Regeling vervallen per 01-07-2023

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent wadlopen Wadloopverordening provincie Groningen 2019

Geldend van 01-01-2020 t/m 30-06-2023

Intitulé

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent wadlopen Wadloopverordening provincie Groningen 2019

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat Provinciale Staten op 13 maart 2019, nr. 4.d,voordracht nummer 4/2019 , afdeling ECP, dossiernummer K13901, hebben besloten tot vaststelling van de Wadloopverordening provincie Groningen 2019. Het besluit luidt als volgt:

Provinciale Staten van Groningen:

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 29 januari 2019, nr. 2019-004240, ECP;

Overwegende:

  • -

    dat regulering van het wadlopen vanuit oogpunt van veiligheid gewenst is;

  • -

    dat door de Wet natuurbescherming inmiddels wordt voorzien in de bepalingen krachtens de Wadloopverordening 1996 ten behoeve van de natuurbescherming;

Gelet op:

  • -

    artikel 118, 143, 145 en 152 van de Provinciewet;

Besluiten:

  • I.

    de Wadloopverordening Groningen 1996 per 1 januari 2020 in te trekken;

  • II.

    vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 - Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Begeleider: een meerderjarige die een natuureducatieve tocht begeleidt of degene die de gids ondersteunt, maar geen erkenning tot wadloopgids heeft;

  • -

    Begeleiderspas: een door een vergunninghouder of door het bevoegd gezag afgegeven pas voor een begeleider;

  • -

    Deelnemer: persoon die aanwezig is tijdens een wadlooptocht, met uitzondering van gidsen en begeleiders;

  • -

    EindtermenWadloopgids: criteria ten aanzien van opleiden en examineren van wadgidsen;

  • -

    Erkenningtotwadloopgids: een beschikking waarbij, op basis van een verklaring van de examencommissie, wordt vastgesteld dat een persoon het wadloopexamen heeft gehaald;

  • -

    Examencommissie: een door de gezamenlijke wadlooporganisaties ingestelde commissie, die wadloopexamens afneemt;

  • -

    GedeputeerdeStaten: Gedeputeerde Staten van Groningen;

  • -

    Gids: een meerderjarige die leidinggeeft aan een wadlooptocht en een erkenning tot wadloopgids bezit;

  • -

    Natuureducatievetocht: een tocht gehouden in door Gedeputeerde Staten aangewezen gebieden, zoals opgenomen in het Beheerplan Waddenzee;

  • -

    Platenenkwelders: gedeelten van de Waddenzee die bij gemiddeld laag water geheel of grotendeels droogvallen;

  • -

    Solo-pas: pas voor een persoon, die een wadlooptocht zonder deelnemers houdt;

  • -

    Veiligheid adviescommissie: een commissie bestaande uit personen die specifieke kennis hebben op het gebied van het wadlopen met betrekking tot de veiligheid;

  • -

    Waddenzee: het gebied, zoals aangegeven op bijlage 4 gevoegd bij het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro);

  • -

    Wadloopbewijs: een verklaring van de examencommissie, dat de houder van het bewijs het wadloopexamen heeft gehaald;

  • -

    Wadlopen: het recreatief zich op de platen en/of kwelders van de Waddenzee bevinden;

  • -

    Wadloopexamen: een theoretische en praktische toetsing afgenomen door de examencommissie op basis van de eindtermen wadloopgids;

  • -

    Wadlooporganisatie: een rechtspersoon die wadlooptochten organiseert;

  • -

    Wadlooptocht: het in groepsverband of individueel wadlopen.

Artikel 2 - Verbodsbepaling

Wadlopen en het houden van een wadlooptocht is verboden zonder vergunning.

Artikel 3 - Veiligheid adviescommissie

[gereserveerd]

Artikel 4 - Vergunning

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen vergunning verlenen voor het houden van een of meer wadlooptochten;

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen een vergunning begrenzen naar tijd of plaats;

  • 3. Gedeputeerde Staten kunnen voorschriften verbinden aan de vergunning in het belang van de veiligheid van de gidsen, begeleiders en deelnemers;

  • 4. De vergunning is niet overdraagbaar;

  • 5. De vergunning wordt voor maximaal zes jaren verleend.

