale waarden;

  • j.

    rijksmonument met woonfunctie: rijksmonument of zelfstandig onderdeel dat is vervaardigd voor bewoning of dat voor meer dan de helft van de oppervlakte voor bewoning in gebruik is.

Artikel 2 Doel van de subsidieregeling

  • 1. Met de uitvoering van deze regeling worden de volgende resultaten beoogd:

    • a.

      groot onderhoud, waaronder restauratie van rijksmonumenten binnen de provincie Groningen;

    • b.

      herbestemming van rijksmonumenten binnen de provincie Groningen;

    • c.

      rekening houden met specifieke factoren in de aardbevingsgemeenten en deze bij de weging van de aanvragen betrekken.

  • 2. Daarnaast beogen wij met de inzet van de middelen in het kader van deze regeling de volgende positieve effecten binnen de provincie Groningen:

    • a.

      het stimuleren van de inzet van andere publieke en private middelen voor groot onderhoud van deze monumenten;

    • b.

      het stimuleren van inzet van (particuliere) eigenaren om hun pand in stand te houden;

    • c.

      het leveren van een bijdrage aan het vestigingsklimaat van de provincie Groningen;

    • d.

      het stimuleren van de opleiding van restauratievaklieden;

    • e.

      het stimuleren van investeringen die een bijdrage leveren aan energiebesparing en de transitie naar duurzame energiebronnen;

    • f.

      het behouden van het monument in de context van zijn omgeving en landschap.

Artikel 3 Doelgroep

De subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    eigenaar van een rijksmonument zonder woonfunctie gelegen binnen de provincie Groningen.

  • b.

    eigenaar van een rijksmonument met of zonder een woonfunctie gelegen in een aardbevingsgemeente.

  • c.

    de toekomstige eigenaar van een rijksmonument, gelegen binnen de Provincie Groningen, bedoeld in a en b, mits de aanvraag voor subsidie vergezeld gaat van een door verkoper en koper ondertekende koopovereenkomst voor het betreffende rijksmonument.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    groot onderhoud of restauratie van een rijksmonument;

  • b.

    herbestemming in combinatie van groot onderhoud waaronder restauratie van een rijksmonument.

Artikel 5 Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    voor de subsidiabele kosten, waarop de aanvraag betrekking heeft, reeds een andere subsidie is verstrekt door Rijk of provincie Groningen;

  • b.

    de omvang van de subsidiabele restauratiekosten binnen de totale projectkosten minder dan € 35.000,- bedraagt;

  • c.

    met de uitvoering van het project is begonnen voordat de aanvraag is ingediend;

  • d.

    de aanvrager een onderneming is die in financiële moeilijkheden verkeert als bedoeld in artikel 2, onder 18, van de AGVV;

  • e.

    de aanvrager een onderneming is tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder a, van de AGVV;

  • f.

    het rijksmonument in het bezit is van de centrale overheid of een van de decentrale overheden, tenzij er sprake is van indiening door een toekomstige eigenaar als bedoeld in artikel 3, onder c;

  • g.

    de begroting van het ingediende project niet sluitend is;

  • h.

    in het geval van een rijksmonument zonder woonfunctie op basis van het exploitatieplan de exploitatie van het monument na restauratie voor een periode van zes jaren niet is veiliggesteld;

  • i.

    in geval het onderhoud voor de komende zes jaren niet is veiliggesteld;

  • j.

    het rijksmonument niet is gelegen in de provincie Groningen;

  • k.

    uitsluitend subsidie wordt aangevraagd voor herbestemming dan wel de herbestemming niet plaatsvindt in combinatie met groot onderhoud van het rijksmonument;

  • l.

    het rijksmonument een woonfunctie heeft en gelegen is buiten de aardbevingsgemeenten.

  • m.

    niet is voldaan aan de bepalingen, verplichtingen en vereisten zoals die zijn gesteld in deze regeling.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn:

  • a.

    de kosten, bedoeld in artikel 4 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten van het Rijk, en gespecificeerd in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten van de Subsidieregeling instandhouding monumenten;

  • b.

    sober en doelmatig van aard gemaakte kosten ten behoeve van de herbestemming van het rijksmonument.

