Regeling vervallen per 26-08-2020

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent aanwijzing van de locatie De Vrie Heerlykheyd Westerdijkshorn 14 te Bedum voor het plaatsen van een zonnepark voor een periode van maximaal 30 jaar

Geldend van 26-08-2020 t/m 25-08-2020

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent aanwijzing van de locatie De Vrie Heerlykheyd Westerdijkshorn 14 te Bedum voor het plaatsen van een zonnepark voor een periode van maximaal 30 jaar

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 18 augustus 2020, nr. A. 14, afdeling RS, dossiernummer K21968 het volgende besluit hebben genomen:

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

Besluit tot aanwijzing van de locatie De Vrie Heerlykheyd Westerdijkshorn 14 te Bedum voor het plaatsen van een zonnepark voor een periode van maximaal 30 jaar

1. Aanleiding

Bij brief van 23 juni 2020 hebben burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland ons verzocht om een deel van het landgoed De Vrie Heerlykheyd Westerdijkshorn 14 te Bedum aan te wijzen voor het plaatsen van een zonnepark voor een periode van maximaal 30 jaar. Het zonnepark heeft een omvang van maximaal 1,5 hectare. Het zonnepark is een initiatief van de eigenaar van het landgoed.

2. Criteria voor de besluitvorming

Op grond van artikel 2.42.1, tweede lid, onder f, van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 (hierna: verordening) kan een bestemmingsplan voorzien in het plaatsen van een zonnepark voor een periode van maximaal 30 jaar op door ons, op basis van een gemeentelijke gebiedsvisie zonne-energie aangewezen locaties, mits de maatwerkmethode is toegepast onder begeleiding van een bij de provincie werkzame deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur. In artikel 2.42.1, derde, vierde en vijfde lid van de verordening en artikel 2.42.2 van de verordening zijn regels gesteld die in acht moeten worden genomen bij het vaststellen van een bestemmingsplan en waaraan bij het verlenen van een omgevingsvergunning moet worden voldaan.

3. Overwegingen

De raad van de gemeente Het Hogeland heeft op 2 oktober 2019 de gebiedsvisie 'Kleinschalige Duurzame Energie Opwekking Hogeland' vastgesteld. Op basis van deze gebiedsvisie hebben burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland ons verzocht om een deel van het landgoed De Vrie Heerlykheyd Westerdijkshorn 14 te Bedum aan te wijzen voor het plaatsen van een tijdelijk zonnepark. Hiervoor is overeenkomstig artikel 2.42.1, tweede lid, onder f, van de verordening de maatwerkmethode doorlopen onder begeleiding van een bij de provincie werkzame deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur. Tevens is inzicht geboden in de mogelijkheid voor omwonenden om te participeren in de ontwikkeling en opbrengst van het zonnepark. Daarnaast stellen wij vast dat de gronden niet zijn gelegen binnen het op kaart 6 van de verordening aangegeven Natuurnetwerk Nederland en de op deze kaart aangegeven bos- en natuurgebieden. Gelet op het voorgaande concluderen wij dat in dit geval is voldaan aan de voorwaarden op grond waarvan een locatie in het buitengebied kan worden aangewezen voor het plaatsen van een tijdelijk zonnepark.

4. Besluit

Gelet op artikel 2.42.1, tweede lid onder f, van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 besluiten wij om een deel van het landgoed De Vrie Heerlykheyd Westerdijkshorn 14 te Bedum aan te wijzen voor het plaatsen van een zonnepark voor een periode van maximaal 30 jaar, zoals weergegeven op de bij dit besluit behorende kaart.

Groningen, 18 augustus 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

J. Koopmans, locosecretaris.

Ondertekening

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken. Het bezwaar kan schriftelijk worden ingediend bij het College van Gedeputeerde Staten van Groningen, Postbus 610, 9700 AP Groningen. Tevens kan een voorlopige voorziening worden gevraagd. Gelet op Jurisprudentie van de Rechtbank Noord-Nederland (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 17 april 2015, zaaknummer GRO 13 / 1065 CHW VUCS) lijkt de kring van belanghebbenden bij het besluit beperkt te zijn.

afbeelding binnen de regeling