Artikel 5 - Vrijstelling

  • 1. Het in artikel 2 omschreven verbod geldt niet voor:

    • a.

      de geregistreerde deelnemer aan een wadlooptocht, mits

      • 1.

        deze wadlooptocht is georganiseerd door een vergunninghouder en

      • 2.

        de deelnemer zich bevindt in de onmiddellijke nabijheid van de gids;

    • b.

      de opvarenden van een drooggevallen of een voor anker liggend vaartuig, die zich op dezelfde plaat of kwelder als het vaartuig bevinden, mits zij met ten hoogste zeven personen zijn;

    • c.

      een persoon die, vanaf de kust van het vasteland of vanaf een eiland, een aan deze kust

      of dat eiland grenzende plaat of kwelder betreedt, teneinde een recreatieve activiteit te ondernemen met een strikt lokaal karakter, niet zijnde een wadlooptocht, “zoals genoemd in de bijlage van het Natura-2000 Beheerplan Waddenzee” mits geen geul wordt overgestoken.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen vrijstelling van het in artikel 2 omschreven verbod verlenen voor door hen aan te wijzen categorieën wadlopers of wadlooptochten.

Artikel 6 - Aanvraag

  • 1. De aanvraag van een vergunning wordt schriftelijk ingediend bij Gedeputeerde Staten van Fryslân;

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de aanvraag en periode van indienen;

  • 3. De aanvrager van een vergunning verstrekt desgewenst alle inlichtingen, die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten voor de beoordeling van een aanvraag noodzakelijk zijn;

  • 4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen dertien weken na het indienen van de aanvraag c.q. het sluiten van de termijn voor indienen als bedoeld in het tweede lid. Deze termijn kan eenmaal met ten hoogste zes weken worden verlengd;

  • 5. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 7 - Weigering van de aanvraag

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen de aanvraag tot of vergunning weigeren als:

    • a.

      het belang van de veiligheid dit vordert;

    • b.

      de aanvrager niet aan één of meer vereisten voor het verlenen van een vergunning voldoet;

    • c.

      de aanvrager zich in het verleden niet aan een eerdere aan een vergunning krachtens deze verordening dan wel krachtens de Wadloopverordening Groningen 1996 dan wel de krachtens overeenkomstige verordeningen van de provincie Fryslân of Noord-Holland verbonden voorschrift heeft gehouden;

    • d.

      onjuiste of onvolledige informatie is verstrekt;

    • e.

      de activiteit niet is toegestaan op basis van andere wet- of regelgeving.

Artikel 8 - Wijziging, schorsing of intrekking van de vergunning

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen de vergunning wijzigen, schorsen of intrekken als:

    • a.

      het belang van de veiligheid dit vordert;

    • b.

      de vergunninghouder niet meer aan één of meer vereisten voor het verlenen van een vergunning voldoet;

    • c.

      de vergunninghouder zich niet aan één of meer aan de vergunning verbonden voorschriften heeft gehouden;

    • d.

      bij of in verband met het aanvragen van een vergunning onjuiste of onvolledige informatie is verstrekt en zonder deze handelswijze niet tot het verlenen van de vergunning zou zijn besloten;

  • 2. Gedeputeerde Staten gaan niet over tot intrekking dan nadat zij de vergunninghouder in de gelegenheid hebben gesteld een zienswijze naar voren te brengen en nadat zij advies hebben ingewonnen van de Veiligheid adviescommissie.

Artikel 9 - Bezwaar

De commissie, als bedoeld in de Procedureverordening bezwaar, beroep en klachten provincie Fryslân adviseert over bezwaren tegen besluiten van Gedeputeerde Staten op basis van deze verordening.

Artikel 10 - Toezicht en handhaving

  • 1. De houder van een vergunning volgt de aanwijzingen op van het bevoegd gezag;

  • 2. De houder van een vergunning geeft deze vergunning op eerste vordering van de in het lid 4 bedoelde ambtenaren ter inzage af;

  • 3. De gids geeft de erkenning tot wadloopgids, de begeleider geeft de begeleiderspas en de solo-loper geeft de solo-pas op eerste vordering van de in lid 4 bedoelde ambtenaren ter inzage af;

  • 4. Met het toezicht op de naleving en het opsporen van overtredingen van het bij of krachtens deze verordening gestelde, zijn belast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde ambtenaren en de door Gedeputeerde Staten van Groningen, Fryslân en Noord-Holland aangewezen ambtenaren.