Artikel 7 Subsidiehoogte

  • 1. De subsidie voor groot onderhoud zonder herbestemming bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 400.000,-.

  • 2. De subsidie voor groot onderhoud bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 6, onder a, met een maximum van € 400.000,-.

  • 3. De subsidie voor herbestemming bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 6, onder b, met een maximum van € 20.000,-.

  • 4. Indien ter zake van de te subsidiëren activiteiten reeds door een ander bestuursorgaan of door de Europese Commissie steun is verstrekt, wordt de hoogte van de subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan 80% van het totaal van de voor subsidie in aanmerking komende kosten met een maximum van € 1.000.000,-.

  • 5. In de verleningsbeschikking wordt het bevoorschottingritme vastgelegd.

Artikel 8 Subsidieplafond

In het Provinciaal Blad worden deze regeling jaarlijks de volgende subsidieplafonds bekendgemaakt:

  • a.

    subsidieplafond voor rijksmonumenten die gelegen zijn in de provincie Groningen;

  • b.

    subsidieplafond voor rijksmonumenten die gelegen zijn in de aardbevingsgemeenten.

Artikel 9 Subsidieaanvraag

  • 1. Aanvragen kunnen in de periode van 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019, vóór 1 mei, vóór 1 juli en vóór 1 oktober worden ingediend.

  • 2. Aanvragen kunnen digitaal of schriftelijk worden ingediend.

  • 3. In afwijking van het eerste lid kunnen Gedeputeerde Staten besluiten de tweede, derde of vierde ronde van een kalenderjaar niet open te stellen indien het subsidieplafond voor het betreffende kalenderjaar (vrijwel) bereikt is.

  • 4. De subsidieaanvraag bevat:

    • a.

      een door een deskundige opgesteld restauratieplan voor het rijksmonument met een actuele beschrijving van de werkzaamheden;

    • b.

      een tijdsplanning van de werkzaamheden;

    • c.

      in het geval van een niet-woonhuis een exploitatieplan;

    • d.

      indien er sprake is van herbestemming een beschrijving van de huidige en nieuwe bestemming;

    • e.

      een sluitende begroting van het ingediende project en daarnaast stukken waaruit blijkt dat de benodigde cofinanciering reeds is toegezegd dan wel beschikbaar is;

    • f.

      alleen voor projecten met herbestemming: een toelichting op de bijdrage aan het lokale en regionale vestigingsklimaat en de leefbaarheid;

    • g.

      een toelichting waarin wordt aangegeven wat de uitkomsten zijn van het inventariseren van mogelijke maatregelen op het gebied van energiebesparing en duurzaamheid, een onderbouwing van de keuzes die er op dit vlak in het kader van het project zijn gemaakt, en wordt aangegeven welk percentage van de projectkosten wordt besteed aan maatregelen ten aanzien van energiebesparing en duurzaamheid;

    • h.

      een toelichting op de wegingsfactoren, genoemd in artikel 12;

    • i.

      in het geval van een woonhuis een toelichting waaruit blijkt dat het onderhoud voor de komende zes jaren is veiliggesteld.

Artikel 10 Restauratieplan

  • 1. Een restauratieplan of plan voor groot onderhoud bestaat uit:

    • a.

      een beschrijving van de technische staat van het rijksmonument waarin de gebreken van het monument nauwkeurig worden beschreven;

    • b.

      tekeningen van de bestaande toestand van het monument en tekeningen van de voorgenomen herstelwerkzaamheden aan en wijzigingen van het monument;

    • c.

      een gespecificeerd bestek en werkbeschrijving;

    • d.

      een recente naar kostensoort gespecificeerde begroting;

    • e.

      een inspectierapport niet ouder dan twee jaren;

    • f.

      de benodigde vergunningen voor groot onderhoud en indien van toepassing voor de herbestemming van het betreffende monument;

    • g.

      in het geval van herbestemming: overzicht van de voor het betreffende Rijksmonument verkregen subsidies over een periode van de laatste driejaren.

