Regeling vervallen per 01-01-2010

ijdelijke Verordening regels Wet investeren in jongeren gemeente Grootegast 2009

Geldend van 01-10-2009 t/m 31-12-2009

Intitulé

ijdelijke Verordening regels Wet investeren in jongeren gemeente Grootegast 2009

De raad van de gemeente Grootegast;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2009

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 12, van de Wet investeren in jongeren;

overwegende, dat het noodzakelijk is om tot de datum waarop de verordeningen bedoeld in de Wet investeren in jongeren in werking treden, voor een beperkte periode regels te stellen die waarborgen dat de uitvoering van de wet zoveel mogelijk in overeenstemming met de Wet werk en bijstand en de in dat kader vastgestelde verordeningen plaatsvindt;

b e s l u i t :

vast te stellen de tijdelijke verordening regels Wet investeren in jongeren gemeente Grootegast 2009.

PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    de wet: de Wet investeren in jongeren;

  • 2.

    het college: het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast.

PARAGRAAF 2 TOEPASSELIJKHEID VERORDENINGEN WWB

Artikel 2. Werkleeraanbod

De regels met betrekking tot de inhoud van het werkleeraanbod, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a, van de wet, luiden als volgt:

  • 1.

    De voorzieningen die op grond van de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Grootegast aan personen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, kunnen worden aangeboden, kunnen onder dezelfde voorwaarden door het college worden ingezet voor het vaststellen van de inhoud van het werkleeraanbod.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, kunnen de volgende voorzieningen niet worden ingezet:

    • 1.

      Onbeloonde additionele arbeid;

    • 2.

      premies voor werkaanvaarding of scholing;

    • 3.

      vrijlating van inkomsten, en

    • 4.

      onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk.

Artikel 3. Het verlagen van de inkomensvoorziening

De regels met betrekking tot het verlagen van de inkomensvoorziening, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel b, van de wet, luiden als volgt:

  • 1.

    Voor de toepassing van artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 1 tot en met 13 en 17 van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand Grootegast 2004 van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 2, 9 en10 van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand Grootegast 2004 van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de overige verplichtingen, bedoeld in artikel 45, van de wet, is artikel 9 van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand Grootegast 2004 van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van zeer ernstige misdragingen als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 2 en 17 van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand Grootegast 2004 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4. Het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik

De regels met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de wet, luiden als volgt:

De in de Handhavingverordening Wet werk en bijstand Grootegst in artikel 2 gestelde regels, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Cliëntenparticipatie

De regels met betrekking tot de wijze waarop jongeren of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet, luiden als volgt:

De in de Verordening “platform cliëntenparticipatie Grootegast 2004” gestelde regels, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6. Het verhogen en verlagen van de norm

De regels met betrekking tot het verhogen en verlagen van de norm, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel e, van de wet, luiden als volgt:

De in de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Grootegast 2009 gestelde regels zijn van overeenkomstige toepassing.

PARAGRAAF 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8. Inwerkingtreding en geldigheidsduur

Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2009. De artikelen 2 tot en met 6 vervallen ieder voor zich per datum inwerkingtreding van de specifiek op het desbetreffende artikel betrekking hebbende verordening in het kader van de wet. De regeling geldt totdat de artikelen 2 tot en met 6 allen zijn komen te vervallen, doch uiterlijk tot 1 november 2010.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke verordening regels Wet investeren in jongeren gemeente Grootegast.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Grootegast in de openbare vergadering van 13 oktober 2009