Artikel 11 - Strafbepaling

Overtreding van artikel 2, 5 en 10 lid 1 en 2 wordt bestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 12 - Overgangsrecht

De aanvragen, gedaan voor de inwerkingtreding van deze verordening, worden afgedaan op basis van de Wadloopverordening provincie Groningen 1996 en verlening van vergunning dan wel ontheffing daarop geldt voor een periode tot uiterlijk 1 januari 2020.

Artikel 13 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

Artikel 14 - Aanhalingstitel

Deze verordening wordt aangehaald als Wadloopverordening provincie Groningen 2019.

Ondertekening

Groningen, 13 maart 2019

Provinciale Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

H. Engels - van Nijen, griffier.

Nota van Toelichting op de Wadloopverordening Groningen 2019

Aanleiding

De Wadloopverordening 1996 is gebaseerd op aan de ene kant de veiligheid en aan de andere kant de natuurlijke waarden van de Waddenzee. Dit laatste wordt sinds de inwerkingtreding van de Natuurbeschermingswet, thans Wet natuurbescherming concreet geregeld in het Natura 2000-Beheerplan Waddenzee. Ook verder zijn de Wadloopverordeningen die in de provincies Groningen, Fryslân, en Noord-Holland gelden niet meer up to date. In de loop der tijd zijn nieuwe vormen van recreatie op het wad ontstaan waarvoor vanuit oogpunt van veiligheid, toezicht en handhaving regeling wenselijk is.

Na overleg met de andere Waddenprovincies en consultatie van alle betrokken partijen, is een nieuwe geactualiseerde en verbeterde verordening opgesteld, de Wadloopverordening 2019. De nieuwe verordening heeft als doelstelling de veiligheid van het wadlopen zo goed mogelijk te waarborgen en risico’s te verminderen. Dit wordt gebaseerd op een systeem van vergunningverlening. Het nieuwe stelsel wordt per 1 januari 2020 van kracht.

Kenmerken Wadloopverordening 2019

Onder wadlopen wordt onder meer verstaan: wandelen, betreden, lopen, staan, liggen, fietsen, zowel in groepsverband als individueel anders dan noodzakelijk in de uitoefening van beroep of wetenschappelijk onderzoek. De naamgeving van bepaalde tochten als “zwerftocht”, “belevingstocht”, ‘excursie”, “stille tocht” etc. leidde er in de praktijk soms toe dat geen vergunning werd aangevraagd. Voor handhavers was het soms moeilijk om vast te stellen of er sprake was van een wadlooptocht die onder de werkingssfeer van de verordening viel. Door wadlopen en wadlooptocht nu duidelijk te definiëren wordt de verordening beter handhaafbaar.

De basis voor het reguleren van de activiteiten vormt het vergunningenstelsel. De gedetailleerde veiligheidseisen uit de Wadloopverordening 1996 keren niet terug in de nieuwe verordening. Veiligheidsbepalingen worden straks opgenomen in de voorschriften van de vergunning. Zo kunnen ze waar nodig aangepast worden aan de actualiteit en kan maatwerk worden geleverd.

Als belangrijkste voorschrift zal in elke vergunning worden opgenomen, dat de veiligheid van de deelnemers niet in gevaar mag worden gebracht. De veiligheid is de belangrijkste eis om te mogen wadlopen, bovenop de eis tot een vergunning. Hierdoor wordt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid neergelegd bij de vergunninghouder, die beslist om met deelnemers het Wad op te gaan en er zorg voor dient te dragen, dat de aan de vergunning verbonden voorschriften worden nageleefd.

Er wordt overgegaan van een 3- naar een 6-jarig en eenduidig vergunningstelsel, en verdwijnt het onderscheid in A-, B- en C-vergunningen en ontheffingen.

N.B.: De huidige regeling kent (A) organisaties, (B) en (C) vergunninghouders, en ontheffinghouders. In praktijk wordt dit stelsel als ingewikkeld ervaren en vatbaar voor meerdere uitleg.