  • 2. De in het eerste lid genoemde beschrijvingen, tekeningen en rapportages dienen te zijn opgemaakt door een deskundige op dit vlak overeenkomstig de Leidraad van de rijkssubsidieregeling Subsidieregeling instandhouding monumenten.

Artikel 11 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen moeten aanvragen, aan alle volgende vereisten voldoen:

  • a.

    het project betreft restauratie of groot onderhoud van een gebouwd rijksmonument in de provincie Groningen;

  • b.

    ten tijde van de subsidieaanvraag beschikt de aanvrager over alle voor het project benodigde vergunningen;

  • c.

    uit de subsidieaanvraag moet blijken dat de start van uitvoering binnen zes maanden na subsidieverlening kan plaatsvinden. Gedeputeerde Staten kunnen hier van afwijken;

  • d.

    in de subsidieaanvraag wordt aannemelijk gemaakt dat de uitvoering van het project binnen twee jaren na de start van de restauratie gereed is. Gedeputeerde Staten kunnen hiervan afwijken.

Artikel 12 Wegingsfactoren

  • 1. De volgende factoren zijn bij de weging van alle aanvragen van toepassing:

    • a.

      de mate van cofinanciering;

    • b.

      de uniciteit van het rijksmonument en de plaats van het monument in de Groninger geschiedenis;

    • c.

      de staat van onderhoud van het monument;

    • d.

      de mate waarin binnen het totaalproject de genomen energiebesparende en andere duurzaamheidsmaatregelen bijdragen aan de vermindering van het energieverbruik van het monument ten opzichte van de totale projectkosten.

  • 2. Voor aanvragen waarbij sprake is van herbestemming gelden tevens de volgende factoren:

    • a.

      de mate waarin de herbestemming bijdraagt aan de leefbaarheid;

    • b.

      de mate waarin de herbestemming bijdraagt aan het vestigingsklimaat;

  • 3. Voor aanvragen uit de tien aardbevingsgemeenten is tevens de volgende factor van toepassing: urgentie, is er sprake van groot onderhoud in combinatie met schadeherstel of versterking.

Artikel 13 Verdeelsystematiek

  • 1. De beschikbare gelden worden verdeeld in volgorde van rangschikking van de aanvragen, waarbij een aanvraag hoger wordt gerangschikt naarmate het meer voldoet aan de wegingsfactoren, genoemd in artikel 11 en nader beschreven in bijlage 1.

  • 2. De verdeling verloopt als volgt: eerst worden de aanvragen die betrekking hebben op monumenten die gelegen zijn in de aardbevingsgemeenten gerangschikt. Vervolgens worden de aanvragen die betrekking hebben op monumenten die gelegen zijn in de andere gemeenten in de provincie Groningen gerangschikt.

  • 3. Aanvragen die betrekking hebben op monumenten die gelegen zijn in de aardbevingsgemeenten vallen onder het plafond, bedoeld in artikel 8, onder b. Aanvragen die betrekking hebben op monumenten die gelegen zijn in de andere gemeenten in de provincie Groningen vallen onder het plafond, als bedoeld in artikel 8, onder a. Indien het plafond, bedoeld in artikel 8, onder b, is bereikt vallen, in afwijking van het hiervoor vermelde, ook aanvragen die betrekking hebben op monumenten die gelegen zijn in de aardbevingsgemeenten onder het plafond, bedoeld in artikel 8, onder a, met uitzondering van rijksmonumenten met een woonfunctie.

  • 4. Indien het plafond bedoeld in artikel 8 onder b niet wordt bereikt, wordt het provinciaal deel van dit budget toegevoegd aan het subsidieplafond als bedoeld in artikel 8 onder a.

Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Het project wordt uitgevoerd overeenkomstig het ingediende projectplan en het restauratieplan, en overeenkomstige het bepaalde in de beschikking tot subsidieverlening.

  • 2. Onvoorziene wijzigingen in het project of projectplan die het detailniveau overstijgen worden onverwijld schriftelijk ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten voorgelegd.