Door in de verordening alleen het woord “vergunning” op te nemen, geldt voor alle vergunningen hetzelfde basisregime en hoeft de verordening niet elk soort vergunning tot in detail te beschrijven. Bij de vergunningverlening kan maatwerk geleverd worden, met specifieke voorschriften bijvoorbeeld vergelijkbaar met het huidige A-, B- en C-stelsel.

De geldigheidsduur van een vergunning is maximaal zes jaar. Dit biedt de mogelijkheid voor periodieke herijking, bijvoorbeeld ook in relatie tot het Natura 2000-Beheerplan dat elke 6 jaar wordt vastgesteld en in het kader waarvan monitoring van het wadlopen plaatsvindt.

Nieuw in de verordening is dat voor wadlooptochten vanaf een boot, de zgn. 'plaatlandingen' een vergunningplicht gaat gelden. Bij plaatlandingen gaat het om een combinatieactiviteit van varen en wadlopen, waarbij vanaf een drooggevallen of een voor anker liggend vaartuig een groep personen wordt afgezet en die daarna zelfstandig op waddenplaten kunnen rondwandelen. Dit viel voorheen onder de uitzonderingsbepaling. Tot een maximum van 7 deelnemers blijft dit vrijgesteld van de vergunningplicht. Gebleken is dat het aantal passagiers dat deelneemt aan dit soort tochten duidelijk stijgende is, soms tot wel 140 personen die uitstappen zonder gids/begeleider en zonder veiligheidsmaatregelen. Dit is onwenselijk. Deze uitzondering wordt voor groepen van meer dan 7 personen niet meer gegeven.

Vrijgesteld van de vergunningplicht is verder het kleinschalig en extensief betreden langs de kust, te denken bijvoorbeeld aan pierensteken, plukken van zeekraal, lamsoor etc. Het veiligheidsrisico is hier minder in het geding, omdat de mensen op vaste grond staan, die vastzit aan de kust. Bij opkomend water kunnen ze teruglopen naar de kust.

Uitvoering

De huidige gang van zaken wordt gecontinueerd, waarbij de provincie Fryslân mede namens de provincies Groningen en Noord-Holland de vergunningverlening uitvoert. Fryslân zal hiervoor door ons worden gemandateerd.

Waar de vergunningverlening aan Fryslân is gemandateerd, ligt het voor de hand om de bezwaarcommissie in Fryslân te belasten met de bezwaren tegen besluiten gebaseerd op deze verordening.

N.B.: in de huidige situatie werd een bezwaarschrift tegen een door Fryslân in mandaat genomen besluit betreffende de Groningse verordening behandeld door de Groningse bezwaarschriftencommissie waarna Fryslân wederom een beslissing nam. Het lijkt ons efficiënter het in handen van de Friese commissie te leggen en dit kan verder ook bijdragen aan een bestendige lijn in de advisering omtrent bezwaarschriften.

Er wordt een Veiligheid adviescommissie (VAC) ingesteld met specifieke kennis van het wadlopen en met betrekking tot veiligheid. In verband met dit laatste worden ook de Veiligheidsregio, de Kustwacht en de Wadden- en Kustgemeenten hiervoor uitgenodigd. De VAC vervangt de huidige Wadloopadvies commissie met alleen vertegenwoordigers vanuit de wadloopsector.

N.B.: De VAC wordt formeel door Gedeputeerde Staten van Fryslân ingesteld. Dit is de reden dat artikel 3 in de Groningse verordening niet is ingevuld. Omwille van gelijke artikelnummering met de Friese verordening springt onze nummering daarom van artikel 2 naar artikel 4 en volgende. Voor de volledigheid en ter informatie hieronder de tekst van artikel 3 uit de Friese verordening.

Artikel 3 – Veiligheid adviescommissie

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen een Veiligheid adviescommissie (VAC) in;

  • 2.

    De leden van de VAC worden benoemd door Gedeputeerde Staten;

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen omtrent de samenstelling en de werkwijze van de VAC.

Wel wordt in onze verordening in artikel 1 onder de definities de VAC genoemd.