  • 3. Zodra de werkzaamheden starten dient dit te worden gemeld aan de provincie Groningen, waarbij tevens wordt aangegeven of de planning ongewijzigd is. Indien de planning van de werkzaamheden is gewijzigd, moet de aanleiding daarvan worden toegelicht en een aangepaste planning worden meegestuurd.

  • 4. Met de werkzaamheden voor restauratie en herbestemming wordt een aanvang gemaakt binnen zes maanden na de datum van de subsidieverlening.

  • 5. De restauratie of herbestemming van een rijksmonument mag alleen worden uitgevoerd onder leiding van een architect of deskundige met restauraties.

  • 6. Gedeputeerde Staten kunnen toestemming verlenen af te wijken van het vijfde lid, indien naar hun oordeel blijkt dat de restauratie onder begeleiding van een organisatie plaatsvindt, waarvan de deskundigheid op dit terrein genoegzaam is gebleken.

  • 7. De werkzaamheden voor restauratie en herbestemming zijn voltooid binnen twee jaar na de datum van de start van de restauratie.

  • 8. Verlenging van de termijnen, bedoeld in het vierde en zevende lid, is slechts mogelijk indien voor het aflopen van de termijn vooraf een schriftelijk verzoek wordt ingediend met een toelichting op de reden van de vertraging of de voortgang van de activiteit en de verwachte duur van de vertraging. Deze verlenging is eenmalig en bedraagt maximaal één jaar.

  • 9. In afwijking van het achtste lid kunnen Gedeputeerde Staten vaker dan eenmaal instemmen met verlenging van de termijnen indien de vertraging van het project het gevolg is van overmacht, of in de gevallen waarbij er sprake is van geconstateerde aardbevingsschade aan het monument.

  • 10. De eigenaar is verplicht controle toe te staan op de uitvoering van het project.

  • 11. Indien sprake is van verstrekking van opdrachten voor infrastructurele werken, leveringen of diensten, wordt voldaan aan de wet- en regelgeving voor aanbesteden, waarbij de geldende drempels en procedures van de Aanbestedingswet 2012 in acht worden genomen.

  • 12. Van bouw- en directieverslagen van de uitvoering van het project dienen per e-mail afschriften te worden verzonden aan de ambtelijke contactpersoon.

  • 13. De aanvrager wordt gevraagd de restauratie aan te melden als leerlingwerkplaats bij het Restauratie Opleidingsproject Noord.

  • 14. Alleen bij aanvragen ingediend door de toekomstige eigenaar, bedoeld in artikel 3, onder b, dient binnen 6 weken na subsidieverlening de levering te hebben plaatsgevonden en Gedeputeerde Staten daarvan in kennis te zijn gesteld.

Artikel 15 Vaststelling subsidie

  • 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend uiterlijk 13 weken na voltooiing van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend en bestaat uit:

    • a.

      een financieel verslag van de realisatie van het project in relatie met de oorspronkelijke begroting en het dekkingsplan zoals opgenomen in de aanvraag;

    • b.

      een inhoudelijk eindverslag over de realisatie van het project in relatie met de oorspronkelijke opzet zoals beschreven in de aanvraag alsmede met betrekking tot de invulling van de aanvullende voorschriften en verplichtingen zoals deze zijn opgenomen in de verleningsbeschikking;

    • c.

      een financieel verslag, afkomstig van een administratiekantoor voor subsidies tot € 125.000,-;

    • d.

      een verklaring van getrouwheid die is opgesteld door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voor subsidies vanaf € 125.000,-.

  • 2. De vast te stellen subsidie wordt naar evenredigheid verlaagd indien de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan opgenomen in de projectbegroting of indien de werkelijke inkomsten hoger zijn dan geraamd in de projectbegroting zoals deze is opgenomen in de aanvraag.

  • 3. De eigenaar is verplicht bij het indienen van de aanvraag voor subsidievaststelling een plan voor het onderhoud in te dienen voor een periode van vijf jaar, gerekend vanaf het moment van subsidievaststelling.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling wordt bekendgemaakt in het Provinciaal Blad en treedt in werking op 1 april 2018 en eindigt met ingang van 1 april 2019.

  • 2.

    Deze regeling blijft van toepassing op subsidies die voor 1 april 2019 op grond van deze regeling zijn aangevraagd of verleend en op daarop betrekking hebbende bezwaar- of beroepschriften.

Artikel 17 Overgangsrecht

1. De Beleidsregel BRRG 2017-2020 wordt met ingang van 1 april 2018 ingetrokken.

2. Op subsidies die zijn aangevraagd voor de inwerkingtreding van deze subsidieregeling blijft de Beleidsregel BRRG 2017-2020 van toepassing.

Artikel 18 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Subsidieregeling GRRG 2018.

Ondertekening

Groningen, 6 maart 2018. .

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas ,

voorzitter.

H.J. Bolding,

secretaris.

Bijlage behorende bij en onderdeel uitmakende van de Subsidieregeling GRRG 2018

UITWERKING WEGINGSFACTOREN RESTAURATIEPROJECTEN

ALLE PROJECTEN:

1. Mate van cofinanciering

Mate waarin sprake is van cofinanciering.

Score:

0 - het maximale percentage subsidie van 70% wordt gevraagd (de eigen bijdrage subsidiabele kosten is 30%).

1 - gevraagd wordt een bijdrage vanaf 50% tot 70%

2 - gevraagd wordt een bijdrage vanaf 35% tot 50%

3 - gevraagd wordt een bijdrage onder de 35% (eigen bijdrage is meer dan 65%)

2. Uniciteit en plaats in Groninger geschiedenis

Dit betreft de waarde van het monument in de relatie met andere, gelijksoortige objecten in de regio / het gehele land en in relatie met de betekenis van het object vanuit in de Groninger Geschiedenis:

  • Hoeveel van dit type monumenten zijn er in de betreffende gemeente / provincie?

  • Betekenis binnen het oeuvre, waarbij factoren als materiaalgebruik, plaats binnen de ruimtelijke context en de kwaliteit exterieur (en indien van toepassing ook aanwezigheid/kwaliteit van het interieur) een rol spelen.

  • In welke periode is het monument gebouwd, welk belang heeft deze periode binnen het geschiedenisverhaal van Groningen en wat is de waarde van het monument in relatie tot de betreffende periode.

Score:

0 - Binnen de gemeente zijn meerdere monumenten van hetzelfde type aanwezig, de kwaliteit van het betreffende monument is in vergelijking met de andere monumenten van hetzelfde type laag,

1 - Binnen de provincie zijn meerdere van hetzelfde type aanwezig, maar betreft in de gemeente een bijzonder object c.q. een object met bijzonderheden waardoor het 'er bovenuit steekt'

2 - Betreft een op provinciale schaal bijzonder rijksmonument, ook in relatie met de Groninger geschiedenis.

3 - Uniek monument op provinciale schaal, zeker deze score wanneer het (ook) in landelijke context bijzonder is, waarbij er een relatie is met de Groninger geschiedenis. Kan ook deze score krijgen wanneer sprake is van een duidelijke 'provinciale parel' - er is dan sprake van een object wat binnen de provincie zeer bijzonder is (bijvoorbeeld een monument waarbij vrijwel het gehele interieur nog oorspronkelijk is).

 

3. Staat van onderhoud van het monument (telt twee keer mee)

Dit betreft de waarde van het monument in relatie tot de onderhoudstoestand van het pand. De toegekende waarde in de erfgoedmonitor is bepalend.

Score:

0 - Het monument is een goede staat van onderhoud.

1 - Het monument is een redelijke staat van onderhoud.

2 - Het monument is een matige staat van onderhoud.

3 - Het monument is een slechte staat van onderhoud.

 

4. Energiebesparende en andere duurzaamheidsmaatregelen:

Welke energiebesparende of duurzaamheidsmaatregelen worden er bij de restauratie betrokken in het ingediende projectplan. Een maatregel kan zijn aanbrengen van isolatie, danwel het plaatsen van zonnepanelen etc. Score:

0 - Er zijn geen maatregelen opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben.

1 - Er is 1 type maatregel opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben of de investering in deze maatregelen is 0 - 3% ten opzichte van de totale restauratiekosten binnen het project;

2 - Er zijn twee of drie maatregelen opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben of de investering in deze maatregelen is tussen de 3 en 6% ten opzichte van de totale restauratiekosten binnen het project.

3 - Er zijn vier of meer maatregelen opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben of de investering in deze maatregelen is meer dan 6% ten opzichte van de totale restauratiekosten binnen het project.

  

EXTRA VOOR PROJECTEN HERBESTEMMING:

 

5. Bijdrage aan het vestigingsklimaat:

Het vestigingsklimaat = het geheel aan factoren dat bepaalt hoe aantrekkelijk het is om een vestiging te openen in een bepaald gebied.

De mate waarin het project een bijdrage levert een aantal aspecten waaruit het vestigingsklimaat bestaat, te weten;

  • het op peil houden c.q. verbeteren van het voorzieningenniveau (waaronder ook op het terrein van recreatie en toerisme);

  • een aantrekkelijke woon- en leefomgeving;

  • bereikbaarheid.

Aangezien woonomgeving en bereikbaarheid hier onder leefbaarheid worden meegenomen gaat het hier bij de factor vestigingsklimaat om het voorzieningenniveau.

Score:

0 - Er kan geen bijdrage aan het vestigingsklimaat worden toegekend aan het project;

1 - Het project levert een zeer beperkte bijdrage aan het vestigingsklimaat, wellicht op langere termijn wat grotere effecten.

2 - Het project levert direct / op korte termijn een redelijke bijdrage aan het regionale

vestigingsklimaat.

3 - Het project levert een flinke bijdrage aan het regionale vestigingsklimaat.

 

6. Leefbaarheid:

In welke mate draagt de herbestemming bij aan de leefbaarheid van het gebied waar het monument staat.

Leefbaarheid op het platteland heeft te maken met zowel sociale (inbreng en betrokkenheid bewoners), economische als ruimtelijke aspecten (woonklimaat, bereikbaarheid). Aangezien de economische aspecten vrijwel gelijk zijn aan de aspecten die te maken hebben met het vestigingsklimaat, worden deze hier niet onder leefbaarheid meegenomen. Vooral in kleinere leefgemeenschappen hangt het succes van initiatieven voor verbetering van de leefbaarheid sterk samen met de directe betrokkenheid en inbreng van bewoners.

Negatieve invloeden zijn een terugloop van voorzieningen en diensten.

Score:

0 - Geen verwachte bijdrage aan verbetering / behoud van de leefbaarheid (status quo);

1 - Levert een verwachte maar niet concreet aantoonbare beperkte bijdrage aan verbetering / behoud van de leefbaarheid.

2 - Levert een verwachte grotere dan wel een concreet aantoonbare beperktere bijdrage aan verbetering / behoud van de leefbaarheid.

3 - Levert een concreet aantoonbare, belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid.

 

PROJECTEN GELEGEN BINNEN DE TIEN AARDBEVINGSGEMEENTEN VAN HET ERFGOEDPROGRAMMA 2017-2020

 

7. Urgentie (telt twee keer mee)

Is er sprake van groot onderhoud waaronder restauratie in combinatie met schadeherstel en/of versterking van een rijksmonument. Dit hoeft niet in de aanvraag te zitten, maar de restauratie wordt wel in combinatie met schadeherstel en/of versterking uitgevoerd.

 

Score:

0 - Er is geen sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder restauratie en schadeherstel en/of versterking.

1 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder restauratie en schadeherstel.

2 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder restauratie en versterking.

3 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder restauratie en schadeherstel en versterking.

 

Bepaling totaalscore:

Om projecten met en zonder herbestemming onderling met elkaar te kunnen vergelijken, wordt de totaalscore in punten gedeeld door het maximaal aantal te halen punten op de wegingsfactoren die van toepassing zijn en vermenigvuldigd met 100.